Hooglandse Nieuwe, september 2014

Hooglandse Nieuwe
informatieblad voor alle geïnteresseerden
rondom de Hooglandse Vieringen van de
Leidse Studenten Ekklesia
tiende jaargang, nr. 4
september 2014
€ 2 (gratis voor leden)
Geleerd...
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
1
10e jaargang, nummer 4, september 2014
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
In dit nummer over
Rapenburg 100
2311 GA Leiden
071 - 513 4558
[email protected]
www.ekklesialeiden.nl
www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle
geïnteresseerden rondom de Hooglandse
Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia.
Het verschijnt zes maal per jaar.
Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine van
Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa,
Jan Slotboom, Myranda Wilbrink
Opmaak Jan Slotboom
Kleurenversie downloaden
www.ekklesialeiden.nl
Abonnement € 20 per jaar
Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat
Kopij voor het nummer van 2 november met het
thema 'Evolutie' uiterlijk op zondag
19 oktober 2014 sturen naar: [email protected]
PASTORES
Rob van Waarde, studentenpastor (PKN)
06­41935997, [email protected]
Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman),
06­53583081, [email protected]
Christiane van den Berg­Seiffert
participantenpastor (PKN), 071­5125137
[email protected]
Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected]
071­5218723
Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected]
071­5224801
Christiane Berkvens­Stevelinck, academie­
predikante (Rem.), [email protected]
010­2298774, www.moederoverste.nl
VERENIGING LSE
Zie: www.ekklesialeiden.nl
Dagelijks bestuur:
­ Amos Kater, [email protected]
­ Marga Bakker,
vice­[email protected]
­ Wim Schouten, [email protected]
­ Diederik van Essel,
[email protected]
REKENINGNUMMERS
NL66 INGB 00048 1929 Vereniging LSE
­ voor alle vrijwillige bijdragen
­ voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50) per
jaar
NL42 INGB 00033 1366 Stichting Diaconaal
Fonds Hulpverlening LSE voor alle diaconale
giften.
Beide rechtspersonen zijn erkend
door de fiscus.
Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe september 2014
Geleerd
3 Redactioneel
­ Wim Schouten
4 Wie is geleerd?
­ Herman van Bemmel
5 Non scholae sed vitae discimus
­ Jenneke van der Wal
6 Geleerd
­ Christiane Berkvens­Stevelinck
7 Leren, wat kan, wat mag, wat te doen
­ Dirk Roekaerts
8 Uitgeleerd?
­ Reinier Lagerwerf
9 Wat heb ik geleerd in mijn studententijd?
­ Jonathan Leenman
10 Jong geleerd ­ oud gedaan?
­ Rob van den Boom
11 Taalgeleerd
­ Cor van Bree
12 Nooit te oud...
­ interview: Monique van der Gaag
13 In de boeken bladeren en lezen
­ Jenneke van der Wal
en verder
14 LSE­mededelingen
­ openingsfeest 21 september
15 ­ overzicht Hooglandse Vieringen
16 Actief en informatief
­ wisseling voorzitter Stuurgroep Diaconie
17 ­ studentenwerk
­ nieuwe maandagavondserie november
­ literatuurgroep
18 Achter het nieuws, voorbij de muren
­ Sebastiaan Ruinard
19 Feddema actueel
20 ­ Spiritueel café Voorschoten 7 september
­ Oikokrediet
21 ­ Steun het nieuwe orgel in de Hooglandse kerk!
22 Varia
23 Kinderpagina
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
onder het besturingssysteem UBUNTU
redactioneel
Bij de voorplaat
Op de gravure hiernaast uit ca. 1750 is afgebeeld de Herberg 'De Ge­
leerde Man' aan de Herenweg (nu: Zwarteweg/Rijksstraatweg) te Ben­
nebroek. Op de zijgevel (nu restaurant 'Zen') is nog steeds een meer
dan manshoge afbeelding te zien van een man met een ‘leer’ aan z’n
schouder (zie de voorplaat). Omstreeks 1800 kon de passant bij het
uithangbord de volgende opwekking lezen:
“De Geleerde Man die gy hier siet
Die kan U niet vermaacken.
Maar kom eens in, en proef myn drank,
Die sal u beter smaacken.”
Geleerd
Wim Schouten
E
en kwart van de hoger opge­
leide werkenden heeft een
baan op middelbaar of lager
niveau. Aan de andere kant wordt een
op de vijf banen op de hogere beroeps­
niveaus bezet door mensen met ten
hoogste een middelbaar diploma.
Trouwens, van het ongeschoolde werk
wordt bijna de helft verricht door men­
sen die doorgeleerd hebben.
Deze uit mijn beroepsdeformatie
voortkomende cijfermatige binnen­
komer maakt duidelijk dat het al dan
niet behalen van een diploma in de
huidige maatschappij belangrijk, maar
niet doorslaggevend is voor succes in
het werk. Laat staan voor succes in het
leven. Dat heeft te maken met zaken
als niet arbeidsmarktconforme studie­
keuzes en laagconjunctuur, maar ook
met het verschil tussen, om het maar
eens simpel te zeggen, boekenwijsheid
en levenswijsheid. Die twee vallen niet
per definitie samen. Als ik er één zou
moeten kiezen, dan maar die levens­
wijsheid net als de oma van Lieske op
de kinderpagina. Het mooiste is
natuurlijk om over beide vormen van
wijsheid te beschikken. Ze vullen
elkaar aan en ze versterken elkaar.
Over hoe dat gaat, schrijft de woord­
spelige Cor van Bree. De leerschool
van het leven en die van het onderwijs
staan ook centraal in de bijdrage van
Rob van den Boom. Bij die van het
leven stelt hij de verwondering
centraal. Bij die van het onderwijs de
vraag 'waartoe'. 'Waartoe' is ook een
belangrijke vraag voor Dirk Roekaerts.
Wordt die nieuwe raketbrandstof ge­
bruikt om een vliegtuig neer te halen,
of om het heelal te doorgronden? Jen­
neke van der Wal zet boven een van
haar bijdragen aan dit nummer, dat we
niet voor de school maar voor het
leven leren. Wie getraind is in een we­
tenschappelijke, onderzoekende hou­
ding zou eerder meer dan minder open
moeten kunnen staan voor de diepere
'waartoe'­vragen rond ons bestaan.
Wellicht is de arrogante wetenschapper
die dat ontkent wel het mikpunt van
Jezus in zijn door Herman van Bem­
mel aangehaalde uitspraak: “zalig de
armen van geest, want aan hen behoort
het rijk der hemelen”. Reinier Lager­
werf heeft dat begrepen. Hij schrijft dat
hij nu, aan het eind van zijn studie,
minder weet dan toen hij ermee begon.
Hij heeft ongetwijfeld nu meer weet­
jes, maar veel van wat hij voor­dien
wist is nu van een vraagteken voorzien.
Ook aan hem behoort dus het rijk der
hemelen. Het zelfde geldt voor Jona­
than Leenman, die in zijn Bubertät
leerde zich open te stellen voor een an­
dere kijk op de wereld dan de zijne.
Leren van het leven is de kern van de
bijdragen van Monique van der Gaag
en Sebastiaan Ruinard. Monique be­
schrijft hoe twee oudere dames al
doende leren acteren, en vooral leren te
durven. Zoals mijn vijfjarige klein­
dochter ooit sprak: “oma, van proberen
kun je leren hoor!” Sebastiaan Ruinard
leerde door een confrontatie met de
werkelijkheid in Israël, dat er in een
conflict geen sprake is van een slechte
en een goede. Hij vond het levende
leven waar Louwrens Hessel over dicht
bij Palestijnen en kolonisten, in bezette
gebieden en in kibboetsen.
In de bijdrage van Christiane Berk­
vens staat het universitaire leren
centraal. De samenleving stelt mensen
in staat om te leren, en mag verwach­
ten dat de aldus gevormde geleerden
hun opgedane talenten op een ver­
antwoorde manier inzetten ten bate van
die samenleving. Daar moet je dan wel
de kans voor krijgen. Aan de 25 pro­
cent hoger opgeleiden uit het begin van
dit redactioneel dus de opdracht om,
als het niet in hun beroep kan dan maar
op een andere manier, hetgeen ze ge­
leerd hebben in te zetten ten bate van
de samenleving. En aan de 75 procent
die wel een passende baan vond, om
daar dankbaar en blij mee te zijn, ervan
te maken wat men kan, en niet te ver­
geten dat een opleiding niet meer dan
een startmotor is. Daarna heb je een
andere aandrijving nodig om een
zinvolle reis langs je levenspad af te
leggen. Wellicht kan de door een ano­
nieme ekklesiaganger genoemde adem
van muzen en engelen daartoe dienen.
De redactie van dit blad hoopt u met
dit nummer weer een leerzaam uurtje
bezorgd te hebben.
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
3
geleerd
We hebben allemaal van alles geleerd. We hebben
leren praten, lopen, spelen. En we hebben kennis
vergaard, een vak geleerd. Vreemd eigenlijk dat we
desondanks bij het woordje ‘geleerd’ toch vooral
moeten denken aan mensen (m/v) die veel gestu­
deerd hebben en veel wetenschappelijke kennis
hebben vergaard. De populaire karikatuur van een
geleerde is een kamergeleerde, wel heel knap maar
toch ook behoorlijk wereldvreemd. Boordevol theo­
retische kennis, maar in de praktijk heb je daar niet
zoveel aan.
Wie is geleerd?
Herman van Bemmel
H
et is een hardnekkig misver­
stand dat geleerdheid in de
zin van ‘beschikken over veel
theoretische kennis’ altijd op gespannen
voet zou staan met de praktijk. Het is
zelfs omgekeerd: niets is zo praktisch
als een goede theorie. Een goede the­
orie is namelijk gesystematiseerde en
goed doordachte praktijkervaring in een
stileerde vorm.
Vervolgens is het de vraag aan welke
soort wetenschappelijke kennis mens en
samenleving behoefte hebben. Voor de
meeste bèta­ en gamma­wetenschappen
is dat wel duidelijk: biowetenschappen
zijn onontbeerlijk om te zorgen voor
goede geneeskundige hulp, voor de
productie en bewerking van ons voed­
sel; technische wetenschappen hebben
geleid tot ontelbare toepassingen die
ons leven veraangenamen. De samen­
leving functioneert beter naarmate we
een beter inzicht hebben in de wijze
waarop mens en samenleving zich in
zeer uiteenlopende situaties gedragen.
Maar wat moeten we denken bij de eni­
ge twee disciplines die met ‘geleerd­
heid’ worden aangeduid: de
rechtsgeleerdheid en de Godgeleerd­
heid?
Rechtsgeleerd
Levert een betere kennis van het recht
(wetgeving, jurisprudentie) tot een
rechtvaardiger samenleving? Het ant­
woord is niet zonder meer bevestigend.
Soms kun je zelfs het omgekeerde be­
weren: hoe beter je thuis bent in bij­
voorbeeld de fiscale wetgeving, hoe
groter het vermogen om ‘de randen van
de wet’ op te zoeken en ongezien te
overschrijden.
Cruciaal voor een goed begrip van de
aard van het recht is het begrip ‘rechts­
vinding’. Een goed jurist is niet zozeer
iemand die veel kennis heeft verworven
van het recht, maar veeleer iemand die
de kunst verstaat om het goede te vin­
den in elke concrete situatie opnieuw.
Ars aequi, de kunst om ieder het zijne te
geven, dat is de kern van de rechtsge­
leerdheid.
