Agenda • 17.15-17.45 uur DOT en wijzigingen 2015 (Jaap Stam, DBC Onderhoud) • 17.45-18.45 uur Praktijkvoorbeelden DOT Hematologie en medische oncologie (deel 1): Registratieproces, dilemma’s en definities (Ron Schaafsma Knelpunten maligne bloedziekten, Erasmus MC (Jan Cornelissen) • 18.45-19.15 uur Pauze met broodjes • 19.15-20.15 uur Praktijkvoorbeelden DOT Hematologie en medische oncologie (deel 2): Casus maligne en niet-maligne bloedziekten (Ron Schaafsma/Marten Nijziel) Knelpunten SCT, Erasmus MC (Jan Cornelissen) • 20.15-21.00 uur Tips en tricks, vragen uit de zaal • 21.00 uur Afsluiting, drinks DOT en wijzigingen 2015 Doorlooptijdverkorting en effecten op registratieregels hematologie Jaap Stam, DBC Onderhoud Zorgproducten Hematologie inleiding en wijzigingen 2015 Jaap Stam 27 mei 2014 NVvH Inhoud presentatie 4 • Inleiding DBC-systeem • Hemato-oncologie in het systeem • Wijzigingen 2015 ـDoorlooptijd verkorting ـWijzigingen registratieregels DOT hoofdbestanddelen (1) 5 ICD10 zorgproductgroepen • Diagnose(n) • Behandeling Speciale groepen • Op basis van wetgeving (WBMV) • Op basis van speciaal karakter Overig • Ad-on’s/OZP DOT hoofdbestanddelen (2) 6 • Afgeleid en gedeclareerd op basis van productspecificaties én • Nadat het subtraject is gesloten op basis van een set registratieregels • Algemene regels • Uitzonderingsregels 7 DOT: nieuwe productstructuur, typerende Za of diagnose bepalend DBC-dataset van patiënt typerende diagnose? diagnosegroep diagnosegroep typerende zorgactiviteiten? behandelgroep DBC-gebonden add-ons behandelgroep zorgzwaarte, WBWV, aanspraak, e.d.? Resultaat: DBC-zorgproduct = declarabele prestatie Ca. 3.500 verschillende behandelgroep Zorgproduct Zorgproduct IC Zorgproduct + Dure geneesm. Zorgproduct Overig Zorgproduct voorbeeld van een zorgproductgroep 8 Voor elke ZPG wordt een beslisboom opgesteld Ambulante producten Conservatieve klinische producte n Operatieve producten DOT: DBC-grouper Afleiden declarabele producten o.b.v. diagnose en zorgactiviteiten ziekenhuis DBC-grouper prijs verzekeraar DIS Groepen binnen de hematologie 10 ICD10 zorgproductgroepen • Diagnose(n) • Behandeling Speciale groepen • Op basis van wetgeving (WBMV) • Op basis van speciaal karakter Overig • Ad-on’s/OZP ICD10 zorgproductgroepen 11 • ZPG 28999 Maligne- en neoplasmata onzeker/onbekend gedrag lymfoïd, hematopoëtisch en verwant weefsel 63% • • • • • • ZPG 38999 Stollingsst./purpura/ov.hemorr.aand./ bep.aand.immuunsyst. (excl.sarcoïdose long) (wd) 25% • • Hodgkin Non-Hodgkin Leukemie Multipele myelomen etc Stollingsaandoeningen ZPG 39999 voedings-/hemolytische-/aplastische-/anemie nec+ziekte bloed/-vormende organen nec 12% • • Anemie (verreweg het meest) Overig Speciale groepen 12 • 979003 Stamceltransplantatie (WBMV) • • • • Autoloog Verwante donor Niet verwante donor Niet verwante donor navelstreng Overig 13 • Ad-on’s • Dure geneesmiddelen • IC Registratie- en sluitingsregels 14 • Algemene regels • • • 90 dagen ambulant 42 dagen na ambulante ingreep 42 dagen na klinisch ontslag • Uitzonderingsregels • • • Medicinale oncologische behandeling Medicinale behandeling acute leukemie Stamceltransplantatie • Regels voor openen parallel zorgtraject • Nieuw zorgtraject en DCT (diagnose combinatie tabel) Vereisten voor goed afleiden en declareren 15 • De juiste diagnose registreren • De juiste zorgactiviteit(en) registreren • Goed hanteren van het begrip nieuwe zorgvraag en kennis hebben van de inhoud van de diagnose-combinatietabel Wijzigingen 2015 hoofdlijnen 16 • Verkorting doorlooptijd naar maximaal 120 dagen (besluit) • Dure geneesmiddelen (nog geen besluit) • Andere procedure • Andere manier van vastleggen • Integraal tarief (besluit) Verkorting doorlooptijd 17 • Maximale doorlooptijd wordt 120 dagen • Geen uitzonderingen Effecten verkorting doorlooptijd (1) 18 Financieel risico: • Ruim 2 miljoen