REFLEXIEF PRONOMEN Vorm singularis ik jij / je u hij / zij / ze mij / me jou / je u zich wij / we jullie zij / ze ons jullie / je zich pluralis Gebruik een reflexief pronomen hoort bij een reflexief verba o De man voelt zich niet lekker. het reflexief pronomen past zich aan aan het subject o Jij schaamt je altijd als je voor de klas moet spreken. sommige werkwoorden bestaan zowel in reflexieve vorm als niet o Tijdens de eerste les stelt iedereen zich uitvoerig voor. o Jeroen! Kan jij eens iets voorstellen? Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1
© Copyright 2024 ExpyDoc