Pensioencommunicatie Wettelijke wijzigingen in uw

MeesAlert
Nieuwsbrief juni 2014
Pensioencommunicatie
In de afgelopen maanden zijn wij druk bezig geweest om de lopende pensioenregelingen aan te passen aan de
per 1 januari 2014 gewijzigde fiscale pensioenwetgeving. Met deze nieuwsbrief informeren wij u over deze aanpassingen en over verdere ontwikkelingen op pensioengebied.
Wettelijke wijzigingen in uw pensioenregeling vanaf 1 januari 2014
De wijzigingen houden met name verband met de
geval vanaf 1 januari 2015 de administratiekosten en
verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67
het opslagpercentage voor de verdere pensioen-
jaar.
opbouw na ingetreden arbeidsongeschiktheid van
een werknemer, geen onderdeel meer mogen zijn
De verhoging van de pensioenleeftijd heeft onder an-
van het beschikbare premiepercentage. Alle overige
dere een aanpassing van de opbouwpercentages tot
kosten moeten in de percentages worden verwerkt.
gevolg. Uitgaande van een dienstverband vanaf de
Uiteraard blijft de premie voor de verzekerde nabe-
25-jarige leeftijd wordt de opbouwperiode 42 jaar. Er
staandenpensioenen bij overlijden voor de pensioen-
zijn dus 2 jaren bijgekomen waarin gespaard en ren-
datum buiten het staffelpercentage.
dement op het uitstaande bedrag gemaakt, kan worden. De al eerder vastgestelde maximum opbouw-
De diverse pensioenuitvoerders hebben de pro-
percentages van 2% (bij een zogenaamde eindloon-
ducten voor de toekomstige opbouw aangepast aan
regeling) en 2,25% (bij een middelloonregeling) per
deze wijzigingen. De tot 1 januari 2014 opgebouwde
dienstjaar zijn hierdoor verlaagd tot 1,85% resp.
rechten behouden veelal de oorspronkelijke pen-
2,15%.
sioendatum van 65 jaar. Een werknemer heeft in een
dergelijke situatie dan te maken met twee verschil-
De premiestaffels bij beschikbare premieregelingen
lende pensioendata, de 65- en 67-jarige leeftijd.
zijn gebaseerd op een middelloonregeling en zijn
eveneens aangepast. De premiestaffels zoals die in
De verwachting is dat de pensioenleeftijd in de toe-
2003 voor het eerst zijn geïntroduceerd, waren inclu-
komst nog verder zal stijgen.
sief alle kosten. Bij de aanpassing van de premiestaffels heeft de belastingdienst aangegeven dat in ieder
AOW-leeftijd
Een aparte rol in dit geheel speelt de AOW-leeftijd.
huidige kabinet heeft het voornemen om de verho-
Volgens de huidige regeling wordt de AOW-leeftijd
ging van de AOW-leeftijd te versnellen. Voor de pen-
de komende jaren stapsgewijs verhoogd naar de 67-
sioengerechtigden die in de komende jaren de AOW-
jarige leeftijd. Dit proces loopt door tot 2023. Het
leeftijd bereiken, is dit tevens de pensioendatum.
1
Situatie vanaf 1 januari 2015
Vanaf 1 januari 2015 zal er een verdere verlaging van
de pensioenopbouw plaatsvinden.
Om de gevolgen van de verlaging van het pensioengevend inkomen voor de hogere inkomens op te van-
Het maximale opbouwpercentage per jaar voor een
gen, kan het gebruikelijke percentage van 1,225%
middelloonregeling wordt verder verlaagd tot 1,875%
verhoogd worden naar 1,313%, of door het toe-
en voor een eindloonregeling tot 1,65%. Volgens het
zeggen van een zogenaamd ANW-hiaat-pensioen.
wetsvoorstel leidt het percentage van 1,875% tot een
Deze uitbreiding geldt dan ook voor de medewerkers
pensioenopbouw van 75% van het gemiddelde loon
met een lager inkomen. Het staat de werknemer
van een werknemer gedurende de periode van de 25
uiteraard ook vrij om zelf een aanvullende over-
tot 67-jarige leeftijd van een werknemer.
lijdensdekking af te sluiten.
