LEYMEESTERS VAN UDENHOUT EN BERKEL door J.A.J. Becx Op

De Kleine Meijerij Jaargang 1972 XXIII nr. 1, pp. 2-3
LEYMEESTERS VAN UDENHOUT EN BERKEL
door J.A.J. Becx
Op 3 juni 1600 verschenen ten huize van Jan Joachims van Esch binnen Oisterwijk een achttal oudere
mannen om op verzoek van de burgemeesters van Udenhout en Berkel een verklaring af te leggen over de
schouw van de Ley, zulks naar aanleiding van een klacht van de ingezetenen. Er werd een notariële akte
van opgemaakt voor notaris Peter Berys, die destijds te Moergestel resideerde (Rijksarchief in NoordBrabant, Notariële Archieven, no. 4817, folio 148v-149). De acht attestanten waren :
1. Gerard Jansen van de Pasen (83 jaar) ;
2. Antonis Gijsbert Claessen (82 jaar) ;
3. Leonard Peter Huenen (67 jaar) ;
4. Aert Adriaan de Meyer (70 jaar) ;
5. Peter Willem Goossens (66 jaar) ;
6. Lambert de Meyer (50 jaar) ;
7. Willem Adriaan Brekelmans (51 jaar) ;
8. Daniel Adriaan Brekelmans (56 jaar) .
Deze personen verklaarden: "dat binnen Udenhout ende Berckell altijt is geweest een oude costume ende
usantie, dat die gemeyne nagebueren van Udenhout ende van Berckell hebben onder malcanderen
geordineert ende gecommitteert twee nagebueren van Udenhout ende eenen nabuer van Berckell, die zij
noemden Leymeesters, diewelcke drie nagebueren altijt hebben begaen ende beschauwt den Leystroome,
met alle toebehoorten, loopende doir Udenhout totte Runserse (? ) brugge toe, nae ouder behoorten ende
den nagebueren aldair beschauwt ende die bruecken onder mallcanderen hebben doen betaelen ende
daervoor geexecuteert ende gepant hebben. Ende dat hij Gerart omtrent 40 jaren geleeden, Anthonis ende
Leonart omtrent 36 jaeren geleeden, Daniel omtrent 36 jaeren geleeden. Peeter ende Willem voirscreven
omtrent 6 jaeren geleeden Leymeesters zijn geordineert bij de nagebueren van Udenhout ende Berckell
voirscreven ende die schauwe van de Leystroom alzoo begaen ende beschauwt hebben als voirscreven
staet ende dat den brueck was VII stuivers ende op coste van ongelijcken wedde bestaeyt ende dat zij
attestanten henne voirouders hebben hooren zeggen, dat den Hertoige van Brabant den nagebueren van
Udenhout ende Berckell zullcx vergunnen ende verleent hadde".
Deze toevallige vondst over "oude costuymen en usantiën" kan wellicht een bijdrage leveren ten aanzien van
de plaatselijke gebruiken van schouwvoering in vroeger tijden.