extra declarabele eenheden • 600.000 extra uitvalproducten, omzet constant • Financieel risico: ongeveer 600-800 miljoen euro • Kan werkelijkheid worden indien wijzigingen in zorgprofielen niet of onvoldoende zijn weerslag vinden in de productprijzen Effecten verkorting doorlooptijd (2) 19 Aanpassing registratieregels • 1 algemene regel wijzigt • Invloed de overige algemene regels • Invloed op uitzonderingsregels • Medicinale oncologie geen effect • Acute leukemie geen effect • Stamceltransplantatie geen effect behalve nazorgtraject (gaat van 365 naar 120 dagen) Dure geneesmiddelen (geen besluit) 20 • Grens van €10.000 vervalt • Regierol voor aanvragen ad-on bij aanbieders en verzekeraars • Registreren en declareren via apotheeksysteem Nog veel discussie over snelheid en uitwerking Integraal tarief 21 • Per 1 januari 2015 verdwijnen de aparte kostendelen en honoraria uit de tarieventabel • Nog maar 1 tarief: kosten en honoraria samengevoegd Tenslotte 22 Vragen ? Praktijkvoorbeelden DOT Deel 1 Registratieproces Dilemma’s en definities Ron Schaafsma, Marten Nijziel, Katja Damen, Liesbeth van Erp Agenda 1. 2. 3. 4. Registratieproces DOT Definities algemeen Registratieregels hematologie Registratie dilemma’s in hematologie Agenda 1. 2. 3. 4. Registratieproces DOT Definities algemeen Registratieregels hematologie Registratie dilemma’s in hematologie Afleiden zorgproduct in de grouper Subtraject Specialisme -X D nee… D nee… JA!! systematiek D grouper ZP Van registratie tot facturatie Zorgverlenen Registreren Afsluiten (‘Samenvatten’) Afleiden (v.e. DBCzorgproduct) Factureren (‘Declareren’) Grouper OK ICT ONDERSTEUNING Lab Radiologie MCC Apotheek …. etc EPD Registratie DBC/DOT Verricht. registratie zorgactiviteiten controleren koppelen ZIS Zorgactiviteiten aan (DOT)-subtraject factureren systematiek PROCES Welke systemen ondersteunen welke stap in het proces Zorg verlenen Zorgtrajecten en subtrajecten Consult Onderzoekenb v. lab, foto’s, ECG Opname OK Ontslag Openen zorgtraject (voorheen: openen DBC) Nacontrole Onderzoeken Vervolg behandelingn acontroles Sluiten subtraject (voorheen: sluiten DBC) Registreren Zorgtraject Subtraject (zt=11) Subtraject (zt=21) voorheen: (initiële) DBC (zt=11) voorheen: (vervolg) DBC (zt=21) V D Verwijzer Diagnose Consult Onderzoeken Ligdagen OK-ingreep v-ZP Verwacht Zorgproduct Consult V D Verwijzer Diagnose Consult v-ZP Verwacht Zorgproduct Onderzoeken Diagnose niet (juist) geregistreerd • Onterechte uitval: – Kosten zijn wel gemaakt – Zwevende verrichtingen – Onjuiste, hogere DOT kostprijzen • Toekennen van ZA aan ander ZP: – Onjuist zorgprofiel – Onterechte kostentoewijzing aan ZP – Te hoge prijs van product • Geen declaratie • Te lage declaratie Registratie DBC/DOT zorgactiviteiten koppelen ZA niet (juist) geregistreerd • Onterechte uitval door lege DOT producten • Onjuiste afleiding in grouper: – Onjuist product m.n. bij knooppunt ZA → – Te lage declaratie • Verkeerde of onvoldoende vulling zorgprofiel: – Onjuist zorgprofiel – Te lage berekende kostprijs Registratie DBC/DOT zorgactiviteiten koppelen Vanaf 2014 nieuwe kostprijsmodel beleidsregel NZa • • • • Kosten direct toegerekend aan zorgproduct Tussenstap van ZA niet meer noodzakelijk Oorzaak kosten niet meer altijd duidelijk Vereenvoudiging Agenda 1. 2. 3. 