1 14 september 2014 Ds. Christiaan Donner Gemeente die Jezus lief is, In de beide verhalen die we zojuist gehoord hebben zit wat overeenkomst. Het gesprek tussen De Ene en Mozes draait om wederzijdsheid en wederkerigheid: ze zijn aan elkaar gebakken en kunnen niet van elkaar los. Tenminste: dat is het punt dat Mozes wil maken tegenover de Ene in al zijn nogal woedende Aanwezigheid. Ook in de woorden van Jezus gaat het om wederzijds: wat de ene mens de ander doet hangt samen met wat God aan mensen doet: tenminste, als het over vergeven gaat. Dat God mensen vergeeft, daarbij kan een mens niet achterblijven. Daar ligt een diepe verbinding die je niet los kunt weken. Dat maakt de gelijkenis duidelijk. Het pleidooi van Mozes is een gedurfde en even bewogen (en laten we eerlijk zijn: even slimme) poging om de woedende Heer van Israël terug te halen naar zijn beloofde barmhartigheid. Mozes doet aan de woede van de Eeuwige niets af: hij zal zelf mogelijk nog kwaaier geweest zijn, toen hij van dat gedoe met dat Gouden Kalf hoorde. Maar het is juist God, die in zijn verongelijkte woede van het volk af wil “dat volk dat jij, Mozes uit Egypte geleid hebt”. Ik begin met jou een ander volk, dat wél bevrijd wil worden. Mozes begint ermee om de Eeuwige er snedig aan te herinneren dat hij zelf als God die uittocht begonnen is en niet Mozes. Hij voegt er aan toe, dat God dit volk, met wie Hij eenmaal op weg gaan is nu niet meer kan laten vallen. Wat zullen de vijanden wel niet zeggen van zo’n God? Als Mozes de Eeuwige dan ook nog aan zijn beloften aan Abraham, Izaäk en Jakob (die hij bewust hier Israël noemt!) herinnert, dat bindt God in. Hij zweert de wraak die Hij gezworen had te doen af. Dat weten we dan: de woede van de Ene duurt nooit lang, Hij kan zich van zijn woede (hoe terecht ook) afwenden en nergens wordt de stroom van voortgaande barmhartigheid en genade definitief verbroken. Zoals Tom Naastepad het ooit mooi zei: “Je kunt de God van de bijbel er nergens op betrappen dat zijn genade hapert”. Nou zijn wij God niet en dat is te merken. We hebben het er hier al eens eerder over gehad: vergeving en vergeven zijn woorden die weinig lichtheid brengen, maar die eerder zwaar vallen. Laat ik nog eens een ander voorbeeld noemen: ik was bij een enorm congres in Tilburg over strafrecht , waar voor het eerst sinds mijn heugen advocaten, rechters, wetenschappers, mensen van de reclassering en gevangenispersoneel tot directeuren bij elkaar zaten met..jazeker, vertegenwoordigers van organisaties van slachtoffers van geweld. Er werden behartenswaardige dingen gezegd in een aantal lezingen, over herstel, over dader-slachtoffer gesprekken en opeens stond Frits op om iets te vragen. Ik ken Frits nog als prima bajesdirecteur, hij werkt nu op het ministerie én hij is grondig evangelisch opgevoed en dat gebleven. Frits ze: “Ik mis in dit ales het woord ‘vergeving’, ik heb van Jezus geleerd dat we moeten vergeven”. Ik zag de mensen van de slachtofferorganisaties stuk voor stuk verstrakken en half opstaan, ik hoorde hun protesterende geluiden. Familieleden van slachtoffers van moord en andere misdaden, die daardoor zelf ook slachtoffer geworden waren. De vraag van 2 Frits bleef in de zaal hangen en kreeg verder geen reactie. Na de pauze mocht ik zowaar in het panel met enkele bekende advocaten en reclasseringswerkers. Een dominee in het panel, ik zag alweer enkele mensen verontrust kijken wat er nu weer gepreekt zou worden. Ik ben maar spontaan begonnen toen ik iets mocht zeggen, dat ik van de gelegenheid gebruik wilde maken om tegen allen die hier als slachtoffer zaten mijn excuses aan te bieden voor al dat kerkelijke verleden waarin mensen te horen kregen dat “ze maar moesten vergeven”. “Jezus heeft nooit gezegd dat wij koste wat kost alles en altijd moeten vergeven”, zie ik er maar boud bij. Ik zag nogal wat gezichten opklaren en mensen gingen rechterop zitten. Beetje lucht en adem daar. Ik kreeg meteen een