Folder koprot 2014 - Productschap Akkerbouw

Bestrijding van Koprot
|Koprot info|
Waarom deze informatie?
Koprot is een zeer schadelijke ziekte in uien. In het gunstigste geval is de kg-opbrengst minder en
moeten er extra kosten gemaakt worden voor het sorteren. In het ongunstigste geval is een partij
niet verkoopbaar of verhandelbaar. De ziekte is de afgelopen drie bewaarseizoenen opgetreden en
heeft tot veel schade voor de sector geleidt. Koprot is lastig te beheersen, vooral omdat er geen
aantastingen zichtbaar zijn voordat het te laat is. Een aangetaste ui is immers niet verkoopbaar. Toch
NDQHUZDWJHGDDQZRUGHQRPGHNDQVRSGH]LHNWHWHYHUPLQGHUHQ'H]HÀ\HULVEHGRHOGRPXRSGH
hoogte te brengen van wat er gedaan kan worden naast de aangescherpte afdekplicht voor uienafval
en om u te informeren over waar aan gewerkt wordt om het managen van de ziekte te verbeteren.
2RNZLOOHQGHRSVWHOOHUVYDQGH]HÀ\HUXZDWDFKWHUJURQGHQPHHJHYHQRYHUGH]LHNWHRPXWHKHOSHQ
de ziekte beter te begrijpen en van daaruit uw maatregelen beter te kunnen nemen.
|De ziekte|
Koprot wordt veroorzaakt door een schimmel. In Nederland worden de soorten B. aclada en B. allii
als veroorzaker van koprot aangemerkt. De schimmel kan de winter overleven in plantmateriaal
in de vorm van schimmeldraden en ook via sclerotiën (ruststructuren). Sclerotiën in gewasresten
of uien kunnen lang overleven. Echter als de gewasresten helemaal verteerd zijn dan beperkt de
overleving zich tot minder dan een half jaar. Een ruime vruchtwisseling helpt dus om de ziektedruk
te verlagen. In het verleden was besmetting via zaaizaad een belangrijke bron waardoor de ziekte
jaarlijks optrad. Door een goede zaadontsmetting is deze verspreidingsbron vrijwel uitgeschakeld.
Het voorkomen en onschadelijk maken van verspreidingsbronnen zoals uienafval heeft hier ook aan
bijgedragen. Als sporen van de schimmel in het gewas terecht komen, kunnen ze onder gunstige
omstandigheden (vooral vocht) het gezonde blad binnendringen. Verder komt de schimmel echter niet,
omdat de ui een effectieve afweer opbouwt. Als het geïnfecteerde blad ouder en zwakker wordt, kan de
schimmel het blad koloniseren en sporen gaan produceren. Als het blad doorloopt in de bol en dus een
vlezige bolrok vormt, kan de schimmel via het blad en de hals, de bol binnendringen en aantasten. Soms
kan ook zij- en bodemrot optreden en in die gevallen zijn sporen er in geslaagd langs beschadigingen
de bol binnen te dringen. Het is dus zaak om beschadigingen zoveel mogelijk te voorkómen.
Gewasgroei
Sporen
Sporen
Afvalhoop
?
Markt
|April 2014|
|Omgevingshygiëne|
,Q GH DIJHORSHQ MDUHQ KHHIW $JUL¿UP HHQ XLWJHEUHLGH
inventarisatie uitgevoerd in de praktijk. Hierbij zijn
teelthandelingen, spuitschema’s en bewaargegevens bij
180 telers verzameld. Dit leverde een aantal aanwijzingen
op die het optreden van koprot kunnen bevorderen.
Een belangrijke primaire infectiebron is altijd uienafval.
Voorbeelden hiervan zijn: niet afgedekte afvalhopen,
teruggebracht uienafval op het land, het vervoederen van
uien aan dieren, niet kerende grondbewerking en/of niet
afgedekt uienafval bij verwerkers en vergisters. Daarom
is op verzoek van de telers de bestrijdingsplicht voor
uienafval(hopen) aangescherpt. Verder is gebleken dat
koprotaantastingen te maken hadden met het hanteren
van spuitschema’s met een onvoldoende bescherming
tegen koprot met effectieve middelen. Het te diep klappen
van uien leek ook een bevorderende factor terwijl het
droogproces ook een belangrijke rol leek te spelen.
