De geschiedenis van onze gilde 2

DE BOSSENIERS VORMEN EEN EIGEN GILDE OFTE BROEDERSCHAP
Het woord gilde, van het Germaanse GELDAN afkomstig, verwijst in zijn
oorspronkelijke betekenis naar een gemeenschap van mensen met een zeer
gezamenlijk streven. Zuiver godsdienstig geïnspireerd, heeft de
betekenis zich in de Middeleeuwen verruimd zonder dat het religieuze
karakter verloren ging. Deze periode immers was zeer godsdienstig
ingesteld» Het hele gemeenschapsleven in al zijn uitingen draagt er
overduidelijk de sporen van.
De plaatselijke, domaniale ruilekonomie van een gesloten maatschappij moest
vanaf de tiende eeuw geleidelijk plaats maken voor het internationale
handelsverkeer op grote schaal. Aanvankelijk gebeurde dit vooral te lande op
de jaarmarkten, later ook ter zee tot buiten de oude Westerse samenleving.
Een nieuwe maatschappelijke groep, de kooplui verenigde zich in een gilde
onder leiding van een deken. Ze liggen aan de basis van de stedelijke kernen
die de uitgesproken landelijke samenleving verdringen. In de twaalfde en
dertiende eeuw ontstonden bloeiende steden met eigen vrijheden, voorrechten
en organisaties.
Het de groei van de stadsbevolking gingen ook de verschillende ambachtslui
zich verenigen volgens het uitgeoefende beroep. Deze broederschappen braken
het monopolie van de handelaars. Oorspronkelijk met zuiver godsdienstige
caritatieve inslag verruimden zij hun bevoegdheden en werden zelfstandige
gilden met politieke invloed» Ze vereerden hun beschermheilige in hun kerk
of voor een bijzonder altaar. Economisch en sociaal vormden zij een eigen
groep in de maatschappij. Tenslotte leverden zij een keurtroep van
gildestrijders die de stad tegen de vijandelijke aanvallen, roofovervallen
of rampen moesten beschermen en verdedigen. De stad bracht aldus een
gemeentelijke militie of burgerwacht op de been in een periode waarin de
bevolking zelf voor haar verdediging moest instaan.
Een georganiseerde politiemacht onder centraal gezag van vorst of graaf
bestond niet, een geoefend leger al evenmin. Vandaar ook de sterk
particularistisch gerichte gemeenschap versnipperd in de verschillende
steden en gemeenten. De gilden waren echte broederschappen met onderlinge
hulp en medeleven in vreugde en rouw. Ze hielpen de bejaarden en zieken.
Huwelijk of begrafenis werden in gezamenlijke familie meegeleefd. De
gildeleden stapten op in processie of stoeten en hielden jaarlijks een
feestelijk gildemaal.
Naast grote versterkte steden ontstonden ook de minder beschermde
plattelandsgemeenten. Rond de kerktoren schaarden zich verschillende kernen.
Deze buurt schappen stichtten eveneens een militie die beschikte over
toelagen, eigen lokaal met schietplein en vaandel zoals in de steden. Die
plaatselijke militiekorpsen moesten zich oefenen en vormden volgens het
gebruikte wapen zovele schuttersgroepen. Ze hadden als taak met HAND VOET OF
KRÜISBOOG en later met de BUSSE de vijand te RESISTEEREN ENDE TE KEEREN of
zaals de naam zegt de gemeenschap te beschutten.
DOELSTOCK OFTE BUSSE WEL VOORZIEN VAN LONT, POUR OFTE CRÜÏT EN LOOT was
het wapen van de St. BARBARA gildebroeders.
