UITPRATEN OF GLADSTRIJKEN? Als je aan 100 mensen zou

UITPRATEN OF GLADSTRIJKEN?
Als je aan 100 mensen zou vragen wat het meest typisch, het meest kenmerkend
is voor het christelijk geloof, dan zullen 99 mensen je antwoorden: de liefde. En
dat lijkt evident. In geen enkele andere godsdienst wordt zo sterk benadrukt dat
God liefde is en nergens anders is het gebod om je naaste lief te hebben zo
prominent aanwezig als in het christendom. En toch, als het om een quiz ging,
was dit een fout antwoord. Want de opvatting dat God liefde is en dat bijgevolg
ook wij vol aandacht en zorg moeten zijn voor andere mensen mag dan al het
meest prominent aanwezig zijn in het christelijk geloof, je vindt het, zij het
minder uitdrukkelijk, ook in andere geloven terug. (Het zou nogal straf zijn
moesten al die andere godsdiensten, die toch ook een zoektocht zijn naar God,
daarbij nog nooit iets van zijn liefde gemerkt hebben.)
Exclusief
Er is echter iets wat exclusief christelijk is, iets wat je in geen enkel ander geloof
terugvindt en dat is de plicht om mensen die je iets misdaan hebben te vergeven.
Iemand vergeven is zeker niet simpel. Maar het is wel een christelijke plicht.
Ons geloof leert dat God ons onvoorwaardelijk aanvaardt zoals we zijn, met al
onze zwakheden en gebreken. Maar God probeert ons wel te verleiden om
diegene te worden die Hij zich droomde toen wij op de wereld kwamen. Daaruit
volgt dat God ons al onze fouten vergeeft, op voorwaarde dat we er spijt over
hebben en vast van plan zijn betere mensen te worden. En daaruit, al was het
maar uit pure dankbaarheid voor die oneindige vergevingsgezindheid van God,
volgt dan weer dat ook wij de plicht hebben andere mensen te vergeven als ze
ons iets hebben misdaan. Ik doe hier nu natuurlijk wel alsof wij al die inzichten
verkregen hebben door puur redeneren. Maar ik wil daar alleen maar mee
aantonen dat het geheel logisch in elkaar steekt. In werkelijkheid weten wij deze
dingen omdat Jezus ze ons verteld heeft. Het is Hij die ons duidelijk gemaakt
heeft dat God oneindig vergevingsgezind is. En dat het onze plicht is onze
broeder die tegen ons misdaan heeft te vergeven, tot 7 maal 70 maal, d.w.z.
altijd. Dit is, zoals ieder van ons weet, zeker niet het gemakkelijkste punt van
ons geloof.
Confronteren
Vandaag echter heeft Jezus het over iets dat zo mogelijk nog moeilijker is dan
vergeven. En dat is, vóór je iemand vergeeft, hem toch op zijn fout wijzen.
Iemand vergeven is immers een nogal onnozel gebaar, als die iemand niet alleen
geen spijt heeft, maar zelfs niet eens beseft dat hij fout was. Je kan bovendien
ook iemand “vergeven” uit lafheid, omdat je de confrontatie niet aandurft en wil
vermijden dat het conflict verergert. Maar dat kan niet, zegt Jezus. Als iemand
tegen je misdaan heeft dan moet je hem vóór je hem vergeeft eerst op z’n fouten
wijzen. Misschien is het goed om daar niet te gemakkelijk overheen te walsen.
Ik denk echt dat Jezus hier iets anders bedoelt dan het hedendaagse “uitpraten”.
U weet het, als er tegenwoordig wrevel ontstaan is tussen mensen, als er een
paar woorden gevallen zijn, wanneer er een merkbare verkoeling in de relatie
dreigt op te treden, dan grijpt men nogal vlug naar het tovermiddel: uitpraten.
Maar als iemand tegen je zegt: “Wij moeten dat uitpraten”, dan heeft hij zo goed
als nooit de bedoeling om zijn fout toe te geven en om vergeving te vragen. Dan
wil hij in tegendeel meestal nog de fout bij jou leggen: jij hebt het allemaal
verkeerd begrepen. Het doel van dat moderne “uitpraten” is bijna uitsluitend de
gemaakte fout minimaliseren: het is allemaal niet zo erg bedoeld. Diegene die de
fout maakte wil zich ontschuldigen: hij meende het niet zo, of men heeft wat hij
zei of deed verkeerd begrepen. Bij het moderne “uitpraten” wil men vóór alles
geen bruggen opblazen en de relatie redden en dus worden storende elementen
ontzenuwd en worden de haren gladgestreken.
Volwassen
Wat Jezus echter wil van een christen, is dat hij de moed heeft om de fouten van
een ander te benoemen, hem uit te nodigen zijn spijt daarover uit te drukken, en
hem dan van harte te vergeven. Wanneer iemand je gegriefd heeft of pijn gedaan
of je op een of andere manier onrechtvaardig heeft behandeld, dan moet je een
gelegenheid zoeken om dat onder vier ogen en op een volwassen manier ter
sprake te brengen. Lukt dat niet of maakt het de zaak alleen maar erger, haal er
dan een derde, liefst neutrale persoon bij. Als dat nog niet lukt, zegt Jezus, haal
er dan iemand bij die gezag heeft en geacht wordt juist te kunnen oordelen.
Hier past natuurlijk de grootste omzichtigheid. Je mag onder geen enkel beding
alleen gaan praten met iemand die gezag heeft over de ander. De verleiding is
dan groot om de ander gewoon onderuit te halen bij zijn baas. En dat is het
laagste wat je kan doen. In plaats van de zaak op te lossen, heb je er alleen een
vijand voor het leven bij. Maar probeer in elk geval de zaak op een volwassen
manier uit te praten.
Duurzaam
Niet om de plooien glad te strijken en een schijnvrede te bewaren, maar om tot
een echt duurzame oplossing te komen. De hedendaagse manier van doen met
“sorry” van hier en “sorry” van ginder, met “’t was zo niet bedoeld” en “ik was
een beetje moe”, met “zand erover” en “geef mekaar nu een handje” is praktisch
gezien wel handig: men kan weer verder. Zo lijkt het toch. Maar achter de
herwonnen pepsodent-smile woekert de wrevel verder. En de man die je onrecht
aangedaan heeft ga je, ondanks al zijn “sorry’s”, elke dag nog meer
onuitstaanbaar vinden. En daar kan alleen maar meer ellende van komen. Je
moet de stier bij de horens vatten, het varkentje tijdig wassen en van je ziel geen
moordkuil maken. Maar ik moet eerlijk bekennen dat ik meestal ook liever heb
dat de ander gewoon “sorry” zegt zodat we over kunnen gaan tot de orde van de
dag. Maar dat is niet goed. Soms moet je ook eens kiezen voor de moeilijke
weg.