|Foto: Uienafvalhoop|
|PA verordening|
De verplichte bestrijding van uienafval is aangescherpt. Om
de bijdrage van uienafval als bron voor aantastingen door
koprot te minimaliseren, is op verzoek van de uiensector door
Productschap Akkerbouw (PA) vanaf 2014 een aanscherping
doorgevoerd in de valse meeldauw verordening. Hierdoor
wordt tegelijkertijd ook bijgedragen aan vermindering
van de verspreiding van koprot. In essentie betekent de
wijziging dat afdekken/bestrijding met ingang van seizoen
2014 verplicht is ongeacht de aanwezigheid van groene
delen. De verordening luidt nu:
|1|
|2|
Het is de ondernemer verboden na 15 april van
enig jaar niet-uitgeplante uien of afval van uien
aanwezig te hebben, tenzij op deze uien een
afdekking is aangebracht of zodanige maatregelen
zijn getroffen zonder welke niet-uitgeplante uien of
afval van uien een potentiële bron kunnen zijn voor
het verspreiden van valse meeldauw en koprot.
Het is de ondernemer verboden om zich van
niet-uitgeplante uien of afval van uien te
ontdoen, tenzij hij zodanige maatregelen heeft
getroffen zonder welke zich aan deze nietuitgeplante uien of afval van uien groene delen
kunnen ontwikkelen en zonder welke deze nietuitgeplante uien of afval van uien een potentiële
bron kunnen zijn voor het verspreiden van koprot.
Een veilige manier om het uienafval te verwerken is het
afvoeren naar een vergister op voorwaarde dat de uien daar
afgedekt worden in de silo.
|April 2014|
|Waarschuwingssysteem|
Om tijdens het groeiseizoen het gewas te beschermen, is
de timing van de inzet van effectieve middelen essentieel.
Maar wanneer zijn de beste tijdstippen? We weten dat
de weersomstandigheden in belangrijke mate bepalend
zijn voor sporulatie, verspreiding van en infectie door
GH VFKLPPHO (HQ DGYLHVV\VWHHP GDW ]LFK EDVHHUW RS
weersgegevens kan dus het bepalen van de juiste tijdstippen
YDQ EHVSXLWLQJ EHJHOHLGHQ ]RDOV KHW DGYLHVV\VWHHP YDQ
'$&20 'LW V\VWHHP EHUHNHQW ZDQQHHU HU LQIHFWLHNDQVHQ
LQKHWYHOGGUHLJHQ(HQÀLQNDDQWDOSDUDPHWHUVVSHOHQHHQ
rol bij de berekening van de infectiekansen, een van de
allerbelangrijkste is de aanwezigheid van de schimmelsporen
boven het gewas. Zonder sporen, geen infectie, hoe gunstig
de omstandigheden verder ook zijn. Uitgaande van de
aanwezigheid van primaire infectiebronnen in de buurt,
EHSDDOW KHW V\VWHHP GH YRRU LQIHFWLH NULWLHNH SHULRGHQ HQ
geeft precies aan wanneer een preventief werkend middel
zou moeten worden ingezet.
2QGHUVWDDQGH ¿JXXU ODDW GH LQIHFWLHGUXN YRRU HHQ
perceel uien in Flevoland zien in 2013. Opvallend zijn de
infectiemomenten relatief vroeg in het seizoen (eind juni –
begin juli). Dit zijn momenten die meestal aan de aandacht
van de teler ontsnappen omdat men vaak (ten onrechte)
denkt dat koprot in deze periode niet kan ontstaan.
,QGHUGDDGV\PSWRPHQYDQNRSURW]LHMHPHHVWDOSDVLQGH
bewaring, maar het ontstaat dus wel degelijk eerder in het
seizoen in het veld!
(HQJURRWYRRUGHHOYDQKHWV\VWHHPLVGHPRJHOLMNKHLGRP
achteraf een jaaroverzicht in te zien. Hiermee kan men
bepalen of een infectiemoment in het veld over het hoofd is
gezien en daarmee kan de teler vaststellen of het raadzaam
is om het gewas als veldpartij van de hand te doen of met
zeer goede droog- en bewaarmogelijkheden met behoud van
kwaliteit toch later in het verkoopseizoen af te kunnen zetten!
|Figuur 1| Infectiedruk Koprot Flevoland vroeg in seizoen2013
Hoeveelheid
sporen boven
perceel
Infectiekansen
Sporenvorming
23-06-13
01-07
|April 2014|
|Spuitschema|
Inmiddels is er na enkele proeven ook meer inzicht gekregen in de effectiviteit van de toegelaten
middelen tegen koprot. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om koprot. Een effectief spuitschema
PRHW RRN EHVFKHUPLQJ ELHGHQ WHJHQ YDOVH PHHOGDXZ 6WHPSK\OOLXP SDSLHUYOHNNHQ]LHNWH HQ
bladvlekkenziekte. Daarom wordt momenteel een spuitschema geadviseerd zoals in tabel 1 vermeld
is. Uitgangspunt hierbij is dat alle uienziektes op een preventieve wijze bestreden moeten worden.