Godgeleerd
Deze typering van de aard van de
rechtsgeleerdheid en van de goede jurist
is eenvoudig en overzichtelijk verge­
leken met die van de Godgeleerdheid en
de theoloog. Godgeleerdheid, het woord
alleen al roept tal van vragen op. Is het
überhaupt mogelijk om wetenschappe­
lijke kennis te vergaren over God? Het
antwoord op deze cruciale vraag hangt
in hoge mate af van het godsbeeld van
de wetenschapper. Anselmus van
Canterbury (1033­1109) en Thomas van
Aquino (1224­1774) beweerden dat zij
beschikten over Godsbewijzen. Voor
zover mij bekend zijn er nu nog maar
weinig mensen die zich door die gods­
bewijzen hebben laten overtuigen. Zon­
der ‘harde’ bewijzen is het bestaan van
God, wetenschappelijk gezien, hoog­
stens een werkhypothese. Vele heden­
daagse theologen houden zich helemaal
niet meer zo bezig met Godgeleerdheid
in deze wetenschappelijke zin van het
woord.
Dit roept de ongemakkelijke vraag op
waar de hedendaagse theologen zich in
4 | Hooglandse Nieuwe september 2014
hun wetenschappelijk werk dan wel op
richten. Er zijn diverse ‘hulpweten­
schappen’ van de theologie, zoals de
Bijbelwetenschappen en de kerkge­
schiedenis. De beoefenaren van deze
hulpwetenschappen kunnen zich bedie­
nen van het bekende arsenaal aan on­
derzoeksmethoden, zoals die ook in
andere disciplines hun nut hebben be­
wezen.
Volgens mij is het bijzondere van de
kern van de Godgeleerdheid dat het
juist niet gaat om geleerdheid in de zin
van ‘over veel kennis beschikken’. Die
kennis is weliswaar een noodzakelijke,
maar zeker geen voldoende voorwaarde
om een goed en gerespecteerd theoloog
te zijn.
Er kan heel verschillend worden ge­
dacht over de vraag wat iemand tot een
goed theoloog maakt. Om te beginnen
is het onderscheid relevant tussen een
theoloog die werkzaam is als onderzoe­
ker en docent aan een instelling voor
wetenschappelijk onderwijs aan de ene
kant, en een pastor aan de andere kant.
Bij de rechtsgeleerdheid gaat het, zo­
als we hebben gezien, om rechtvaardig­
heid, ‘ieder het zijne’. Maar waar gaat
het precies om bij Godgeleerdheid? Ik
vermoed dat over deze vraag de opvat­
tingen sterk uiteen lopen. Waar het
volgens mij altijd om zou moeten gaan
is: mensen inspireren, bemoedigen,
troosten en als het moet vermanen, en
dat mede op basis van ‘openbaring door
ervaring’. De mens is ongeneeslijk re­
ligieus, in die zin dat hij ontvankelijk is
voor dat wat aan hem vooraf is gegaan
(hij heeft zichzelf niet gemaakt) en dat
hij zich afvraagt waartoe hij op aarde
is.1 Iedereen heeft zulke ‘religieuze
geleerd
Niet voor de school maar voor het leven
leren wij
ervaringen’, al zal niet iedereen ze zo
noemen. In het christendom is de Bijbel
een belangrijke bron om zich te bezin­
nen op onze existentiële vragen en
ervaringen. En dat kan op totaal ver­
schillende manieren. Bijvoorbeeld door
domweg alles aan te nemen van wat
God ons in de Schrift geopenbaard zou
hebben (fideïsme). De taak van de
theoloog beperkt zich dan tot die van
exegeet. Maar wij zijn met rede begaaf­
de wezens, hetgeen heeft geleid tot het
ontstaan van het adagium Fides Quae­
rens Intellectum: het geloof wil be­
grepen worden. Door de eeuwen heen
werd dan ook de filosofie als de dienst­
maagd van de theologie beschouwd.
Het inspireren, bemoedigen en troosten
van gelovigen gebeurt als het goed is op
basis van een groot geloof, maar ook
met een kritische geest. Binnen dit
spanningsveld tussen geloof en ratio
speelt zich heel ons leven af. In die zin
zijn wij allemaal geleerd.
Iedereen die zichzelf geleerd waant zou
ter harte moeten nemen wat Jezus
volgens het Matteus­evangelie heeft
gezegd: “Zalig de armen van geest,
want aan hen behoort het Rijk der
hemelen.” (Mt 5, 3)
“Wat doe ik hier in Godsnaam?” is de
goed gekozen titel van een boekje van
Carel ter Linden.
1
Herman van Bemmel (1939) is
rechtsgeleerde en Godgeleerde. Hij
studeerde in Utrecht en Tilburg en
was verbonden aan de Raad voor de
Ruimtelijke Ordening en de Stichting
VredesWetenschappen.
Jenneke van der Wal
O
nlangs had ik een interes­
sante e­mail discussie met
een Amerikaanse collega.
Hij vroeg me hoe academici in
Nederland en Engeland zich ver­
houden tot geloof en religie, omdat
hij steeds vaker een tweedeling te­
genkwam in de Amerikaanse weten­
schappelijke wereld. “Er is op
universiteiten een onderliggende
aanname dat alle slimme mensen
atheïsten zijn en alleen domme men­
sen geloven,” vertelde hij. “Veel ag­
nosticisme of atheïsme komt uitein­
delijk neer op een rechtlijnig denken
dat ik in vele opzichten eigenlijk he­
lemaal niet intelligent vindt.”
Het herinnerde me aan een studen­
tenfeest waar iemand me een biertje
aanbood en me vroeg wat ik gister­
avond gedaan had. “Ik was namens
de Ekklesia bij een constitutieborrel
van Quintus,” antwoordde ik. “Oh, de
Ekklesia … dus jij gelooft! Hoe kan
je nou in je studie bewijs willen
hebben voor je wetenschappelijke
vindingen, terwijl je daarnaast zonder
enige harde evidentie het bestaan van
God aanneemt?” Ik proestte een slok
bier uit, verbluft door deze directe
vraag. Het werd me gepresenteerd als
een cognitieve dissonantie: erg
menselijk maar ook een beetje dom.
Dit sluit bijzonder goed aan bij de
standpunten die Ronald Meester in
boeken en columns naar voren
brengt: ook in Nederland lijkt meer
waarde gehecht te worden aan weten­
schappelijke bevindingen om het
leven te verklaren dan levensbe­
schouwelijke. In Cambridge lijkt het
of kerk en universiteit makkelijker
samengaan. Dat komt niet alleen
omdat de Colleges die de universiteit
vormen, gesticht zijn in een tijd
waarin het ondenkbaar was de twee
te scheiden (de Colleges hebben
namen als ‘Trinity College’ en ‘Cor­
pus Christi’). Het komt ook omdat ik
hier vaker de overtuiging tegenkom
dat er dingen in het leven zijn die we
met wetenschap niet zullen ontdek­
ken. Dat we onszelf tekort doen als
we het leven proberen te begrijpen
"Er is op universiteiten
een onderliggende aan­
name dat alle slimme
mensen atheïsten zijn en
alleen domme mensen
geloven," vertelde mijn
collega.
door alléén te zoeken in het on­
derzoek, en niet ook in ons hart.
Mijn Amerikaanse collega sloot af
met de overweging dat het erom gaat
“te leren om iemand te zijn die
theïstische verklaringen voor het uni­
versum ziet als aannemelijk, die
daarop durft te vertrouwen en ook
erop vertrouwt dat God niet altijd te
bereiken is.” En daarbij ook leren om
die persoon te zijn tussen andere
mensen die daarom wellicht zullen
veronderstellen dat ik niet­nadenkend
ben.
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
5
geleerd
Geleerd
Christiane Berkvens­Stevelinck
E
lk jaar wijdt de LSE een dienst
aan de opening van het aca­
demisch jaar. Dit jaar is dat op
7 september. Een heugelijk feit, dat met
een bijzondere gastprediker wordt ge­
vierd.
Aan de universiteit worden studenten
tot universitairen opgeleid. Bij voltooi­
de studie en verdere bewijzen van be­
kwaamheid mag je je geleerd, zeer
geleerd of zelfs hooggeleerd noemen.
Indien gewenst staat dat ook op de af­
schriften die je van de bank krijgt. Maar
wat betekenen deze titels? Een trapsge­
wijze hiërarchie van kennis? Zo is het
niet bedoeld. Niet voor niets horen af­
gestudeerden zich bij de buluitreiking
op het hart drukken dat een voltooide
universitaire studie betekent dat men
een bijzondere verantwoordelijkheid
draagt. Niet voor niets worden gepro­
moveerden geattendeerd op de rechten
en plichten die de doctorstitel met zich
meebrengt. De samenleving investeert
grote bedragen in de universitaire
studenten, bij specialismen zelfs gi­
gantische bedragen. Deze investeringen
zijn tegelijkertijd een motie van ver­
trouwen in jonge mensen die aca­
demisch gaan leren denken, die kritisch
naar bronnen en feiten gaan leren kij­
ken, en die de instrumenten die daar­
voor noodzakelijk zijn aangeboden
krijgen.
Studeren aan de universiteit is een
voorrecht dat verantwoordelijkheid met
zich meebrengt. Is dat elitair? Jazeker.
Hier worden de toekomstige elite
gevormd en dat is iets om fier op te
zijn.
Zelf had ik het geluk om twee universi­
taire studies te mogen voltooien, ge­
schiedenis en theologie. Geschiedenis
heeft altijd mijn voorkeur gehouden. Ik
heb altijd terdege beseft welk een voor­
recht dat was. Dertig jaar lang heb ik
zuiver historisch onderzoek gedaan,
boeken en artikelen geschreven die
wellicht door tweehonderd specialisten
op de hele wereld werden gespeld. Dat
was heerlijk. Later koos ik voor een
populairdere manier om de bagage die
ik verzameld heb, door te geven. Hoe­
wel een heel andere tak van sport, staat
het ‘vulgariseren’ (letterlijk is dat
‘populariseren’) van kennis in dezelfde
overdrachtslijn als zuiver weten­
schappelijk onderzoek. Zeker wat be­
treft cultuurgeschiedenis en theologie
(maar ook sterrenkunde bij voorbeeld).
6 | Hooglandse Nieuwe september 2014
Want het gaat om hetgene wat men zelf
heeft ontvangen, door te geven met
daarbij de nodige kritische analyse en
op een laagdrempelige manier. Ik be­
schouw dit stadium zelfs als een
vanzelfsprekend uitvloeisel van de ge­
leerdheid die mij door universiteiten in
België, Italië en Nederland, aangeboden
werd.
Geleerdheid, kortom, betekent ver­
antwoordelijkheid. Net als elk beroep
verantwoordelijkheid betekent. Ik wens
ons een vruchtbaar academisch jaar.
Christiane Berkvens­Stevelinck is
bijzonder hoogleraar Europese cul­
tuur aan de Radboud Universiteit
Nijmegen. Zij studeerde geschiedenis
aan de Université Libre de Bruxelles.
Van 1970 tot 2000 was ze verbonden
aan de Leidse Universiteitsbibli­
otheek. Ze studeerde tevens theologie
aan het Remonstrants Seminarium te
Leiden en werd in 1984 predikant van
de Remonstrantse Broederschap.
Sinds 1995 is ze tevens verbonden
aan de LSE en aan de Universiteit
Leiden als academiepredikant.
geleerd
"Hoe bijzonder is deze plek."