smsje. Van Frits. Ik heb het nog: “Jezus leerde ons het gebed: God vergeef ons onze schulden gelijk wij onze schuldenaars vergeven”. Ik bedoel maar: het ligt gevoelig. Voor Petrus ook. Hij heeft uit het voorafgaande aan voelen komen dat het naar de vergeving toe gaat en hij doet, wat velen doen als ze in een preek in de kekr het wóórd vergaving maar horen vallen – verhaal gaan halen. Ja maar, (dat kunt u nou wel zeggen, maar....ik heb een buurman...). Hoe vaak moet dat eigenlijk dan, Jezus, vergeven? En als iemand telkens weer doet wat ie eerder al misdeed tegen mij...? Zeven maal? ”Nee’, zegt Jezus, ‘geen zeven maal maar zeventig maal zeven maal”. Dat komt overigens ergens vandaan: aan het begin van de bijbel, in Genesis, staan die beide getallen vlakbij elkaar genoemd. Bij Kaïn en Lamech. De Eeuwigezegt tegen Kaïn (4,15 ): ‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ Lamech zegt Gen. 4: 23: “Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zeven maal zeventig maal.’ Het zijn de getallen van de volheid en die nog eens boven hun macht vermeerderd. Méér is er niet te tellen. En dan volgt die gelijkenis van de koning en de dienaar die bijna slaaf wordt, maar toch vergeven en van zijn schuld ontslagen, maar die dat zelf niet doet bij degene die hém schuldig is. En bij wie de koning dan zijn vergeving intrekt. De boodschap is dezelfde die Jezus al eerder zei, nogal opvallend. Alleen Matteüs heeft die opmerking vermeld: direct nádat Hij het “Onze Vader” heeft voorgebeden, zegt Jezus erbij: (Matt. 6) 14 Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. 15 Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven. Vergeven is een daad tussen mensen en tussen mensen en God. God doet het, altijd. Nou wij nog. En als wij dat niet willen doen, waarom zou Hij dat dan doen? Maar God doet het, altijd weer. U voelt wel, daar zit iets spannends. Betekent dit nou dat Jezus zegt: Jullie moeten, jij moet, mens, ten allen tijde vergeven”? Ik ben zo vrij om te denken van niet. Ten eerste denk ik altijd maar zo’n radicaal woord van Jezus: als hij gezegd zou hebben “Ach mensen, probeer elkaar nou eens en keer een beetje te vergeven”, dan hadden we het er nooit meer over gehad. Jezus kent zijn pappenheimers, ons dus, en zegt het zó dat het ons nooit meer los laat. 3 Ik denk ook: Jezus noemt oneindige getallen om ons er op te wijzen dat wij altidj meteen gaan calculeren, berekenen bij zoiets. We willen kunnen denken in een onsje meer of minder, nu een beetje dit en dan een beetje dat en wat staat er tegenover? Dat gaat niet bij vergeving. Iemand vergeven is een onvoorwaardelijke, volkomen vrije daad ten opzichte van een ander mens die dat niet verdient. Daar valt niets bij te berekenen. Zou je het zo kunnen zeggen? God vergeeft altijd. Die vergeving heeft ieder mens ontvangen. Die genade gaat aan al het andere vóóraf. Was het maar zo, dat we mensen op konden delen, waren er maar ergens slechte mensen die slechte dingen deden, zodat we ze enkel van de rest hoefden te scheiden en konden vernietigen. Maar die scheiding van goed en kwaad loopt dwars door het hart van elk mens. En wie is bereid een deel van zijn eigen hart te vernietigen? (dat was een citaat van Alexandr Solsjenitsyn). Als je weet wie je als mens bent, weet je dat je van genade leeft. Die vergeving biedt ruimte, vrije ruimte om onder ogen te zien wat gebeurt. Ook wat aan je gebeurt, ook wat je wordt aangedaan. Ook als dat verschrikkelijk is. Vergeving gaat vooraf aan schuldbelijdenis of aan berouw. Pas in de vrije ruimte waarin niet geoordeeld wordt – die ruimte kan alleen de liefde van genade scheppen – kan een mens onder ogen zien wat hij of zij misdaan heeft en wat de ander daaronder geleden heeft. Vergeving kun je niet afdwingen of opleggen. Vegeving is een te waardige en enorme stap om die af te doen met te zeggen: “Geef elkaar nou maar een hand en zand erover”. Vergeven betekent niet dat je afziet van je rechten. Of