Daarnaast wordt het pensioengevend inkomen ge-
De AOW-franchise zal vanaf 1 januari 2015 ook ge-
maximeerd op EUR 100.000,00 per jaar.
wijzigd worden. De minimaal toe te passen franchise
is thans gelijk aan 100/70 * de AOW-uitkering voor
De verlaging van het pensioengevend inkomen heeft
een AOW-gerechtigde met een partner. Deze factor
ook effect op de nabestaandenpensioenen na het
wordt verlaagd naar 100/75. Op basis van de per 1
overlijden van de werknemer met een pensioen-
januari 2014 geldende AOW-uitkering wordt de fran-
gevend inkomen boven EUR 100.000,00. Voor de si-
chise verlaagd van EUR 13.449,00 naar EUR
tuatie na de pensioendatum zal dit pensioen ook la-
12.552,00.
ger worden door de lagere opbouw van het ouderdomspensioen.
Ook bij een beschikbare premieregeling wordt het
partnerpensioen ingaande bij overlijden voor de pensioendatum verlaagd, omdat voor de berekening van
dit pensioen veelal wordt uitgegaan van de volgende
formule:
percentage per dienstjaar * (pensioengevend salaris
-/- AOW-franchise) * aantal dienstjaren
Het maximale percentage per dienstjaar wordt hierdoor verlaagd naar 70% van 1,875% naar 1,313%.
Het bijbehorende wezenpensioen is 20% van het
partnerpensioen.
2
Extra kapitaal opbouwen
Medewerkers met een hoger inkomen dan het maxi-
De fiscaal vriendelijke wijze houdt in, dat er over dit
mum pensioengevend inkomen van de desbetref-
opgebouwde kapitaal geen vermogensrendements-
fende pensioenregeling, mogen via de inkomstenbe-
heffing behoeft te worden betaald. De fiscale bespa-
lasting op een fiscaal vriendelijke wijze een extra ka-
ring vindt dus plaats in box 3 van de Wet op de In-
pitaal opbouwen. Hierdoor kan een aanvulling op het
komstenbelasting.
pensioen worden opgebouwd.
Nieuwe premiestaffel
Volgens een publicatie van het Ministerie van Financiën zal de meest gebruikelijke premiestaffel er als volgt uitzien:
Om u inzicht in de verschillen te geven hebben wij hieronder de vergelijkbare staffels opgenomen per 1/1/2003 en 1/1/ 2014
Leeftijdscategorie
Staffel 2003 (bruto)
Staffel 2014 (netto)
Staffel 2015 (netto)
15 tot 19 jaar
6,0%
4,6%
4,1%
20 tot 25 jaar
6,9%
5,3%
4,7%
25 tot 30 jaar
8,4%
6,4%
5,7%
30 tot 35 jaar
10,2%
7,8%
6,9%
35 tot 40 jaar
12,5%
9,5%
8,4%
40 tot 45 jaar
15,2%
11,6%
10,2%
45 tot 50 jaar
18,7%
14,2%
12,5%
50 tot 55 jaar
23,0%
17,4%
15,4%
55 tot 60 jaar
28,6%
21,5%
18,9%
60 tot 65 jaar
36,1%
26,8%
23,6%
65 tot 67 jaar
0,0%
31,5%
27,7%
Deze staffels zijn bedoeld voor de opbouw van een
voor de jongste leeftijdsgroepen hogere percentages
ouderdomspensioen ingaande op de pensioendatum
gelden en voor de oudere lagere.
met een bijbehorend partnerpensioen van 70% ingaande terstond na overlijden van de werknemer na
Premies voor een partner- en wezenpensioen bij
zijn pensioendatum.