Leren
wat kan
wat mag
wat te doen
Dirk Roekaerts
niet helemaal bevredigend als antwoord.
Want als anderen het onderzoek doen
Hoe hoog kan een raket komen die
zonder zich te bekommeren om de toe­
afgevuurd wordt vanaf een vrachtwa­ passing, vind ik het ook niet goed.
gen? Sinds het dramatische neerhalen
Een nieuwe kans om de kwestie aan de
van de MH17 weet iedereen dat het
orde te stellen bood zich aan toen ik de
minstens tien kilometer is.
gelegenheid kreeg een werkcollege te
geven in het kader van het vak ethiek.
Wat kan
De meningen onder de studenten over
Een tiental jaar geleden deden we
deze case liepen erg uiteen en er was
fundamenteel onderzoek over de wer­
hevige discussie. Mooi zo. Wellicht
king van raketstuwstof en vonden we
komt de discussie de studenten nog
nieuwe samenstellingen met potentieel
voor de geest als ze later zelf met een
grotere stuwkracht per kilogram. Toen
ethisch dilemma worden geconfron­
hoorde ik voor het eerst iemand de stel­ teerd.
lige verwachting uitspreken dat het eer­
ste gebruik hiervan zou zijn door
Wat kan zijn
militairen, die de opstandige leiders in
Iets heel anders. Volgens recente ruwe
de zuidelijke republieken van de Russi­ schattingen zijn er per mens die geleefd
sche federatie zouden willen uitschake­ heeft in de voorbije 100.000 jaar zo’n
len met een raket afgevuurd vanaf een
10 miljard sterren in het observeerbare
vrachtwagen. (Met verwijzing naar de
universum. Dat is veel, maar niet onein­
dood van de Tsjetsjeense president
dig veel. Het lijkt alsof het heelal wat
Dzhochar Doedajev in 1996.) Schok­
overzichtelijker wordt.
kend vond ik dat. Wij dachten eerder
Anderzijds zaten de modellen die
aan vreedzame toepassing door de Eu­
voorspellen hoeveel sterren er in een
ropese ruimtevaartorganisatie.
melkwegstelsel zouden moeten zijn er
tot voor kort helemaal naast. Er bleken
Wat mag
in het echt verrassend veel minder ster­
Op een workshop georganiseerd door de ren in een stelsel te zitten dan de model­
stichting Technische Wetenschappen
len zeiden. Maar nu weten we dat dit
over nieuwe ethische problemen op­
komt omdat we geen rekening hielden
komend door ontwikkelingen in techno­ met de activiteiten van een groot zwart
logisch onderzoek sprak ik over het
gat dat in het centrum van bijna elke
project en verdedigde ik mijn overtui­
stelsel blijkt te zitten. Het zuigt materie
ging dat ik niet zou moeten werken aan naar zich toe, maar die vallende materie
nieuwe raketstuwstof als de eerste toe­
stoot ook op heftige manier veel energie
passing een militaire is. De aanwezige
uit en dat verstoort stervorming en
ethici vonden dit geen nieuw ethisch
maakt de buurt beslist erg ‘onleefbaar’.
probleem en daarin hadden ze gelijk.
Ons melkwegstelsel blijkt een redelijk
Als ethisch probleem was dit al lang
kalm zwart gat te hebben, zodat het in
opgelost. Als individu had ik namelijk
onze buurt, in één der spiraalarmen (op
het recht om medewerking hieraan te
25.000 lichtjaren van het centrum) vol­
weigeren. Uiteraard was dit voor mij
doende kalm is om leven tot bloei te la­
ten komen. De kans op leven in vele
andere melkwegstelsel zou veel kleiner
zijn.
Hier wonen we en we begrijpen steeds
beter hoe bijzonder deze plek is. En met
begrip komt verantwoordelijkheid.
Levensbeschouwing omvat dan milieu­
bewustzijn, lange termijnvisie, be­
zorgdheid over onze rol in klimaatver­
andering.
Wat te doen
Verlamming dreigt, maar er zijn alvast
twee remedies. Het zichtbaar effect van
kleine acties (dus rapen we plastic en
blik op dat we vinden wandelend in de
vrije natuur) en het stimulerend effect
van samenwerken.
Een collega aan de TU Delft heeft met
een team medewerkers een MOOC ge­
maakt over zonne­energie. Dat is een
mooi vormgegeven gratis college te
volgen op het internet. Meer dan 40.000
mensen hebben het college gevolgd,
waarvan velen ook een diploma hebben
gehaald. Maar daarnaast zijn er ook
wereldwijd en met name in ontwikke­
lingslanden mensen die het geleerde di­
rect in de praktijk hebben gebracht via
de bouw van een eigen zonne­energie­
systeem. Als ik dat hoor, is van verlam­
ming al weer minder sprake en ga ik
met mijn studenten op mijn vakgebied,
ergens tussen theoretische natuurkunde
en werktuigbouw, ook weer aan de slag.
Dirk Roekaerts is hoogleraar aan de
Technische Universiteit Delft. Hij heeft
gestudeerd aan de Universiteit Hasselt
en aan de KU Leuven en heeft gewerkt
bij Shell Research in Amsterdam.
Hij zingt al jaren mee in de Schola
Cantorum als tenor.
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
7
geleerd
Uitgeleerd?
Reinier Lagerwerf
ren het gewoon de colleges en de
werkgroepen die mij vormde tot de per­
e kleurrijke tijd van het
soon die ik nu ben? Deze veelheid aan
studentenbestaan ligt alweer
voorbeelden laat zien dat de studenten­
achter me. Dagen gevuld met tijd de ruimte biedt om je eigen leven in
borrels, studiegroepjes en colleges
te vullen. Je kunt je op allerlei ver­
moesten mij klaarstomen voor de maat­ schillende manieren ontwikkelen.
schappij. Als er één ding is wat ik heb
Het zijn echter niet de specifieke ac­
geleerd van deze tijd, is dat je dat nooit tiviteiten of vakken geweest die door­
als doel hoeft en moet stellen. Je
slaggevend zijn in mijn ontwikkeling
studeert niet voor je werk en je maat­
van de afgelopen zeven jaar. Natuurlijk
schappelijke taken. Je bent student en
is het belangrijk om bepaalde vaardig­
wordt zo gevormd als persoon.
heden te leren en om je analytische ver­
Nu terugkijkend op de afgelopen
mogens aan te scherpen.
zeven jaar, aarzel ik hoe ik de gestelde
Vanzelfsprekend is het handig om or­
vraag ‘Waarvan heb je het meest ge­
ganisatorische ervaring op te doen bij
leerd tijdens je studententijd’ kan beant­ de studentenvereniging en te trainen in
woorden. Verschillende beelden
debatteren en discussiëren. Maar hier­
schieten door mijn hoofd: De vele con­ mee pak ik de kern van mijn ver­
tacten die ik heb opgedaan. De gesprek­ andering niet. Het gaat er namelijk om
ken tot diep in de nacht, waar nagenoeg dat je geraakt wordt door datgene waar
geen onderwerp werd overgeslagen. De je mee bezig bent. Ik kwam het studen­
verschillende studiegroepen, waarbin­
tenleven in met een set overtuigingen.
nen boeken werden verslonden. Of wa­ Mijn verwachting was dat ik meer zou
D
leren en zo beter vorm zou kunnen
geven aan al datgene waar ik toen al
voor stond. Dan zou ik echt wat leren.
De verwachte groei in eenduidigheid
heeft gelukkig niet plaatsgevonden. Nu
zou ik eerder zeggen dat ik minder weet
dan vóór mijn studententijd. Door ie­
ders mening serieus te nemen, werd ik
namelijk minder overtuigd van mijn ei­
gen vastomlijnde gelijk. Dit betekent
niet dat ik mijn overtuigingen
overboord heb gegooid, maar wel dat ik
beter kan relativeren en zo ook opener
in het leven kan staan.
Ben ik nu uitgeleerd? Nee, dat zeker
niet. De studententijd is een prachtige
periode waarin veel kan worden geleerd
en waarin veel verandert. Toch heb ik
niet het idee dat de levendige ver­
andering is voorbehouden aan deze pe­
riode. Elke dag en elke ontmoeting
geeft weer nieuwe inzichten. Misschien
is dat wel wat ik van het studentenleven
heb geleerd.
GELEERD
Om geleerd te worden heb je veel boeken nodig.
Je leest er in over vroeger, en wat wijze mannen gedacht hebben.
Boeiend en nuttig want er staan ook richtingwijzers in.
Maar als het daarbij blijft, beleef je het levende leven niet.
Dat vind je in de sloppenwijken en favela's van deze wereld waar men vecht om een plaats onder de zon.
Mensenmassa's, als in Jezus' dagen.
Hij bleef niet aan de kant staan, maar greep elke kans aan om een mens overeind te helpen.
En een eigen naam te geven zodat hij kon leven.
Dit was zo nieuw voor de geleerden dat zij het niet in hun boeken konden lezen.
Hoewel zoiets daar ook al in stond.
Zij vonden het tè gevaarlijk dus stemden zij in met zijn dood.
Dat zijn wij niet vergeten.
Louwrens W. Hessel
8 | Hooglandse Nieuwe september 2014
geleerd
Wat heb ik geleerd in
mijn studententijd?
Jonathan Leenman (geheel rechts) als preses van Panoplia in 2010/2011
Jonathan Leenman
GELEERD ONDERWEG
door hen begrepen te worden.
Maar het was Martin Buber, de Joods­
oen ik in Leiden kwam stude­
Duitse religieuze denker, die mij in
ren ben ik direct lid geworden
aansluiting daarop pas echt de ogen
van de studentenvereniging Pa­ opende. Het is wel degelijk mogelijk
noplia. Mijn verwachting was dat ik me met een ander in ontmoeting te treden,
daar met mijn traditioneel­christelijke
maar het gaat daarbij om een bijzondere
achtergrond en interesse in theologie en situatie waarvoor je jezelf echt open
filosofie wel thuis zou voelen. Deze
moet stellen. Wie zich zo met zijn hele
verwachting bleek inderdaad gegrond,
wezen naar de wereld keert, laat zich
maar op heel andere wijze dan ik toen
door die wereld ook echt beroeren. Mijn
kon vermoeden.
opvoeding hoefde daarmee niet
Mijn wereldbeeld werd in die tijd het
overboord, maar een nieuw inzicht, een
sterkst bepaald door de kerkelijke
uit de kast gekomen vriend of een kerk­
gemeente waar ik in opgegroeid ben, de verlater gelukkig evenmin. Ik merkte
Katholiek­Apostolische Gemeente. Dat langzaam dat mijn grondhouding,
is een klein kerkverband met een zeer
waarmee ik anderen benaderde, ver­
hechte gemeenschap. Dorst naar kennis anderde. Discussies werden gesprekken,
was een grote deugd, en via preken,
monologen werden dialogen. En daar­
kringen, weekenden, kampen en intern
mee werd mijn contact met anderen veel
verspreide literatuur werden de
waardevoller.
eenvormige denkbeelden daar ook op
Hans Schravesande schrijft in zijn
mij overgedragen. Dit was het bastion
dissertatie over Buber dat Joodse
van waaruit ik naar de wereld keek.
adolescenten in de jaren dertig over hun
In Leiden was ik niet van plan hier
‘Bubertät’ spraken. Die term is ook op
verandering in aan te brengen, ook niet
mijn studententijd van toepassing. Zo
als lid van een vereniging vol orthodoxe kon ik me voor mijn medestudent
protestanten. Tegelijkertijd was ik wel
openstellen en voelde ik me vrij op zo’n
van zins me sociaal meer open te stellen wijze gesprekken te voeren dat ik voor
voor andersdenkenden. Maar dit bleek
mijzelf nog niet vooraf al een nieuwe
lastiger dan ik had gedacht. Door het
gedachte af hoefde te wijzen. Ik had
zojuist beschreven bastion miste ik de
verwacht me thuis te voelen op Panoplia
juiste houding voor zinvol contact. De
vanwege de overlap in denkbeelden die
existentialistische literatuur van Simone ik daar waarschijnlijk zou ervaren; ik
de Beauvoir en vooral Anna Blaman
bleek me thuis te voelen door het
kon me in die jaren daarom ook behoor­ waardevolle contact dat ik juist met an­
lijk raken. Ik ontdekte er mijn eigen
deren had omdat die persoon anders was
eenzaamheid in en mijn onvermogen
dan ik. Dit heeft sterk bepaald hoe ik
om mijn medestudenten te begrijpen en sindsdien in het leven ben gaan staan.