dat je bijvoorbeeld vindt dat een misdadiger niet veroordeld hoeft te worden. Vergeven is niet verontschuldigen en het betekent ook nooit vergeten. Vergeven betekent ook niet dat het net zo wordt als het daarvoor was: je kunt iemand vergeven en toch verder van diegene afscheid nemen. Iemand vergeven betekent niet dat je moreel beter bent dan die ander. Tja, ik kom er toch in terecht. In iets van een opsomming. Dat komt door een boek dat op mij diepe indruk gemaakt heeft. Het is niet meer in het nederlands te krijgen, ik moest de Duitse vertaling lezen, van het oorspronkelijk Franse boek van een Canadese gtheoloog en psycholoog met de betoverende naam Jean Montbourquette. Het heet “Vergeven leren in 12 stappen”. Nou ben ik allergisch voor van die amerikaanse zelfhulpboeken met hun stappen en stapjes, maar toen ik las dat hij als stap 6 schreef: begin met jezelf te vergeven en als stap 10: hou ermee op om absoluut te willen vergeven. En “vergeef het jezelf als je niet vergeven kunt”., toen zag ik dat dit geen doorsnee zelfhulpboek was. We zeggen vaak, dat vergeving een proces is, een weg en een hele lange ook. Dat zegt dat zeventig maal zeven maal van Jezus toch ook? Het duurt nogal voordat je zover bent, zo kun je dat ook opvatten. 4 Ik noem u toch al die stappen nu. Dat kunt u nooit allemaal zomaar even verwerken, dat hoeft ook niet. Ik wil u graag een idee geven van wat de weg van vergeving betekent. En van een mens vraagt. En aan een mens te bieden heeft. Ik beloof u, al die 12 stappen komen als bijlage bij deze overweging op de website te staan. Als u er wat aan denkt te hebben kunt u ze nalezen, met uitgebreider uitleg dan ik hier nu kan geven. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Afzien van wraak en besluiten een einde te maken aan handelingen die je kwetsen Je gekwetsheid en je innerlijke armoede erkennen Je gekwetsheid met iemand delen De aard van je verlies onder woorden brengen, zodat je er om kunt rouwen Je woede en je vergeldingsdrang aanvaarden Jezelf vergeven Begrip op kunnen brengen voor de dader De pijn een zin of een betekenis geven in je leven Weten dat je vergeving waard bent en dat je al vergiffenis gekregen hebt Ophouden met absoluut te willen vergeven Je openstellen voor de genade van vergeving Besluiten een einde te maken aan de relatie of die een nieuwe kans geven Ik zei u al, het is maar even een idee. En het maakt u hoop ik nieuwsgierig. Lees de website van Open Pastoraat. We weten en we zien en we horen om ons heen, hoe wraak en wraakzucht niets anders doen dan het kwaad vermeerderen. Het is méér van hetzelfde. Mag dat dan niet, wraak willen? Alstublieft wél, voel het maar door en door. Als het daar maar niet bij blijft en het niet het laatste woord krijgt. Uiteindelijk kan een mens, niet móet, maar kán een nieuwe, andere, vrije ruimte binnengaan waar een andere geest waait die lucht en adem geeft. Ik vermoed dat je daar een geest van liefde ontmoet. Die een absoluut vrije daad mogelijk maakt, die het bijan onmogelijke toch mogelijk maakt. Dat je vergeeft. En je daardoor bevrijd van hoe ontzettend veel pijn je wonden kunnen doen. Vergeving geven is jezelf een onschatbaar geschenk geven. Ik heb u al eerder veel van de verhalen verteld van hoe mensen dit deden. Nog één, omdat ik deze vrouw zo leerzaam vindt en zo waardig. Een vrouw die mee had moeten maken dat haar dochter vermoord werd, kon na jaren een gesprek met de dader aan. Hij was vol berouw en schuld-besef. Maar voelde zich machteloos, want wat kon hij doen om ook maar iets te herstellen? De vrouw zei; “Wil jij iets voor mij doen?” “O, ja zeker”, zei de schuldige. “Wil jij”, zei de vrouw, “er dan voor zorgen dat ik jou nooit meer tegenkom? Ik kan je vergeven, maar ik wil je nooit meer hoeven zien”. De dader was blij dat hij tenminste íets kon doen en beloofde het. En kijk. Dát doet de Eeuwige niet, een volk, een mens loslaten. Maar dat mogen wij wel, toch? 5
© Copyright 2024 ExpyDoc