Handleiding leerverslag. Inleiding In de praktijk (en later in

Handleiding leerverslag.
Inleiding
In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.
Binnen de HBO-V opleiding neemt bovengenoemde vorm van leren veel tijd in beslag en bepaalt voor
een groot deel het succes van het volgen van de opleiding. We noemen leren in de stage
buitenschools leren.
Leren vindt zowel gestructureerd als ongestructureerd plaats (soms leer je iets, zonder dat dat vooraf
de bedoeling of gepland was).
Wordt het leren op school bepaalt door vooraf geprogrammeerde doelen, in de stageomgeving is
moeilijk van te voren vast te stellen wat je gaat leren en hoe je dat gaat leren. Leren blijkt vooral ook
heel effectief te zijn, als je jezelf leert opdrachten te geven (leerdoelen) en nadenkt over de manier
waarop je dat wilt leren (leeractiviteiten). Een leerwerkplan is daar een hulpmiddel bij.
Het is afhankelijk van de context (stageplaats, patiëntengroep/-populatie, begeleiding) e.d. Ook je
eigen leerstijl, achtergrond, ervaringen hebben invloed op je leren en de uiteindelijke leerresultaten.
Om zicht te krijgen op je (manier van) leren en om inzicht te verwerven in de effectiviteit daarvan,
vragen wij je een leerverslag te schrijven over je opgedane leerervaringen.
Het maken van de leerverslagen is een verplicht onderdeel van je opleiding. Je bent zelf eigenaar van
het verslag en je bepaalt ook zelf welke aspecten van je leerproces je wilt verwerken en beschrijven.
Het kan eventueel leiden tot (bindende) afspraken.
Verantwoording
Het doel van een leerverslag is, dat je niet zo zeer je richt op de resultaten van het leren: wat heb ik
geleerd, maar meer op het proces van leren: hoe heb ik geleerd. De vragen daarbij zijn vooral: was
mijn manier van leren effectief, kan het beter, heb ik voldoende gebruik gemaakt van leersituaties,
van mijn begeleiding, van mijn op school geleerde kennis en vaardigheden. En ook: wat vond ik
vooral moeilijk, waar zag ik vooral tegenop, waar ben ik ontevreden over en wat deed ik vooral goed
en waar ben ik tevreden over. Het gaat dus niet alleen om negatieve-, maar zeker ook om positieve
ervaringen. Positieve ervaringen kun je benutten in het vervolg van je studie.
Opzet
Je schrijft een leerverslag, dat onderdeel is van de begeleiding door met name je
studieloopbaanbegeleider. Dit verslag, dat onderdeel wordt van je portfolio, bouw je gedurende je
verdere studieloopbaan op.
Het verslag moet aan een aantal criteria voldoen op het gebied van vorm, taalgebruik, lay-out e.d.
We noemen dat vormcriteria.
De inhoud moet vooral beschrijvend zijn. Dit moet zodanig worden opgesteld, dat een
buitenstaander je beschrijving kan volgen, dus:
1. Een beschrijving van de context: afdeling, patiëntengroep, begeleiding e.d, welke personen
waren (vooral betrokken)
2. Een beschrijving van de leersituatie of leeraspecten. Het kan om een enkelvoudige situatie
gaan, maar ook om een proces over langere tijd
3. Een beschrijving van het effect: wat heeft het je opgeleverd aan kennis en/of inzichten
4. Een beschrijving van je voornemens t.o.v. punt 3
Het verslag wordt door je studieloopbaanbegeleider gelezen. Deze geeft er feedback op en bespreekt
met je. Dit kan schriftelijk of mondeling. Er kunnen adviezen uit voortvloeien op het gebied van
studievaardigheden, specifieke vaardigheden (bijvoorbeeld je vaardigheid in reflecteren, analyseren,
ontwerpen) of doorverwijzen naar het decanaat (studieondersteuning, melden van bijzondere
omstandigheden.e.d.)
Het verslag krijgt geen inhoudelijke beoordeling. Dat heeft twee redenen: het is een persoonlijke
reflectie en dus niet objectief te beoordelen en het zou ook verkeerde verwachtingen kunnen
wekken t.a.v. de inspanning (hoe meer ik op papier zet, hoe hoger mijn cijfer, of zoiets).
Het is een hulpmiddel om je beter door de opleiding te kunnen helpen. Jouw input is dus essentieel.
Het onderdeel volstaat met ‘voldaan’ (of niet voldaan).
Uitwerking
Naast wat bovenstaand is weergegeven (vorm) is de uitwerking aan jou.
Het advies is drieledig:
1. Gebruik het bijgevoegd model van Korthage als hulpmiddel
2. Start, zeker als je hier nog geen ervaring mee hebt, met een startzin/startvraag: wat, hoe,
waar, waarmee, waardoor, enz?
3. Koppel je onderwerp zoveel mogelijk direct aan het competentieprofiel
Structuur
-
Hoe is je beginsituatie. Heb je ervaring met zorg verlenen. Welke kennis en vaardigheden
(vtv, cova) heb je van de ziektebeelden die op de afdeling voorkomen?
Wat is van belang om te beschrijven en te delen met je studieloopbaanbegeleider?
Wat is mijn conclusie hieruit?
Wat neem ik mee naar een volgende stage?
1. Bijlage 1
Voorbeeld handleiding beoordeling reflectieverslag
Naam student
Studentnummer:
SLB-docent:
Algemeen
Voorblad
Inhoudsopgave
Inleiding
Beschrijving van
leerervaring/leerproces
Niveau beginnend
Niet (consequent) in de ik-vorm
geschreven
1