Daarbij past ook een standaard opzet zoals in bijgaande tabel met een wekelijks spuitinterval. De
weersomstandigheden bepalen of dit interval korter of langer kan zijn. Op een gezond gewas, zonder
afstervend weefsel, krijgt de koprotschimmel ook minder kans om door te groeien.
Bespuiting
Middel valse
meeldauw
1
Ja
2
Ja
3
Ja
4
Ja
5
Ja
6
Ja
7
Ja
8
Ja
9
Ja
0LGGHONRSURW6WHPSK\OLXP
Middel bladvlekkenziekte met
neveneffect koprot
6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV
Allure / Shirlan
6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV
Allure / Shirlan
6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV
Allure / Shirlan
6LJQXP)DQGDQJR2O\PSXV
|Spuitschema|
• De eerste bespuiting uitvoeren vanaf het 3-4 bladstadium.
• De 3e bespuiting bij ongeveer begin bolling.
• Het aantal bespuitingen is afhankelijk van o.a. regio en ziektedruk.
• Ter bestrijding van valse meeldauw zijn o.a. mancozeb (diverse merken), Acrobat, Valbon
en Fubol Gold toegelaten. Raadpleeg de etiketten voor toepassing.
• $OVJHHQJHEUXLNZRUGWJHPDDNWYDQHHQDGYLHVV\VWHHPLVYURHJHWRHSDVVLQJYDQ6LJQXP
(bij risico op aantasting door koprot) op tijdstip 3 en 7 een goede keus.
• Bij gebruik van Fandango 1,25 l hoeft geen middel ter bestrijding van valse meeldauw
toegevoegd te worden.
|Effectiviteit middelen|
+LHURQGHU VWDDW HHQ RYHU]LFKW YDQ GH ZHUNLQJ YDQ PLGGHOHQ RS NRSURW XLW GH RI¿FLsOH SOXVMHVWDEHO
die op ‘kennisakker’ staat. Niet in onderstaande tabel vermelde middelen hebben geen werking op
koprot.
Middel
Signum 1,5
kg
Fandango
1,25 l
Werking
++
Opmerking
Max. 2 x
2O\PSXVO
Allure
1,25 l
Shirlan e.a. 0,5 l
+
+
(+)
(+)
Max. 4 x
Max. 2 x, interval 28
dgn
+++ = zeer goede werking; ++ = goede werking; + = redelijke werking; (+) = beperkte nevenwerking
|Oogst en droogproces|
Koprot kan bij een vroege (veld)infectie al kort na de oogst
zichtbaar zijn. Met de oogst zat de schimmel al in het (dode)
blad. Alleen door snel de hals van de ui te sluiten door te
drogen, is een aantasting te voorkomen. De kunst is dus
om de hals af te sluiten vóórdat de schimmel de kans krijgt
om de bol te bereiken. Een late infectie op beschadigde
uien, is hier overigens niet mee te voorkomen.
In de praktijk betekent dit:
|1|
Rooi netjes: Klap niet te kort. Pas de rijsnelheid
aan om te voorkomen dat de wortelkrans kapot
wordt getrokken;
|2|
Uien droog je in de schuur en niet op het land. Eén
dag zwaddrogen is lang genoeg. Een langere tijd in
het zwad geeft schimmels de kans door te groeien
of te infecteren en levert geen energiewinst op;
|3|
De kans dat een veldinfectie tot een bolinfectie
leidt, is te beperken door snel te drogen. Hoe
hoger de kanaaltemperatuur, hoe sneller de uien
drogen. Drogen met lucht die slechts 2°C boven de
producttemperatuur laat het droogproces veel te
traag verlopen. Voor een product van 16°C en een
dauwpunt van 10°C is een kanaaltemperatuur van
25°C nodig! Voor een overzicht van de optimale
kanaaltemperatuur afhankelijk van dauwpunt en
producttemperatuur zie bijgaande tabel.
|Tabel| Optimale kanaaltemperatuur in afhankelijkheid van
producttemperatuur en dauwpunt
Dauwpunt
|5|
|6|
|7|
|8|
14°C
16°C
18°C
20°C
8°C
22°C
27,5°C
10°C
20°C
25°C
31°C
12°C
17°C
22,5°C
28°C
14°C
14°C
19,5°C
25°C
31°C
16°C
22°C
27,5°C
16°C
|4|
Producttemperatuur
Bij 20-25°C groeit de schimmel weliswaar het
snelste, maar het drogen met 25°C gaat minstens
twee keer zo snel als bij 18 tot 20°C. Dit snellere
drogen is ook nog goedkoper;
Gebruik zo veel mogelijk buitenlucht en
kachelwarmte tijdens dit drogen. Open de luiken
daarom zo ver mogelijk.
