PERFECTUM A. Regelmatige verba Singularis Ik Jij/je U Hij/zij/ze/het heb / ben hebt / bent heeft / bent heeft / is ge+stam+t ge+stam+d Pluralis Wij/we Jullie Zij/ze Hebben/zijn ge+stam+t ge+stam+d Vorm ge+stam+t o medeklinkers softketchup o werken werk gewerkt ge+stam+te o andere medeklinkers + alle klinkers o spelen speel gespeeld hebben of zijn bewegingswerkwoorden: ‘rijden, fietsen, lopen, wandelen, reizen, stappen, zwemmen,…’ o + Richting zijn Ik ben naar de bakker gelopen Hij is tot aan het schip gezwommen o Geen richting hebben ik heb de hele dag in de zeer gezwommen ik heb vandaag 10 kilometer in het park gelopen actief/passief o actief hebben Jan heeft zijn kamer veranderd Ik heb mijn paraplu in de trein vergeten Columbus heeft Amerika ontdekt o passief zijn Jan is de laatste jaren sterk veranderd Ik ben jouw naam vergeten Amerika is door Columbus ontdekt Beginnen, blijven, gaan, gebeuren, komen, ontstaan, vallen, vertrekken, worden, zijn, geboren, sterven, overlijden zijn Hij is om zeven uur gekomen en tot 10u gebleven Bert is een goede kok geworden Wanneer is dat gebeurd? Nederlandse Academie 02/218 47 07 B2 Speciale vormen Infinitieven met prefix: be-, ge-, her-, ont-, ver-, er-,… o Geen ge- in het participum Vertellen verteld Herkennen herkend Betalen betaald o Onregelmatig Verliezen verloren Begrijpen begrepen Ontstaan ontstond Separabel verba o Ge- staat tussen de twee delen Uitnodigen uitgenodigd Openmaken opengemaakt o Onregelmatig Meenemen meegenomen Aantrekken aangetrokken B. Onregelmatige verba vorm geen regels! Lijst studeren! Eindigt meestal op -en Tips infintief met ij lange e o rijden gereden o blijven gebleven o lijden geleden Nederlandse Academie 02/218 47 07 B2
© Copyright 2024 ExpyDoc