Het buskruit, een Chinese uitvinding was een mengsel van houtskool, salpeter
en zwavel, allen voor vuurwerk gebruikt. Het was een zwarte korrelige stof
slechts in de negentiende eeuw verder ontleed en gezuiverd. Het gebruik ervan
om projectielen uit te stoten bracht een totale ommekeer in de menselijke
samenleving. In de krijgskunde werd het van doorslaggevend belang voor de
vorstelijke macht. Voor het eerst is de aanwending ervan bekend tijdens de
honderdjarige oorlog bij de slag van Crezy (13-46) door de Engelsen.
Aan de kolonisten bewees het eveneens grote diens ten. Alleen al bij het zien
van die vuurspuwende goden sloegen de inboorlingen op de vlucht. Bij ruimere
verspreiding werd het ook voor de plaatselijke verdediging ingevoerd.
In de loop van de veertiende eeuw werden de eerste vuurwapens met enige
trefzekerheid zoals de karabijnen, kanonnen en pistolen vervaardigd.
Omstreeks 1450 wordt de HANTBUSSE of LOOTBUSSE(vgl.BOSSENIER) in gebruik
genomen.
Dit is dan ook de vroegste datum voor het ontstaan van gilden die
dergelijk wapen hanteerden.
Het komt in lengte ongeveer overeen met het huidig geweer en weegt ongeveer
twintig kilo. Het bestaat uit een smeedijzeren schietbuis achteraan gesloten
en eindigend in een lange steel die op de schouders rust. De ontsteking
gebeurt door een gloeiend ijzeren staafje. Buskruit en kogel(lood) worden
vooraan aangestampt. Een eerste verbetering was de haan, waarin een stuk
brandende lont geklemd werd (knipbus). De buis heeft een ijzeren steun, haak
genoemd. Hij steunt tegen de buitenkant van de muur of schietgat om de
terugstoot op te vangen (haakbus). De ijzeren steel wordt later vervangen
door een kolf die tegen de borst of schouders steunt en de functie van de
haai overneemt. Andere verbeteringen zijn het aanbrengen van een
trekinrichting en een pai voor de ontsteking, die met buskruit werd gevuld.
In de zestiende eeuw wordt een vuur steen als ontsteker in plaats van een
lont gebruikt. Geleidelijk aan werden steeds nieuwe verbeteringen in
techniek en vorm gelanceerd om tot een grote handelbaarheid en vooral een
grote trefzekerheid te komen. Luik stond reeds in de zestiende eeuw bekend
voor zijn wapenindustrie en vooral zijn HANTBUSSE.
Het gildeleven zelf nu kende in de loop van de eeuwen een geleidelijke
afwijking van zijn oorspronkelijke instelling. Volgens een bewaard octrooi
uit 1601, verleend door de aartshertogen Albrecht en Isabella kreeg de
BUSGULDE van Mol een drievoudige opdracht. Vooreerst moet de gilde de vorst
helpen bij een oorlog:
SOO WANNEER T'SELVE TEN TTDE VAN OYRLOGHE OFT ANDERE INCONVENIENTEN
OIBOIR ENDE VAN NOODE SOÜDE MOGEN WESEN.,
Ter plaatse moet de openbare orde en rust verzekerd worden:
TEGENS ALLE SCHELMEN ENDE QUAETDOENDERS, DIE BY NACHTE ENDE
ONTIJDE....(ROND) LOFEN ENDE GOEDEN IANTLDYDEN OVERLASTEN AEN HEÜRE
PERSOONEN ENDE GOEDEN....
Opvallend echter is wel dat de kien toon vooral op vermaak en oefening wordt
gelegd:
....DE VOERSCHREVEN BROEDERSCHAP ENDE DE VOERSCHREVEN ORDINANTIE TENDEERT
NERGENS TOE DAN OM ALLE VRINTSCHAP ENDE LIEFFDE TE ONDERHOUDEN....
Deze laatste doelstelling verwijst duidelijk naar een verschuiving waarbij
de schuttersgilden meer en meer van hun betekenis verloren om tenslotte tot
een plaatselijke ontspanningsvereniging te vervallen. Die evolutie heeft
haar historische verklaring.