Workshop pionieren tijdens de predikantendag Door Margrietha Reinders, 23 september 2014 Vandaag hebben we veel gesproken over “The future of christianity”. Graag neem ik u mee in een mijmering over de manier waarop ik zelf als dominee in Amsterdam in die toekomst gelanceerd ben….en ontdekt heb, hoe mooi en totaal nieuw die eruitziet! Als predikant /pionier in Amsterdam -West denk ik zo nu en dan weemoedig terug aan vroeger. Vroeger, toen ik een klein meisje was dat met vader mee uit preken mocht. Groot en onaantastbaar stond hij dan op de kansel, in zijn toga met witte bef, en tijdens het zingen hoorde ik zijn stem overal bovenuit. Mijn vader was de allerbeste . Het kleine meisje in mij heeft nog jarenlang mijn beeld van “de dominee” bepaald , misschien zelfs wel toen ik op mijn 18 -de voor de studie theologie koos, al zou ik dat toen nooit toegeven. De charismatische man op de kansel was onwillekeurig ook mijn spiegelbeeld toen ik zelf jaren later voor het eerst de preekstoel beklom en in een gronings dorpje de aanheffingswoorden sprak: "Gemeente van onze Heer Jezus Christus...." Predikant zijn is voor mij het mooiste beroep van de wereld geworden! In mijn lijfblad TROUW hoor ik dat velen van U hartstochtelijk beamen. U hebt allemaal ooit eens als jonge kandidaat vol dromen de kansel beklommen. Maar….laat ik maar met de deur in huis vallen….intussen bestaat de kerk van onze jeugd al niet meer. Wie had kunnen denken dat de protestantse kerk in Nederland waarin ik groot geworden ben zo razendsnel zou veranderen? De kerk die mij uiteindelijk als predikant beroepen heeft in Amsterdam verloor gedurende de 25 jaar dat ik er nu werk aan aanzienlijk deel van haar leden bestand, preekplekken , infrastruktuur en gebouwen . Ook na de fusie , 10 jaar geleden ging dit proces nog door. In de wijk waar ik momenteel werk zijn die laatste 10 jaar 4 voorheen bloeiende wijkgemeentes gefuseerd of opgeheven. In diezelfde wijk verdwenen gedurende die periode ook 3 katholieke parochies. De kerk waarin ons eerste kind gedoopt werd is nu een dancing. De kerk waarin ik als jonge dominee voorging is nu een restaurant. En de kerk waarin ik zelf voorga bestaat niet meer : we huren de voormalige liturgische ruimte , de vleugel en het keukentje waar vroeger gemeentemaaltijden werden gekookt. Er is nog 1 actief gemeentelid over dat het gebouwtje beheert. Vroeger, als jonge predikant in een van de laatste 20 nog levendige wijkgemeentes in Amsterdam kon ik de consekwenties van deze ontwikkelingen nog lang voor mij uitschuiven. Sterker nog: ik bemerkte ze niet eens….Blijmoedig ging ik op in de perikelen rond liturgie en diakonaat in een vergrijzende, maar warme amsterdamse geloofsgemeenschap. Totdat mij 5 jaar geleden gevraagd werd om in een bijna volledig ontkerkelijkte wijk opnieuw te beginnen met vormen van kerkelijke presentie, als predikant / pionier…..De dappere kerk van Amsterdam, de PKA, legde zich namelijk niet bij de feiten neer en begon met het opzetten van kleine laagdrempelige pionierprojecten overal in de stad . Ik had het voorrecht om een van de eersten te zijn. Toen pas werd mij duidelijk hoezeer de kerk van mijn vader en zijn vorm van predikantschap tot het verleden waren gaan behoren. Ik ontdekte al snel , dat voor meer dan 90 % van de Amsterdammers de kerk en haar liturgie alle relevantie verloren heeft. Het leek erop dat onze mooie erediensten voor een uiterst kleine doelgroep uit de christelijke subcultuur nog van betekenis waren, maar verder vooral geheimtaal bevatten voor de geseculariseerde stadsbewoners. De kerk bedient , zo bleek , een kleine groep van “eigen” mensen : hooguit 3500 in getal. Ter vergelijking: de wijk waarin ik nu werk als pionier telt 30.000 inwoners… Ik kon mijn oogkleppen niet langer ophouden en moest opnieuw uitvinden wat het christelijk geloof nog voor de amsterdammers zou kunnen betekenen en in welke vorm dit gegoten zou moeten worden. Mijn geliefde