4. Registratieproces DOT Definities algemeen Registratieregels hematologie Registratie dilemma’s in hematologie DBC diagnose • Typerende diagnose die de geleverde zorg over de periode waarover wordt gedeclareerd het beste typeert • Kan tijdens looptijd traject veranderen • Kan per subtraject verschillen Zorgactiviteit • Verrichting die is uitgevoerd bij het leveren van zorg aan een patiënt • Gekoppeld aan een zorgtraject (subtraject) • Verrichtingen hebben allemaal een eigen verrichtingencode • Zorgactiviteitentabel Zorgprofiel • Verzameling van zorgactiviteiten die horen bij een DBCzorgproduct • Kan een individueel zorgprofiel zijn van 1 patiënt • Maar kan ook een gemiddeld (lokaal van je eigen ziekenhuis/landelijk…) zorgprofiel zijn Grouper • Webapplicatie in beveiligde omgeving • Leidt uit aangeboden declararatie-set DBC-zorgproduct en eventuele Add-on af • Stuurt afgeleid zorgproduct terug naar zorgaanbieder zodat deze bij zorgverzekeraar (of patiënt) kan worden gedeclareerd • Beschikbaar gesteld door DBC-O Add-on combinatie stofnaam en indicatie • “Overig zorgproduct” behorend bij een DBC-zorgproduct • Zorg op IC, limitief aantal dure (>10.000 euro per jaar) en weesgeneesmiddelen • Zorgproducten met substantiële meerkosten, leidend tot grote verstoringen homogeniteit zorgproduct • Mogen tussentijds worden gedeclareerd • Alleen als indicatie toegestaan is cf. beleidsregel NZa Parallelliteit • Parallel zorgtraject mag alleen indien: – Uit dossier duidelijk is dat er sprake is van een andere zorgvraag waarvoor aparte diagnosestelling en aparte behandeling noodzakelijk is – Minimaal 1 zorgactiviteit uit zorgprofielklasse 1, 2 of 3 (respectievelijk poli- of eerste hulpbezoek, dagverpleging, kliniek) of minimaal een verstrekking medicinale oncologische therapie en combinatie komt niet voor in de “Diagnose Combinatie tabel” Subtraject en verrichtingen • Type zorgproduct (subtraject) wordt door Grouper (webapplicatie in een beveiligde omgeving) automatisch afgeleid op basis van de geregistreerde verrichtingen en de ingevulde (typerende) diagnose • Tijdig en juist en volledig invoeren essentiële verrichtingen dus van het allergrootste belang, anders gevaar uit te komen in een “goedkoop” mandje Uitval • Bij deze combinatie van diagnose en ZA kan geen product worden gedeclareerd • Er is wel een diagnose maar geen typerende ZA Knooppunt- of typerende verrichting • ZA die bepalend is voor de afleiding naar de volgende ‘tak ‘in de boom en/of een mandje met zorgproducten Hele boom Agenda 1. 2. 3. 4. Registratieproces DOT Definities algemeen Registratieregels hematologie Registratie dilemma’s in hematologie Registratieregels • Registratie regels – Registratiemodel – Regels openen en sluiten – Welke gegevens invoeren – Uitzonderingsregels • Medicinale oncologie • Acute leukemie Algemene registratieregels gelden voor iedereen • Registratieregels bepalen moment van automatische afsluiting – 90 dagen na eerste poliklinische subtraject (ZT11) – 365 dagen na volgende traject (ZT21) – 42 dagen na een klinisch traject • Bij heropname na het laatste klinische traject! • Gelden dus ook voor hematologie zolang er nog geen “medicinale oncologische therapie” is geweest! Registratieregels medicinale oncologie gelden voor een medicinale oncologische therapie • Aparte registratieregels medicinale oncologie en acute leukemie • Afwijkende regels! • Extra zorgactiviteiten! • Afwijkende looptijden van de subtrajecten! • Inmiddels ook al weer her en der “aangepast” Uitzonderingsregels medische oncologie Uitzonderingsregels voor acute leukemie Medicinale oncologische behandelingen • • • • • • • chemotherapie bij niet gemetastaseerde tumoren chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren chemotherapie bij acute leukemie chemo-immunotherapie immunotherapie hormonale therapie bij gemetastaseerde tumoren hormonale therapie bij niet gemetastaseerde tumoren Registratieregels medicinale oncologie gelden voor medicinale oncologische behandelingen • Zeer belangrijke zorgactiviteiten – Verstrekkingscodes (per infuus/injectie) – Begeleidingscodes (“oraal”) – Deze codes bepalen in welk “mandje” je terecht komt en bepalen ook dat rekening wordt gehouden met de aparte afsluitregels Verstrekkingscodes 039141 039142 039143 039145 039146 039147 Verstrekking per infuus of per injectie van chemotherapie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Verstrekking per infuus of per injectie van chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Verstrekking per infuus op per injectie van chemotherapie bij acute leukemie. Verstrekking per infuus of per injectie van chemo-immunotherapie. Verstrekking immunotherapie per infuus of per injectie. Verstrekking hormoontherapie per infuus of per injectie bij niet-gemetastaseerde tumoren. 