Podium Vestiging detailhandel en planologisch instrumentarium Ruimtelijke en niet economische argumenten Anita Nijboer geeft op basis van recente uitspraken van Afdeling bestuursrecht van de Raad van State nadere uitleg over de argumentatie die gemeenten kunnen hanteren bij al dan niet toestaan van detailhandel. Als geen economische argumenten mogen worden gehanteerd om nieuwe detailhandel al dan niet toe te staan, waar moeten gemeenten dan wel rekening mee houden? In ROmagazine 6, juni 2014 heb ik geschreven over het mogelijk einde van het verplichte distributie planologisch onderzoek (DPO) en het REO(regionaal economisch overleg)-advies. Kort samengevat schreef ik dat hoewel uit vaste jurispruden- Perifere detailhandel op de Woonboulevard, Kanaleneiland Utrecht. Beeld Marcel Bayer tie van de Afdeling blijkt dat de Dienstenrichtlijn niet in de weg staat aan het hanteren van economische belangen bij is artikel 49 VWEU al van toepassing. Dit betekent, zo schreef het bepalen van de vraag of en waar nieuwe detailhandel ik, dat het Bro en diverse provinciale regelingen in strijd zijn kan worden toegevoegd, dit niet geldt voor artikel 49 van het met het Europese recht en een DPO en een REO-advies niet Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (de verplicht mogen worden gesteld. vrijheid van vestiging). Hoewel dit nog niet rechtstreeks volgt uit rechtspraak In reacties op dit artikel is mij gevraagd waar een ge- van de Afdeling, blijkt uit een arrest van het Hof van Justitie meente dan wel rekening mee mag en moet houden bij de van de EU van 24 maart 2011 (C-400/08) dat het hanteren van vestiging van nieuwe detailhandel, als dit niet gebaseerd een economische afweging bij de vraag of nieuwe detailhan- mag zijn op een DPO of REO-advies. del mag worden toegevoegd, in strijd is met de vrijheid van Het antwoord op deze vraag is te vinden in de eerder vestiging. Meer specifiek betekent dit dat de keuze voor toe- besproken jurisprudentie van het Hof van Justitie alsmede in voeging van detailhandel niet mag worden gebaseerd op de diverse recente uitspraken van de Afdeling. vraag of er voldoende marktruimte is en of deze geen bedreiging vormt voor bestaande detailhandelsvestigingen (vragen Algemeen belang die beantwoord worden in een DPO). Verder is een verplicht In genoemd arrest van het Hof van Justitie overwoog het advies van commissies die zich uitsluitend bezig houden met Hof dat inbreuken op de vrijheid van vestiging geoorloofd economische belangen (zoals het regionaal economisch ad- zijn omwille van een dwingende reden van algemeen be- vies orgaan) niet toegestaan. lang en wanneer de beperking bovendien niet verder gaat dan noodzakelijk. Erkende dwingende redenen zijn Hoewel artikel 49 (vrijheid van vestiging) gaat over het onder meer milieubescherming, ruimtelijke ordening en waarborgen van de vrijheid van vestiging van onderdanen consumentenbescherming. van de ene lidstaat in de andere lidstaat geldt dit artikel vol- Vestiging van detailhandel kan dus worden beperkt indien de gens recente jurisprudentie van het Hof van Justitie ook als locatie ongeschikt is in het kader van: er in een concrete zaak geen grensoverschrijdende belangen • ruimtelijke ordening; spelen. Zodra de regeling de mogelijkheid inhoudt dat het • milieu, en /of buitenlanders zou kunnen hinderen om zich hier te vestigen, • consumentenbescherming. september 2014 | 34 Consumentenbescherming Ruimtelijke ordening: leegstand en verpaupering Uit jurisprudentie van de Afdeling blijkt dat het belang van Het tegengaan van leegstand en verpaupering is eveneens te consumentenbescherming bij de vestiging van detailhan- kwalificeren als een ruimtelijk belang en niet als een econo- del niet snel van toepassing is. Sinds 18 september 2013 misch belang. Leegstand en het tegengaan van verpaupering (201208105/1/R2 ) oordeelt de Afdeling dat dit belang slechts zijn dan ook belangrijke redenen om in het kader van ruim- aan de orde is bij de verkoop van levensmiddelen, dus niet bij telijke ordening kritisch te zijn op de vestiging van nieuwe alle andere vormen van detailhandel. Bovendien is de consu- ondernemers op ongewenste plekken. Indien nieuwe detail- mentenbescherming naar het oordeel van de Afdeling slechts handel zou zorgen voor onaanvaardbare leegstand in de om- in het geding indien ten gevolge van de vestiging van een geving moet deze nieuwe detailhandel in beginsel worden nieuwe detailhandelsvestiging inwoners van een bepaald ge- tegengegaan. Maar wanneer is leegstand onaanvaardbaar? En bied niet langer op een aanvaardbare afstand van hun woning betekent het ontstaan van leegstand groter dan een gezond kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften. Uitsluitend leegstandspercentage per definitie dat sprake is van onaan- dan is sprake van duurzame ontwrichting van het voorzienin- vaardbare detailhandel? genniveau en kan in het kader van consumentenbescherming de vestiging van de nieuwe supermarkt worden tegengegaan. Ruimtelijke belangen Ruimtelijke ordening en milieu (algemeen) Van een ongeschikte locatie in het belang van ruimtelijke or- Zijn Bro en diverse provinciale regelingen in strijd met het Europese recht? dening en milieu is in zijn algemeenheid bijvoorbeeld sprake als de te vestigen detailhandel een te grote