T
Ga op reis naar andere culturen
lees in gesprek met andere mensen
dichter bij het leven
Blijf in beweging
voor variatie en motivatie
zoek door inspanning naar
ontspanning
Schep nieuwe kracht uit
onuitputtelijke bronnen van
natuurlijke ideeën
Laaf je aan een
overvloed van kunstzinnige
indrukken
Kom tot rust
door verrassende energie
Über allen Gipfeln ist Ruh
Vertel je stappen en
kom weer dichter
naar huis
Vlieg oneindig ver mee
op de adem van muzen en engelen
Speel en zing verder
wat je denkt, droomt en voelt
Lichter en dichter in
de ijle sfeer van je visioenen
een LSE­lid
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
9
geleerd
oud
gedaan?
Jong
geleerd ­
Rob van den Boom
Collectief geleerd…
M
De paragraaf hierboven betrof het leren
op individueel niveau. Interessante
vraag is ook ­ we zijn immers lid van
een groep, een organisatie (zoals de Ek­
klesia), een samenleving – of we ook op
collectief niveau kunnen leren. Hebben
de banken geleerd van de derivaten­
crisis? Leren zorgorganisaties van de
veranderende sociale en politieke con­
text? Beleidsprocessen lijken soms
meer uit te gaan van ideologieën, belan­
genafwegingen en technologische ver­
anderingen dan van leerervaringen. Zijn
organisaties echt ‘lerend’? Ik verbaas
me regelmatig erover hoe bestuurders er
‘een potje van maken’….
eteen na de geboorte, vanaf
dag één, begint de mens te
leren. Die eerste vier jaar
kent een steile leercurve, het schijnen
cruciale jaren te zijn voor de vorming
van onze identiteit. En dan begint het
formele leerproces: vanaf het kleu­
teronderwijs tenminste veertien jaar
lang lerenen vervolgens nog eens
minimaal vier jaar een beroeps­ of aca­
demische opleiding. We hebben binnen
de schoolmuren heel wat te verstouwen.
En nadien loopt dat leerproces door, in
de werkomgeving, in onze sociale
groep. Dat is maar goed ook; alleen zo
kunnen we onszelf handhaven in een
steeds veranderende wereld.
Maar dan beginnen de vragen…
Dat leren helpt ons op een of andere
manier. Het geleerde draagt bij aan
onze ‘competentie’, en volgens psycho­
logen is competentie voor een ieder be­
langrijk (naast autonomie en
betrokkenheid). Maar dan toch….wat
zegt dat precies, dat je hebt geleerd?
Zijn we rationeler in onze afwegingen
en beslissingen? Sommigen beweren
dat mensen meer met hun hart dan met
hun verstand keuzes maken. En hoe
verhoudt het formele cognitieve leer­
proces zich tot dat andere ‘leren’, het
leren in de ‘leerschool des levens’?
Het woord ‘geleerd’ heeft trouwens
geen inhoud of richting. Het zegt niets
over wát er geleerd is. Gaat het om het
maatschappelijk relevante thema’s?
(bijvoorbeeld het bevorderen van vrede
of rechtvaardigheid). Of juist het te­
gendeel? (bijvoorbeeld een plofkraak,
de Libor­rente manipuleren, terreur).
heid op? We worstelen met vragen waar
het pragmatisch ‘geleerde’ maar be­
perkte waarde heeft. Vragen bijvoor­
beeld over betekenis, rechtvaardigheid,
eenzaamheid, vrijheid en sterfelijkheid,
de voortdurende frustratie door het
‘menselijk tekort’.
Hoeveel baat hebben dit soort vragen
bij dat individuele of collectieve ge­
leerde, de gestolde ervarings­ en on­
derzoeksgegevens van generaties? Het
vergt veeleer een continue verwon­
dering, een bevragen, een steeds op­
nieuw doordenken en bespreken, een
permanente zoektocht naar de betekenis
van wat we in ons korte leven tegen­
komen en ervaren, ten goede en ten
kwade. Het is meer een activiteit van de
‘Geleerd’ kunnen we ook zien als het
denkende reflecterende geest dan van
geaccumuleerde resultaat van een lang
onze redenerende ratio, of gepassio­
formeel proces van kennisontwikkeling, neerde ziel.
theorievorming, fundamenteel en toege­ Kortom, als mens zijn we allemaal au­
past onderzoek. Met een duur woord,
tomatisch ‘geleerd’. ‘Jong geleerd’ leidt
het ‘body of knowledge’, wat steeds
wellicht tot ‘oud gedaan’, maar of we
zich vernieuwt, aan de hand van nieuwe daar echt mee opschieten? En misschien
inzichten of door het vervallen van oude zijn vragen, geworteld in permanente
inzichten. En natuurlijk hebben de aca­ verwondering, belangrijker dan ‘ge­
demische instellingen hier een centrale
leerde’ antwoorden?
rol te vervullen. Belangrijk, zonder
twijfel, de wereld staat immers voor
­­­­­­­­­­­­­­­
enorme vraagstukken, en van dit ‘ge­
1 Zie Ronald Meester, Arrogant, waarom
leerd’ verwachten wij dat zij kan bijdra­ wetenschappers vaak minder weten dan ze
gen aan duurzame en effectieve
denken. 2014
oplossingen.
Maar het wetenschappelijk establish­
Rob van den Boom studeeerde in
ment toont zich nogal eens star of mo­
Wageningen landschapsarchitectuur
nomaan.1 Laten we dus de ‘geleerde’
en in Leiden bestuurskunde. Hij was
bijdrage van de wetenschap kritisch
van 2008 tot 2012 secretaris op de
blijven benaderen.
Nederlandse ambassade in La Paz
(Bolivia) en was verantwoordelijk
De leerschool van het leven…
voor de Nederlandse ontwikkelings­
Wat is dan de betekenis van al dat ge­
samenwerking op het terrein van
leerde voor de centrale vragen in ons
milieu en decentralisatie.
leven? Levert het bruikbare levenswijs­
10 | Hooglandse Nieuwe september 2014
geleerd
Taalgeleerd
Cor van Bree
G
eleerd. Het is iets waarmee
ik behept ben: ik denk in
woordspelingen. En daarom
moest ik bij geleerd denken aan ‘van
leer voorzien’, bijvoorbeeld leren
laarzen, of aan ‘voorzien van een trap­
leer’. Maar de bedoeling is duidelijk
anders: ‘voorzien van geleerdheid, veel
kennis en kunde’. Dat ik uitgenodigd
ben om voor dit prestigieuze blad een
stuk te schrijven, streelt mij natuurlijk,
maar bedrukt mij ook enigszins: ben ik
geleerd? Ik heb van huis mogen “door­
leren” maar wat is daarvan het resul­
taat? Niet meer dan dat ik van weinig
veel weet, en misschien zelfs dat niet.
En wat heeft wat ik dan misschien
weet, te maken met mijn “sta in het
leven”? Dat verband is nog niet zo
duidelijk, afgezien van de vraag of ik
wel zo’n “sta” heb. Dat klinkt me wat
te stand­vastig in de oren.
Maar ter zake. Ik mocht dus inder­
daad doorleren: Nederlands en ge­
schiedenis. Afgestudeerd ben ik in
“Nederlandse taal­ en letterkunde”
maar ik heb er ook veel vaderlandse en
algemene geschiedenis bij gedaan, ver­
der ook Oudgermaans, speciaal Oud­
noors waarin ons een indrukwekkende
literatuur is overgeleverd (de Edda’s en
de saga’s). Dat was om te beginnen ge­
woon heel erg interessant; wetenschap
bevredigt de menselijke behoefte om te
weten en te begrijpen hoe de dingen in
elkaar steken. Beïnvloedt dat ook je
“sta in het leven”? Ik denk van wél.
Ten eerste is de wetenschap een “spel”
dat eerlijk gespeeld moet worden; je
mag nooit hoe dan ook een loopje met
de waarheid nemen. En je moet altijd
zo precies mogelijk aangeven wat je
van anderen overgenomen hebt. Maar
er is ten tweede iets wat dieper gaat:
oprechte wetenschapsbeoefening voedt
de verwondering over het “dat” en het
“hoe” van de dingen. Voor mij geldt
die verwondering en de daardoor op­
gewekte nieuwsgierigheid vooral het
verschijnsel van de taalverandering.
Waarom blijven talen niet zoals ze zijn
maar veranderen ze voortdurend?
Waarom ook die grote verscheidenheid
aan talen die er over de wereld ge­
sproken worden? En waarom is het
jammer wanneer talen uitsterven? Ie­
dere taal heeft, zou je kunnen zeggen,
een eigen kijk op de wereld, en wat je
in de ene taal ziet, zie je in de andere
niet. Een apart artikel zou nodig zijn
om dit verder uit te werken. In ieder
geval zou ik “Babel” niet als een vloek
maar als een zegen willen beschouwen.
Maar de belangrijkste vrucht van de
taalkunde heb ik nog niet genoemd: je
leert er de ideeën die er over taalge­
bruik bestaan, mee relativeren. Neem
het gebruik van hun als onderwerp:
“hun zeggen dat het niet waar is”. Ie­
dere lezer zal nu uitroepen: dat is een
Oprechte wetenschaps­
beoefening voedt de
verwondering over het
'dat' en het 'hoe' van de
dingen.
taalfout! Zeker, het is een taalfout,
maar niet in absolute zin, alleen gerela­
teerd aan de normen van de standaard­
taal zoals die ons via de school zijn
opgelegd. In het Afrikaans is zo’n
vorm (hulle) helemaal geaccepteerd.
De taalkundige vraagt zich af waarom
mensen zo’n vorm gaan gebruiken.
Daar is al heel wat over geschreven. Er
kan veel in het spel zijn: mensen willen
graag een zo sterk mogelijke vorm ge­
bruiken (hun klinkt steviger dan zij), ze
vervangen hun dialectvorm hulle (dat
behalve voorwerps­ ook onderwerps­
vorm is) door hun ook waar het zij
'moet' zijn, ze willen graag onderscheid
maken tussen zij enkelvoud vrouwelijk
en hun meervoud. In ieder geval is hun
onderwerp een vorm die niet uit de
lucht komt vallen maar een eigen
"Ik denk in woordspelingen"
rechtvaardiging heeft. Misschien wordt
ze ondanks alle tegenstand nog eens de
door iedereen geaccepteerde vorm.
