Aan het bestuur van − AZN − ZN − Alle RAV

Aan
−
−
−
−
−
Newtonlaan 1-41
3584 BX Utrecht
het bestuur van
AZN
ZN
Alle RAV-en
Meldkamers
Zorgverzekeraars
Postbus 3017
3502 GA Utrecht
030 296 81 11
030 296 82 96
E [email protected]
I www.nza.nl
T
F
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
Directie Zorgmarkten Cure
0900 7707070
[email protected]
CI/14/72c
0111486/0156147
Onderwerp
Datum
Beleidsregel Regionale Ambulancevoorzieningen 2015
24 december 2014
Geachte heer, mevrouw,
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het beleid voor de bekostiging
en financiering van de ambulancezorg 2015 gewijzigd. De beleidsregel
‘Regionale Ambulancevoorziening 2015’ (BR/CU-7122) is vastgesteld1.
Deze vervangt de eerder vastgestelde beleidsregel met nummer BR/CU7099.
De nieuwe beleidsregel en bijbehorende tariefbeschikking kunt u vinden
op de website van de NZa (www.nza.nl) onder beleid en regels.
In deze circulaire worden alle wijzigingen in het beleid t.o.v. 2014
toegelicht2. Daarnaast lichten we een aantal zaken met betrekking tot
het budget 2015 toe, waar u in de aanvraag van het voorlopig budget
2015 rekening mee dient te houden.
Beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening 2015
BR/CU-7122
Algemeen
De beleidsregel is aangepast aan het jaar 2015. De zaken die betrekking
hadden op de jaren t/m 2014 zijn verwijderd of aangepast.
Definities
Een klein aantal definities is verduidelijkt, te weten:
Aanwezigheidsdiensten, Melding en Rit.
Aanvullende gelden i.v.m. tijdelijke of structurele wijzigingen in het
aanbod van acute medisch specialistische zorg
1
Ingangsdatum: 1 januari 2015.
Een deel van deze wijzigingen is al in de eerder verstuurde circulaire dd. 25 juli 2014
(kenmerk CI-14-34c) gecommuniceerd. Voor de volledigheid noemen we hier alle
wijzigingen t.o.v. 2014.
2
Aan de beleidsregel is een procedure toegevoegd (zie artikel 6.5.7.1)
waarmee RAV's samen met de representerende zorgverzekeraar(s)
budgetuitbreiding kunnen aanvragen indien het aanbod van acute
medisch specialistische zorg in de regio wijzigt (bijvoorbeeld bij sluiting
of wijziging van een SEH). De budgetuitbreiding dient om de
noodzakelijke uitbreiding van ambulancezorg in die regio te bekostigen.
De aanvraag moet aan een aantal criteria voldoen, welke in de
beleidsregel zijn opgenomen. Zo geldt o.a. de eis van tweezijdigheid,
moet de voorgenomen uitbreiding van ambulancezorg zijn besproken in
het ROAZ, en wordt voor loon- en materiële kosten een maximum
aangegeven. Bovendien wordt gevraagd een plan van aanpak in te
dienen.
Deze extra middelen worden schriftelijk aangevraagd. Vervolgens kan bij
de aanvraag van het voorlopig budget 2015 en de nacalculatie van 2014
en 2015 de budgetuitbreiding op de post ‘overige kosten’ (onderdeel
ambulancezorg) worden opgenomen.
Procedure vaststelling budget
De procedure voor de vaststelling van het budget bij één eenzijdige
aanvraag is verder uitgewerkt. Aan de procedure is toegevoegd wat het
beleid is indien binnen de gestelde 4 weken een tweede eenzijdige
aanvraag wordt ontvangen.
MICU-chauffeur
In het budget 2014 maakten de kosten voor de MICU-chauffeur
onderdeel uit van de overige kosten. Deze kosten worden per 2015 uit
de overige kosten gehaald en overgeheveld naar de
loonkostenvergoeding. Hiervoor wordt aangesloten bij het bedrag zoals
dat gold in het budget 2013 (geïndexeerd).
Opsplitsing post Inzet door derden
De post ‘Inzet door derden’ zoals deze bestond in het budget 2014 wordt
opgesplitst in een post voor afhijsingen door de brandweer en een post
voor overtochten per (veer)boot. Daarnaast worden deze posten
overgeheveld naar de productievergoeding. Aan beide posten is
toegevoegd dat deze bedragen worden berekend op basis van afspraken
over zowel aantal als bedrag.
