de aanpassing van de verordening - Partij | voor Vrije Amsterdammers

Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
R
Voordracht voor de raadsvergadering van
<datum onbekend>
Jaar
2014
Afdeling
1
Nummer
0
Publicatiedatum
<vrije tekst griffie>
Agendapunt
<vrije tekst griffie>
Datum besluit B&W
22 april 2014
Onderwerp
Vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Verordening op de
bestuurscommissies
Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:
Tekst van openbare besluiten
De gemeenteraad van Amsterdam
wordt gepubliceerd
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders,
Besluit
I. Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de
bestuurscommissies, vastgesteld bij besluit van 12 juni 2013 (Gemeenteblad
2013, nr 101/438) en gewijzigd bij besluit van 12 februari 2014 (Gemeenteblad
afd. 3A, nr. 55/111)
artikel 1
Artikel 5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 5: verkiezingen algemeen bestuur
1. Ten aanzien van de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur zijn
de bepalingen uit de Kieswet betreffende de verkiezing van de leden van
de gemeenteraad van overeenkomstige toepassing.
2. In afwijking van hetgeen in het eerste lid is bepaald, wordt de periode als
bedoeld in artikel B 3, tweede lid, onder b, van de Kieswet voor de
verkiezingen voor het algemeen bestuur vastgesteld op drie jaar.
3. In afwijking van hetgeen in het eerste lid is bepaald, wordt bij de verdeling
van restzetels het percentage als bedoeld in artikel P 8, tweede lid, van de
Kieswet vastgesteld op 50% van de kiesdeler.
4. In aanvulling op hetgeen in artikel G3 van de Kieswet is bepaald, kunnen
niet-politieke groeperingen en stichtingen zich voor de verkiezingen laten
registreren.
5. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor de verkiezing
nadere regels vast. Voor zover dat voor een ordelijk verloop van de
verkiezing noodzakelijk is, kan het college van burgemeester en
wethouders daarbij afwijken van de in het eerste lid bedoelde bepalingen.
6. Ten aanzien van het vervullen van een opengevallen plaats is hoofdstuk W
van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.
1
Jaar
Afdeling
Nummer
Datum
<datum
Gemeente Amsterdam
onbekend>
Gemeenteraad
1
0
Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>
<vrije tekst griffie>
R
7. In aanvulling op hetgeen in het zesde lid is bepaald, is artikel W 4, eerste
lid van de Kieswet van overeenkomstige toepassing als zich een
vergelijkbare situatie voordoet als omschreven in dat artikel.
II Kennis te nemen van de volgende wijziging in de toelichting op de Verordening
op de bestuurscommissies:
A. Aan het eind van de toelichting bij artikel 5 wordt een alinea toegevoegd die
komt te luiden als volgt:
Artikel W 4, eerste lid van de Kieswet bepaalt dat, als er in een gemeenteraad
met minder dan dertien leden bij de opvolging van een lid geen kandidaat
meer voor benoeming in aanmerking komt op de lijst waartoe degene die
moet worden opgevolgd behoort, dan met toepassing van artikel P 10 van de
Kieswet wordt beslist aan welke van de andere lijsten de plaats zal worden
toegekend. Deze plaats valt toe aan de lijst waaraan nog geen zetel is
toegewezen en waarop de meeste stemmen zijn uitgebracht om in
aanmerking te komen voor een restzetel.
In de verordening is bewust gekozen voor een oneven aantal zetels in de
bestuurscommissie om te voorkomen dat bij besluitvorming in het algemeen
bestuur de stemmen kunnen staken en een patstelling ontstaat.
Als deze situatie zich voordoet biedt het van toepassing verklaren van dit
artikel uit de Kieswet hiervoor een uitweg.
III. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt drie dagen nadat publicatie in het
Gemeenteblad heeft plaatsgevonden.
Wettelijke grondslag
Artikel 149 Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Bij de verkiezingen van 19 maart jl. voor de bestuurscommissie in stadsdeel Zuidoost
heeft de Partij Voor Vrije Amsterdammers (PVVA) 1 zetel behaald.
Beide kandidaten op de lijst van de PVVA hebben in een ondertekende schriftelijke
verklaring laten weten hun benoeming als lid van het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie niet te aanvaarden. Het algemeen bestuur in Zuidoost telt 13
zetels.
Het centraal stembureau van stadsdeel Zuidoost heeft formeel vastgesteld dat er
geen andere kandidaat op de lijst van de PVVA beschikbaar is en heeft overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet besloten dat om die reden geen opvolger kan
worden benoemd in de opengevallen plaats.
Desgevraagd heeft de secretaris-directeur van de Kiesraad laten weten dat
kandidaten die te kennen hebben gegeven hun benoeming niet te aanvaarden, hierop
in een later stadium niet meer terug kunnen komen. Het besluit van het centraal
stembureau van stadsdeel Zuidoost d.d. 26 maart 2014 dat op de betreffende lijst
geen kandidaat voor benoeming in aanmerking komt, maakt dit definitief. Het
gegeven dat één van de kandidaten de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
maakt dit besluit niet anders
2
Jaar
Afdeling
Nummer
Datum
<datum
Gemeente Amsterdam
onbekend>
Gemeenteraad
1
0
Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>
<vrije tekst griffie>
R
De commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de gemeenteraad heeft
bij de installering van de bestuurscommissies op 27 maart jl. aan de raad geadviseerd
om de Verordening op de bestuurscommissies zo aan te passen dat dergelijke
situaties niet meer kunnen worden voorkomen.
Alle fracties in de nieuw gekozen bestuurscommissie van stadsdeel Zuidoost hebben
hun adhesie betuigd aan het advies van deze commissie.