liturgie en schriftuitleg zouden op de schop moeten.. Maar ook mijn mooie ambtelijke predikantschap. Mijn toga moest aan de wilgen, en mijn dierbare liedboek in de kast , samen met mijn stola's , antifonen en responsies.. Een pijnlijk afscheid! Maar ook een nieuw begin, als missionair pionier zonder de veilige inbedding van de traditie. Ineens vielen de vertrouwde zekerheden om mij heen weg. Ik had alleen nog mijn roeping om op verder te bouwen...mijn roeping ooit verwoord bij mijn intrede als predikant, om "hoog op te geven van het Koninkrijk van God". Zo is het verwoord in de liturgie voor de intrededienst. Dit bepaald worden bij mijn oorspronkelijke roeping heeft voor mij veel betekend en mij uiteindelijk enorm veel nieuwe inspiratie en arbeidsvreugde opgeleverd! Het werd een omkeer in mijn loopbaan als dominee en voorganger. Als het goed is , bent u allemaal met bovenstaande zin aan het ambt van predikant begonnen. Die uitdaging om hoog op te geven van het koninkrijk van God. Misschien hebt u, in die periode , ook wel eens de kerkorde erop nageslagen en gelezen dat daar staat dat “predikanten geroepen zijn tot verkondiging van het Woord IN DE WERELD. Maar : de invulling van dat ambt hangt nauw samen met de contekst van het gemeenteleven en de traditie die daarbinnen wordt overgeleverd. Soms lijkt het, alsof met name de kerkenraad het takenpakket van de predikant invult en hem/ haar daarmee ook gijzelt. Met binnenkerkelijke taken zoals: bezoek werk onder kerkmensen, kringen werk onder kerkmensen, en vieringen voor kerkmensen , allemaal van zekere leeftijd en maatschappelijke herkomst, welstand en cultuur. Dat wij geroepen zijn tot verkondiging van het Woord in de wereld is dan moeilijk meer waar te maken. Maar met een radikale omkeer in de vormgeving van de christelijke gemeente , en een nieuwe orientatie op totaal andere doelgroepen verandert ook de inbedding en de struktuur van het ambt. Het "hoog opgeven van het Koninkrijk van God " zou , zoals ik zelf aan den lijve ondervonden heb, daarmee wel eens een puur missionaire roeping kunnen worden, zonder de aan het ambt verbonden materiele of inhoudelijke zekerheden . Misschien zal de predikant van de toekomst weer veel meer worden teruggeworpen op haar / zijn kerntaak om " verbum dei minister"te zijn, dienaar van het Woord in de meest kale zin....dus ook zonder de veiligheid van een doctrine of theologische overtuigingen die bij onze beleving van het christendom passen. Misschien moeten we opnieuw zoeken naar de eenvoud van de oermissie van de kerk: de radikale navolging van Christus. En het is bijvoorbeeld ook niet ondenkbaar dat in de toekomst meer flexibele aanstellingen komen met een parttime en tijdelijk karakter. Dat er een bereidheid gevraagd wordt om volgens de principes van het tentenmakersapostolaat te leven, met een inkomen dat vanuit andere bronnen wordt aangevuld. Dat er geen eigen gebouw meer is met verwarming en keuken, koster en organist. Laat staan een pastorie die op kosten van de gemeente wordt onderhouden. Als pionier buiten de kerkmuren heb ik juist hiervan onschatbaar veel geleerd en nieuwe inzichten opgedaan. Bijvoorbeeld, dat er voor het evangelie juist buiten de kerkmuren grote mogelijkheden en kansen liggen te wachten! Heel graag zou ik de bovenstaande uitdagingen met u als collega's willen delen. Bij wijze van eerste verkenning van een nieuw avontuurlijk(!) model voor het predikantschap. Aan de hand van , bijvoorbeeld een paar uitdagende en wellicht ergerlijke vragen. Laten we voor nu even kerkverlater worden en onszelf die vragen stellen: Wat betekent de roeping om "dienaar des Woords "te zijn voor u? Bespreekt u Uw geloofsvisie zo nu en dan bij de kapper? Of staat het idee u helemaal tegen? Zou u zich voor kunnen stellen met een kleine , parttime aanstelling te kunnen leven onder sobere omstandigheden? Margrietha Reinders, Dienaar des Woords te Amsterdam
© Copyright 2024 ExpyDoc