Ezechiël 33,7-11 Matth. 18,15-18 Diaconessenkerk Arnhem, 7 september 2014 Gemeente van Jezus Christus, bekering, zonde, schuld en vergeving – kwam dat thema vroeger niet veel vaker in de kerk aan de orde? En waarom dan nu niet meer? Is de zonde uit de wereld verdwenen, en bestaat er geen schuld meer? Ik herinner het mij uit mijn jeugd. Het was hèt grote thema (zonde, schuld, verzoening) dat in de kerken werd gepredikt. Oók als het bijbelgedeelte er hélemaal geen aanleiding toe gaf; ook als het eigenlijk over iets heel ànders zou moeten gaan, gezien de Schriftlezingen. Ik heb wel eens het beeld gebruikt van een trein: het was steeds dezelfde trein, met steeds dezelfde wagons en lading, maar telkens met een àndere locomotief ervoor. Telkens een andere bijbeltekst, waaraan het verhaal werd opgehangen.... Tja: zonde, schuld, vergeving... En dan zat je soms te zoeken en te denken: wat heb ik nu eigenlijk fout gedaan? Tegenover wie? Zeker ook de katholieken herkennen dat: wat moet ik zeggen als ik ga biechten? Dat ik onkuische gedachten heb gehad? Hèbben we wel iets fout gedaan? We zijn toch nette mensen, dominee, ik geef ieder het zijne. God kan best tevreden zijn over mij. Hij heeft over mij niets te klagen – laten we hopen, dat dat zo is.... Maar soms wordt jou iets aangedaan door een ander; een buurvrouw schiet tekort. Een zoon of dochter laat verstek gaan. Een kleinkind bedankt je niet voor de 10 Euro die je, met een kaartje, voor de verjaardag stuurde. Nou, zegt Jezus, als iemand tekortschiet tegenover jou, bespréék dat dan onder vier ogen. Hang het niet aan de grote klok, dus doe niet aan roddel of kwaadsprekerij, maar régel het samen. Heel soms moet je er anderen bij inschakelen; getuigen; of mensen met gezag. Doel is in ieder geval: dat je het uit de weg ruimt. Dat je weer vèrder kunt met elkaar. Het gaat er in de woorden van Jezus dus niet over hoe je iemand kunt buitensluiten, maar hoe je iemand kunt proberen binnen boord te houden van de gemeenschap, van het dorp, van de kerk, van de vereniging waarvan je samen lid bent! Of van een gemeenschap als deze – daar zal ook vast wel eens iets spelen – of gespeeld hebben; iets wat nog altijd voortwoekert, omdat het nooit is afgemaakt... Vergeven, loslaten, ontbinden; moeilijke thema’s! iemand heeft eens gezegd: de wereld gaat aan vergeving ten onder! Want vergeven wordt vaak gezien als: nou joh, helemaal niet erg, zand erover, we vergeten het maar. Of: de sorry-cultuur. De RK kerk biedt de laatste jaren voor heel veel dingen verontschuldigingen aan. Je zou denken dat je er daarna vanaf bent. Maar hoe denkt het slachtoffer daarover? Die misbruikte jongetjes, bijvoorbeeld? Is het over, na zo’n excuus? Als je slachtoffer bent, kan niemand je dwingen om te vergeven. Daar heeft ook niemand het recht toe. Maar nu wil ik een heel àndere kant voor het voetlicht brengen, en dat is de macht die je als slachtoffer hebt. Als iemand tegenover mij in de schuld staat, dan heb ik macht over haar of hem. Het is aan MIJ om de dader gevangen te houden in haar/zijn schuld – of daaruit vrij te laten. Dié macht heb ik! Ik loop daar elk jaar weer tegenaan rond de herdenking van de Slag om Arnhem. Ik heb de neiging bij sommige ouderen gezien om Duitsland gevangen te houden in schuld. Als slachtoffer kun je nl. een soort recht doen gelden. Jouw lijden, verdriet en pijn zijn een soort tegoed, dat je kunt gebruiken tegen Duitsers. Je kunt ze a.h.w. gevangen zetten en gevangen houden in die schuld tegenover jou. Dat geeft je een gevoel van macht en van superioriteit: zij zijn slecht, ik ben slachtoffer, ik zit aan de goede kant. Zolang je dat vasthoudt, zó lang houd je ook dat positieve gevoel over jezelf vast. Maar: geen volk, geen land heeft het leren van het eigen verleden zó serieus genomen als Duitsland; en er is haast geen sterkere democratie in Europa, dan de Duitse. Maar er zijn ook andere voorbeelden. IK kom het tegen in de arme volkswijk in Velp-Zuid, waar ik dominee was. De overheid en de