Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt Bea Martens en Ruby Soekhoe Verpleegkundig specialisten Epilepsiecentrum Kempenhaeghe Juni 2014 Inhoud Wederzijds voorstellen Welke vragen leven er, waar wil men persé antwoord op krijgen? Opbouw: • • • • Differentiaal diagnostiek Uitlichten van enkele ziektebeelden Video’s Vragen beantwoorden 1 Aanvallen, differentiaaldiagnostiek Aanval met veranderd bewustzijn, motoriek, sensibiliteit, “hogere functies”/gedrag Epileptische aanval Fysiologische niet epileptische aanval Oorzaken: Psychogene nietepileptische aanval (PNEA) Fysiologische niet epileptische aanval wegraking cardiovasculair metabool neurologisch wegraking Fysiologische niet epileptische aanval cardiovasculair metabool neurologisch Aanval met veranderd bewustzijn, motoriek, sensibiliteit, “hogere functies”/gedrag Oorzaken cardiovasculair: Syncope (“flauwvallen”): hartritme stoornissen, circulatie problemen (autonoom zenuwstelsel), reflex syncope orthostatische hypotensie vasovagaal Stoornissen van de regionale cerebrale doorbloeding: TIA 2 Voorkomen Syncope Tot 18 jr 15% 17-26 jr (militairen) 25% 40-59 jr 16-19% > 70 jr 23% Hoogste voorkomen bij hartproblemen en oudere patiënten in verpleeghuis. Onderscheid tussen insult en syncope Passend bij insult Passend bij syncope Stijf neervallen Langdurige schokken bij ontstaan van bewustzijnsverlies Hemilaterale clonische trekkingen Tongbeet (soms) Slap neervallen evt. schokken na ontstaan van verlies van bewustzijn Niet in alle ledenmaten schokken Korte duur (< 15 seconden) Voor: Voor: Aura (bijvoorbeeld bijzondere geur, opstijgend gevoel vanuit maag) Automatismen (soms) Misselijkheid, braken, abdominale klachten, Rillerigheid, zweten Bleekheid duizeligheid Na: Na: Langdurige verwarring Pijnlijke spieren Gelijk helder wegraking Fysiologische niet epileptische aanval cardiovasculair metabool neurologisch Aanval met veranderd bewustzijn, motoriek, sensibiliteit, “hogere functies”/gedrag Oorzaken: Metabool: DM, hypoglycemie Hyponatriëmie Maar ook: Psychofarmaca Intoxicaties, m.a.g. bv acute dystone reactie alcoholontrekking Delier 3 wegraking Fysiologische niet epileptische aanval cardiovasculair metabool neurologisch Aanval met veranderd bewustzijn, motoriek, sensibiliteit, “hogere functies”/gedrag Oorzaken: Neurologisch: Migraine parasomnie(slaapstoornissen) Duizeligheid Reflux Bewegingsstoornissen, bijv. dyskinesie, tic, chorea Slaap/ waakstoornissen In de nacht: parasomnie Overdag: narcolepsie (kataplexie) Parasomnie • Vanuit REM slaap, vaker vanuit diepe slaap • Pt lijkt wakker maar is zich niet helder van omgeving bewust • Motorische onrust in gradaties • Gedrag als bij slaapwandelen, mgl agressief. Bijv.: • • • • Tandenknarsen Praten in slaap Slaapwandelen Uitleven droom Slaap/ waakstoornissen Kataplexie Plotseling tonusverlies, vaak benen, kan ook andere spiergroepen Bewustzijn normaal Kortdurend onvermogen bewegen Trigger: emoties “slap van het lachen” Vaak onderdeel narcolepsie syndroom 4 Psychogene nietepileptische aanval (PNEA) Aanval met veranderd bewustzijn, motoriek, sensibiliteit, “hogere functies”/gedrag Aanvallen die veel kunnen lijken op epileptische aanvallen, maar die niet gepaard gaan met meetbare veranderingen in de elektrische activiteit van de hersenen en die een psychologische oorzaak hebben. Geen simulatie of nabootsing. Psychogene nietepileptische aanval (PNEA) PNEA en psychopathologie Vaak (maar niet altijd een rol spelend): Volwassenen: stemmingsstoornis (m.n. depressie) angststoornis (o.m. PTSS) • somatisatiestoornis (ook functionele bewegingsstoornissen), • dissociatieve stoornis, • persoonlijkheidsstoornis • • Kinderen: stemmingsstoornis (m.n. depressie) omgevingsstress, soms schoolfobie • aanvallen vaak functie binnen het systeem • • Psychogene nietepileptische aanval (PNEA) Hoe vaak komt het voor? Incidentie PNEA in algemene populatie: relatief laag: geschat op 1.5/100,000 personen per jaar Maar: in epilepsiecentra 25-30% • Ong. 5% van de patiënten met epilepsie heeft ook PNEA • Ong 15% van de patiënten met PNEA heeft ook epilepsie • Epilepsie wordt vaak ten onrechte gesteld als er sprake is van PNEA (25%) • Voordat diagnose PNEA gesteld wordt duurt gemiddeld 7 jaar (maar mogelijk eerder) • Veel vaker bij vrouwen dan bij mannen 5 Soms is het niet wat het lijkt…, soms lijkt het niet op wat het is! PNEA Epilepsie Trigger Vaak (‘over de rooie …’) Kan (veel minder vaak) Semiologie door de jaren Verandert vaak, niet stereotiep Kan veranderen, maar stereotiep Overgang naar aanval Vaak geleidelijk (indien in slaap EEG waakpatroon) Doorgaans kort, ook in slaap, soms rommelt het al een tijd Motorische symptomen Doen willekeurig aan met stoppen en weer starten Bdz doorgaans synchroon, nooit echte arc de cercle Vocalisaties Meer willekeurig Doorgaans geen snikken Verwondingen Mogelijk, pat. gaat vallende arm soms niet uit de weg Meer kans op tongbeet en verwondingen Soms is het niet wat het lijkt…, soms lijkt het niet op wat het is! PNEA Reactief Lijkt diep bewusteloos en kan zich achteraf niets herinneren zonder verandering in waak-EEG Desondanks zijn de aanvalssymptomen soms bij te sturen (reactie op contact, vastpakken) Epilepsie CP , gegeneraliseerd, EP Bij langdurige CP aanval de hele tijd bewusteloos blijven komt bijna niet voor Ogen Vaak dicht (met knijpen) Pupillen kunnen wijd zijn maar reageren op licht Meestal open Cyanose Ongewoon Geregeld Vragen? Dank voor uw aandacht! 6 Bronvermelding Bodde, N., Brooks, J., Baker, G., Boon, P., Hendriksen, J., Mulder O., & Aldenkamp A. (2009). Psychogenic non-epileptic seizures. Definition, treatment en prognostic issues: A critical review. Seizure, 18, 543-553. Van Dijk, J., & Thijs, R. (2005). De wegraking. Biemondcursus 2005. 7
© Copyright 2024 ExpyDoc