Heel veel taalveranderingen zijn hun
leven als “taalfout” begonnen. En dat
we taalverandering kunnen tegen­
houden, is een illusie. Tenslotte
spreken we niet meer het Nederlands
zoals dat bijvoorbeeld rond 1300 ge­
sproken moet zijn.
Betekent dat nu dat we taalfouten op
school niet meer corrigeren? Geens­
zins: de school is er om de standaard­
taal te onderwijzen. Maar dat
corrigeren moet gebeuren zonder dat
leerlingen het gevoel krijgen dat ze
domme wezentjes zijn die niet weten
hoe het hoort. Ze moeten leren dat hun
onderwerp op papier en in “verzorgd”
taalgebruik niet 'mag' (nog niet mag)
maar dat er geen enkel bezwaar is
wanneer ze het thuis of onder elkaar
gebruiken. Onbarmhartig corrigeren
zet leerlingen in een hoek en maakt
hen taalonzeker. En als er iets
schadelijk is voor de taalontwikkeling,
dan is het wel taalonzekerheid.
Studie van taalverandering? Heeft ze
iets met je “sta in het leven” te maken?
Jawél: je wordt er menselijker door.
Cor van Bree (82) was hoogleraar in
de Historische Taalkunde en Taalva­
riatie aan de Universiteit Leiden.
Hij schreef onder meer het Leerboek
voor de Historische Grammatica van
het Nederlands (1977) en de Histori­
sche Grammatica van het Nederlands
(1987).
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
11
geleerd
Adrie Doornik (70) en Jeanne Taal (71) speelden vorig
jaar zonder enige toneel­ervaring mee in het Issoria­
theater dat op locatie werd uitgevoerd in het nieuwe
onderkomen van Hospice Issoria aan de Burggraven­
laan. De theatermaker bij uitstek die op locatie werkt is
Geert van der Velden (45) van Fields of Wonder. 'Jong
geleerd, is oud gedaan' geldt niet voor Adrie en Jeanne:
“Maar we vinden het leuk en gaan ermee door!”
Nooit te oud ...
Jeanne Taal en Adrie Doornik met de 'vervreemdende'
groene gieters van Fields of Wonder op hun hoofd,
lachend: “Er zijn wel mooiere foto's van ons!”
“
INTERVIEW Monique van der Gaag
Er was geen script. Ik had geen idee wat hij
vroeg. Ik was er niet blij mee. Maar het ont­
staat.” Geert van der Velden kijkt naar het
materiaal en of het sfeerbeeld klopt. Zo roept hij een droom­
wereld op. “Uiteindelijk stond ik tijdens de voorstelling te
huilen omdat het zo goed was”, vertelt Adrie Doornik.
Na het Issoria­theater vorig jaar, vroeg Van der Velde of
beide dames nog tijd hadden in september. “Meer zei hij niet.
Maar het zou wel iets bijzonders zijn. Je mag zelf inbreng
hebben, merkte ik. Er is samenwerking. De meiden die al met
Geert werkten, zeiden: 'Adrie, je hoort er nu bij en laat het
maar over je heen komen...!' Ik geef wel tegengas, want toen
ik een zwart korset aan moest en het niet paste, zei ik dat”,
gniffelt ze.
Comfortzone
Jeanne Taal wist wel dat het over de performance 'De Spaan­
se Hoer' ging. “Ik zei tegen Adrie: 'Oh! Het Issoria­theater
was integer en De Spaanse Hoer is uitbundig!' Ik moest toch
wel iets overwinnen. Ik stapte over mijn schaduw heen en
kwam uit mijn comfortzone. Ik heb het 'aanschouwen' ge­
leerd. Ik zit altijd in mijn hoofd: ik wil alles begrijpen. Bij
Geert leer ik bewuster te kijken hoe dingen gebeuren. Geert
heeft het gevoel over ons: 'Dat kunnen zij wel!', maar het is
een behoorlijke stap!”, vindt Taal. “Hij laat dingen gebeuren.
Zo werkt hij. Geen tekst die je uit je hoofd moet leren. Alleen
de handeling: show, don't tell. Geert is een lieve jongen, maar
12 | Hooglandse Nieuwe september 2014
hij zegt niet duidelijk wat hij bedoelt, omdat hij zelf de uit­
komst ook nog niet precies weet.”
Bewondering
Doornik vertelt: “Ik vroeg Geert voordat ik vier keer het
Nuon­gebouw moest inrennen, waar ik een soort van strip­
tease uitvoerde in wit degelijk ondergoed, of hij dacht dat ik
het wel kon. Vier keer: eerst als try­out, daarna voor de foto's
en twee keer in de voorstelling zelf. Geert is dol op 'degelijk
wit ondergoed' omdat het hem uniformiteit brengt, waardoor
je juist niet naar het ondergoed maar naar de persoon en het
lichaam kijkt. Zo werkt dat ook met die groene gieters of het
zusterkostuum. Ik kon het volhouden, omdat ik naar de
sportschool ga!”, lacht ze trots. “Ik krijg zin erin en moed en
zelfvertrouwen. Hij haalt het in mij naar boven! Daar heb ik
diepe bewondering voor! Het Issoria­theater was op mijn lijf
geschreven. Ik heb ervan geleerd om anders te kijken. Ik ben
meer van het nuchtere­praktische menstype. Daarom houd ik
het ook vol om in Hospice Issoria te werken.” Ze benoemt de
scène van het 'strijkijzer, dat roestvlekken op een blouse van
een gast achterliet.' Mijn tegenspeler zei toen: 'Oh, wat erg!'
en ik moest van Geert zeggen: 'Mevrouw is dood!' en zo deed
ik het ook. Achteraf hoorde ik dat het publiek dit wel hard
vond...”
Meer informatie over de voorstelling waarin Jeanne Taal en
Adrie Doornik spelen op www.fieldsofwonder.nl
geleerd
Jenneke
steekt
van Wal
WHAT DID YOU LEARN IN SCHOOL TODAY?
Pete Seeger, 1963, tekst van Tom Paxton
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
I learned that Washington never told a lie.
I learned that soldiers seldom die.
I learned that everybody's free,
And that's what the teacher said to me.
Chorus That's what I learned in school today,
That's what I learned in school.
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
I learned that policemen are my friends.
I learned that justice never ends.
I learned that murderers die for their crimes
Even if we make a mistake sometimes.
Chorus
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
I learned our Government must be strong;
It's always right and never wrong;
Our leaders are the finest men
And we elect them again and again.
Chorus
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
What did you learn in school today,
Dear little boy of mine?
I learned that war is not so bad;
I learned about the great ones we have had;
We fought in Germany and in France
And someday I might get my chance.
Chorus
In de boeken bladeren
en lezen
P
lannen voor het volgend academisch jaar maken:
weer gewoon de basiscursus syntaxis geven, zoals
ik dat afgelopen jaar en het jaar daarvoor gedaan heb.
Dat kan ik. “Maar is het dan niet interessanter om eens
een ander vak te geven?” vraagt mijn mentor. “Je zou
een aantal colleges van het vak taaltypologie kunnen
geven?” Een gevoel van lichte paniek komt in mij op als
ik eraan denk dat ik moet lesgeven over iets waar ik veel
van weet maar nog nooit in heb gedoceerd. Ik zeg heel
dapper: “Ja, dat zou een goede uitdaging zijn!”, maar ik
denk: “O jee! Dat kán ik helemaal niet!”
Een klein stemmetje in mijn achterhoofd zegt “Maar
dan kan je het toch léren?” Dat stemmetje, dat is van
Katelijntje. Katelijntje is een klein meisje met een rood
strikje in haar haar, uit een kinderboek dat we vroeger
eindeloos lazen. Katelijntje logeert bij Tante Pudding,
Ome Smeris en Meneer Slim en ze wil graag leuke din­
gen doen. “Meneer Slim,” vraagt ze op een dag, “gaan
we samen pootjebaden?” Meneer Slim is helemaal van
zijn stuk: “Maar wie moet er dan vandaag in de boeken
bladeren en lezen?” Katelijntje stelt voor dat Tante Pud­
ding dat wel kan doen. “Maar dat kán ze helemaal niet!”
werpt Meneer Slim tegen. Katelijntje is niet voor één
gat te vangen: “Dan kan ze het toch léren?” En zo leert
Tante Pudding om door de boeken te bladeren en lezen,
en gaan Katelijntje en Meneer Slim lekker een dagje
pootjebaden.
Dat klinkt dus volkomen logisch: nieuwe dingen kan je
leren. Maar ja, iets leren betekent wel dat je eerst moet
toegeven dat je het nog niet kan. En dat is waar mijn
Ego het moeilijk krijgt, omdat dat soms een beeld van
een alleswetende geleerde professor op mij plakt en gaat
fronsen als dat beeld niet blijkt te kloppen. Gelukkig
helpt Katelijntje om mijn Ego al pootjebadend af te
leiden, zodat ik de kans krijgt een nieuw beeld te schet­
sen: ik hoef geen geleerde professor te zijn; ik ben liever
een lerende mens! En met dit ontwikkelmodel besluit ik
volgend jaar het college taaltypologie te geven en voel
ik me ineens intens dankbaar voor alle kansen om te
groeien.
Jenneke van der Wal
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
13
LSE­nieuws
zondag 21 september
Openingsfeest LSE­seizoen
Onderweg met de LSE
Aan het begin van het nieuwe seizoen, op zondag 21
september willen wij een Ekklesia­startfeest vieren.
Het thema van het feest is ‘Onderweg’.
11.45: Viering Hooglandse kerk
We beginnen met een viering in de Hooglandse kerk. Daar
staan we stil bij de wijze waarop wij in ons leven onderweg
zijn en onderweg willen zijn. Onderweg naar wie we zijn als
mens. Onderweg als Ekklesia­gemeenschap. Onderweg in
onze wereld…
ca 13.00 uur: Op weg naar Roomburg
Na de viering gaan we dan letterlijk op weg met elkaar. Naar
het archeologisch Park Matilo in de wijk Roomburg waar we
samen gaan lunchen.
ca. 13.30 uur: Gezamenlijke lunch
Ook gedurende de rest van de middag komen de thema’s on­
derweg zijn, het schetsen van visioenen en het bouwend, zin­
gend en spelend verbeelden van onze wereld terug. Er is een
programma voor kinderen van alle leeftijden en voor volwas­
senen. We hopen te gaan pioneren met scouts, we willen the­
14 | Hooglandse Nieuwe september 2014
atersporten met Bette Westera, zingen met Wim de Ru en we
gaan creatief aan de slag met Lidy van der Spek. Er is een
speurtocht, een verzamelplakboek en nog meer. En natuurlijk
is er tijd voor gezelligheid en ontmoeting.
De feestelijk afsluiting is rond 16.30 uur.
Om je op te geven, klik hier: Aanmelden openingsfeest
Neem je iets mee voor de lunch? Pannenkoeken bijvoorbeeld,
een hartige taart, pastasalade, lekkere broodjes, of ...
Ook dat kun je op de lijst aangeven.
