Bestrijding van Koprot |Koprot info| Waarom deze informatie? Koprot is een zeer schadelijke ziekte in uien. In het gunstigste geval is de kg-opbrengst minder en moeten er extra kosten gemaakt worden voor het sorteren. In het ongunstigste geval is een partij niet verkoopbaar of verhandelbaar. De ziekte is de afgelopen drie bewaarseizoenen opgetreden en heeft tot veel schade voor de sector geleidt. Koprot is lastig te beheersen, vooral omdat er geen aantastingen zichtbaar zijn voordat het te laat is. Een aangetaste ui is immers niet verkoopbaar. Toch NDQHUZDWJHGDDQZRUGHQRPGHNDQVRSGH]LHNWHWHYHUPLQGHUHQ'H]HÀ\HULVEHGRHOGRPXRSGH hoogte te brengen van wat er gedaan kan worden naast de aangescherpte afdekplicht voor uienafval en om u te informeren over waar aan gewerkt wordt om het managen van de ziekte te verbeteren. 2RNZLOOHQGHRSVWHOOHUVYDQGH]HÀ\HUXZDWDFKWHUJURQGHQPHHJHYHQRYHUGH]LHNWHRPXWHKHOSHQ de ziekte beter te begrijpen en van daaruit uw maatregelen beter te kunnen nemen. |De ziekte| Koprot wordt veroorzaakt door een schimmel. In Nederland worden de soorten B. aclada en B. allii als veroorzaker van koprot aangemerkt. De schimmel kan de winter overleven in plantmateriaal in de vorm van schimmeldraden en ook via sclerotiën (ruststructuren). Sclerotiën in gewasresten of uien kunnen lang overleven. Echter als de gewasresten helemaal verteerd zijn dan beperkt de overleving zich tot minder dan een half jaar. Een ruime vruchtwisseling helpt dus om de ziektedruk te verlagen. In het verleden was besmetting via zaaizaad een belangrijke bron waardoor de ziekte jaarlijks optrad. Door een goede zaadontsmetting is deze verspreidingsbron vrijwel uitgeschakeld. Het voorkomen en onschadelijk maken van verspreidingsbronnen zoals uienafval heeft hier ook aan bijgedragen. Als sporen van de schimmel in het gewas terecht komen, kunnen ze onder gunstige omstandigheden (vooral vocht) het gezonde blad binnendringen. Verder komt de schimmel echter niet, omdat de ui een effectieve afweer opbouwt. Als het geïnfecteerde blad ouder en zwakker wordt, kan de schimmel het blad koloniseren en sporen gaan produceren. Als het blad doorloopt in de bol en dus een vlezige bolrok vormt, kan de schimmel via het blad en de hals, de bol binnendringen en aantasten. Soms kan ook zij- en bodemrot optreden en in die gevallen zijn sporen er in geslaagd langs beschadigingen de bol binnen te dringen. Het is dus zaak om beschadigingen zoveel mogelijk te voorkómen. Gewasgroei Sporen Sporen Afvalhoop ? Markt |April 2014| |Omgevingshygiëne| ,Q GH DIJHORSHQ MDUHQ KHHIW $JUL¿UP HHQ XLWJHEUHLGH inventarisatie uitgevoerd in de praktijk. Hierbij zijn teelthandelingen, spuitschema’s en bewaargegevens bij 180 telers verzameld. Dit leverde een aantal aanwijzingen op die het optreden van koprot kunnen bevorderen. Een belangrijke primaire infectiebron is altijd uienafval. Voorbeelden hiervan zijn: niet afgedekte afvalhopen, teruggebracht uienafval op het land, het vervoederen van uien aan dieren, niet kerende grondbewerking en/of niet afgedekt uienafval bij verwerkers en vergisters. Daarom is op verzoek van de telers de bestrijdingsplicht voor uienafval(hopen) aangescherpt. Verder is gebleken dat koprotaantastingen te maken hadden met het hanteren van spuitschema’s met een onvoldoende bescherming tegen koprot met effectieve middelen. Het te diep klappen van uien leek ook een bevorderende factor terwijl het droogproces ook een belangrijke rol leek te spelen. |Foto: Uienafvalhoop| |PA verordening| De