Het wordt wenselijk geacht de vacante zetel zo snel mogelijk op te vullen zodat wordt
voorkomen dat het algemeen bestuur gedurende een periode van vier jaar tot
besluitvorming moet komen op basis van een even aantal zetels.
Onderbouwing besluit
In de Verordening op de bestuurscommissies zijn voor de verkiezingen van de
bestuurscommissies de bepalingen uit de Kieswet van overeenkomstige toepassing
verklaard. Dit was nodig omdat de Kieswet niet automatisch van toepassing is op
bestuurscommissies: bestuurscommissies worden wettelijk niet als algemeen
vertegenwoordigende lichamen beschouwd.
Daarom is het mogelijk om in de verordening van de Kieswet af te wijken.
Dat is op een paar punten ook gebeurd: uitbreiden van het soort groeperingen dat
zich kon laten registreren, toepassen van een lager percentage van de kiesdeler om
een restzetel te kunnen krijgen en hanteren van een kortere termijn waarin men
ingeschreven moet zijn om het actief en passief kiesrecht te kunnen uitoefenen.
De Kieswet voorziet bij uitputting van een kandidatenlijst in een overgang van een
zetel naar een andere partij in geval het gaat om een gemeente met minder dan 13
raadsleden (artikel W 4, eerste lid). Dat is het geval om bij gemeenten met minder
dan 6.000 inwoners. De wetgever heeft het wenselijk gevonden dat een vacante plek
toch kan worden opgevuld als die situatie zich voordoet in een raad van een
dergelijke kleine omvang. Een grotere raad wordt geacht het open blijven van een
zetel zelf op te kunnen vangen.
Deze bepaling kan ook op de verkiezingen van de bestuurscommissies van
toepassing worden verklaard.
Materieel komt het er dan op neer dat de partij die bij de verkiezingen als eerste recht
had op een restzetel, in aanmerking komt voor de vacante zetel.
Het voorgelegde besluit maakt dit mogelijk door aan artikel 5 van de verordening een
nieuw zevende lid toe te voegen.
In de Verordening op de bestuurscommissies is welbewust gekozen voor een oneven
aantal zetels in de bestuurscommissies om te voorkomen dat de stemmen kunnen
staken en er een patstelling ontstaat.
Gekozen is destijds voor halvering van het aantal zetels in vergelijking met de
vroegere stadsdeelraden.
In dat opzicht kan een bestuur dat bestaat uit 13 of 15 gekozen bestuurders op een
inwonertal van rond de 100.000 inwoners worden beschouwd als het minimum om
een stadsdeel met voldoende democratische legitimatie te kunnen besturen.
3
Jaar
Afdeling
Nummer
Datum
<datum
Gemeente Amsterdam
onbekend>
Gemeenteraad
1
0
Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>
<vrije tekst griffie>
R
Omdat continuering van de huidige situatie vanuit een oogpunt van slagvaardig
bestuur ongewenst is dient een reparatie van de verordening plaats te vinden.
De vraag of de aangepaste bepaling in de verordening behalve in toekomstige
situaties ook kan worden toegepast op de achterliggende verkiezingen is voorgelegd
aan de secretaris-directeur van de Kiesraad.
Deze heeft aangegeven dat het risico niet denkbeeldig is dat dit vragen oproept over
de rechtszekerheid en dat niet uitgesloten kan worden dat iemand de gang naar de
rechter gaat maken.
Tegen het besluit van de raad om de verordening aan te passen kan geen bezwaar
worden gemaakt.
Tegen het besluit om de vacante zetel in concreto toe te delen aan een partij kan
waarschijnlijk bezwaar en beroep worden ingesteld.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) sluit het instellen van beroep bij de rechter
met zoveel woorden uit tegen onder meer besluiten over de vaststelling van de uitslag
van verkiezingen en het benoemd verklaren in opengevallen plaatsen van onder meer
de gemeenteraden.
Het benoemen van leden van een bestuurscommissie wordt echter niet genoemd in
het bewuste artikel en daaruit kan worden afgeleid dat dit artikel niet ziet op deze
categorie benoemingen. Het is niet mogelijk om in een verordening deze bepaling uit
de Awb van overeenkomstige toepassing te verklaren op de bestuurscommissies.
Met de mogelijkheid van het instellen van bezwaar en beroep moet dus, in ieder geval
in theorie, rekening worden gehouden.
Het is de vraag in hoeverre een groepering of een organisatie daarbij daadwerkelijk
belang kan hebben: de uitslag van de verkiezingen kan niet meer ter discussie staan
en op grond van die uitslag komt er maar één partij in aanmerking voor de laatste
restzetel.
Het gevolg van een eventuele vernietiging door de rechter van het besluit om de
restzetel aan een andere partij toe te delen kan zijn dat deze weer vacant komt en
daarmee ontstaat dezelfde situatie als waar nu sprake van is.
De kans dat een proces wordt aangespannen en dat de gemeente daarin aan het
kortste eind trekt lijkt dan ook niet heel groot en moet worden afgewogen tegen het
laten voortbestaan van een, uit bestuurlijk oogpunt bezien, onwenselijke situatie.
Financiële paragraaf
Toelichting
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Stukken
Meegestuurd
Ter inzage gelegd
Niet van toepassing
Niet van toepassing
4
Jaar
Afdeling
Nummer
Datum
<datum
Gemeente Amsterdam
onbekend>
Gemeenteraad
1
0
Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>
<vrije tekst griffie>
R
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DJZ, Paul Schroth, tel 552.2295, e-mail [email protected]
DJZ, Jurien Korzelius, tel. 552.2070, e-mail [email protected]
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris
E.E. van der Laan, burgemeester
5