REFLEXIEF PRONOMEN Vorm • singularis ik mij / me jij / je jou / je

REFLEXIEF PRONOMEN
Vorm


singularis
ik
jij / je
u
hij / zij / ze
mij / me
jou / je
u
zich
wij / we
jullie
zij / ze
ons
jullie / je
zich
pluralis
Gebruik



een reflexief pronomen hoort bij een reflexief verba
o De man voelt zich niet lekker.
het reflexief pronomen past zich aan aan het subject
o Jij schaamt je altijd als je voor de klas moet spreken.
sommige werkwoorden bestaan zowel in reflexieve vorm als niet
o Tijdens de eerste les stelt iedereen zich uitvoerig voor.
o Jeroen! Kan jij eens iets voorstellen?
Nederlandse Academie
02/218 47 07
B1