verplichte bestrijding van uienafval is aangescherpt. Om de bijdrage van uienafval als bron voor aantastingen door koprot te minimaliseren, is op verzoek van de uiensector door Productschap Akkerbouw (PA) vanaf 2014 een aanscherping doorgevoerd in de valse meeldauw verordening. Hierdoor wordt tegelijkertijd ook bijgedragen aan vermindering van de verspreiding van koprot. In essentie betekent de wijziging dat afdekken/bestrijding met ingang van seizoen 2014 verplicht is ongeacht de aanwezigheid van groene delen. De verordening luidt nu: |1| |2| Het is de ondernemer verboden na 15 april van enig jaar niet-uitgeplante uien of afval van uien aanwezig te hebben, tenzij op deze uien een afdekking is aangebracht of zodanige maatregelen zijn getroffen zonder welke niet-uitgeplante uien of afval van uien een potentiële bron kunnen zijn voor het verspreiden van valse meeldauw en koprot. Het is de ondernemer verboden om zich van niet-uitgeplante uien of afval van uien te ontdoen, tenzij hij zodanige maatregelen heeft getroffen zonder welke zich aan deze nietuitgeplante uien of afval van uien groene delen kunnen ontwikkelen en zonder welke deze nietuitgeplante uien of afval van uien een potentiële bron kunnen zijn voor het verspreiden van koprot. Een veilige manier om het uienafval te verwerken is het afvoeren naar een vergister op voorwaarde dat de uien daar afgedekt worden in de silo. |April 2014| |Waarschuwingssysteem| Om tijdens het groeiseizoen het gewas te beschermen, is de timing van de inzet van effectieve middelen essentieel. Maar wanneer zijn de beste tijdstippen? We weten dat de weersomstandigheden in belangrijke mate bepalend zijn voor sporulatie, verspreiding van en infectie door GH VFKLPPHO (HQ DGYLHVV\VWHHP GDW ]LFK EDVHHUW RS weersgegevens kan dus het bepalen van de juiste tijdstippen YDQ EHVSXLWLQJ EHJHOHLGHQ ]RDOV KHW DGYLHVV\VWHHP YDQ '$&20 'LW V\VWHHP EHUHNHQW ZDQQHHU HU LQIHFWLHNDQVHQ LQKHWYHOGGUHLJHQ(HQÀLQNDDQWDOSDUDPHWHUVVSHOHQHHQ rol bij de berekening van de infectiekansen, een van de allerbelangrijkste is de aanwezigheid van de schimmelsporen boven het gewas. Zonder sporen, geen infectie, hoe gunstig de omstandigheden verder ook zijn. Uitgaande van de aanwezigheid van primaire infectiebronnen in de buurt, EHSDDOW KHW V\VWHHP GH YRRU LQIHFWLH NULWLHNH SHULRGHQ HQ geeft precies aan wanneer een preventief werkend middel zou moeten worden ingezet. 2QGHUVWDDQGH ¿JXXU ODDW GH LQIHFWLHGUXN YRRU HHQ perceel uien in Flevoland zien in 2013. Opvallend zijn de infectiemomenten relatief vroeg in het seizoen (eind juni – begin juli). Dit zijn momenten die meestal aan de aandacht van de teler ontsnappen omdat men vaak (ten onrechte) denkt dat koprot in deze periode niet kan ontstaan. ,QGHUGDDGV\PSWRPHQYDQNRSURW]LHMHPHHVWDOSDVLQGH bewaring, maar het ontstaat dus wel degelijk eerder in het seizoen in het veld! (HQJURRWYRRUGHHOYDQKHWV\VWHHPLVGHPRJHOLMNKHLGRP achteraf een jaaroverzicht in te zien. Hiermee kan men bepalen of een infectiemoment in het veld over het hoofd is gezien en daarmee kan de teler vaststellen of het raadzaam is om het gewas als veldpartij van de hand te doen of met zeer goede droog- en bewaarmogelijkheden met behoud van kwaliteit toch later in het verkoopseizoen af te kunnen zetten! |Figuur 1| Infectiedruk Koprot Flevoland vroeg in seizoen2013 Hoeveelheid sporen boven perceel Infectiekansen Sporenvorming 23-06-13 01-07 |April 2014| |Spuitschema| Inmiddels is er na enkele proeven ook meer inzicht gekregen in de effectiviteit van de toegelaten middelen tegen koprot. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om koprot. Een effectief spuitschema PRHW RRN EHVFKHUPLQJ ELHGHQ WHJHQ YDOVH PHHOGDXZ 6WHPSK\OOLXP SDSLHUYOHNNHQ]LHNWH HQ bladvlekkenziekte. Daarom wordt momenteel een spuitschema geadviseerd zoals in tabel 1 vermeld is. Uitgangspunt hierbij is dat alle uienziektes op een preventieve wijze bestreden moeten worden. Daarbij past ook een standaard opzet zoals in bijgaande tabel met een wekelijks spuitinterval. De weersomstandigheden bepalen of dit interval korter of langer kan zijn. Op een gezond gewas, zonder afstervend weefsel, krijgt de koprotschimmel ook minder kans om door te groeien. Bespuiting Middel valse meeldauw 1 Ja 2 Ja 3 Ja 4 Ja 5 Ja 6 Ja 7 Ja 8 Ja 9 Ja 0LGGHONRSURW6WHPSK\OLXP Middel bladvlekkenziekte met neveneffect koprot 6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV Allure / Shirlan 6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV Allure / Shirlan 6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV Allure / Shirlan 6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV |Spuitschema| • De eerste bespuiting uitvoeren vanaf het 3-4 bladstadium. • De 3e bespuiting bij ongeveer begin bolling. • Het aantal bespuitingen is afhankelijk van o.a. regio en ziektedruk. • Ter bestrijding van valse meeldauw zijn o.a. mancozeb (diverse merken), Acrobat, Valbon en Fubol Gold toegelaten. Raadpleeg de etiketten voor toepassing. • $OVJHHQJHEUXLNZRUGWJHPDDNWYDQHHQDGYLHVV\VWHHPLVYURHJHWRHSDVVLQJYDQ6LJQXP (bij risico op aantasting door koprot) op tijdstip 3 en 7 een goede keus. • Bij gebruik van Fandango 1,25 l hoeft geen middel ter bestrijding van valse meeldauw toegevoegd te worden. |Effectiviteit middelen| +LHURQGHU VWDDW HHQ RYHU]LFKW YDQ GH ZHUNLQJ YDQ PLGGHOHQ RS NRSURW XLW GH RI¿FLsOH SOXVMHVWDEHO die op ‘kennisakker’ staat. Niet in onderstaande tabel vermelde middelen hebben geen werking op koprot. Middel Signum 1,5 kg Fandango 1,25 l Werking ++ Opmerking Max. 2 x 2O\PSXVO Allure 1,25 l Shirlan e.a. 0,5 l + + (+) (+) Max. 4 x Max. 2 x, interval 28 dgn +++ = zeer goede werking; ++ = goede werking; + = redelijke werking; (+) = beperkte nevenwerking |Oogst en droogproces| Koprot kan bij een vroege (veld)infectie al kort na de oogst zichtbaar zijn. Met de oogst zat de schimmel al in het (dode) blad. Alleen door snel de hals van de ui te sluiten door te drogen, is een aantasting te voorkomen. De kunst is dus om de hals af te sluiten vóórdat de schimmel de kans krijgt om de bol te bereiken. Een late infectie op beschadigde uien, is hier overigens niet mee te voorkomen. In de praktijk betekent dit: |1| Rooi netjes: Klap niet te kort. Pas de rijsnelheid aan om te voorkomen dat de wortelkrans kapot wordt getrokken; |2| Uien droog je in de schuur en niet op het land. Eén dag zwaddrogen is lang genoeg. Een langere tijd in het zwad geeft schimmels de kans door te groeien of te infecteren en levert geen energiewinst op; |3| De kans dat een veldinfectie tot een bolinfectie leidt, is te beperken door snel te drogen. Hoe hoger de kanaaltemperatuur, hoe sneller de uien drogen. Drogen met lucht die slechts 2°C boven de producttemperatuur laat het droogproces veel te traag verlopen. Voor een product van 16°C en een dauwpunt van 10°C is een kanaaltemperatuur van 25°C nodig! Voor een overzicht van de optimale kanaaltemperatuur afhankelijk van dauwpunt en producttemperatuur zie bijgaande tabel. |Tabel| Optimale kanaaltemperatuur in afhankelijkheid