verkeersaan- Een uitspraak van de Afdeling van 11 september 2013 trekkende werking heeft waardoor er onaanvaardbare op- (201200385/1/R2) geeft antwoord op deze vraag. De Gemeen- stoppingen, onveilige verkeerssituaties of onaanvaardbare te Noordoostpolder had zich in deze zaak op het standpunt parkeerproblemen ontstaan, die niet zijn op te lossen. gesteld dat door de ontwikkeling volgens het bestemmings- De locatie is bijvoorbeeld ook ongeschikt in het kader van plan weliswaar leegstand zou ontstaan die groter is dan een ruimtelijke ordening en milieu als ten gevolge van het ver- gezond leegstandspercentage, maar dat dit een beheersbare keer bijvoorbeeld de luchtkwaliteit of geluidswaarden bij na- en op lange termijn zelfs wenselijke ontwikkeling is. De ver- bijgelegen woningen verslechteren tot een niveau boven de wachte leegstand zou namelijk niet ontstaan in het kernwin- wettelijke grenswaarden. In de jurisprudentie van de Afdeling kelgebied, maar aan de randen van het winkelgebied waar de zijn hier talloze voorbeelden van te vinden, die overigens niet panden minder geschikt zijn voor winkels. Hierdoor zou op die specifiek gelden voor het onderwerp detailhandel. locaties de mogelijkheid ontstaan voor de ontwikkeling van andere functies, hetgeen met aanvullend beleid zou moeten Perifere detailhandel op de Woonboulevard, Kanaleneiland Utrecht. Beeld Marcel Bayer worden begeleid. september 2014 | 35 Podium Aan de panden waar leegstand zou ontstaan was nog een concentratie van detailhandel) en de vraag of de nieuwe geen andere bestemming gegeven dan detailhandel en toch detailhandel zich in positieve zin onderscheidt van de be- aanvaardde de Afdeling de argumentatie van de betreffende staande detailhandel. gemeente en bleef het bestemmingsplan in stand. Hoewel de Afdeling nog niet direct heeft geoordeeld dat het hanteren van economische argumenten in strijd is met de Eerder in een uitspraak van 7 november 2012 vrijheid van vestiging blijkt uit vaste jurisprudentie van de Af- (201203450/1/R1) oordeelde de Afdeling in dezelfde zin. deling dat zij van oordeel is dat uitsluitend ruimtelijke en niet Bovendien oordeelde de Afdeling in die uitspraak dat be- economische belangen (zoals concurrentiebelangen) een rol staande omvangrijke leegstand van winkelpanden niet direct mogen spelen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. betekent dat er geen nieuwe detailhandel kan komen. Be- In dat verband gaf de Afdeling recent in een uitspraak van langrijk was de toelichting van de gemeente dat de nieuw 18 juni 2014 bij een van mijn zaken in een overweging ten te vestigen detailhandelgebouwen zich onderscheidden in overvloede uitleg aan de bepaling van de provinciale verorde- grootschaligheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit en ning van de provincie Zuid-Holland. Daarin stond dat perifere er bovendien ook voor een aanzienlijk deel van de nieuwe detailhandelsontwikkelingen groter dan 1.000 m² vergezeld detailhandel al huurders waren gevonden. dienen te gaan van een DPO waaruit blijkt dat geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur en een advies Mogen een DPO en een REO-advies niet verplicht worden gesteld? van het REO. De Afdeling overwoog: Ten behoeve van het nieuw te nemen besluit overweegt de Afdeling in verband met twijfel die zou kunnen rijzen over de verbindendheid ten aanzien van het vereiste dat Ook indien sprake is van een geringe toevoeging van moet blijken dat geen sprake is van ontwrichting van de detailhandel (AbRvS 5 februari 2014, 201306632/1/R1) en detailhandelsstructuur, zoals neergelegd in artikel 9, vijf- indien wordt gestreefd naar een concentratie van detailhan- de lid, van de Verordening, als volgt. In de toelichting op del, zal naar het oordeel van de Afdeling niet snel sprake zijn artikel 9 van de Verordening staat dat het detailhandels- van onaanvaardbare leegstand (AbRvS 4 september 2013, beleid van de provincie als doelstelling heeft de detail- 201211249/1/R4). handelsstructuur te versterken. Volgens de toelichting is de ladder voor duurzame verstedelijking leidend bij de Leegstand accommodatie van de ruimtevraag. In het licht hiervan In geval van winkelleegstand in een gemeente is het dus niet heeft artikel 9, vijfde lid, van de Verordening tot doel dat per definitie onmogelijk om nieuwe detailhandel toe te staan. bij het mogelijk maken van nieuwe perifere detailhandel Het gaat er om of de leegstand onaanvaardbaar is gelet op de behoefte aan deze beoogde ontwikkeling, met het oog onder meer de mate van leegstand en de plaats waar de op het voorkomen van structurele winkelleegstand, dient leegstand optreedt (bijvoorbeeld indien wordt gestreefd naar te worden afgewogen tegen het bestaande aanbod. Dit betreft een ruimtelijk relevant aspect.” (201308865/1/R4) Met andere woorden: de verordening werd zo geïnterpreteerd dat het bepalen van de marktruimte door middel van een DPO uitsluitend dient te geschieden ten behoeve van de beoordeling of door de ontwikkeling structurele (onaanvaardbare) leegstand zal ontstaan. Gemeenten, doe hier uw voordeel mee! Anita Nijboer advocaat bij Ekelmans & Meijer Advocaten [email protected] Perifere detailhandel op de Woonboulevard, Kanaleneiland Utrecht. Beeld Marcel Bayer september 2014 | 36
© Copyright 2024 ExpyDoc