sociale dienst en het UWV maken wel eens fouten. Zij worden dan de schuld van de ellende waarin je terechtkomt. De overheid is dan de boosdoener, en wordt bijna je vijand. En zelf kruip je in de slachtofferrol. Een knappe jongen doe jou daaruit haalt. ds. Klaas Eldering, Velp [email protected] Zoiets gebeurt ook wel door ouders tegenover kinderen: dat vasthouden in schuld. Tuurlijk, de kinderen vergeten wel eens iets; ze komen wel eens niet, laten wel eens een steekje vallen - dat is dan heel vervelend. Maar sommige ouders grijpen dan hun kans en maken hun kinderen dan verwijten. Dan krijg je even greep op hen. Je kunt hen dan laten voelen hoe schuldig ze staan tegenover jou als oudere, als vader of als moeder. En dan kun je druk uitoefenen. Daarvan hoop je te kunnen profiteren. Je kunt dan misschien wel aandacht afdwingen. Ander voorbeeld, dat we kort geleden meemaakten: een dame van ver in de 80 ruimt haar archief op. Ze komt nare correspondentie tegen, over hoe ze 25 jaar geleden werd gekoeieneerd door haar werkgever en eruit gewerkt. Het trauma daarvan is zó groot, dat ze erover denkt om nu alsnog een rechtszaak te beginnen – allang verjaard en onhaalbaar, maar toch: loslaten gaat niet zomaar! Ontbinden, of vergeven wil zeggen: àfzien van die claim, van dat verwijt. Vergeven is: loslaten. De dader, de schuldige vrijlaten uit die gevangenis van schuld. Aan die ander duidelijk maken dat je samen verder wilt. De deur naar het leven weer open zetten. Maar dan geef je dus wel jouw machtsmiddel prijs, om druk op die ander uit te oefenen. Dus vergeven is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Als je niét vergeeft, houd je een beetje (morele) macht over die ander. Dat voelen we, ook ònbewust! In het Evangelie zegt Jezus: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Dat is nogal wat; dat legt dus een héle grote verantwoordelijkheid bij òns. Want als wij niet vergeven, hoe zal God dan vergeven? Als wij het hier niet goed maken, hoe moet dat dan óóit nog wat worden? In het Onze Vader gaat het ook over vergeven. “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren” - zo bidden wij het altijd, en zo hebben we het ook geleerd. Maar nu lees ik u die regel even voor in de Nieuwe Bijbel Vertaling: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was”. HEBBEN vergeven! Dat hebben wij dus al gedaan, vóórdat we het ook van God vragen! Eerst hebben wij aan iemand vergeving geschonken; daarna mag God ook òns vergeving schenken. Vroeger stond dat er niet bij; dan was het gewoon: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Dat was veel meer in de trant van: als God de eerste stap zou doen, dan zouden wij misschien óók nog een stap doen. Maar zo staat het er NIET. De NBV geeft het helemaal goed weer: wij hèbben vergeven – en daarna mogen wij God óók om vergeving vragen. Het initiatief wordt door Jezus bij òns gelegd. Wat wij ontbinden, is ook bij God ontbonden. Maar wat wij niét ontbinden, dat is ook in de hemel niet ontbonden. Wij kunnen ons niet achter God verschuilen – we zullen het zèlf moeten doen; dan werkt dat door tot in de hemel. Of we doen het niet – en dan gebeurt er in de hemel óók niks. We lazen ook nog uit Ezechiël, de profeet. Daarin gaat het over de verantwoordelijkheid die je hebt jegens elkaar: mensen waarschuwen dat ze niet goed bezig zijn; dat het op een dag echt helemaal fout zal gaan. Als je nalaat dat te zeggen – terwijl je het aan ziet komen – dan ben jij méde schuldig aan de ondergang van de ander. Maar als je het wel degelijk gezegd hebt, maar die ander luistert niet – ja, dan is die er zèlf verantwoordelijk voor. Maar denk je dat God dat leuk vindt, dat een mens ten onder gaat door haar of zijn foute keuzes? Helemaal niet - integendeel! Veel liever ziet de Eeuwige, dat je je bedènkt, dat je je omkeert en dat je ànders gaat leven. Oók u, ook ik, in onze relatie tot anderen. Dat het zo moge zijn - amen. ds. Klaas Eldering, Velp [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc