Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia tiende jaargang, nr. 4 september 2014 € 2 (gratis voor leden) Geleerd... Hooglandse Nieuwe september 2014 | 1 10e jaargang, nummer 4, september 2014 € 2 (gratis voor leden van de LSE) In dit nummer over Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558 [email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar. Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink Opmaak Jan Slotboom Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het nummer van 2 november met het thema 'Evolutie' uiterlijk op zondag 19 oktober 2014 sturen naar: [email protected] PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 0641935997, [email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 0653583081, [email protected] Christiane van den BergSeiffert participantenpastor (PKN), 0715125137 [email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN) [email protected] 0715218723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK), [email protected] 0715224801 Christiane BerkvensStevelinck, academie predikante (Rem.), [email protected] 0102298774, www.moederoverste.nl VERENIGING LSE Zie: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: Amos Kater, [email protected] Marga Bakker, vice[email protected] Wim Schouten, [email protected] Diederik van Essel, [email protected] REKENINGNUMMERS NL66 INGB 00048 1929 Vereniging LSE voor alle vrijwillige bijdragen voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50) per jaar NL42 INGB 00033 1366 Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE voor alle diaconale giften. Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar. 2 | Hooglandse Nieuwe september 2014 Geleerd 3 Redactioneel Wim Schouten 4 Wie is geleerd? Herman van Bemmel 5 Non scholae sed vitae discimus Jenneke van der Wal 6 Geleerd Christiane BerkvensStevelinck 7 Leren, wat kan, wat mag, wat te doen Dirk Roekaerts 8 Uitgeleerd? Reinier Lagerwerf 9 Wat heb ik geleerd in mijn studententijd? Jonathan Leenman 10 Jong geleerd oud gedaan? Rob van den Boom 11 Taalgeleerd Cor van Bree 12 Nooit te oud... interview: Monique van der Gaag 13 In de boeken bladeren en lezen Jenneke van der Wal en verder 14 LSEmededelingen openingsfeest 21 september 15 overzicht Hooglandse Vieringen 16 Actief en informatief wisseling voorzitter Stuurgroep Diaconie 17 studentenwerk nieuwe maandagavondserie november literatuurgroep 18 Achter het nieuws, voorbij de muren Sebastiaan Ruinard 19 Feddema actueel 20 Spiritueel café Voorschoten 7 september Oikokrediet 21 Steun het nieuwe orgel in de Hooglandse kerk! 22 Varia 23 Kinderpagina Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus onder het besturingssysteem UBUNTU redactioneel Bij de voorplaat Op de gravure hiernaast uit ca. 1750 is afgebeeld de Herberg 'De Ge leerde Man' aan de Herenweg (nu: Zwarteweg/Rijksstraatweg) te Ben nebroek. Op de zijgevel (nu restaurant 'Zen') is nog steeds een meer dan manshoge afbeelding te zien van een man met een ‘leer’ aan z’n schouder (zie de voorplaat). Omstreeks 1800 kon de passant bij het uithangbord de volgende opwekking lezen: “De Geleerde Man die gy hier siet Die kan U niet vermaacken. Maar kom eens in, en proef myn drank, Die sal u beter smaacken.” Geleerd Wim Schouten E en kwart van de hoger opge leide werkenden heeft een baan op middelbaar of lager niveau. Aan de andere kant wordt een op de vijf banen op de hogere beroeps niveaus bezet door mensen met ten hoogste een middelbaar diploma. Trouwens, van het ongeschoolde werk wordt bijna de helft verricht door men sen die doorgeleerd hebben. Deze uit mijn beroepsdeformatie voortkomende cijfermatige binnen komer maakt duidelijk dat het al dan niet behalen van een diploma in de huidige maatschappij belangrijk, maar niet doorslaggevend is voor succes in het werk. Laat staan voor succes in het leven. Dat heeft te maken met zaken als niet arbeidsmarktconforme studie keuzes en laagconjunctuur, maar ook met het verschil tussen, om het maar eens simpel te zeggen, boekenwijsheid en levenswijsheid. Die twee vallen niet per definitie samen. Als ik er één zou moeten kiezen, dan maar die levens wijsheid net als de oma van Lieske op de kinderpagina. Het mooiste is natuurlijk om over beide vormen van wijsheid te beschikken. Ze vullen elkaar aan en ze versterken elkaar. Over hoe dat gaat, schrijft de woord spelige Cor van Bree. De leerschool van het leven en die van het onderwijs staan ook centraal in de bijdrage van Rob van den Boom. Bij die van het leven stelt hij de verwondering centraal. Bij die van het onderwijs de vraag 'waartoe'. 'Waartoe' is ook een belangrijke vraag voor Dirk Roekaerts. Wordt die nieuwe raketbrandstof ge bruikt om een vliegtuig neer te halen, of om het heelal te doorgronden? Jen neke van der Wal zet boven een van haar bijdragen aan dit nummer, dat we niet voor de school maar voor het leven leren. Wie getraind is in een we tenschappelijke, onderzoekende hou ding zou eerder meer dan minder open moeten kunnen staan voor de diepere 'waartoe'vragen rond ons bestaan. Wellicht is de arrogante wetenschapper die dat ontkent wel het mikpunt van Jezus in zijn door Herman van Bem mel aangehaalde uitspraak: “zalig de armen van geest, want aan hen behoort het rijk der hemelen”. Reinier Lager werf heeft dat begrepen. Hij schrijft dat hij nu, aan het eind van zijn studie, minder weet dan toen hij ermee begon. Hij heeft ongetwijfeld nu meer weet jes, maar veel van wat hij voordien wist is nu van een vraagteken voorzien. Ook aan hem behoort dus het rijk der hemelen. Het zelfde geldt voor Jona than Leenman, die in zijn Bubertät leerde zich open te stellen voor een an dere kijk op de wereld dan de zijne. Leren van het leven is de kern van de bijdragen van Monique van der Gaag en Sebastiaan Ruinard. Monique be schrijft hoe twee oudere dames al doende leren acteren, en vooral leren te durven. Zoals mijn vijfjarige klein dochter ooit sprak: “oma, van proberen kun je leren hoor!” Sebastiaan Ruinard leerde door een confrontatie met de werkelijkheid in Israël, dat er in een conflict geen sprake is van een slechte en een goede. Hij vond het levende leven waar Louwrens Hessel over dicht bij Palestijnen en kolonisten, in bezette gebieden en in kibboetsen. In de bijdrage van Christiane Berk vens staat het universitaire leren centraal. De samenleving stelt mensen in staat om te leren, en mag verwach ten dat de aldus gevormde geleerden hun opgedane talenten op een ver antwoorde manier inzetten ten bate van die samenleving. Daar moet je dan wel de kans voor krijgen. Aan de 25 pro cent hoger opgeleiden uit het begin van dit redactioneel dus de opdracht om, als het niet in hun beroep kan dan maar op een andere manier, hetgeen ze ge leerd hebben in te zetten ten bate van de samenleving. En aan de 75 procent die wel een passende baan vond, om daar dankbaar en blij mee te zijn, ervan te maken wat men kan, en niet te ver geten dat een opleiding niet meer dan een startmotor is. Daarna heb je een andere aandrijving nodig om een zinvolle reis langs je levenspad af te leggen. Wellicht kan de door een ano nieme ekklesiaganger genoemde adem van muzen en engelen daartoe dienen. De redactie van dit blad hoopt u met dit nummer weer een leerzaam uurtje bezorgd te hebben. Hooglandse Nieuwe september 2014 | 3 geleerd We hebben allemaal van alles geleerd. We hebben leren praten, lopen, spelen. En we hebben kennis vergaard, een vak geleerd. Vreemd eigenlijk dat we desondanks bij het woordje ‘geleerd’ toch vooral moeten denken aan mensen (m/v) die veel gestu deerd hebben en veel wetenschappelijke kennis hebben vergaard. De populaire karikatuur van een geleerde is een kamergeleerde, wel heel knap maar toch ook behoorlijk wereldvreemd. Boordevol theo retische kennis, maar in de praktijk heb je daar niet zoveel aan. Wie is geleerd? Herman van Bemmel H et is een hardnekkig misver stand dat geleerdheid in de zin van ‘beschikken over veel theoretische kennis’ altijd op gespannen voet zou staan met de praktijk. Het is zelfs omgekeerd: niets is zo praktisch als een goede theorie. Een goede the orie is namelijk gesystematiseerde en goed doordachte praktijkervaring in een stileerde vorm. Vervolgens is het de vraag aan welke soort wetenschappelijke kennis mens en samenleving behoefte hebben. Voor de meeste bèta en gammawetenschappen is dat wel duidelijk: biowetenschappen zijn onontbeerlijk om te zorgen voor goede geneeskundige hulp, voor de productie en bewerking van ons voed sel; technische wetenschappen hebben geleid tot ontelbare toepassingen die ons leven veraangenamen. De samen leving functioneert beter naarmate we een beter inzicht hebben in de wijze waarop mens en samenleving zich in zeer uiteenlopende situaties gedragen. Maar wat moeten we denken bij de eni ge twee disciplines die met ‘geleerd heid’ worden aangeduid: de rechtsgeleerdheid en de Godgeleerd heid? Rechtsgeleerd Levert een betere kennis van het recht (wetgeving, jurisprudentie) tot een rechtvaardiger samenleving? Het ant woord is niet zonder meer bevestigend. Soms kun je zelfs het omgekeerde be weren: hoe beter je thuis bent in bij voorbeeld de fiscale wetgeving, hoe groter het vermogen om ‘de randen van de wet’ op te zoeken en ongezien te overschrijden. Cruciaal voor een goed begrip van de aard van het recht is het begrip ‘rechts vinding’. Een goed jurist is niet zozeer iemand die veel kennis heeft verworven van het recht, maar veeleer iemand die de kunst verstaat om het goede te vin den in elke concrete situatie opnieuw. Ars aequi, de kunst om ieder het zijne te geven, dat is de kern van de rechtsge leerdheid. Godgeleerd Deze typering van de aard van de rechtsgeleerdheid en van de goede jurist is eenvoudig en overzichtelijk verge leken met die van de Godgeleerdheid en de theoloog. Godgeleerdheid, het woord alleen al roept tal van vragen op. Is het überhaupt mogelijk om wetenschappe lijke kennis te vergaren over God? Het antwoord op deze cruciale vraag hangt in hoge mate af van het godsbeeld van de wetenschapper. Anselmus van Canterbury (10331109) en Thomas van Aquino (12241774) beweerden dat zij beschikten over Godsbewijzen. Voor zover mij bekend zijn er nu nog maar weinig mensen die zich door die gods bewijzen hebben laten overtuigen. Zon der ‘harde’ bewijzen is het bestaan van God, wetenschappelijk gezien, hoog stens een werkhypothese. Vele heden daagse theologen houden zich helemaal niet meer zo bezig met Godgeleerdheid in deze wetenschappelijke zin van het woord. Dit roept de ongemakkelijke vraag op waar de hedendaagse theologen zich in 4 | Hooglandse Nieuwe september 2014 hun wetenschappelijk werk dan wel op richten. Er zijn diverse ‘hulpweten schappen’ van de theologie, zoals de Bijbelwetenschappen en de kerkge schiedenis. De beoefenaren van deze hulpwetenschappen kunnen zich bedie nen van het bekende arsenaal aan on derzoeksmethoden, zoals die ook in andere disciplines hun nut hebben be wezen. Volgens mij is het bijzondere van de kern van de Godgeleerdheid dat het juist niet gaat om geleerdheid in de zin van ‘over veel kennis beschikken’. Die kennis is weliswaar een noodzakelijke, maar zeker geen voldoende voorwaarde om een goed en gerespecteerd theoloog te zijn. Er kan heel verschillend worden ge dacht over de vraag wat iemand tot een goed theoloog maakt. Om te beginnen is het onderscheid relevant tussen een theoloog die werkzaam is als onderzoe ker en docent aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs aan de ene kant, en een pastor aan de andere kant. Bij de rechtsgeleerdheid gaat het, zo als we hebben gezien, om rechtvaardig heid, ‘ieder het zijne’. Maar waar gaat het precies om bij Godgeleerdheid? Ik vermoed dat over deze vraag de opvat tingen sterk uiteen lopen. Waar het volgens mij altijd om zou moeten gaan is: mensen inspireren, bemoedigen, troosten en als het moet vermanen, en dat mede op basis van ‘openbaring door ervaring’. De mens is ongeneeslijk re ligieus, in die zin dat hij ontvankelijk is voor dat wat aan hem vooraf is gegaan (hij heeft zichzelf niet gemaakt) en dat hij zich afvraagt waartoe hij op aarde is.1 Iedereen heeft zulke ‘religieuze geleerd Niet voor de school maar voor het leven leren wij ervaringen’, al zal niet iedereen ze zo noemen. In het christendom is de Bijbel een belangrijke bron om zich te bezin nen op onze existentiële vragen en ervaringen. En dat kan op totaal ver schillende manieren. Bijvoorbeeld door domweg alles aan te nemen van wat God ons in de Schrift geopenbaard zou hebben (fideïsme). De taak van de theoloog beperkt zich dan tot die van exegeet. Maar wij zijn met rede begaaf de wezens, hetgeen heeft geleid tot het ontstaan van het adagium Fides Quae rens Intellectum: het geloof wil be grepen worden. Door de eeuwen heen werd dan ook de filosofie als de dienst maagd van de theologie beschouwd. Het inspireren, bemoedigen en troosten van gelovigen gebeurt als het goed is op basis van een groot geloof, maar ook met een kritische geest. Binnen dit spanningsveld tussen geloof en ratio speelt zich heel ons leven af. In die zin zijn wij allemaal geleerd. Iedereen die zichzelf geleerd waant zou ter harte moeten nemen wat Jezus volgens het Matteusevangelie heeft gezegd: “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.” (Mt 5, 3) “Wat doe ik hier in Godsnaam?” is de goed gekozen titel van een boekje van Carel ter Linden. 1 Herman van Bemmel (1939) is rechtsgeleerde en Godgeleerde. Hij studeerde in Utrecht en Tilburg en was verbonden aan de Raad voor de Ruimtelijke Ordening en de Stichting VredesWetenschappen. Jenneke van der Wal O nlangs had ik een interes sante email discussie met een Amerikaanse collega. Hij vroeg me hoe academici in Nederland en Engeland zich ver houden tot geloof en religie, omdat hij steeds vaker een tweedeling te genkwam in de Amerikaanse weten schappelijke wereld. “Er is op universiteiten een onderliggende aanname dat alle slimme mensen atheïsten zijn en alleen domme men sen geloven,” vertelde hij. “Veel ag nosticisme of atheïsme komt uitein delijk neer op een rechtlijnig denken dat ik in vele opzichten eigenlijk he lemaal niet intelligent vindt.” Het herinnerde me aan een studen tenfeest waar iemand me een biertje aanbood en me vroeg wat ik gister avond gedaan had. “Ik was namens de Ekklesia bij een constitutieborrel van Quintus,” antwoordde ik. “Oh, de Ekklesia … dus jij gelooft! Hoe kan je nou in je studie bewijs willen hebben voor je wetenschappelijke vindingen, terwijl je daarnaast zonder enige harde evidentie het bestaan van God aanneemt?” Ik proestte een slok bier uit, verbluft door deze directe vraag. Het werd me gepresenteerd als een cognitieve dissonantie: erg menselijk maar ook een beetje dom. Dit sluit bijzonder goed aan bij de standpunten die Ronald Meester in boeken en columns naar voren brengt: ook in Nederland lijkt meer waarde gehecht te worden aan weten schappelijke bevindingen om het leven te verklaren dan levensbe schouwelijke. In Cambridge lijkt het of kerk en universiteit makkelijker samengaan. Dat komt niet alleen omdat de Colleges die de universiteit vormen, gesticht zijn in een tijd waarin het ondenkbaar was de twee te scheiden (de Colleges hebben namen als ‘Trinity College’ en ‘Cor pus Christi’). Het komt ook omdat ik hier vaker de overtuiging tegenkom dat er dingen in het leven zijn die we met wetenschap niet zullen ontdek ken. Dat we onszelf tekort doen als we het leven proberen te begrijpen "Er is op universiteiten een onderliggende aan name dat alle slimme mensen atheïsten zijn en alleen domme mensen geloven," vertelde mijn collega. door alléén te zoeken in het on derzoek, en niet ook in ons hart. Mijn Amerikaanse collega sloot af met de overweging dat het erom gaat “te leren om iemand te zijn die theïstische verklaringen voor het uni versum ziet als aannemelijk, die daarop durft te vertrouwen en ook erop vertrouwt dat God niet altijd te bereiken is.” En daarbij ook leren om die persoon te zijn tussen andere mensen die daarom wellicht zullen veronderstellen dat ik nietnadenkend ben. Hooglandse Nieuwe september 2014 | 5 geleerd Geleerd Christiane BerkvensStevelinck E lk jaar wijdt de LSE een dienst aan de opening van het aca demisch jaar. Dit jaar is dat op 7 september. Een heugelijk feit, dat met een bijzondere gastprediker wordt ge vierd. Aan de universiteit worden studenten tot universitairen opgeleid. Bij voltooi de studie en verdere bewijzen van be kwaamheid mag je je geleerd, zeer geleerd of zelfs hooggeleerd noemen. Indien gewenst staat dat ook op de af schriften die je van de bank krijgt. Maar wat betekenen deze titels? Een trapsge wijze hiërarchie van kennis? Zo is het niet bedoeld. Niet voor niets horen af gestudeerden zich bij de buluitreiking op het hart drukken dat een voltooide universitaire studie betekent dat men een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Niet voor niets worden gepro moveerden geattendeerd op de rechten en plichten die de doctorstitel met zich meebrengt. De samenleving investeert grote bedragen in de universitaire studenten, bij specialismen zelfs gi gantische bedragen. Deze investeringen zijn tegelijkertijd een motie van ver trouwen in jonge mensen die aca demisch gaan leren denken, die kritisch naar bronnen en feiten gaan leren kij ken, en die de instrumenten die daar voor noodzakelijk zijn aangeboden krijgen. Studeren aan de universiteit is een voorrecht dat verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Is dat elitair? Jazeker. Hier worden de toekomstige elite gevormd en dat is iets om fier op te zijn. Zelf had ik het geluk om twee universi taire studies te mogen voltooien, ge schiedenis en theologie. Geschiedenis heeft altijd mijn voorkeur gehouden. Ik heb altijd terdege beseft welk een voor recht dat was. Dertig jaar lang heb ik zuiver historisch onderzoek gedaan, boeken en artikelen geschreven die wellicht door tweehonderd specialisten op de hele wereld werden gespeld. Dat was heerlijk. Later koos ik voor een populairdere manier om de bagage die ik verzameld heb, door te geven. Hoe wel een heel andere tak van sport, staat het ‘vulgariseren’ (letterlijk is dat ‘populariseren’) van kennis in dezelfde overdrachtslijn als zuiver weten schappelijk onderzoek. Zeker wat be treft cultuurgeschiedenis en theologie (maar ook sterrenkunde bij voorbeeld). 6 | Hooglandse Nieuwe september 2014 Want het gaat om hetgene wat men zelf heeft ontvangen, door te geven met daarbij de nodige kritische analyse en op een laagdrempelige manier. Ik be schouw dit stadium zelfs als een vanzelfsprekend uitvloeisel van de ge leerdheid die mij door universiteiten in België, Italië en Nederland, aangeboden werd. Geleerdheid, kortom, betekent ver antwoordelijkheid. Net als elk beroep verantwoordelijkheid betekent. Ik wens ons een vruchtbaar academisch jaar. Christiane BerkvensStevelinck is bijzonder hoogleraar Europese cul tuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij studeerde geschiedenis aan de Université Libre de Bruxelles. Van 1970 tot 2000 was ze verbonden aan de Leidse Universiteitsbibli otheek. Ze studeerde tevens theologie aan het Remonstrants Seminarium te Leiden en werd in 1984 predikant van de Remonstrantse Broederschap. Sinds 1995 is ze tevens verbonden aan de LSE en aan de Universiteit Leiden als academiepredikant. geleerd "Hoe bijzonder is deze plek." Leren wat kan wat mag wat te doen Dirk Roekaerts niet helemaal bevredigend als antwoord. Want als anderen het onderzoek doen Hoe hoog kan een raket komen die zonder zich te bekommeren om de toe afgevuurd wordt vanaf een vrachtwa passing, vind ik het ook niet goed. gen? Sinds het dramatische neerhalen Een nieuwe kans om de kwestie aan de van de MH17 weet iedereen dat het orde te stellen bood zich aan toen ik de minstens tien kilometer is. gelegenheid kreeg een werkcollege te geven in het kader van het vak ethiek. Wat kan De meningen onder de studenten over Een tiental jaar geleden deden we deze case liepen erg uiteen en er was fundamenteel onderzoek over de wer hevige discussie. Mooi zo. Wellicht king van raketstuwstof en vonden we komt de discussie de studenten nog nieuwe samenstellingen met potentieel voor de geest als ze later zelf met een grotere stuwkracht per kilogram. Toen ethisch dilemma worden geconfron hoorde ik voor het eerst iemand de stel teerd. lige verwachting uitspreken dat het eer ste gebruik hiervan zou zijn door Wat kan zijn militairen, die de opstandige leiders in Iets heel anders. Volgens recente ruwe de zuidelijke republieken van de Russi schattingen zijn er per mens die geleefd sche federatie zouden willen uitschake heeft in de voorbije 100.000 jaar zo’n len met een raket afgevuurd vanaf een 10 miljard sterren in het observeerbare vrachtwagen. (Met verwijzing naar de universum. Dat is veel, maar niet onein dood van de Tsjetsjeense president dig veel. Het lijkt alsof het heelal wat Dzhochar Doedajev in 1996.) Schok overzichtelijker wordt. kend vond ik dat. Wij dachten eerder Anderzijds zaten de modellen die aan vreedzame toepassing door de Eu voorspellen hoeveel sterren er in een ropese ruimtevaartorganisatie. melkwegstelsel zouden moeten zijn er tot voor kort helemaal naast. Er bleken Wat mag in het echt verrassend veel minder ster Op een workshop georganiseerd door de ren in een stelsel te zitten dan de model stichting Technische Wetenschappen len zeiden. Maar nu weten we dat dit over nieuwe ethische problemen op komt omdat we geen rekening hielden komend door ontwikkelingen in techno met de activiteiten van een groot zwart logisch onderzoek sprak ik over het gat dat in het centrum van bijna elke project en verdedigde ik mijn overtui stelsel blijkt te zitten. Het zuigt materie ging dat ik niet zou moeten werken aan naar zich toe, maar die vallende materie nieuwe raketstuwstof als de eerste toe stoot ook op heftige manier veel energie passing een militaire is. De aanwezige uit en dat verstoort stervorming en ethici vonden dit geen nieuw ethisch maakt de buurt beslist erg ‘onleefbaar’. probleem en daarin hadden ze gelijk. Ons melkwegstelsel blijkt een redelijk Als ethisch probleem was dit al lang kalm zwart gat te hebben, zodat het in opgelost. Als individu had ik namelijk onze buurt, in één der spiraalarmen (op het recht om medewerking hieraan te 25.000 lichtjaren van het centrum) vol weigeren. Uiteraard was dit voor mij doende kalm is om leven tot bloei te la ten komen. De kans op leven in vele andere melkwegstelsel zou veel kleiner zijn. Hier wonen we en we begrijpen steeds beter hoe bijzonder deze plek is. En met begrip komt verantwoordelijkheid. Levensbeschouwing omvat dan milieu bewustzijn, lange termijnvisie, be zorgdheid over onze rol in klimaatver andering. Wat te doen Verlamming dreigt, maar er zijn alvast twee remedies. Het zichtbaar effect van kleine acties (dus rapen we plastic en blik op dat we vinden wandelend in de vrije natuur) en het stimulerend effect van samenwerken. Een collega aan de TU Delft heeft met een team medewerkers een MOOC ge maakt over zonneenergie. Dat is een mooi vormgegeven gratis college te volgen op het internet. Meer dan 40.000 mensen hebben het college gevolgd, waarvan velen ook een diploma hebben gehaald. Maar daarnaast zijn er ook wereldwijd en met name in ontwikke lingslanden mensen die het geleerde di rect in de praktijk hebben gebracht via de bouw van een eigen zonneenergie systeem. Als ik dat hoor, is van verlam ming al weer minder sprake en ga ik met mijn studenten op mijn vakgebied, ergens tussen theoretische natuurkunde en werktuigbouw, ook weer aan de slag. Dirk Roekaerts is hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Hij heeft gestudeerd aan de Universiteit Hasselt en aan de KU Leuven en heeft gewerkt bij Shell Research in Amsterdam. Hij zingt al jaren mee in de Schola Cantorum als tenor. Hooglandse Nieuwe september 2014 | 7 geleerd Uitgeleerd? Reinier Lagerwerf ren het gewoon de colleges en de werkgroepen die mij vormde tot de per e kleurrijke tijd van het soon die ik nu ben? Deze veelheid aan studentenbestaan ligt alweer voorbeelden laat zien dat de studenten achter me. Dagen gevuld met tijd de ruimte biedt om je eigen leven in borrels, studiegroepjes en colleges te vullen. Je kunt je op allerlei ver moesten mij klaarstomen voor de maat schillende manieren ontwikkelen. schappij. Als er één ding is wat ik heb Het zijn echter niet de specifieke ac geleerd van deze tijd, is dat je dat nooit tiviteiten of vakken geweest die door als doel hoeft en moet stellen. Je slaggevend zijn in mijn ontwikkeling studeert niet voor je werk en je maat van de afgelopen zeven jaar. Natuurlijk schappelijke taken. Je bent student en is het belangrijk om bepaalde vaardig wordt zo gevormd als persoon. heden te leren en om je analytische ver Nu terugkijkend op de afgelopen mogens aan te scherpen. zeven jaar, aarzel ik hoe ik de gestelde Vanzelfsprekend is het handig om or vraag ‘Waarvan heb je het meest ge ganisatorische ervaring op te doen bij leerd tijdens je studententijd’ kan beant de studentenvereniging en te trainen in woorden. Verschillende beelden debatteren en discussiëren. Maar hier schieten door mijn hoofd: De vele con mee pak ik de kern van mijn ver tacten die ik heb opgedaan. De gesprek andering niet. Het gaat er namelijk om ken tot diep in de nacht, waar nagenoeg dat je geraakt wordt door datgene waar geen onderwerp werd overgeslagen. De je mee bezig bent. Ik kwam het studen verschillende studiegroepen, waarbin tenleven in met een set overtuigingen. nen boeken werden verslonden. Of wa Mijn verwachting was dat ik meer zou D leren en zo beter vorm zou kunnen geven aan al datgene waar ik toen al voor stond. Dan zou ik echt wat leren. De verwachte groei in eenduidigheid heeft gelukkig niet plaatsgevonden. Nu zou ik eerder zeggen dat ik minder weet dan vóór mijn studententijd. Door ie ders mening serieus te nemen, werd ik namelijk minder overtuigd van mijn ei gen vastomlijnde gelijk. Dit betekent niet dat ik mijn overtuigingen overboord heb gegooid, maar wel dat ik beter kan relativeren en zo ook opener in het leven kan staan. Ben ik nu uitgeleerd? Nee, dat zeker niet. De studententijd is een prachtige periode waarin veel kan worden geleerd en waarin veel verandert. Toch heb ik niet het idee dat de levendige ver andering is voorbehouden aan deze pe riode. Elke dag en elke ontmoeting geeft weer nieuwe inzichten. Misschien is dat wel wat ik van het studentenleven heb geleerd. GELEERD Om geleerd te worden heb je veel boeken nodig. Je leest er in over vroeger, en wat wijze mannen gedacht hebben. Boeiend en nuttig want er staan ook richtingwijzers in. Maar als het daarbij blijft, beleef je het levende leven niet. Dat vind je in de sloppenwijken en favela's van deze wereld waar men vecht om een plaats onder de zon. Mensenmassa's, als in Jezus' dagen. Hij bleef niet aan de kant staan, maar greep elke kans aan om een mens overeind te helpen. En een eigen naam te geven zodat hij kon leven. Dit was zo nieuw voor de geleerden dat zij het niet in hun boeken konden lezen. Hoewel zoiets daar ook al in stond. Zij vonden het tè gevaarlijk dus stemden zij in met zijn dood. Dat zijn wij niet vergeten. Louwrens W. Hessel 8 | Hooglandse Nieuwe september 2014 geleerd Wat heb ik geleerd in mijn studententijd? Jonathan Leenman (geheel rechts) als preses van Panoplia in 2010/2011 Jonathan Leenman GELEERD ONDERWEG door hen begrepen te worden. Maar het was Martin Buber, de Joods oen ik in Leiden kwam stude Duitse religieuze denker, die mij in ren ben ik direct lid geworden aansluiting daarop pas echt de ogen van de studentenvereniging Pa opende. Het is wel degelijk mogelijk noplia. Mijn verwachting was dat ik me met een ander in ontmoeting te treden, daar met mijn traditioneelchristelijke maar het gaat daarbij om een bijzondere achtergrond en interesse in theologie en situatie waarvoor je jezelf echt open filosofie wel thuis zou voelen. Deze moet stellen. Wie zich zo met zijn hele verwachting bleek inderdaad gegrond, wezen naar de wereld keert, laat zich maar op heel andere wijze dan ik toen door die wereld ook echt beroeren. Mijn kon vermoeden. opvoeding hoefde daarmee niet Mijn wereldbeeld werd in die tijd het overboord, maar een nieuw inzicht, een sterkst bepaald door de kerkelijke uit de kast gekomen vriend of een kerk gemeente waar ik in opgegroeid ben, de verlater gelukkig evenmin. Ik merkte KatholiekApostolische Gemeente. Dat langzaam dat mijn grondhouding, is een klein kerkverband met een zeer waarmee ik anderen benaderde, ver hechte gemeenschap. Dorst naar kennis anderde. Discussies werden gesprekken, was een grote deugd, en via preken, monologen werden dialogen. En daar kringen, weekenden, kampen en intern mee werd mijn contact met anderen veel verspreide literatuur werden de waardevoller. eenvormige denkbeelden daar ook op Hans Schravesande schrijft in zijn mij overgedragen. Dit was het bastion dissertatie over Buber dat Joodse van waaruit ik naar de wereld keek. adolescenten in de jaren dertig over hun In Leiden was ik niet van plan hier ‘Bubertät’ spraken. Die term is ook op verandering in aan te brengen, ook niet mijn studententijd van toepassing. Zo als lid van een vereniging vol orthodoxe kon ik me voor mijn medestudent protestanten. Tegelijkertijd was ik wel openstellen en voelde ik me vrij op zo’n van zins me sociaal meer open te stellen wijze gesprekken te voeren dat ik voor voor andersdenkenden. Maar dit bleek mijzelf nog niet vooraf al een nieuwe lastiger dan ik had gedacht. Door het gedachte af hoefde te wijzen. Ik had zojuist beschreven bastion miste ik de verwacht me thuis te voelen op Panoplia juiste houding voor zinvol contact. De vanwege de overlap in denkbeelden die existentialistische literatuur van Simone ik daar waarschijnlijk zou ervaren; ik de Beauvoir en vooral Anna Blaman bleek me thuis te voelen door het kon me in die jaren daarom ook behoor waardevolle contact dat ik juist met an lijk raken. Ik ontdekte er mijn eigen deren had omdat die persoon anders was eenzaamheid in en mijn onvermogen dan ik. Dit heeft sterk bepaald hoe ik om mijn medestudenten te begrijpen en sindsdien in het leven ben gaan staan. T Ga op reis naar andere culturen lees in gesprek met andere mensen dichter bij het leven Blijf in beweging voor variatie en motivatie zoek door inspanning naar ontspanning Schep nieuwe kracht uit onuitputtelijke bronnen van natuurlijke ideeën Laaf je aan een overvloed van kunstzinnige indrukken Kom tot rust door verrassende energie Über allen Gipfeln ist Ruh Vertel je stappen en kom weer dichter naar huis Vlieg oneindig ver mee op de adem van muzen en engelen Speel en zing verder wat je denkt, droomt en voelt Lichter en dichter in de ijle sfeer van je visioenen een LSElid Hooglandse Nieuwe september 2014 | 9 geleerd oud gedaan? Jong geleerd Rob van den Boom Collectief geleerd… M De paragraaf hierboven betrof het leren op individueel niveau. Interessante vraag is ook we zijn immers lid van een groep, een organisatie (zoals de Ek klesia), een samenleving – of we ook op collectief niveau kunnen leren. Hebben de banken geleerd van de derivaten crisis? Leren zorgorganisaties van de veranderende sociale en politieke con text? Beleidsprocessen lijken soms meer uit te gaan van ideologieën, belan genafwegingen en technologische ver anderingen dan van leerervaringen. Zijn organisaties echt ‘lerend’? Ik verbaas me regelmatig erover hoe bestuurders er ‘een potje van maken’…. eteen na de geboorte, vanaf dag één, begint de mens te leren. Die eerste vier jaar kent een steile leercurve, het schijnen cruciale jaren te zijn voor de vorming van onze identiteit. En dan begint het formele leerproces: vanaf het kleu teronderwijs tenminste veertien jaar lang lerenen vervolgens nog eens minimaal vier jaar een beroeps of aca demische opleiding. We hebben binnen de schoolmuren heel wat te verstouwen. En nadien loopt dat leerproces door, in de werkomgeving, in onze sociale groep. Dat is maar goed ook; alleen zo kunnen we onszelf handhaven in een steeds veranderende wereld. Maar dan beginnen de vragen… Dat leren helpt ons op een of andere manier. Het geleerde draagt bij aan onze ‘competentie’, en volgens psycho logen is competentie voor een ieder be langrijk (naast autonomie en betrokkenheid). Maar dan toch….wat zegt dat precies, dat je hebt geleerd? Zijn we rationeler in onze afwegingen en beslissingen? Sommigen beweren dat mensen meer met hun hart dan met hun verstand keuzes maken. En hoe verhoudt het formele cognitieve leer proces zich tot dat andere ‘leren’, het leren in de ‘leerschool des levens’? Het woord ‘geleerd’ heeft trouwens geen inhoud of richting. Het zegt niets over wát er geleerd is. Gaat het om het maatschappelijk relevante thema’s? (bijvoorbeeld het bevorderen van vrede of rechtvaardigheid). Of juist het te gendeel? (bijvoorbeeld een plofkraak, de Liborrente manipuleren, terreur). heid op? We worstelen met vragen waar het pragmatisch ‘geleerde’ maar be perkte waarde heeft. Vragen bijvoor beeld over betekenis, rechtvaardigheid, eenzaamheid, vrijheid en sterfelijkheid, de voortdurende frustratie door het ‘menselijk tekort’. Hoeveel baat hebben dit soort vragen bij dat individuele of collectieve ge leerde, de gestolde ervarings en on derzoeksgegevens van generaties? Het vergt veeleer een continue verwon dering, een bevragen, een steeds op nieuw doordenken en bespreken, een permanente zoektocht naar de betekenis van wat we in ons korte leven tegen komen en ervaren, ten goede en ten kwade. Het is meer een activiteit van de ‘Geleerd’ kunnen we ook zien als het denkende reflecterende geest dan van geaccumuleerde resultaat van een lang onze redenerende ratio, of gepassio formeel proces van kennisontwikkeling, neerde ziel. theorievorming, fundamenteel en toege Kortom, als mens zijn we allemaal au past onderzoek. Met een duur woord, tomatisch ‘geleerd’. ‘Jong geleerd’ leidt het ‘body of knowledge’, wat steeds wellicht tot ‘oud gedaan’, maar of we zich vernieuwt, aan de hand van nieuwe daar echt mee opschieten? En misschien inzichten of door het vervallen van oude zijn vragen, geworteld in permanente inzichten. En natuurlijk hebben de aca verwondering, belangrijker dan ‘ge demische instellingen hier een centrale leerde’ antwoorden? rol te vervullen. Belangrijk, zonder twijfel, de wereld staat immers voor enorme vraagstukken, en van dit ‘ge 1 Zie Ronald Meester, Arrogant, waarom leerd’ verwachten wij dat zij kan bijdra wetenschappers vaak minder weten dan ze gen aan duurzame en effectieve denken. 2014 oplossingen. Maar het wetenschappelijk establish Rob van den Boom studeeerde in ment toont zich nogal eens star of mo Wageningen landschapsarchitectuur nomaan.1 Laten we dus de ‘geleerde’ en in Leiden bestuurskunde. Hij was bijdrage van de wetenschap kritisch van 2008 tot 2012 secretaris op de blijven benaderen. Nederlandse ambassade in La Paz (Bolivia) en was verantwoordelijk De leerschool van het leven… voor de Nederlandse ontwikkelings Wat is dan de betekenis van al dat ge samenwerking op het terrein van leerde voor de centrale vragen in ons milieu en decentralisatie. leven? Levert het bruikbare levenswijs 10 | Hooglandse Nieuwe september 2014 geleerd Taalgeleerd Cor van Bree G eleerd. Het is iets waarmee ik behept ben: ik denk in woordspelingen. En daarom moest ik bij geleerd denken aan ‘van leer voorzien’, bijvoorbeeld leren laarzen, of aan ‘voorzien van een trap leer’. Maar de bedoeling is duidelijk anders: ‘voorzien van geleerdheid, veel kennis en kunde’. Dat ik uitgenodigd ben om voor dit prestigieuze blad een stuk te schrijven, streelt mij natuurlijk, maar bedrukt mij ook enigszins: ben ik geleerd? Ik heb van huis mogen “door leren” maar wat is daarvan het resul taat? Niet meer dan dat ik van weinig veel weet, en misschien zelfs dat niet. En wat heeft wat ik dan misschien weet, te maken met mijn “sta in het leven”? Dat verband is nog niet zo duidelijk, afgezien van de vraag of ik wel zo’n “sta” heb. Dat klinkt me wat te standvastig in de oren. Maar ter zake. Ik mocht dus inder daad doorleren: Nederlands en ge schiedenis. Afgestudeerd ben ik in “Nederlandse taal en letterkunde” maar ik heb er ook veel vaderlandse en algemene geschiedenis bij gedaan, ver der ook Oudgermaans, speciaal Oud noors waarin ons een indrukwekkende literatuur is overgeleverd (de Edda’s en de saga’s). Dat was om te beginnen ge woon heel erg interessant; wetenschap bevredigt de menselijke behoefte om te weten en te begrijpen hoe de dingen in elkaar steken. Beïnvloedt dat ook je “sta in het leven”? Ik denk van wél. Ten eerste is de wetenschap een “spel” dat eerlijk gespeeld moet worden; je mag nooit hoe dan ook een loopje met de waarheid nemen. En je moet altijd zo precies mogelijk aangeven wat je van anderen overgenomen hebt. Maar er is ten tweede iets wat dieper gaat: oprechte wetenschapsbeoefening voedt de verwondering over het “dat” en het “hoe” van de dingen. Voor mij geldt die verwondering en de daardoor op gewekte nieuwsgierigheid vooral het verschijnsel van de taalverandering. Waarom blijven talen niet zoals ze zijn maar veranderen ze voortdurend? Waarom ook die grote verscheidenheid aan talen die er over de wereld ge sproken worden? En waarom is het jammer wanneer talen uitsterven? Ie dere taal heeft, zou je kunnen zeggen, een eigen kijk op de wereld, en wat je in de ene taal ziet, zie je in de andere niet. Een apart artikel zou nodig zijn om dit verder uit te werken. In ieder geval zou ik “Babel” niet als een vloek maar als een zegen willen beschouwen. Maar de belangrijkste vrucht van de taalkunde heb ik nog niet genoemd: je leert er de ideeën die er over taalge bruik bestaan, mee relativeren. Neem het gebruik van hun als onderwerp: “hun zeggen dat het niet waar is”. Ie dere lezer zal nu uitroepen: dat is een Oprechte wetenschaps beoefening voedt de verwondering over het 'dat' en het 'hoe' van de dingen. taalfout! Zeker, het is een taalfout, maar niet in absolute zin, alleen gerela teerd aan de normen van de standaard taal zoals die ons via de school zijn opgelegd. In het Afrikaans is zo’n vorm (hulle) helemaal geaccepteerd. De taalkundige vraagt zich af waarom mensen zo’n vorm gaan gebruiken. Daar is al heel wat over geschreven. Er kan veel in het spel zijn: mensen willen graag een zo sterk mogelijke vorm ge bruiken (hun klinkt steviger dan zij), ze vervangen hun dialectvorm hulle (dat behalve voorwerps ook onderwerps vorm is) door hun ook waar het zij 'moet' zijn, ze willen graag onderscheid maken tussen zij enkelvoud vrouwelijk en hun meervoud. In ieder geval is hun onderwerp een vorm die niet uit de lucht komt vallen maar een eigen "Ik denk in woordspelingen" rechtvaardiging heeft. Misschien wordt ze ondanks alle tegenstand nog eens de door iedereen geaccepteerde vorm. Heel veel taalveranderingen zijn hun leven als “taalfout” begonnen. En dat we taalverandering kunnen tegen houden, is een illusie. Tenslotte spreken we niet meer het Nederlands zoals dat bijvoorbeeld rond 1300 ge sproken moet zijn. Betekent dat nu dat we taalfouten op school niet meer corrigeren? Geens zins: de school is er om de standaard taal te onderwijzen. Maar dat corrigeren moet gebeuren zonder dat leerlingen het gevoel krijgen dat ze domme wezentjes zijn die niet weten hoe het hoort. Ze moeten leren dat hun onderwerp op papier en in “verzorgd” taalgebruik niet 'mag' (nog niet mag) maar dat er geen enkel bezwaar is wanneer ze het thuis of onder elkaar gebruiken. Onbarmhartig corrigeren zet leerlingen in een hoek en maakt hen taalonzeker. En als er iets schadelijk is voor de taalontwikkeling, dan is het wel taalonzekerheid. Studie van taalverandering? Heeft ze iets met je “sta in het leven” te maken? Jawél: je wordt er menselijker door. Cor van Bree (82) was hoogleraar in de Historische Taalkunde en Taalva riatie aan de Universiteit Leiden. Hij schreef onder meer het Leerboek voor de Historische Grammatica van het Nederlands (1977) en de Histori sche Grammatica van het Nederlands (1987). Hooglandse Nieuwe september 2014 | 11 geleerd Adrie Doornik (70) en Jeanne Taal (71) speelden vorig jaar zonder enige toneelervaring mee in het Issoria theater dat op locatie werd uitgevoerd in het nieuwe onderkomen van Hospice Issoria aan de Burggraven laan. De theatermaker bij uitstek die op locatie werkt is Geert van der Velden (45) van Fields of Wonder. 'Jong geleerd, is oud gedaan' geldt niet voor Adrie en Jeanne: “Maar we vinden het leuk en gaan ermee door!” Nooit te oud ... Jeanne Taal en Adrie Doornik met de 'vervreemdende' groene gieters van Fields of Wonder op hun hoofd, lachend: “Er zijn wel mooiere foto's van ons!” “ INTERVIEW Monique van der Gaag Er was geen script. Ik had geen idee wat hij vroeg. Ik was er niet blij mee. Maar het ont staat.” Geert van der Velden kijkt naar het materiaal en of het sfeerbeeld klopt. Zo roept hij een droom wereld op. “Uiteindelijk stond ik tijdens de voorstelling te huilen omdat het zo goed was”, vertelt Adrie Doornik. Na het Issoriatheater vorig jaar, vroeg Van der Velde of beide dames nog tijd hadden in september. “Meer zei hij niet. Maar het zou wel iets bijzonders zijn. Je mag zelf inbreng hebben, merkte ik. Er is samenwerking. De meiden die al met Geert werkten, zeiden: 'Adrie, je hoort er nu bij en laat het maar over je heen komen...!' Ik geef wel tegengas, want toen ik een zwart korset aan moest en het niet paste, zei ik dat”, gniffelt ze. Comfortzone Jeanne Taal wist wel dat het over de performance 'De Spaan se Hoer' ging. “Ik zei tegen Adrie: 'Oh! Het Issoriatheater was integer en De Spaanse Hoer is uitbundig!' Ik moest toch wel iets overwinnen. Ik stapte over mijn schaduw heen en kwam uit mijn comfortzone. Ik heb het 'aanschouwen' ge leerd. Ik zit altijd in mijn hoofd: ik wil alles begrijpen. Bij Geert leer ik bewuster te kijken hoe dingen gebeuren. Geert heeft het gevoel over ons: 'Dat kunnen zij wel!', maar het is een behoorlijke stap!”, vindt Taal. “Hij laat dingen gebeuren. Zo werkt hij. Geen tekst die je uit je hoofd moet leren. Alleen de handeling: show, don't tell. Geert is een lieve jongen, maar 12 | Hooglandse Nieuwe september 2014 hij zegt niet duidelijk wat hij bedoelt, omdat hij zelf de uit komst ook nog niet precies weet.” Bewondering Doornik vertelt: “Ik vroeg Geert voordat ik vier keer het Nuongebouw moest inrennen, waar ik een soort van strip tease uitvoerde in wit degelijk ondergoed, of hij dacht dat ik het wel kon. Vier keer: eerst als tryout, daarna voor de foto's en twee keer in de voorstelling zelf. Geert is dol op 'degelijk wit ondergoed' omdat het hem uniformiteit brengt, waardoor je juist niet naar het ondergoed maar naar de persoon en het lichaam kijkt. Zo werkt dat ook met die groene gieters of het zusterkostuum. Ik kon het volhouden, omdat ik naar de sportschool ga!”, lacht ze trots. “Ik krijg zin erin en moed en zelfvertrouwen. Hij haalt het in mij naar boven! Daar heb ik diepe bewondering voor! Het Issoriatheater was op mijn lijf geschreven. Ik heb ervan geleerd om anders te kijken. Ik ben meer van het nuchterepraktische menstype. Daarom houd ik het ook vol om in Hospice Issoria te werken.” Ze benoemt de scène van het 'strijkijzer, dat roestvlekken op een blouse van een gast achterliet.' Mijn tegenspeler zei toen: 'Oh, wat erg!' en ik moest van Geert zeggen: 'Mevrouw is dood!' en zo deed ik het ook. Achteraf hoorde ik dat het publiek dit wel hard vond...” Meer informatie over de voorstelling waarin Jeanne Taal en Adrie Doornik spelen op www.fieldsofwonder.nl geleerd Jenneke steekt van Wal WHAT DID YOU LEARN IN SCHOOL TODAY? Pete Seeger, 1963, tekst van Tom Paxton What did you learn in school today, Dear little boy of mine? What did you learn in school today, Dear little boy of mine? I learned that Washington never told a lie. I learned that soldiers seldom die. I learned that everybody's free, And that's what the teacher said to me. Chorus That's what I learned in school today, That's what I learned in school. What did you learn in school today, Dear little boy of mine? What did you learn in school today, Dear little boy of mine? I learned that policemen are my friends. I learned that justice never ends. I learned that murderers die for their crimes Even if we make a mistake sometimes. Chorus What did you learn in school today, Dear little boy of mine? What did you learn in school today, Dear little boy of mine? I learned our Government must be strong; It's always right and never wrong; Our leaders are the finest men And we elect them again and again. Chorus What did you learn in school today, Dear little boy of mine? What did you learn in school today, Dear little boy of mine? I learned that war is not so bad; I learned about the great ones we have had; We fought in Germany and in France And someday I might get my chance. Chorus In de boeken bladeren en lezen P lannen voor het volgend academisch jaar maken: weer gewoon de basiscursus syntaxis geven, zoals ik dat afgelopen jaar en het jaar daarvoor gedaan heb. Dat kan ik. “Maar is het dan niet interessanter om eens een ander vak te geven?” vraagt mijn mentor. “Je zou een aantal colleges van het vak taaltypologie kunnen geven?” Een gevoel van lichte paniek komt in mij op als ik eraan denk dat ik moet lesgeven over iets waar ik veel van weet maar nog nooit in heb gedoceerd. Ik zeg heel dapper: “Ja, dat zou een goede uitdaging zijn!”, maar ik denk: “O jee! Dat kán ik helemaal niet!” Een klein stemmetje in mijn achterhoofd zegt “Maar dan kan je het toch léren?” Dat stemmetje, dat is van Katelijntje. Katelijntje is een klein meisje met een rood strikje in haar haar, uit een kinderboek dat we vroeger eindeloos lazen. Katelijntje logeert bij Tante Pudding, Ome Smeris en Meneer Slim en ze wil graag leuke din gen doen. “Meneer Slim,” vraagt ze op een dag, “gaan we samen pootjebaden?” Meneer Slim is helemaal van zijn stuk: “Maar wie moet er dan vandaag in de boeken bladeren en lezen?” Katelijntje stelt voor dat Tante Pud ding dat wel kan doen. “Maar dat kán ze helemaal niet!” werpt Meneer Slim tegen. Katelijntje is niet voor één gat te vangen: “Dan kan ze het toch léren?” En zo leert Tante Pudding om door de boeken te bladeren en lezen, en gaan Katelijntje en Meneer Slim lekker een dagje pootjebaden. Dat klinkt dus volkomen logisch: nieuwe dingen kan je leren. Maar ja, iets leren betekent wel dat je eerst moet toegeven dat je het nog niet kan. En dat is waar mijn Ego het moeilijk krijgt, omdat dat soms een beeld van een alleswetende geleerde professor op mij plakt en gaat fronsen als dat beeld niet blijkt te kloppen. Gelukkig helpt Katelijntje om mijn Ego al pootjebadend af te leiden, zodat ik de kans krijgt een nieuw beeld te schet sen: ik hoef geen geleerde professor te zijn; ik ben liever een lerende mens! En met dit ontwikkelmodel besluit ik volgend jaar het college taaltypologie te geven en voel ik me ineens intens dankbaar voor alle kansen om te groeien. Jenneke van der Wal Hooglandse Nieuwe september 2014 | 13 LSEnieuws zondag 21 september Openingsfeest LSEseizoen Onderweg met de LSE Aan het begin van het nieuwe seizoen, op zondag 21 september willen wij een Ekklesiastartfeest vieren. Het thema van het feest is ‘Onderweg’. 11.45: Viering Hooglandse kerk We beginnen met een viering in de Hooglandse kerk. Daar staan we stil bij de wijze waarop wij in ons leven onderweg zijn en onderweg willen zijn. Onderweg naar wie we zijn als mens. Onderweg als Ekklesiagemeenschap. Onderweg in onze wereld… ca 13.00 uur: Op weg naar Roomburg Na de viering gaan we dan letterlijk op weg met elkaar. Naar het archeologisch Park Matilo in de wijk Roomburg waar we samen gaan lunchen. ca. 13.30 uur: Gezamenlijke lunch Ook gedurende de rest van de middag komen de thema’s on derweg zijn, het schetsen van visioenen en het bouwend, zin gend en spelend verbeelden van onze wereld terug. Er is een programma voor kinderen van alle leeftijden en voor volwas senen. We hopen te gaan pioneren met scouts, we willen the 14 | Hooglandse Nieuwe september 2014 atersporten met Bette Westera, zingen met Wim de Ru en we gaan creatief aan de slag met Lidy van der Spek. Er is een speurtocht, een verzamelplakboek en nog meer. En natuurlijk is er tijd voor gezelligheid en ontmoeting. De feestelijk afsluiting is rond 16.30 uur. Om je op te geven, klik hier: Aanmelden openingsfeest Neem je iets mee voor de lunch? Pannenkoeken bijvoorbeeld, een hartige taart, pastasalade, lekkere broodjes, of ... Ook dat kun je op de lijst aangeven. Locatie: Scoutinggroep St. Jozef, Besjeslaan 2A, Leiden Parkeren: vanaf de Willem van der Madeweg (zie deze link). vieringen Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl OVERZICHT 7 september 14 september 21 september 28 september 5 oktober 12 oktober 19 oktober Prof. Christa Anbeek Prof. Johan Goud Christiane van den Berg Arent Weevers Rob van Waarde Henk Schouten nog onbekende politicus Opening academisch jaar (liturg: Christiane van den Berg) Videokunst I (liturg: Rob van Waarde) (studieweekend schola) Onderweg (daarna LSEfeest in Roomburg tot 16.30 uur) Videokunst II (liturg: Christiane van den Berg) Belijdenisdienst Diaconaatsdienst Preek van de leek (liturg: Christiane van den Berg) Oude en nieuwe profeten 26 oktober Maria Draaijers 2 november Japke van Malde 9 november Jan Delhaas 16 november Karin van den Broeke 23 november Rob van Waarde Cor van Bree Als deze Hooglandse Nieuwe ver schijnt (7 september), wordt het aca demisch jaar geopend door onze gastspreker Christa Anbeek. De schola is daarbij weer aanwezig. De vieringen van 14 en 28 september zullen aan de videokunst gewijd zijn. In de videokunst van kunstenaar en theoloog Arent Weevers gaan bezieling en kunst een nauwe relatie aan. Zijn videoinstallaties staan centraal in de beide Hooglandse Vieringen. Op zondag 14 september spreekt hoogle raar Johan Goud (Universiteit Utrecht) over de interactieve (dans)installatie Travelling of the Heart. Johan Goud heeft als leeropdracht ‘religie en zinge ving in literatuur en kunst’. Op zondag 28 september spreekt Arent Weevers zelf over zijn 3dinstallatie Embrace Me. Zijn werk vormt een zoektocht naar inspiratie, niet in eerste instantie met taal maar met behulp van beeld. Door visueel de existentiële ervaringen vorm te geven wordt de vraag naar ‘wat is heilig’ in het leven als vanzelf opgeroepen. Het werk wordt geëx poseerd in de Hooglandse kerk en is te zien op 13 en 14 september en op 27 september t/m 1 oktober (29 september gesloten). Voor filmpjes en informatie zie www.arentweevers.com. Op 21 september vindt het LSEstart feest plaats (zie de website voor meer informatie) met als thema ‘Onderweg’. Met de dienst van die zondag sluiten we daarbij aan. De drie volgende zondagen in oktober (5, 12 en 19) zijn themaloos. In de be lijdenisdienst van 5 oktober zal het studentenkoor uit Utrecht geheel of ten dele in onze dienst aanwezig zijn; op de 12e gaat op dezelfde manier onze eigen schola op bezoek in Utrecht. Eind oktober en in november zullen de diensten aan ‘Oude en nieuwe profeten’ gewijd zijn. Het vertrekpunt zal het boek van de joodse theoloogfilosoof rabbi Abraham Joshua Heschel (1907 1972) zijn. Hierin komt niet alleen het profetisch bewustzijn in zijn algemeenheid ter sprake maar ook in relatie tot een aantal concrete profeten. De bedoeling van de diensten is om telkens één profeet via Heschel en natuurlijk ook rechtstreeks aan het woord te laten en daarbij een overeen komende hedendaagse profetische figuur te zoeken. De eerste dienst zal waarschijnlijk aan Hosea en de tweede aan Micha gewijd zijn. Hooglandse Nieuwe september 2014 | 15 actief en informatief Elf procent van de Leidse kinderen groeit op in armoede Ingrid Verrijdt, de nieuwe voorzitter van de Stuugroep dia conie, in gesprek met haar voorgangster Wil Heesakkers over het diaconaal trio: Gerechtigheid, Verzoening, Barmhartigheid Ingrid Verrijdt “ INTERVIEW Gerechtigheid zie ik in termen van verdelende gerechtigheid. Dat wil zeggen dat ik eerder naar behoefte kijk, dan naar gelijke verdeling. Niet ieder een hoeft hetzelfde te krijgen, maar ie dereen moet naar behoefte krijgen. Voor sommigen is rechtvaardigheid hetzelfde als gelijkheid. Voor mij niet. Ik vind dat je anderen altijd rechtvaardig moet be handelen, maar zelf ga ik niet knokken voor rechtvaardigheid om de rechtvaar digheid als het een kleinigheid betreft. Zonde van de energie. Door het vertellen van oude verhalen en ze te vertalen naar deze tijd, kun je laten zien waar het in onze samenleving aan schort qua gerechtigheid. Ik denk dan aan bewijslast voor burgers in rechtszaken tegen de overheid. Of aan slechte arbeidsomstandigheden: de illegale arbeiders in de land en tuinbouw, de gedwongen prostituees, de arbeiders in de mondiale kledingindu strie. Bewustwording en kennisver spreiding horen voor mij bij het takenpakket van een kerk. Aandacht voor thema’s als consumentisme en mensenrechten ook. Verzoening Voor de kerk is er een taak om begrip te kweken voor alles wat anders is. Dus bij ouderen voor jongeren; bij vermogen den voor armen; bij gezonden voor zieken – en vice versa. Nadenken over wat je gemeen hebt is belangrijk, maar ook benoemen waarin je verschilt, want alleen dan voelen mensen zich echt gezien. Daarna kun je naar de onderlig gende gevoelens gaan en begrip probe ren te kweken. Kennis helpt: als ik weet hoe de vork in de steel zit, is het voor mij moeilijker om een lelijke houding te hebben tegenover iemand. Maar ge sprekken over wat scheidt en bindt zijn niet altijd mogelijk. De IS zal je geen kans geven; dat zijn geen praters. Met hen kan ik me weinig identificeren. In een strijd waarin burgers ontzien worden, kun je nog wel proberen begrip te kweken voor de vijand, maar als het ‘tegen allen’ is, dan tijdelijk niet. In zo’n geval vind ik het woord ver zoening niet op z’n plaats. Een mens is denk ik nooit door en door slecht. Op sommige vlakken is zo’n ISISman misschien een aardige kerel, maar som mige beweegredenen vind ik verwerpe lijk. Je kan een beetje hoop houden, dat het ooit anders kan zijn, maar ik blijf voorzichtig. Barmhartigheid Elf procent van de Leidse kinderen groeit op in armoede en dat heeft grote invloed op hun leven en kansen. Dat is de stille onderkant, waar je weinig van hoort. Veertig procent van de huis houdens heeft financiële problemen, dus ook onder Ekklesiagangers moeten die problemen er zijn. Ik heb voorgangers er wel op aangesproken dat ze niet in de wijvorm spreken, als ze het eigenlijk 16 | Hooglandse Nieuwe september 2014 hebben over het gegoede deel van de Ekklesia. Diaconie zie ik als lastgeving, als een bepaalde opdracht. Die opdracht kan ingevuld worden al naar gelang de tijdsgeest. In het begin van onze jaartelling was dat de zorg voor wedu wen en wezen. Er was toen geen over heid. Wij zitten nu met een terugtrekkende overheid. Er is een tan go gaande tussen de kerk, hulporgani saties en de overheid. Hoewel het niet de bedoeling is dat je als kerk politiek stelling neemt, drijft de kerk door de participatiewet wel richting politiek. Je zou kunnen zeggen dat de kerk haar pijlen moet richten op welzijn en nood hulp, maar niet op zorg. Structurele hulp ligt op het bordje van de gemeente. Noodhulp zou wel een taak van de kerkgemeenschap kunnen zijn en is dat feitelijk ook al. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat bij het keukentafelgesprek wordt gezegd: “Oh, u bent lid van de Ekklesia 3 uur minder hulp.” Het ge sprek over de rol van de Ekklesia in het licht van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, zou ik graag in gang willen krijgen." Wil Heesakkers heeft de voorzitters hamer van de Stuurgroep Diaconie overgedragen aan Ingrid Verrijdt. Wil Heesakkers blijft nog actief bin nen de Stuurgroep en is te benaderen voor individuele hulpverlening. actief en informatief Studentenwerk Diner pensant Socrates071 Het tweede diner pensant van Socra tes071 vlak voor de zomer werd ingeleid door Ruard Ganzevoort, hoogleraar theologie en Eerste Kamer lid. Is je studie of je werk een roeping of een beroep? Werk kan een manier zijn om van betekenis te zijn voor ande ren. Maar is dit misschien niet ook een luxe vraag: moet je niet blij zijn dat je werk hebt en er geld binnenkomt? Studenten en young professionals wis selden hun dilemma's uit om ant woorden te vinden. Socrates071 is een samenwerking tussen Marekerk, Bin nenstadsgemeente en Ekklesia. Elcid De Elcidweek levert de eerstejaars veel nieuwe indrukken op. Elke vereniging, van studentenvereniging tot vrijwilli gersclub, wil je binnenhalen. Momen ten waarop er interesse is in jou als eerstejaars zijn schaars. Op Rapenburg 100 tijdens onze maaltijden voor de studenten creëren we vooral rust en re lativerende humor. Vaak komt dan de vraag vanzelf: wat doen jullie eigenlijk? Op stukken cake door een van de gouden vrijwilligsters gebakken prij ken stellingen als 'de mens is van nature goed', en 'er is meer buiten dit heelal' of niet? Voor veel studenten op de in formatiemarkt een prikkelende aanlei ding om zich uit te spreken en in gesprek te gaan. Videokunst September is traditioneel een maand waarin kunst en cultuur centraal staan. Dat kunst de kwetsbaarheid van het leven op een spirituele manier kan to nen blijkt uit de videokunst van kunste naar en studentenpredikant Arent Weevers. In twee weekends kunt u ex posities bekijken in de Hooglandse kerk: 13 en 14 september en 27 en 28 september. De vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia (14 en 28 septem ber) en Binnenstadsgemeente (op 28 september) staan eveneens in het teken van dit inspirerende werk. Rob van Waarde, studentenpastor Geloofsverandering, het persoonlijke verhaal Nu alvast een aankondiging van de nieuwe serie op drie maandagavonden in november. Drie bekende voorgangers vertellen het persoonlijk verhaal van de verandering in hun geloof. Op 3 november doet Klaas Hendrikse dat, op 10 november Huub Oosterhuis en op 24 november Carel ter Linden. Na ieders persoonlijke verhaal gaat Ronald Meester daarover met hen in gesprek. Alle bijeenkomsten vinden plaats in het BonaventuraCollege aan de Burggravenlaan, ingang Kernstraat, open vanaf 19.45 uur. In de Hooglandse Nieuwe van 2 no vember leest u meer bijzonderheden over deze