Als de ideale temperatuur niet haalbaar is, kan
je het beste of het toerental van de ventilatoren
verlagen of het luik een stukje dicht zetten.
Verminder echter niet het vermogen van de kachel.
Droog niet nutteloos: stop met een (continu)
droogactie als de RV op ca. 65-70% zit of niet meer
verder daalt. Ga dan over op periodiek (dagelijks)
nadrogen en verlaag eventueel het toerental van
de ventilatoren. Houd daarbij de RV beneden de
80%.
Om goed na te drogen moet de temperatuur van de
uien minimaal 6-8°C boven het dauwpunt liggen.
De producttemperatuur moet boven het roze vlak
LQGHJUD¿HNUHFKWVERYHQXLWNRPHQ=RUJGDDURP
voor een temperatuur van minimaal 20-25°C aan
het einde van het droogproces. De temperatuur
kan dan dalen conform de “Snuif” lijn;
|April 2014|
30
RV 60-80%
dauwpunt 2013
25
SNUIF advies
20
15
10
5
30-9
10-10
20-10
30-10
10-11
20-11
|De mogelijkheden van detectie van de schimmel|
In eerste instantie is het van belang om ziekte te
voorkomen. Maar bij een schimmel als koprot waarvan pas
LQGHEHZDULQJGHV\PSWRPHQQDDUYRUHQNRPHQLVKHWRRN
van belang om te weten of de schimmel in het loof aanwezig
is zodat nog effectieve maatregelen genomen kunnen
worden (oogsten, drogen). Maar deze kennis kan ook leiden
tot het besluit om zo’n partij niet in de lange bewaring te
stoppen maar direct af te zetten. Het principe is om lage
hoeveelheden DNA van de schimmel aan te tonen in het
loof. Echter zo’n test is op dit moment nog niet beschikbaar,
maar er bestaan plannen voor de ontwikkeling ervan.
|Onderzoek|
Om de schimmel en de ziekte goed te beheersen is een
sluitend pakket aan maatregelen nodig. Natuurlijk zijn
HIIHFWLHYH PLGGHOHQ QRGLJ HQ LV HHQ JRHG DGYLHVV\VWHHP
van essentieel belang. Maar het is ook goed om te weten
wat we van een effectieve oogst- en droging mogen
verwachten en is het van groot belang om de aanwezigheid
van de schimmel in de plant te kunnen detecteren. Echter,
het vóórkomen van primaire infectiebronnen is de basis.
Uienafval als bron ligt voor de hand, maar andere manieren
van overwinteren kunnen wellicht ook een rol spelen. Om
het totale pakket te verbeteren en makkelijk hanteerbaar
voor de teler te maken is nog onderzoek en ontwikkeling
nodig. Verschillende partijen hebben daartoe de handen
LQHHQJHVODJHQ)UXJL9HQWDXLHQWHOHUV$JUL¿UP'$&20
NSure, Cebeco Agrochemie, DLV en Wageningen UR
willen gezamenlijk optrekken om van koprot een ziekte
te maken die goed en effectief beheerst kan worden.
|COLOFON|
|Vormgeving| Caroline Verhoeven (PPO-AGV)
|Redactie| Chris de Visser (PPO-AGV)
|Met medewerking van| Harrie Versluis (DLV Bouw),
Jacob Dogterom (DLV Plant), Luc Remijn (DLV Plant),
Paul Goorden (Cebeco Agrochemie), Jeroen Nijenhuis
$JUL¿UP/RXLV1DQQHV'$&20%HQ.LPPDQ3$
Bert Evenhuis (PPO-AGV), Frank Hoeberichts (NSure)
Het PA aanvaard geen enkele aansprakelijkheid voor de
eventuele schade die zou kunnen ontstaan bij gebruik van
de informatie in deze folder.
Dit initiatief wordt ondersteund door LTO Nederland en FrugiVenta