van producttemperatuur en dauwpunt Dauwpunt |5| |6| |7| |8| 14°C 16°C 18°C 20°C 8°C 22°C 27,5°C 10°C 20°C 25°C 31°C 12°C 17°C 22,5°C 28°C 14°C 14°C 19,5°C 25°C 31°C 16°C 22°C 27,5°C 16°C |4| Producttemperatuur Bij 20-25°C groeit de schimmel weliswaar het snelste, maar het drogen met 25°C gaat minstens twee keer zo snel als bij 18 tot 20°C. Dit snellere drogen is ook nog goedkoper; Gebruik zo veel mogelijk buitenlucht en kachelwarmte tijdens dit drogen. Open de luiken daarom zo ver mogelijk. Als de ideale temperatuur niet haalbaar is, kan je het beste of het toerental van de ventilatoren verlagen of het luik een stukje dicht zetten. Verminder echter niet het vermogen van de kachel. Droog niet nutteloos: stop met een (continu) droogactie als de RV op ca. 65-70% zit of niet meer verder daalt. Ga dan over op periodiek (dagelijks) nadrogen en verlaag eventueel het toerental van de ventilatoren. Houd daarbij de RV beneden de 80%. Om goed na te drogen moet de temperatuur van de uien minimaal 6-8°C boven het dauwpunt liggen. De producttemperatuur moet boven het roze vlak LQGHJUD¿HNUHFKWVERYHQXLWNRPHQ=RUJGDDURP voor een temperatuur van minimaal 20-25°C aan het einde van het droogproces. De temperatuur kan dan dalen conform de “Snuif” lijn; |April 2014| 30 RV 60-80% dauwpunt 2013 25 SNUIF advies 20 15 10 5 30-9 10-10 20-10 30-10 10-11 20-11 |De mogelijkheden van detectie van de schimmel| In eerste instantie is het van belang om ziekte te voorkomen. Maar bij een schimmel als koprot waarvan pas LQGHEHZDULQJGHV\PSWRPHQQDDUYRUHQNRPHQLVKHWRRN van belang om te weten of de schimmel in het loof aanwezig is zodat nog effectieve maatregelen genomen kunnen worden (oogsten, drogen). Maar deze kennis kan ook leiden tot het besluit om zo’n partij niet in de lange bewaring te stoppen maar direct af te zetten. Het principe is om lage hoeveelheden DNA van de schimmel aan te tonen in het loof. Echter zo’n test is op dit moment nog niet beschikbaar, maar er bestaan plannen voor de ontwikkeling ervan. |Onderzoek| Om de schimmel en de ziekte goed te beheersen is een sluitend pakket aan maatregelen nodig. Natuurlijk zijn HIIHFWLHYH PLGGHOHQ QRGLJ HQ LV HHQ JRHG DGYLHVV\VWHHP van essentieel belang. Maar het is ook goed om te weten wat we van een effectieve oogst- en droging mogen verwachten en is het van groot belang om de aanwezigheid van de schimmel in de plant te kunnen detecteren. Echter, het vóórkomen van primaire infectiebronnen is de basis. Uienafval als bron ligt voor de hand, maar andere manieren van overwinteren kunnen wellicht ook een rol spelen. Om het totale pakket te verbeteren en makkelijk hanteerbaar voor de teler te maken is nog onderzoek en ontwikkeling nodig. Verschillende partijen hebben daartoe de handen LQHHQJHVODJHQ)UXJL9HQWDXLHQWHOHUV$JUL¿UP'$&20 NSure, Cebeco Agrochemie, DLV en Wageningen UR willen gezamenlijk optrekken om van koprot een ziekte te maken die goed en effectief beheerst kan worden. |COLOFON| |Vormgeving| Caroline Verhoeven (PPO-AGV) |Redactie| Chris de Visser (PPO-AGV) |Met medewerking van| Harrie Versluis (DLV Bouw), Jacob Dogterom (DLV Plant), Luc Remijn (DLV Plant), Paul Goorden (Cebeco Agrochemie), Jeroen Nijenhuis $JUL¿UP/RXLV1DQQHV'$&20%HQ.LPPDQ3$ Bert Evenhuis (PPO-AGV), Frank Hoeberichts (NSure) Het PA aanvaard geen enkele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen ontstaan bij gebruik van de informatie in deze folder. Dit initiatief wordt ondersteund door LTO Nederland en FrugiVenta
© Copyright 2024 ExpyDoc