avonden. Literatuurgroep Komend najaar bespreken we de volgende romans: wo 10 september wo 29 oktoger wo 26 november A.F.TH. v.d. Heijden De Helleveeg Jan Brokken Baltische zielen Griet op de Beek Vele hemels boven de zevende Rapenburg 100, 20.00 uur. Belangstellenden zijn welkom; opgeven bij: Anne Davidse, 0715175255 [email protected] Hooglandse Nieuwe september 2014 | 17 actief en informatief Achter het nieuws, voorbij de muren De afscheidingsmuur nabij het Sumud House van het Arab Educational Institute in Bethlehem Naast alle ellende in Oekraïne, Syrië, Irak en WestAfrika speel de deze zomer het opgelopen conflict tussen Israël en Hamas een grote rol in het nieuws. Een conflict dat niet alleen plaats heeft in Israël of Gaza zelf, maar ook in Nederland zijn weerslag vindt. Demonstraties voor de rechten van de Palestijnen, vlag gen van beide zijden hangend aan Amsterdamse balkons, maar helaas ook een oplevend antisemitisme zijn voorbeelden daarvan. Ondertussen is elke discussie over het onderwerp lastig. Al gauw worden de verba le stellingen betrokken en vindt een wederzijds spervuur van me ningen, feiten, ervaringen en ob servaties plaats waardoor het voor de toeschouwer of nieuws consument lastig kan zijn om on derscheid te maken en zelf een oordeel te vormen. ren‘ bood die gelegenheid. Natuurlijk hebben we de Geboortekerk, de Grot van Machpela met synagoge en moskee van Abraham, Klaagmuur, Heilig Graf kerk, Olijfberg, Meer van Galilea en het pittoreske centrum van Akko bezocht, maar de nadruk van de reis lag op de ontmoetingen die we hebben gehad met de mensen. Mensen die leven temidden van het conflict, die dagelijks te maken hebben met hekken, slagbomen, check points, het gevaar van ontruimingen en Sebastiaan Ruinard de beperkingen van het leven onder bezetting. Maar ook mensen die verlan n maart van dit jaar heb ik een reis gen naar vrede, die willen dat hun gemaakt naar Israël en Palestina kinderen veilig kunnen opgroeien met die de mogelijkheid bood wat zicht op een toekomst zonder haat en meer achtergrond te ervaren bij het con geweld. flict dat nu al zo lang speelt. Niet dat dat voor mij de enige reden was om de Tijdens het eerste gedeelte van de reis reis te maken; ik wilde al een tijdje naar werden we ondergebracht bij Palestijn het land toe, alleen niet als ‘gewone se gastgezinnen in Bethlehem, alleen toerist’, die over het algemeen de histo dat was al een heel bijzondere ervaring, rische, culturele en natuurlijke hoogte om van onze gastheren en gastvrouwen punten bezoekt, maar sociale kwesties zelf te horen welke rol het conflict in verder laat voor wat ze zijn. De door hun leven speelt maar ook hoe dat leven Nes Ammim in Israël en het Arab er verder uitziet. Van de verschillende Educational Institute in Bethlehem organisaties en plekken die we bezocht (Palestijnse Autoriteit) georganiseerde hebben, zoals het Arab Educational In reis ‘Achter het nieuws, voorbij de mu stitute, het vluchtelingenkamp Aida en I 18 | Hooglandse Nieuwe september 2014 actief en informatief Feddema actueel Brandhaarden, geen paniek Een muurschildering op de afscheidingsmuur in Bethlehem de afscheidingsmuur in Bethle hem, de binnenstad van Hebron, het dorp AtTuwani in de heuvels ten zuiden van Hebron, de Tent of Nations, Sabeel, Rabbis for Hu man Rights en Neve Daniel maak ten vooral AtTuwani en de Tent of Nations veel indruk door de verhalen van onrecht en onder drukking, maar ook ons gesprek met een Joodse kolonist in Neve Daniel, die juist onverzettelijk zijn rechten verdedigde. De nadruk in het tweede gedeelte van de reis lag meer op de sociale situatie in de Israëlische maat schappij. Niet alleen de verhou ding tussen Joden en Palestijnen, maar ook die met de Druzen en die tussen de verschillende Joodse tradities, oude en nieuwe immi granten. Van de sociale protestbe weging (de Israëlische versie van Occupy), BINA (Seculiere Yes hiva), een stedelijke kibboets en de Socialistisch Zionistisch Cultu rele Jeugdbeweging Habonim Dror tot een Palestijns gemeenteraadslid in Nazareth en de Palestijnse mensenrechtenor ganisatie Mossawa. Omdat we het tweede deel van de reis in Nes Ammim verbleven, kwam ook de bijzondere positie van deze NederlandsDuitse christelijke kibboets in het noorden van Israël en de mogelijkheden die dat biedt om een rol te spelen in de dialoog tussen Palestijnen en Joden aan de orde. Al met al een zeer leerzame reis die het voor mij niet altijd ge makkelijker heeft gemaakt wie of wat in het conflict goed of fout is, maar juist de mogelijkheid heeft geboden om nuanceringen aan te brengen. En hoewel ik niet denk dat het conflict snel ten einde zal zijn heb ik genoeg verhalen ge hoord die me hoopvol stemmen dat het er ooit wel van zal komen. In november 2014 en januari 2015 zijn er weer reizen gepland. Bij interesse kunt u contact opnemen met Maaike Hoffer via [email protected]. De IsraëlischPalestijnse tragedie, ‘de moeder van alle conflicten’ in het middenoosten, lijkt een ‘never ending story’. Om moe van te worden, ware het niet dat het nu in Gaza weer veel mensenlevens kost. Dit omdat Gaza (ooit) slechts halfhartig auto nomie kreeg, al maakt ook Hamas de nodige fouten. De tweede brandhaard lijkt een laatste be drijf in de fatale vergissing van Bush en Blair (2003) om ‘van Irak met geweld een democratie te maken’. Dit ook nog in strijd met de internationale rechtsorde, wat bovendien 660.000 Irakezen en 5.000 Amerikanen het leven kostte. Het saldo was:1) opkomst van de er tot dan onbekende Al Kaeda, 2) vervreemding tussen de drie hoofdgroe pen en 3) een semidictatuur onder Maliki. Het zo veelste bewijs, dat westerse militaire interventie averechts werkt. Tot overmaat van ramp is er in Irak nu de opmars van IS, die angst en slachtpartij en onder religieuze minderheden in de bergen ver oorzaakt. Gelukkig krijgen de laatsten nu hulp en is Maliki vervangen als premier. Het tij zal spoedig keren, ook omdat de Koerden een weerbare macht blijken om de opmars van IS te stoppen. In een Pa roolartikel van 22 juni schreef ik dat Isis ‘aan fa natisme ten onder zal gaan’, ook door interne ruzies, wat Arnold Karskens nu ook zegt in TPO Magazine van 15 augustus. Voor ons in het Westen lijkt overdreven angst hoe dan ook een slechte raadgever. Dit geldt ook voor de situatie in de Oekraïne, de derde brandhaard. Niet dat die totaal ongevaarlijk is, maar van een tweede Koude oor log, vergelijkbaar met de eerste waarbij twee nucleaire grootmachten onverzoenlijk tegenover elkaar stonden, is geen sprake. Rusland moet Oek raïne’s onafhankelijkheid respecteren, maar in Oekraïne en (voorheen) in het Westen worden in deze ook fouten gemaakt. Ik ben niet zo voor sanc ties, omdat ze al gauw polarisatie oproepen. Ge lukkig blijft via de VN en de OVSE het gesprek tussen de partijen gaande. De drie brandhaarden geven zeker negatieve energie. Maar ze zijn in mijn optiek geen reden voor paniek. Hans Feddema Hooglandse Nieuwe september 2014 | 19 actief en informatief Spiritueel Café over taal op 7 september in Het Kruispunt, Voorschoten Op zondag 7 september aanstaande is er in Het Kruispunt een bijeenkomst van het Spiritueel Café over het thema “Taal: haar kracht en te genkracht. – Beschroomd spreken over spiri tualiteit”. Met taal kunnen we onze spiritualiteit uitdrukken. Daarmee betreedt de taal het gebied van het ongrijpbare. In zijn bij drage aan het Spiritueel Café zal advocaat en schrijver Kees van Oosten dieper op deze thematiek ingaan. Met taal drukken wij gedachten uit, in taal drukken wij uit hoe wij onze werkelijkheid zien en ervaren. Taal is het voertuig van de geest. En daarom een goed onderwerp voor het Spiritueel Café. Datum en tijdstip: zondag 7 september 2014, aanvang 20 uur (zaal open 19.30 uur). Plaats: Het Kruispunt, Schoolstraat 2, Voorschoten. De toegang is gratis, iedereen is welkom. Het Spiritueel Café is een plek van ontmoeting op het grens gebied van religie en cultuur. Een plek waar ruimte is voor verschillende vormen van gel oven, beleven en spiritualiteit. Oikocredit helpt boeren in ontwikkelingslanden een beter bestaan op te bouwen Celoso Jallasa Choque uit Bolivia boekt veel vooruitgang nu hij zijn land met een tractor bewerkt. Die kon hij kopen met een microkrediet. DE CHEMIE VAN DE ZIEL De oudste geleerden al dachten dat wij worden bewoond door de ziel ergens moest ons lichaam zijn wat het was maar dat tegelijkertijd ook niet zijn iets onvoorstelbaar anders harde wetenschap heeft nu laten zien dat dit inderdaad zo is met de mooiste machines is er gekeken waar en wanneer onze moleculen veranderen in zoiets vluchtigs als bijvoorbeeld een gelukkige herinnering en waar en wanneer die herinnering weer in de moleculen verdwijnt op dezelfde plek op hetzelfde moment en jawel: de beeldschermen bleven leeg en de printers zwegen – duidelijker bewijs is er niet. Rutger Kopland, uit: Over het verlangen naar een sigaret, G.A. van Oorschot, Amsterdam 2001 20 | Hooglandse Nieuwe september 2014 Op de onherbergzame hoogvlaktes van Bolivia hoeden herders hun lama’s en verbouwen boeren quinoa, een graansoort die gebruikt wordt voor pasta, brood en bier. Celoso Jallasa Choque is zo’n quinoaboer. Hij leerde het vak van zijn vader. Trouwde met Julia en kreeg met haar negen kinderen. Nu stopt hij al zijn energie in het laten groeien van zijn boerenbedrijf. Dat betekent acht maanden per jaar de grond omploegen, zaaien, onkruid wieden, oogsten en graan zeven. Aanvankelijk deed hij alles met de hand. Maar op 3800 meter hoogte is lichamelijke inspanning bijzonder zwaar. Dus leende Celoso twee jaar geleden 10.000 dollar om een tractor te kopen, een lening die hij in vier jaar afbetaalt. “Het werk is een stuk makkelijker