overlijden voor de pensioendatum, het recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
Bovengenoemde percentages zijn maximumpercen-
en de administratiekosten vormen geen onderdeel
tages. In de praktijk is er veelal sprake van een lager
van deze premiepercentages. Deze premies en de
percentage. De verlaging zal evenredig moeten wor-
kosten worden apart in rekening gebracht bij de
den doorgevoerd. Indien er sprake is van een vast
werkgever. In oude regelingen is dit veelal niet op
percentage zal dit percentage niet meer dan 4,7%
een juiste wijze geregeld en wordt de risicopremie
(staffel 2015) mogen bedragen.
voor deze nabestaandenpensioenen ook uit de beschikbare premie betaald (zie uitspraak van het
In de staffelpercentages is naast de actuariële grond-
Europese Hof van Justitie).
slagen rekening gehouden met een veronderstelde
rekenrente van 4%. Het is ook mogelijk om een re-
In 2014 geldt voor bestaande pensioenregelingen,
kenrente van 3% te hanteren. De staffels zullen dan
dat de oude premiestaffels nog gebruikt mogen wor-
een ander verloop hebben. De onderlinge verschillen
den, met dien verstande dat deze wel gebaseerd
tussen de percentages worden dan kleiner waarbij
moeten worden op een pensioenleeftijd van 67 jaar.
3
Overige ontwikkelingen op pensioengebied
Premie Pensioen Instelling
Extra pensioenopbouw
Steeds meer pensioenuitvoerders maken voor de
Als er aan een pensioenregeling een aanvullende
pensioenuitvoering gebruik van een zogenaamde
module is toegevoegd, waarmee een werknemer ge-
Premie Pensioeninstelling (PPI). Een PPI is een zelf-
bruik kan maken van pensioenopbouw over niet pen-
standig rechtspersoon, die los staat van de verzeke-
sioengevende salarisbestanddelen, dan is het moge-
raar en waarbij de opbouw van het pensioenkapitaal
lijk om over dit variabel inkomen toch pensioen-
rechtstreeks plaatsvindt in beleggingsfondsen. Een
rechten op te bouwen. Als pensioengevend inkomen
PPI heeft een bankvergunning van de Nederlandse
kan bijv. gedacht worden aan toegekende bonussen,
Bank en fungeert derhalve als bank. Op de pensioen-
afscheidsbonus bij pensionering, overwerkvergoe-
datum wordt de tegenwaarde van de aandelen over-
ding, ploegentoeslag etc.
geboekt naar de pensioenuitvoerder waar het pensioen wordt aangekocht. Tijdens de opbouwperiode
De kosten voor een dergelijke aanvullende regeling
wordt het overlijdensrisico voor de nabestaanden-
worden bij de werknemer op het belastbaar inkomen
voorzieningen en het arbeidsongeschiktheidsrisico
in mindering gebracht. De fiscale bijtelling van de
voor de verdere opbouw ingeval van arbeidsonge-
auto van de zaak valt hier niet onder. Wellicht ten
schiktheid verzekerd bij een verzekeraar.
overvloede merken wij op dat een werknemer ook
gebruik kan maken van de privé lijfrentepremieaftrek
Uitspraak Europese Hof van Justitie
van de Wet op de Inkomstenbelasting. De fiscale
Door het Europese Hof van Justitie is een uitspraak
bijtelling van de auto van de zaak mag dan wel
gedaan, die ook voor Nederlandse pensioenregelin-
worden meegenomen.
gen van belang kan zijn. Sinds de opkomst van de
beschikbare premieregelingen heeft de Nederlandse
De extra pensioenopbouw wordt uiteraard wel be-
overheid geen officieel standpunt ingenomen of het
perkt tot een pensioengevend inkomen van EUR
geoorloofd is een eigen bijdrage van de werknemer
100.000,00.
in de kosten van de pensioenregeling op basis een
evenredig deel van de voor hem betaalde pensioenpremie bij te laten dragen. Uit de uitspraak van het
Europese Hof kan worden afgeleid, dat dit niet is toegestaan. Dit houdt vervolgens in dat de eventuele
eigen bijdrage uitgedrukt moet worden in een percentage van de pensioengrondslag en niet in een evenredig deel van de verschuldigde premie.
4