Rente vreemd en eigen vermogen samengevoegd
Per 2015 bestaat er geen onderscheid meer tussen rente eigen
vermogen en rente vreemd vermogen. Deze posten zijn samengevoegd
in de post ‘Rentevergoeding’.
Vrije marge
Aan de vrije marge is toegevoegd dat dit bedoeld is voor kwaliteit en
innovatie. Dit geldt voor zowel het onderdeel ambulancezorg als het
onderdeel meldkamer.
Vrije marge onderdeel meldkamer
In het budget 2014 was de maximaal aan te vragen vrije marge voor de
meldkamer gelijk aan 2,75% van het ‘loonkosten normbudget jaar (t-1)’.
Sinds de implementatie van het nieuwe bekostigingssysteem in 2014 is
de post loonkosten normbudget komen te vervallen.
Kenmerk
CI/14/72c
0111486/0156147
Pagina
2 van 4
Voor het jaar 2015 wordt de maximale vrije marge daarom berekend als
2,75% van het loonkosten normbudget jaar (t-2) (2013), geïndexeerd
met de definitieve loonindex 2014 en voorlopige loonindex 2015.
Voor het jaar 2016 en verder wordt bekeken hoe de maximale vrije
marge meldkamer wordt berekend.
Brandstofindex
De tekst van de toepassing van de brandstofindex is aangepast.
Voorheen stond hier aangegeven dat het productiebudget kilometers
werd gebaseerd op de brandstofindex jaar (t-1). De brandstofindex 2014
is echter nog niet bekend bij de afgifte van het initieel budget 2015. De
brandstofkosten per kilometer in 2015 zijn daarom als volgt berekend:
De definitieve brandstofkosten per kilometer (prijspeil 2013)
vermenigvuldigd met de voorlopige materiële index 2014
vermenigvuldigd met de voorlopige materiële index 2015. Voor elk
budgetjaar geldt dat bij de nacalculatie de voorlopige materiële index
wordt vervangen door de definitieve brandstofindex.
Aanvragen voorlopig budget 2015: aandachtspunten
Loonkosten onderhoud
Op 12 november 2014 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) via de
NZa-portal MeNZa het initieel budget 2015 afgegeven voor de Regionale
Ambulancevoorzieningen. Het initieel budget 2015 is gebaseerd op het
vastgestelde voorlopig budget 2014. Bij nadere controle blijkt dat de
post “loonkosten onderhoud” (onderdeel meldkamer) niet is
geïndexeerd.
Dit betekent dat deze post met factor 1,01343 moet worden
vermenigvuldigd voor de correcte waarde op deze post in het initieel
budget 2015. Wij vragen de ambulancevoorziening en de
representerende verzekeraars hier rekening mee te houden in de
aanvraag voor het voorlopig budget 2015.
Mutaties budget n.a.v. nacalculatie 2013
In oktober/november zijn de nacalculaties van 2013 verwerkt. Eventuele
mutaties in de budgetregels werken niet automatisch door in het budget
2014 en/of 2015. Dit betekent dat de RAV en de representerende
zorgverzekeraars bij de nacalculatie 2014 en bij de aanvraag van het
voorlopig budget 2015 rekening moeten houden met posten die n.a.v. de
nacalculatie 2013 zijn gemuteerd.
Dit geldt voor alle budgetten die de NZa m.i.v. 2014 afgeeft.
Verrekening mutaties n.a.v. nacalculatie 2013
Voorheen kwam de verrekening van mutaties n.a.v. de nacalculatie
terecht in een aangepast sluittarief van het lopende jaar. Met invoering
van het vaste tarief voor de spoedrit per 2014 gebeurt dat niet meer,
maar vindt de verrekening van de mutaties plaats bij de
opbrengstverrekening. Dat betekent dat de mutaties n.a.v. de
nacalculatie 2013 worden verrekend via de opbrengstverrekening 2013.
3
Factor 1,0134 komt tot stand door:
(definitieve loonindex 2014 / voorlopige loonindex 2014) * voorlopige loonindex 2015.
Waarbij de volgende percentages zijn gebruikt: voorlopige loonindex 2014: 1,25%,
definitieve loonindex 2014: 1,94% en voorlopige loonindex 2015: 0,65%.
Kenmerk
CI/14/72c
0111486/0156147
Pagina
3 van 4
De voorlopige opbrengstverrekening 2013 is voor de meeste RAV’s
Kenmerk
inmiddels afgerond; eind 2015 vindt de definitieve opbrengstverrekening CI/14/72c
2013 plaats.
0111486/0156147
Pagina
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit
drs. J.C.E. Kursten
unitmanager Eerstelijns Zorg en Ketens
4 van 4