Abstract State of the Art: Immunotherapie bij kinderen Nicolette Arends, kinderarts-allergoloog; Leerdoelen: In deze voordracht komen de volgende aspecten betreffende immunotherapie bij kinderen aan bod: 1. Prevalentie, diagnostiek en behandeling van allergische rhinoconjunctivitis 2. Wanneer en bij welke patiënten kan immunotherapie overwogen worden 3. Welke vormen immunotherapie bestaan er: subcutane immunotherapie (SCIT) versus sublinguale immunotherapie (SLIT) 4. Wat zijn de effecten van immunotherapie op rhinoconjunctivitis en astma bij kinderen 5. Hoe werkt immunotherapie 6. Praktische zaken betreffende immunotherapie: behandelschema’s, voorzorgsmaatregelen en bijwerkingen Allergische rhinitis De prevalentie van allergische rhinitis in Westerse landen is de laatste decennia verdubbeld. Prevalentiecijfers verschillen per land en variëren van 0.8 % – 15 % bij kinderen in de leeftijd van 6-7 jaar en 1.4 % - 39.7 % bij kinderen in de leeftijd van 13-14 jaar. Astma en rhinitis komen vaak samen voor. Van de groep kinderen met astma heeft ongeveer 80 % ook rhinitis en van de groep kinderen met rhinits heeft 40 % astma. Astma leidt tot meer klachten en is vaak slechter gecontroleerd bij persisterende of ernstige rhinitis. Symptomen Rhinitis klachten lopen uiteen van alleen lokale verschijnselen (verstopte neus, loopneus, niezen, jeuk neus, rode, branderige, jeukende ogen, traanogen) tot meer algemene verschijnselen van algehele malaise, vermoeidheid en slaapstoornissen. Allergische rhinitis kan een grote impact hebben op kwaliteit van leven en kan leiden tot verminderde schoolprestaties, verminderde dagelijkse activiteiten (o.a. sport), emotionele en psychosociale problemen. Naast lichamelijk onderzoek is aanvullende diagnostiek informatief. Diagnose Meest voorkomende allergenen zijn huisstofmijt en huisdieren, gevolgd door de boom- en graspollen. Zowel de huidtest als serologisch onderzoek zijn al vanaf de babyleeftijd betrouwbaar. Eliminatie van allergenen is meestal niet goed uitvoerbaar (met uitzondering van huisdieren). Behandeling Voor de behandeling van allergische rhinitis klachten wordt onderscheid gemaakt tussen milde en ernstige klachten en of de klachten intermittend of peristerend aanwezig zijn. Medicamenteuze behandeling bestaat uit antihistaminica en/of nasale steroiden (zie tabel). NL/AST/0016/13h Exp datum oktober 2015 Immunotherapie Immunotherapie kan overwogen worden bij kinderen vanaf 6 jaar, mits voldaan wordt aan een aantal criteria. Immunotherapie is niet de eerste keus behandeling van allergische rhinitis klachten. Indicatie immunotherapie: Duidelijke relatie tussen klachten en allergeen (pollen, huisstofmijt of katepitheel) Persisterende rhinitis klachten ondanks adequate medicamenteuze behandeling Bijwerkingen van de medicamenteuze behandeling (b.v. bloedneuzen) Medicatie niet willen continueren Alvorens te staren met immunotherapie is het van belang om onderliggende lage luchtwegklachten goed in kaart te brengen. Slecht gecontroleerd astma is contra-indicatie voor het starten van immunotherapie. Subcutane immunotherapie (SCIT) kan gegeven worden bij huisstofmijt-, pollen- en/of kat allergie en is vooral effectief voor de behandeling van rhinitis klachten. SCIT dient volgens protocol te worden toegediend onder supervisie van een arts die ervaring heeft met immunotherapie. Voor de sublinguale immunotherapie (SLIT) zijn alleen effectieve studies bij kinderen beschreven met graspollen tabletten. Deze tabletten zijn niet alleen effectief voor de rhinitis klachten maar hebben ook enig effect op de astma klachten in het graspollenseizoen. Literatuur De Groot et al; Allergic rhinoconjunctivitis in children. A clinical review. BMJ 2007;335:985988 Brozek et al; Allergic Rhinitis and its Impact on Asthma (ARIA) guidelines: 2010 revision. JACI 20102010 Sep;126(3):466-76. De Groot et al. Richtlijn immunotherapie op de kinderleeftijd (Standpunt Sectie Kinderallergologie) 2009 Bufe et al; Safety and efficacy in children of an SQ-standardized grass allergen tablet for sublingual immunotherapy. 2009 Jan;123(1):167-173.e7. NL/AST/0016/13h Exp datum oktober 2015
© Copyright 2024 ExpyDoc