geworden, waardoor ik veel vooruitgang heb kunnen boeken”, zegt Celoso. “En we verdienen nu genoeg geld om al onze kinderen naar school sturen.” Waar Celoso zijn land bewerkt wonen nog ruim vijfhonderd boeren die net als hij met microkrediet hun bedrijf hebben kunnen opbouwen en uitbreiden, waardoor de hele streek tot bloei komt. Oikocredit vecht al bijna 40 jaar tegen armoede. Het belangrijkste wapen? Microkrediet. Het kapitaal komt via een breed netwerk van lokale microfinancieringsinstellingen over de hele wereld terecht bij mensen die daarmee hun levensomstandigheden kunnen verbeteren. Geld lenen zorgt voor zelfvertrouwen, gelijkwaardige relaties en economische groei. Anders dan geefgeld, wordt leengeld steeds opnieuw uitgeleend: zo kunnen veel meer mensen geholpen worden. Ga voor meer informatie naar www.oikocredit.nl of naar Coen Zuidema [email protected] 0172 – 444 940 actief en informatief Het nieuwe orgel in de Hooglandse kerk Steun de restauratie van de speeltafel door bij het Rabobankwensenfonds op SCOL te stemmen! Kan het Willisorgel in 2015 gebruiksklaar zijn? De Stichting Cathedral Organ Leiden (SCOL) dingt als een van de genomineerden mee naar een mooie som gelds uit het Rabobank Wensen fonds. Bij genoeg publieksstemmen kunnen we hiermee de historische speeltafel van ons Engelse kathedraal orgel restaureren. Helpt u mee om deze buit binnen te slepen? Dit is onze kans om een spectaculair deel van het Willisorgel in de Hoog landse kerk te realiseren. De speeltafel die SCOL voor ogen heeft, staat op de kerkvloer en toont het orgel in volle ac tie. Niets leuker dan de organist alle klavieren, het pedaal en de vele registers te zien bedienen en om zo’n machtig instrument tot klinken te zien komen. Niet alleen voor luisteraars, maar ook voor andere musici is een dergelijke speeltafel een aanwinst, want uitermate handig bij het samenspel met koren, solisten en zelfs een compleet symfonieorkest. Ook voor het muziek onderwijs van basisschool tot conservatoriumniveau is een zichtbare speeltafel heel instructief. Restauratie speeltafel Bij de restauratie van de speeltafel staat het behoud van de historische waarde voorop. Een blik op de klavieren maakt duidelijk dat ze sinds 1892 in bedrijf zijn. Uit de afgesleten toetsen valt zelfs af te leiden welke toonsoorten de afge lopen 122 jaar het meest werden ge bruikt. Ingebruikname in 2015 Speeltafel en orgel kunnen in 2015 in de Hooglandse kerk staan: een bijzon der jaar, omdat de kerk dan 700 jaar be staat. We hopen van harte dit jubileum extra feestelijk te kunnen vieren wan neer de grootste orgelpijpen van Neder land tot klinken worden gebracht vanaf een gerestaureerde speeltafel op kerk vloerniveau. Stem op het Rabobankwensenfonds! Tot en met 12 oktober kunnen de in woners van Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest één stem per emailadres uitbrengen op de wensen die voor het fonds zijn genomineerd door de Rabo bank LeidenKatwijk. U doet dit via de website: https://www.rabobankwensen fonds.nl/stemmen/cultuuren muziek. Stichting Cathedral Organ Leiden be dankt u alvast hartelijk voor uw steun. Misschien kunt u ook anderen enthou siast maken om op ons te stemmen. Met vriendelijke groet, Eric Brons, secretaris Hooglandse Nieuwe september 2014 | 21 varia Wie is dit? Hooglandse Nieuwe Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur? Geef het op bij de redactie: [email protected] Bij voldoende belangstelling or ganiseren wij dan een korte bij eenkomst na een zondagse dienst. Dit moet Cor van Bree zijn (zie pagina 11). Mis! Het is zijn jongere broer, eveneens een emeritus hoogleraar (biologie). Het volgende nummer van Hooglandse Nieuwe komt uit op 2 november met het thema: De oude leraar Evolutie Als hij zijn laatst "begrijp je?" heeft gezegd, Laat hij zijn oog langs onze hoofden dwalen En zit dan als een van ons in het lokaal en Ieder probleem schijnt helder en beslecht. Dan wordt het stiller en gaat hij oprecht De dromen van zijn eigen jeugd verhalen, En wordt zó een met onze idealen Als met een som die hij heeft uitgelegd. Tot één vraagt en wij allen schrikken even : "Waarom bent u er dan niet bij gebleven?" Dan komt er afstand, en hij glimlacht stil Een verre glimlach, of hij zeggen wil: "Ach, dát juist kan ik je niet doen begrijpen Omdat je daarvoor groeien moet, en rijpen." Het is al een oud discussiethema: geloof en evolutie. De VUhoog leraar Jan Lever bracht het onder woorden in zijn boek "Creatie en evolutie" (1956). Ronald Meester heeft over dit thema diverse arti kelen en boeken geschreven. In de LSEdebatavond van 2 april in het Academiegebouw kwam het ook aan de orde. Maar je kunt het thema ook ruimer zien: de evolutie van de mens, de economie, de mode, de techniek, het denken, het eten, etc. Schrijf mee over Muus Jacobse (19091972) uit: Het bescheiden deel (1941) Evolutie Hebt u onze diensten al eens beluisterd op kerkomroep.nl? Op de site intypen: plaatsnaam: Leiden, daarna: Hooglandse kerk, dienst 11.45 uur. Luidsprekers aanzetten. 22 | Hooglandse Nieuwe september 2014 in maximaal 600 woorden Kopij uiterlijk op zondag 19 oktober insturen naar: [email protected] kinderpagina Leren doe je alleen op school… of toch niet? Een verhaaltje Bep van Houten hard schrobben op een wasbord. Elektriciteit was er ook nog niet. Oma‛s vader stierf door een ongeluk Er was eens een klein meisje, zo‛n vijftig jaar geletoen ze zes jaar was en haar moeder moest toen de den, ze heette Lieske. Ze woonde samen met haar kost gaan verdienen voor zichzelf en haar zes jonge ouders, broers en oma in een groot huis. Oma was kinderen met wassen voor andere mensen. Want niet meer zo erg fit en kwam bij haar dochter inwogoede sociale wetten, die zorgden dat een weduwe en nen toen haar man was gestorven. Inwonen was haar kinderen niet arm achterbleven als een vader vijftig jaar geleden heel gewoon. Lieske was drie jaar stierf waren er nog niet. Die kwamen later pas. toen oma in huis kwam. Eerst vond ze die wat strenge Lieske dacht bij zichzelf dat ze toch wel erg blij was oude vrouw met haar donkere kleren best een beetje met alle leuke lampjes en warm water in huis. En dat eng. Maar oma had vaak een lekker koekje voor haar, het erg stom was dat er toen nog geen wet was om of een stukje tomaat. Eigenlijk was ze wel lief. arme, zieke en oude mensen te beschermen. Lieske begon oma te vertrouwen. Soms oma deed Soms leerde oma wat nieuws van haar kleinkinderen. spelletjes met Lieske. Touwtje overnemen en een kop Toen Lieske ‘s oudste broer had leren bridgen in de en schotel maken. Daar had mama vaak geen tijd bridgeclub van school deed de hele familie mee. Maar voor. oma en Lieske vonden het wel erg moeilijk. Oma deed Oma wilde nog graag wat betekenen voor haar haar best, maar oude mensen leren niet meer zo snel dochters gezin, ook al was ze niet zo gezond meer. iets nieuws. Hun lichaam beweegt langzamer en hun Dus deed ze wat ze nog wèl kon: mooie kleedjes geest ook. Soms leek het wel of oma‛s hoofd een haken en truien breien. Lieske keek mee, hielp oma rommelzolder was met allemaal herinneringen. De oude wol te wassen en om een stoel te drogen handingen uit haar jeugd lagen bovenop. En wat net gegen. En er een mooie bol van opwinden met een kuilbeurd was onderop de stapel. Lieske vond dat heel tje in het midden. Voor ze het wist kon ze zelf ook gewoon. Zo was oma nou eenmaal en niet anders. een beetje breien en naaien. Door te kijken en mee Maar toen Lieske groter werd merkte ze dat het te doen. Oma had zelf graag naaister willen worden. voor haar makkelijker was dan voor andere mensen Maar daar was thuis haast geen geld voor. Ze was om met oude mensen om te gaan. Door oma. dienstmeisje geworden toen ze veertien was. Dat Oma hielp haar dochter ook met koken. Natuurlijk had ze zelf besloten. Liever een klein beetje geld indeed Lieske mee. Erwtjes dopbrengen en daarmee haar moeder helpen dan geld pen en pudding voor zondag makosten. Ook al viel het haar niet mee om tweede belken. Als alle puddingvormpjes vol lenmeisje en later kindermeisje te zijn bij een rijke waren mocht zij de pan met bankiersfamilie. Op die beslissing was ze nog steeds warme custardpudding uitlikken. trots, in haar 75ste jaar. Ze had zichzelf zo goed Lekker! Zaterdag was voor mogelijk naaien en breien geleerd in haar vrije tijd. Lieske puddingdag. Lieske leerde van oma eieren Lieske vond het zielig voor oma dat ze nooit een leuk bakken. Rustig aan, niet met vol gas er onder. Want beroep had gehad. Het was toch veel beter om naar dan brandde het ei aan, werd zwart en heel vies. school te kunnen gaan en een vak te leren waar je En uiteindelijk na negentien jaar wonen bij Lieske ‛s echt van hield en waar je goed van kon leven? familie zei oma in een winter: “Kind, ik groei naar de Oma hield van vertellen aarde”. En inderdaad, ze werd steeds krommer en over vroeger toen ze zelf zwakker. Na een paar maanden stierf ze rustig in jong was. Rond 1900 in Rothaar slaap. Ze werd 87 jaar oud en ze had alle kleinterdam. En Lieske luisterde kinderen groot zien worden. Lieske had verdriet, graag naar oma‛s herinmaar wist dat het zo goed was. Dat ze oma niet zou neringen: Hoe er alleen warm vergeten. Dat oma, door alles wat ze was geweest, in water en ijs te krijgen was Lieske ‘s leven zou doorleven. In Lieske ‘s keuze voor bij de waterstoker. Om de een opleiding voor een vak waar ze van hield. In haar was te kunnen doen moest je handwerkhobby. Ze stemt als er verkiezingen zijn op daar emmers heet water een partij die opkomt voor arme mensen. En haar gaan halen. En dan zelf héél gebakken eieren zijn geel met wit en héél erg lekker. Hooglandse Nieuwe september 2014 | 23
© Copyright 2024 ExpyDoc