Locatie: Scoutinggroep St. Jozef, Besjeslaan 2A, Leiden
Parkeren:
vanaf de Willem
van der Madeweg
(zie deze link).
vieringen
Hooglandse Vieringen
Iedere zondagochtend om 11.45 uur
Hooglandse Kerk Leiden
De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl
OVERZICHT
7 september
14 september
21 september
28 september
5 oktober
12 oktober
19 oktober
Prof. Christa Anbeek
Prof. Johan Goud
Christiane van den Berg
Arent Weevers
Rob van Waarde
Henk Schouten
nog onbekende politicus
Opening academisch jaar (liturg: Christiane van den Berg)
Videokunst I (liturg: Rob van Waarde) (studieweekend schola)
Onderweg (daarna LSE­feest in Roomburg tot 16.30 uur)
Videokunst II (liturg: Christiane van den Berg)
Belijdenisdienst
Diaconaatsdienst
Preek van de leek (liturg: Christiane van den Berg)
Oude en nieuwe profeten
26 oktober
Maria Draaijers
2 november
Japke van Malde
9 november
Jan Delhaas
16 november
Karin van den Broeke
23 november
Rob van Waarde
Cor van Bree
Als deze Hooglandse Nieuwe ver­
schijnt (7 september), wordt het aca­
demisch jaar geopend door onze
gastspreker Christa Anbeek. De schola
is daarbij weer aanwezig.
De vieringen van 14 en 28 september
zullen aan de videokunst gewijd zijn.
In de videokunst van kunstenaar en
theoloog Arent Weevers gaan bezieling
en kunst een nauwe relatie aan. Zijn
video­installaties staan centraal in de
beide Hooglandse Vieringen. Op
zondag 14 september spreekt hoogle­
raar Johan Goud (Universiteit Utrecht)
over de interactieve (dans)installatie
Travelling of the Heart. Johan Goud
heeft als leeropdracht ‘religie en zinge­
ving in literatuur en kunst’. Op zondag
28 september spreekt Arent Weevers
zelf over zijn 3d­installatie Embrace
Me. Zijn werk vormt een zoektocht
naar inspiratie, niet in eerste instantie
met taal maar met behulp van beeld.
Door visueel de existentiële ervaringen
vorm te geven wordt de vraag naar
‘wat is heilig’ in het leven als vanzelf
opgeroepen. Het werk wordt geëx­
poseerd in de Hooglandse kerk en is te
zien op 13 en 14 september en op 27
september t/m 1 oktober (29 september
gesloten). Voor filmpjes en informatie
zie www.arentweevers.com.
Op 21 september vindt het LSE­start­
feest plaats (zie de website voor meer
informatie) met als thema ‘Onderweg’.
Met de dienst van die zondag sluiten
we daarbij aan.
De drie volgende zondagen in oktober
(5, 12 en 19) zijn themaloos. In de be­
lijdenisdienst van 5 oktober zal het
studentenkoor uit Utrecht geheel of ten
dele in onze dienst aanwezig zijn; op
de 12e gaat op dezelfde manier onze
eigen schola op bezoek in Utrecht.
Eind oktober en in november zullen de
diensten aan ‘Oude en nieuwe profeten’
gewijd zijn. Het vertrekpunt zal het
boek van de joodse theoloog­filosoof
rabbi Abraham Joshua Heschel (1907­
1972) zijn. Hierin komt niet alleen het
profetisch bewustzijn in zijn
algemeenheid ter sprake maar ook in
relatie tot een aantal concrete profeten.
De bedoeling van de diensten is om
telkens één profeet via Heschel en
natuurlijk ook rechtstreeks aan het
woord te laten en daarbij een overeen­
komende hedendaagse profetische
figuur te zoeken. De eerste dienst zal
waarschijnlijk aan Hosea en de tweede
aan Micha gewijd zijn.
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
15
actief en informatief
Elf procent van de Leidse
kinderen groeit op in armoede
Ingrid Verrijdt, de nieuwe voorzitter van de Stuugroep dia­
conie, in gesprek met haar voorgangster Wil Heesakkers over
het diaconaal trio: Gerechtigheid, Verzoening, Barmhartigheid
Ingrid Verrijdt
“
INTERVIEW
Gerechtigheid zie ik
in termen van verdelende
gerechtigheid. Dat wil
zeggen dat ik eerder naar behoefte kijk,
dan naar gelijke verdeling. Niet ieder­
een hoeft hetzelfde te krijgen, maar ie­
dereen moet naar behoefte krijgen. Voor
sommigen is rechtvaardigheid hetzelfde
als gelijkheid. Voor mij niet. Ik vind dat
je anderen altijd rechtvaardig moet be­
handelen, maar zelf ga ik niet knokken
voor rechtvaardigheid om de rechtvaar­
digheid als het een kleinigheid betreft.
Zonde van de energie.
Door het vertellen van oude verhalen
en ze te vertalen naar deze tijd, kun je
laten zien waar het in onze samenleving
aan schort qua gerechtigheid. Ik denk
dan aan bewijslast voor burgers in
rechtszaken tegen de overheid. Of aan
slechte arbeidsomstandigheden: de
illegale arbeiders in de land­ en
tuinbouw, de gedwongen prostituees, de
arbeiders in de mondiale kledingindu­
strie. Bewustwording en kennisver­
spreiding horen voor mij bij het
takenpakket van een kerk. Aandacht
voor thema’s als consumentisme en
mensenrechten ook.
Verzoening
Voor de kerk is er een taak om begrip te
kweken voor alles wat anders is. Dus bij
ouderen voor jongeren; bij vermogen­
den voor armen; bij gezonden voor
zieken – en vice versa. Nadenken over
wat je gemeen hebt is belangrijk, maar
ook benoemen waarin je verschilt, want
alleen dan voelen mensen zich echt
gezien. Daarna kun je naar de onderlig­
gende gevoelens gaan en begrip probe­
ren te kweken. Kennis helpt: als ik weet
hoe de vork in de steel zit, is het voor
mij moeilijker om een lelijke houding te
hebben tegenover iemand. Maar ge­
sprekken over wat scheidt en bindt zijn
niet altijd mogelijk. De IS zal je geen
kans geven; dat zijn geen praters. Met
hen kan ik me weinig identificeren. In
een strijd waarin burgers ontzien
worden, kun je nog wel proberen begrip
te kweken voor de vijand, maar als het
‘tegen allen’ is, dan tijdelijk niet. In
zo’n geval vind ik het woord ver­
zoening niet op z’n plaats. Een mens is
denk ik nooit door en door slecht. Op
sommige vlakken is zo’n ISIS­man
misschien een aardige kerel, maar som­
mige beweegredenen vind ik verwerpe­
lijk. Je kan een beetje hoop houden, dat
het ooit anders kan zijn, maar ik blijf
voorzichtig.
Barmhartigheid
Elf procent van de Leidse kinderen
groeit op in armoede en dat heeft grote
invloed op hun leven en kansen. Dat is
de stille onderkant, waar je weinig van
hoort. Veertig procent van de huis­
houdens heeft financiële problemen, dus
ook onder Ekklesia­gangers moeten die
problemen er zijn. Ik heb voorgangers
er wel op aangesproken dat ze niet in de
wij­vorm spreken, als ze het eigenlijk
16 | Hooglandse Nieuwe september 2014
hebben over het gegoede deel van de
Ekklesia. Diaconie zie ik als lastgeving,
als een bepaalde opdracht. Die opdracht
kan ingevuld worden al naar gelang de
tijdsgeest. In het begin van onze
jaartelling was dat de zorg voor wedu­
wen en wezen. Er was toen geen over­
heid. Wij zitten nu met een
terugtrekkende overheid. Er is een tan­
go gaande tussen de kerk, hulporgani­
saties en de overheid. Hoewel het niet
de bedoeling is dat je als kerk politiek
stelling neemt, drijft de kerk door de
participatiewet wel richting politiek. Je
zou kunnen zeggen dat de kerk haar
pijlen moet richten op welzijn en nood­
hulp, maar niet op zorg. Structurele hulp
ligt op het bordje van de gemeente.
Noodhulp zou wel een taak van de
kerkgemeenschap kunnen zijn en is dat
feitelijk ook al. Het moet natuurlijk niet
zo zijn dat bij het keukentafelgesprek
wordt gezegd: “Oh, u bent lid van de
Ekklesia ­ 3 uur minder hulp.” Het ge­
sprek over de rol van de Ekklesia in het
licht van de huidige maatschappelijke
ontwikkelingen, zou ik graag in gang
willen krijgen."
Wil Heesakkers heeft de voorzitters­
hamer van de Stuurgroep Diaconie
overgedragen aan Ingrid Verrijdt.
Wil Heesakkers blijft nog actief bin­
nen de Stuurgroep en is te benaderen
voor individuele hulpverlening.
actief en informatief
Studentenwerk
Diner pensant Socrates071
Het tweede diner pensant van Socra­
tes071 ­ vlak voor de zomer ­ werd­
ingeleid door Ruard Ganzevoort,
hoogleraar theologie en Eerste Kamer­
lid. Is je studie of je werk een roeping
of een beroep? Werk kan een manier
zijn om van betekenis te zijn voor ande­
ren. Maar is dit misschien niet ook een
luxe vraag: moet je niet blij zijn dat je
werk hebt en er geld binnenkomt?
Studenten en young professionals wis­
selden hun dilemma's uit om ant­
woorden te vinden. Socrates071 is een
samenwerking tussen Marekerk, Bin­
nenstadsgemeente en Ekklesia.
Elcid
De Elcid­week levert de eerstejaars veel
nieuwe indrukken op. Elke vereniging,
van studentenvereniging tot vrijwilli­
gersclub, wil je binnenhalen. Momen­
ten waarop er interesse is in jou als
eerstejaars zijn schaars. Op Rapenburg
100 tijdens onze maaltijden voor de
studenten creëren we vooral rust en re­
lativerende humor. Vaak komt dan de
vraag vanzelf: wat doen jullie eigenlijk?
Op stukken cake ­ door een van de
gouden vrijwilligsters gebakken ­ prij­
ken stellingen als 'de mens is van nature
goed', en 'er is meer buiten dit heelal' of
niet? Voor veel studenten op de in­
formatiemarkt een prikkelende aanlei­
ding om zich uit te spreken en in
gesprek te gaan.
Videokunst
September is traditioneel een maand
waarin kunst en cultuur centraal staan.
Dat kunst de kwetsbaarheid van het
leven op een spirituele manier kan to­
nen blijkt uit de videokunst van kunste­
naar en studentenpredikant Arent
Weevers. In twee weekends kunt u ex­
posities bekijken in de Hooglandse
kerk: 13 en 14 september en 27 en 28
september. De vieringen van de Leidse
Studenten Ekklesia (14 en 28 septem­
ber) en Binnenstadsgemeente (op 28
september) staan eveneens in het teken
van dit inspirerende werk.
Rob van Waarde, studentenpastor
Geloofsverandering,
het persoonlijke verhaal
Nu alvast een aankondiging van de
nieuwe serie op drie maandagavonden
in november. Drie bekende voorgangers
vertellen het persoonlijk verhaal van de
verandering in hun geloof.
Op 3 november doet Klaas Hendrikse
dat, op 10 november Huub Oosterhuis
en op 24 november Carel ter Linden.
Na ieders persoonlijke verhaal gaat
Ronald Meester daarover met hen in
gesprek. Alle bijeenkomsten vinden
plaats in het BonaventuraCollege aan
de Burggravenlaan, ingang Kernstraat,
open vanaf 19.45 uur.
In de Hooglandse Nieuwe van 2 no­
vember leest u meer bijzonderheden
over deze avonden.