Inhoud
Titel,
naam student + studentnummer
cohort
naam & locatie stageafdeling,
naam stagebegeleider(s),
begin en einddatum stageperiode.
 Hoofdstukindeling
 Paginanummering
 Korte beschrijving beginsituatie
 Het leerproces is samenhangend
beschreven, zowel de voorgenomen
doelen als het leerproces en het
leerresultaat
 De eigen bevorderende en
belemmerende factoren bij het
praktijkleren zijn beschreven
 Er zijn aandachtspunten voor een
volgende onderwijsperiode en
stageperiode geformuleerd,
 Deze aandachtspunten passen bij de
analyse en conclusie over het
leerproces.
 Deze aandachtspunten sluiten aan bij
wat al geleerd is
11
2
3
Voldaan/niet voldaan
O
O
V
NV
O
O
V
NV
Niveau expert
Consequent geschreven in de ikvorm
Geen logische opbouw van het
verslag:
 Inleiding
 Casusbeschrijving
 (Hoofdstukindeling)
 Alinea’s
Logische opbouw van het
verslag:
 Inleiding
 Casusbeschrijving
 (Hoofdstukindeling)
 Alinea’s
Taalgebruik is niet of
onvoldoende correct
 Spelling
 Grammatica
 Stijl
 Interpunctie
Taalgebruik is correct
 Spelling
 Grammatica
 Stijl
 Interpunctie
 Gebruik hoofdletters
Passend bij competentieniveau

Gebruik hoofdletters
Er is niet of onvoldoende gebruik
gemaakt van algemeen bekende
beroepstermen uit de zorg
Er is voldoende gebruik gemaakt
van algemeen bekende
beroepstermen uit de zorg
Leereffect
 Er is geen samenhang
tussen de leerdoelen en
dat wat er al geleerd is
 De vervolgstappen en
nieuwe leerdoelen
sluiten niet aan bij wat
er al geleerd is
Leereffect
 Er is samenhang tussen
de leerdoelen en dat wat
er al geleerd is
 De vervolgstappen en
nieuwe leerdoelen
sluiten aan bij wat er al
geleerd is
Het effect van de reflectie is
onduidelijk of niet beschreven
(bijvoorbeeld in de vorm van een
conclusie of leerdoel)
Het effect van de reflectie is
duidelijk beschreven
(bijvoorbeeld in de vorm van een
conclusie of leerdoel)
Het model van Korthage is niet
gebruikt
Het model van Korthage is (wel)
gebruikt
Feedback Studieloopbaanbegeleider
Naam datum handtekening
………………………
Per fase/leerjaar van de leerling is aan te geven op welk niveau de reflectieverslagen zich bevinden.
Bijlage 2:
Schema volgens Korthagen

Fase 1: handelen (= fase 5 vorige cyclus)
o Wat wilde ik bereiken?
o Waar wilde ik op letten?
o Wat wilde ik uitproberen?

Fase 2: Terugblikken op het handelen
o Wat gebeurde er concreet?
 Leerlingenperspectief
 Wat wilde ik?
 Wat deed ik?
 Wat dacht ik?
 Wat voelde ik?
 Lerarenperspectief
 Wat wilden de leerlingen?
 Wat deden de leerlingen?
 Wat dachten de leerlingen?
 Wat voelden de leerling(en)?

Fase 3: Bewust worden van essentiële aspecten
o Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?
o Wat is daarbij de invloed van de context/de school als geheel?
o Wat betekent dit nu voor mij?
o Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?

Fase 4: Formuleren van handelingsalternatieven
o Welke alternatieven zie ik?
o Welke voor- en nadelen hebben die?
o Wat neem ik mee nu voor de volgende keer?

Fase 5: handelen (Fase 1 nieuwe cyclus)