Literatuurgroep
Komend najaar bespreken we de volgende romans:
wo 10 september
wo 29 oktoger
wo 26 november
A.F.TH. v.d. Heijden De Helleveeg
Jan Brokken
Baltische zielen
Griet op de Beek
Vele hemels boven de zevende
Rapenburg 100, 20.00 uur.
Belangstellenden zijn welkom; opgeven bij: Anne Davidse, 071­5175255
[email protected]
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
17
actief en informatief
Achter het nieuws, voorbij de muren
De afscheidingsmuur nabij het Sumud House van het Arab Educational Institute in Bethlehem
Naast alle ellende in Oekraïne,
Syrië, Irak en West­Afrika speel­
de deze zomer het opgelopen
conflict tussen Israël en Hamas
een grote rol in het nieuws. Een
conflict dat niet alleen plaats
heeft in Israël of Gaza zelf, maar
ook in Nederland zijn weerslag
vindt. Demonstraties voor de
rechten van de Palestijnen, vlag­
gen van beide zijden hangend
aan Amsterdamse balkons, maar
helaas ook een oplevend
antisemitisme zijn voorbeelden
daarvan. Ondertussen is elke
discussie over het onderwerp
lastig. Al gauw worden de verba­
le stellingen betrokken en vindt
een wederzijds spervuur van me­
ningen, feiten, ervaringen en ob­
servaties plaats waardoor het
voor de toeschouwer of nieuws­
consument lastig kan zijn om on­
derscheid te maken en zelf een
oordeel te vormen.
ren‘ bood die gelegenheid. Natuurlijk
hebben we de Geboortekerk, de Grot
van Machpela met synagoge en moskee
van Abraham, Klaagmuur, Heilig Graf­
kerk, Olijfberg, Meer van Galilea en het
pittoreske centrum van Akko bezocht,
maar de nadruk van de reis lag op de
ontmoetingen die we hebben gehad met
de mensen. Mensen die leven temidden
van het conflict, die dagelijks te maken
hebben met hekken, slagbomen, check­
points, het gevaar van ontruimingen en
Sebastiaan Ruinard
de beperkingen van het leven onder
bezetting. Maar ook mensen die verlan­
n maart van dit jaar heb ik een reis gen naar vrede, die willen dat hun
gemaakt naar Israël en Palestina
kinderen veilig kunnen opgroeien met
die de mogelijkheid bood wat
zicht op een toekomst zonder haat en
meer achtergrond te ervaren bij het con­ geweld.
flict dat nu al zo lang speelt. Niet dat
dat voor mij de enige reden was om de
Tijdens het eerste gedeelte van de reis
reis te maken; ik wilde al een tijdje naar werden we ondergebracht bij Palestijn­
het land toe, alleen niet als ‘gewone
se gastgezinnen in Bethlehem, alleen
toerist’, die over het algemeen de histo­ dat was al een heel bijzondere ervaring,
rische, culturele en natuurlijke hoogte­
om van onze gastheren en gastvrouwen
punten bezoekt, maar sociale kwesties
zelf te horen welke rol het conflict in
verder laat voor wat ze zijn. De door
hun leven speelt maar ook hoe dat leven
Nes Ammim in Israël en het Arab
er verder uitziet. Van de verschillende
Educational Institute in Bethlehem
organisaties en plekken die we bezocht
(Palestijnse Autoriteit) georganiseerde
hebben, zoals het Arab Educational In­
reis ‘Achter het nieuws, voorbij de mu­ stitute, het vluchtelingenkamp Aida en
I
18 | Hooglandse Nieuwe september 2014
actief en informatief
Feddema
actueel
Brandhaarden,
geen paniek
Een muurschildering op de afscheidingsmuur in Bethlehem
de afscheidingsmuur in Bethle­
hem, de binnenstad van Hebron,
het dorp At­Tuwani in de heuvels
ten zuiden van Hebron, de Tent of
Nations, Sabeel, Rabbis for Hu­
man Rights en Neve Daniel maak­
ten vooral At­Tuwani en de Tent
of Nations veel indruk door de
verhalen van onrecht en onder­
drukking, maar ook ons gesprek
met een Joodse kolonist in Neve
Daniel, die juist onverzettelijk zijn
rechten verdedigde.
De nadruk in het tweede gedeelte
van de reis lag meer op de sociale
situatie in de Israëlische maat­
schappij. Niet alleen de verhou­
ding tussen Joden en Palestijnen,
maar ook die met de Druzen en
die tussen de verschillende Joodse
tradities, oude en nieuwe immi­
granten. Van de sociale protestbe­
weging (de Israëlische versie van
Occupy), BINA (Seculiere Yes­
hiva), een stedelijke kibboets en
de Socialistisch Zionistisch Cultu­
rele Jeugdbeweging Habonim
Dror tot een Palestijns
gemeenteraadslid in Nazareth en
de Palestijnse mensenrechtenor­
ganisatie Mossawa. Omdat we het
tweede deel van de reis in Nes
Ammim verbleven, kwam ook de
bijzondere positie van deze
Nederlands­Duitse christelijke
kibboets in het noorden van Israël
en de mogelijkheden die dat biedt
om een rol te spelen in de dialoog
tussen Palestijnen en Joden aan de
orde.
Al met al een zeer leerzame reis
die het voor mij niet altijd ge­
makkelijker heeft gemaakt wie of
wat in het conflict goed of fout is,
maar juist de mogelijkheid heeft
geboden om nuanceringen aan te
brengen. En hoewel ik niet denk
dat het conflict snel ten einde zal
zijn heb ik genoeg verhalen ge­
hoord die me hoopvol stemmen
dat het er ooit wel van zal komen.
In november 2014 en januari 2015
zijn er weer reizen gepland. Bij
interesse kunt u contact opnemen
met Maaike Hoffer via
[email protected].
De Israëlisch­Palestijnse tragedie, ‘de moeder van
alle conflicten’ in het midden­oosten, lijkt een
‘never ending story’. Om moe van te worden, ware
het niet dat het nu in Gaza weer veel mensenlevens
kost. Dit omdat Gaza (ooit) slechts halfhartig auto­
nomie kreeg, al maakt ook Hamas de nodige
fouten. De tweede brandhaard lijkt een laatste be­
drijf in de fatale vergissing van Bush en Blair
(2003) om ‘van Irak met geweld een democratie te
maken’. Dit ook nog in strijd met de internationale
rechtsorde, wat bovendien 660.000 Irakezen en
5.000 Amerikanen het leven kostte. Het saldo
was:1) opkomst van de er tot dan onbekende Al­
Kaeda, 2) vervreemding tussen de drie hoofdgroe­
pen en 3) een semi­dictatuur onder Maliki. Het zo­
veelste bewijs, dat westerse militaire interventie
averechts werkt. Tot overmaat van ramp is er in
Irak nu de opmars van IS, die angst en slachtpartij­
en onder religieuze minderheden in de bergen ver­
oorzaakt. Gelukkig krijgen de laatsten nu hulp en is
Maliki vervangen als premier. Het tij zal spoedig
keren, ook omdat de Koerden een weerbare macht
blijken om de opmars van IS te stoppen. In een Pa­
rool­artikel van 22 juni schreef ik dat Isis ‘aan fa­
natisme ten onder zal gaan’, ook door interne
ruzies, wat Arnold Karskens nu ook zegt in TPO­
Magazine van 15 augustus. Voor ons in het Westen
lijkt overdreven angst hoe dan ook een slechte
raadgever. Dit geldt ook voor de situatie in de
Oekraïne, de derde brandhaard. Niet dat die totaal
ongevaarlijk is, maar van een tweede Koude oor­
log, vergelijkbaar met de eerste waarbij twee
nucleaire grootmachten onverzoenlijk tegenover
elkaar stonden, is geen sprake. Rusland moet Oek­
raïne’s onafhankelijkheid respecteren, maar in
Oekraïne en (voorheen) in het Westen worden in
deze ook fouten gemaakt. Ik ben niet zo voor sanc­
ties, omdat ze al gauw polarisatie oproepen. Ge­
lukkig blijft via de VN en de OVSE het gesprek
tussen de partijen gaande. De drie brandhaarden
geven zeker negatieve energie. Maar ze zijn in mijn
optiek geen reden voor paniek.
Hans Feddema
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
19
actief en informatief
Spiritueel Café over taal op 7 september
in Het Kruispunt, Voorschoten
Op zondag 7 september aanstaande is er in Het
Kruispunt een bijeenkomst van het Spiritueel
Café over het thema “Taal: haar kracht en te­
genkracht. – Beschroomd spreken over spiri­
tualiteit”. Met taal kunnen we onze
spiritualiteit uitdrukken. Daarmee betreedt de
taal het gebied van het ongrijpbare. In zijn bij­
drage aan het Spiritueel Café zal advocaat en
schrijver Kees van Oosten dieper op deze
thematiek ingaan.
Met taal drukken wij gedachten uit, in taal
drukken wij uit hoe wij onze werkelijkheid
zien en ervaren. Taal is het voertuig van de
geest. En daarom een goed onderwerp voor het
Spiritueel Café.
Datum en tijdstip: zondag 7 september 2014,
aanvang 20 uur (zaal open 19.30 uur). Plaats:
Het Kruispunt, Schoolstraat 2, Voorschoten. De
toegang is gratis, iedereen is welkom.
Het Spiritueel Café is een plek
van ontmoeting op het grens­
gebied van religie en cultuur.
Een plek waar ruimte is voor
verschillende vormen van gel­
oven, beleven en spiritualiteit.
Oikocredit helpt boeren in ontwikkelingslanden een beter
bestaan op te bouwen
Celoso Jallasa Choque uit Bolivia boekt veel vooruitgang
nu hij zijn land met een tractor bewerkt. Die kon hij kopen
met een microkrediet.
DE CHEMIE VAN DE ZIEL
De oudste geleerden al dachten dat
wij worden bewoond door de ziel
ergens moest ons lichaam zijn wat
het was maar dat tegelijkertijd ook niet
zijn
iets onvoorstelbaar anders
harde wetenschap heeft nu laten zien
dat dit inderdaad zo is
met de mooiste machines is er gekeken
waar en wanneer onze moleculen
veranderen
in zoiets vluchtigs als bijvoorbeeld
een gelukkige herinnering
en waar en wanneer die herinnering
weer in de moleculen verdwijnt
op dezelfde plek op hetzelfde moment
en jawel: de beeldschermen bleven leeg
en de printers zwegen – duidelijker
bewijs is er niet.
Rutger Kopland, uit: Over het verlangen naar
een sigaret, G.A. van Oorschot, Amsterdam
2001
20 | Hooglandse Nieuwe september 2014
Op de onherbergzame hoogvlaktes van Bolivia hoeden herders hun
lama’s en verbouwen boeren quinoa, een graansoort die gebruikt
wordt voor pasta, brood en bier. Celoso Jallasa Choque is zo’n
quinoa­boer. Hij leerde het vak van zijn vader. Trouwde met Julia en
kreeg met haar negen kinderen. Nu stopt hij al zijn energie in het
laten groeien van zijn boerenbedrijf. Dat betekent acht maanden per
jaar de grond omploegen, zaaien, onkruid wieden, oogsten en graan
zeven. Aanvankelijk deed hij alles met de hand. Maar op 3800 meter
hoogte is lichamelijke inspanning bijzonder zwaar. Dus leende Celoso
twee jaar geleden 10.000 dollar om een tractor te kopen, een lening
die hij in vier jaar afbetaalt. “Het werk is een stuk makkelijker
geworden, waardoor ik veel vooruitgang heb kunnen boeken”, zegt
Celoso. “En we verdienen nu genoeg geld om al onze kinderen naar
school sturen.”
Waar Celoso zijn land bewerkt wonen nog ruim vijfhonderd boeren
die net als hij met microkrediet hun bedrijf hebben kunnen opbouwen
en uitbreiden, waardoor de hele streek tot bloei komt.
Oikocredit vecht al bijna 40 jaar tegen armoede. Het belangrijkste
wapen? Microkrediet. Het kapitaal komt via een breed netwerk van
lokale microfinancieringsinstellingen over de hele wereld terecht bij
mensen die daarmee hun levensomstandigheden kunnen verbeteren.
Geld lenen zorgt voor zelfvertrouwen, gelijkwaardige relaties en
economische groei. Anders dan geefgeld, wordt leengeld steeds
opnieuw uitgeleend: zo kunnen veel meer mensen geholpen worden.
Ga voor meer informatie naar www.oikocredit.nl of naar
Coen Zuidema
[email protected] 0172 – 444 940
actief en informatief
Het nieuwe
orgel in de
Hooglandse
kerk
Steun de restauratie van de speeltafel
door bij het Rabobank­wensenfonds
op SCOL te stemmen!
Kan het Willis­orgel in 2015 gebruiksklaar zijn?
De Stichting Cathedral Organ
Leiden (SCOL) dingt als een van de
genomineerden mee naar een mooie
som gelds uit het Rabobank Wensen­
fonds. Bij genoeg publieksstemmen
kunnen we hiermee de historische
speeltafel van ons Engelse kathedraal­
orgel restaureren. Helpt u mee om deze
buit binnen te slepen?
Dit is onze kans om een spectaculair
deel van het Willis­orgel in de Hoog­
landse kerk te realiseren. De speeltafel
die SCOL voor ogen heeft, staat op de
kerkvloer en toont het orgel in volle ac­
tie. Niets leuker dan de organist alle
klavieren, het pedaal en de vele
registers te zien bedienen en om zo’n
machtig instrument tot klinken te zien
komen. Niet alleen voor luisteraars,
maar ook voor andere musici is een
dergelijke speeltafel een aanwinst, want
uitermate handig bij het samenspel met
koren, solisten en zelfs een compleet
symfonieorkest. Ook voor het muziek­
onderwijs van basisschool­ tot
conservatoriumniveau is een zichtbare
speeltafel heel instructief.
Restauratie speeltafel
Bij de restauratie van de speeltafel staat
het behoud van de historische waarde
voorop. Een blik op de klavieren maakt
duidelijk dat ze sinds 1892 in bedrijf
zijn. Uit de afgesleten toetsen valt zelfs
af te leiden welke toonsoorten de afge­
lopen 122 jaar het meest werden ge­
bruikt.
Ingebruikname in 2015
Speeltafel en orgel kunnen in 2015 in
de Hooglandse kerk staan: een bijzon­
der jaar, omdat de kerk dan 700 jaar be­
staat. We hopen van harte dit jubileum
extra feestelijk te kunnen vieren wan­
neer de grootste orgelpijpen van Neder­
land tot klinken worden gebracht vanaf
een gerestaureerde speeltafel op kerk­
vloerniveau.
Stem op het Rabobank­wensenfonds!
Tot en met 12 oktober kunnen de in­
woners van Leiden, Leiderdorp en
Oegstgeest één stem per e­mailadres
uitbrengen op de wensen die voor het
fonds zijn genomineerd door de Rabo­
bank Leiden­Katwijk. U doet dit via de
website:
https://www.rabobankwensen­
fonds.nl/stemmen/cultuur­en­
muziek.
Stichting Cathedral Organ Leiden be­
dankt u alvast hartelijk voor uw steun.
Misschien kunt u ook anderen enthou­
siast maken om op ons te stemmen.
Met vriendelijke groet,
Eric Brons, secretaris
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
21
varia
Wie is dit?
Hooglandse
Nieuwe
Hebt u van dit nummer genoten?
Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u
in gesprek met een auteur? Geef
het op bij de redactie:
[email protected]
Bij voldoende belangstelling or­
ganiseren wij dan een korte bij­
eenkomst na een zondagse dienst.
Dit moet Cor van Bree zijn (zie pagina 11).
Mis! Het is zijn jongere broer, eveneens een emeritus hoogleraar (biologie).
Het volgende nummer van
Hooglandse Nieuwe komt uit
op 2 november met het thema:
De oude leraar
Evolutie
Als hij zijn laatst "begrijp je?" heeft gezegd,
Laat hij zijn oog langs onze hoofden dwalen
En zit dan als een van ons in het lokaal en
Ieder probleem schijnt helder en beslecht.
Dan wordt het stiller en gaat hij oprecht
De dromen van zijn eigen jeugd verhalen,
En wordt zó een met onze idealen
Als met een som die hij heeft uitgelegd.
Tot één vraagt ­ en wij allen schrikken even ­:
"Waarom bent u er dan niet bij gebleven?"
Dan komt er afstand, en hij glimlacht stil
Een verre glimlach, of hij zeggen wil:
"Ach, dát juist kan ik je niet doen begrijpen
Omdat je daarvoor groeien moet, en rijpen."
Het is al een oud discussiethema:
geloof en evolutie. De VU­hoog­
leraar Jan Lever bracht het onder
woorden in zijn boek "Creatie en
evolutie" (1956). Ronald Meester
heeft over dit thema diverse arti­
kelen en boeken geschreven. In de
LSE­debatavond van 2 april in het
Academiegebouw kwam het ook
aan de orde.
Maar je kunt het thema ook ruimer
zien: de evolutie van de mens, de
economie, de mode, de techniek,
het denken, het eten, etc.
Schrijf mee over
Muus Jacobse (1909­1972)
uit: Het bescheiden deel (1941)
Evolutie
Hebt u onze diensten al eens
beluisterd op kerkomroep.nl?
Op de site intypen:
plaatsnaam: Leiden,
daarna: Hooglandse kerk,
dienst 11.45 uur.
Luidsprekers aanzetten.
22 | Hooglandse Nieuwe september 2014
in maximaal 600
woorden
Kopij uiterlijk op zondag
19 oktober insturen naar:
[email protected]
kinderpagina
Leren doe je alleen op
school… of toch niet?
Een verhaaltje
Bep van Houten
hard schrobben op een wasbord. Elektriciteit was er
ook nog niet. Oma‛s vader stierf door een ongeluk
Er was eens een klein meisje, zo‛n vijftig jaar geletoen ze zes jaar was en haar moeder moest toen de
den, ze heette Lieske. Ze woonde samen met haar
kost gaan verdienen voor zichzelf en haar zes jonge
ouders, broers en oma in een groot huis. Oma was
kinderen met wassen voor andere mensen. Want
niet meer zo erg fit en kwam bij haar dochter inwogoede sociale wetten, die zorgden dat een weduwe en
nen toen haar man was gestorven. Inwonen was
haar kinderen niet arm achterbleven als een vader
vijftig jaar geleden heel gewoon. Lieske was drie jaar stierf waren er nog niet. Die kwamen later pas.
toen oma in huis kwam. Eerst vond ze die wat strenge Lieske dacht bij zichzelf dat ze toch wel erg blij was
oude vrouw met haar donkere kleren best een beetje met alle leuke lampjes en warm water in huis. En dat
eng. Maar oma had vaak een lekker koekje voor haar, het erg stom was dat er toen nog geen wet was om
of een stukje tomaat. Eigenlijk was ze wel lief.
arme, zieke en oude mensen te beschermen.
Lieske begon oma te vertrouwen. Soms oma deed
Soms leerde oma wat nieuws van haar kleinkinderen.
spelletjes met Lieske. Touwtje overnemen en een kop Toen Lieske ‘s oudste broer had leren bridgen in de
en schotel maken. Daar had mama vaak geen tijd
bridgeclub van school deed de hele familie mee. Maar
voor.
oma en Lieske vonden het wel erg moeilijk. Oma deed
Oma wilde nog graag wat betekenen voor haar
haar best, maar oude mensen leren niet meer zo snel
dochters gezin, ook al was ze niet zo gezond meer.
iets nieuws. Hun lichaam beweegt langzamer en hun
Dus deed ze wat ze nog wèl kon: mooie kleedjes
geest ook. Soms leek het wel of oma‛s hoofd een
haken en truien breien. Lieske keek mee, hielp oma
rommelzolder was met allemaal herinneringen. De
oude wol te wassen en om een stoel te drogen handingen uit haar jeugd lagen bovenop. En wat net gegen. En er een mooie bol van opwinden met een kuilbeurd was onderop de stapel. Lieske vond dat heel
tje in het midden. Voor ze het wist kon ze zelf ook
gewoon. Zo was oma nou eenmaal en niet anders.
een beetje breien en naaien. Door te kijken en mee
Maar toen Lieske groter werd merkte ze dat het
te doen. Oma had zelf graag naaister willen worden.
voor haar makkelijker was dan voor andere mensen
Maar daar was thuis haast geen geld voor. Ze was
om met oude mensen om te gaan. Door oma.
dienstmeisje geworden toen ze veertien was. Dat
Oma hielp haar dochter ook met koken. Natuurlijk
had ze zelf besloten. Liever een klein beetje geld indeed Lieske mee. Erwtjes dopbrengen en daarmee haar moeder helpen dan geld
pen en pudding voor zondag makosten. Ook al viel het haar niet mee om tweede belken. Als alle puddingvormpjes vol
lenmeisje en later kindermeisje te zijn bij een rijke
waren mocht zij de pan met
bankiersfamilie. Op die beslissing was ze nog steeds
warme custardpudding uitlikken.
trots, in haar 75ste jaar. Ze had zichzelf zo goed
Lekker! Zaterdag was voor
mogelijk naaien en breien geleerd in haar vrije tijd.
Lieske puddingdag. Lieske leerde van oma eieren
Lieske vond het zielig voor oma dat ze nooit een leuk bakken. Rustig aan, niet met vol gas er onder. Want
beroep had gehad. Het was toch veel beter om naar
dan brandde het ei aan, werd zwart en heel vies.
school te kunnen gaan en een vak te leren waar je
En uiteindelijk na negentien jaar wonen bij Lieske ‛s
echt van hield en waar je goed van kon leven?
familie zei oma in een winter: “Kind, ik groei naar de
Oma hield van vertellen
aarde”. En inderdaad, ze werd steeds krommer en
over vroeger toen ze zelf
zwakker. Na een paar maanden stierf ze rustig in
jong was. Rond 1900 in Rothaar slaap. Ze werd 87 jaar oud en ze had alle kleinterdam. En Lieske luisterde
kinderen groot zien worden. Lieske had verdriet,
graag naar oma‛s herinmaar wist dat het zo goed was. Dat ze oma niet zou
neringen: Hoe er alleen warm vergeten. Dat oma, door alles wat ze was geweest, in
water en ijs te krijgen was
Lieske ‘s leven zou doorleven. In Lieske ‘s keuze voor
bij de waterstoker. Om de
een opleiding voor een vak waar ze van hield. In haar
was te kunnen doen moest je handwerkhobby. Ze stemt als er verkiezingen zijn op
daar emmers heet water
een partij die opkomt voor arme mensen. En haar
gaan halen. En dan zelf héél
gebakken eieren zijn geel met wit en héél erg lekker.
Hooglandse Nieuwe september 2014 |
23