039148 Verstrekking hormoontherapie per infuus of per injectie bij gemetastaseerde tumoren. •Criterium van < 2 uur of > 2 uur dagopname is hierbij niet van belang (tenzij bij acute leukemie) •Deze zorgactiviteiten worden geregistreerd per toediening, echter bij meerdere verstrekkingen per dag maximaal één verstrekkingscode per kalenderdag te registreren. •Meerdaagse schema’s: iedere toedieningsdag verstrekkingscode registreren – Bv BEP-kuur: elke dag een code – Bv R-CHOP als dag 1 R en CHOP dag 2: 2 codes Begeleidingscodes • Alle medicinale oncologische behandelingen anders dan per infuus of per injectie worden geregistreerd zoals genoemd onder de begeleidingscodes • Het toevoegen van een begeleidingscode is bij gelijktijdige toepassing van een verstrekking niet nodig/nuttig, wanneer binnen één subtraject zowel medicinale oncologische behandeling per infuus of per injectie, als orale medicinale behandeling plaatsvindt, gelden de afsluitregels voor medicinale oncologische behandeling per infuus of per injectie Begeleidingscodes • • • • • • • • 039891 Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen excl. per infuus of per injectie bij nietgemetastaseerde tumoren. 039892 Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen excl. per infuus of per injectie, bij gemetastaseerde tumoren. 039893 Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen excl. per infuus of per injectie, bij acute leukemie. 039895 Begeleiding tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie, alle toedieningsvormen excl. per infuus of per injectie toediening. 039896 Begeleiding tijdens de behandeling met immunotherapie, alle toedieningsvormen excl. per infuus of per injectie. 039922 Begeleiding tijdens de behandeling met hormoontherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. 039923 Begeleiding tijdens de behandeling met hormoontherapie bij gemetastaseerde tumoren. 039928 Begeleiding van oncologie patiënten tijdens supportive care/palliatieve zorg zonder chemo- en/of hormoontherapie. Registratie begeleidingscodes • De zorgactiviteiten voor de begeleiding mogen alleen worden geregistreerd wanneer er sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en medisch specialist. • Een face-to-face contact in deze situatie blijkt uit de aanwezigheid van een zorgactiviteit uit zorgprofielklasse 1 (NP, CP), 2 (dagverpleging), 3 (kliniek) of 19 (IC-behandeldag) • Per subtraject is het eenmalig vastleggen van de betreffende begeleidingscode - bij het eerste contact binnen het subtraject - in principe voldoende om het subtraject geautomatiseerd af te sluiten. • Omdat het voor de medisch specialist niet altijd duidelijk zal zijn wanneer er sprake is van een nieuw (vervolg) subtraject, en dus opnieuw een begeleidingszorgactiviteit geregistreerd moet worden, kan er voor gekozen worden om bij elk contact in het kader van de orale medicinale oncologische behandeling de passende begeleidingscode te registreren !!! Afsluiten (automatisch) • Voorafgaand aan de volgende verstrekkingscode (of na 42 dagen) • 42 dagen na elke eerste begeleidingscode van het subtraject • Bij overgang van de ene naar de ander soort begeleiding (afgeleid uit de code) of bij overgang van begeleiding naar verstrekking (maar (nog) niet andersom!) – Voorbeeld: adjuvant chemo naar adjuvant hormonaal pas na 42 dagen • Van grootste belang is dus het goed vastleggen van zowel de verstrekkingscode als de begeleidingscode “Voortraject” • • • • Ingevoerd per 1-1-13 binnen initiële zorgtraject (R/ZT11) Traject tot aan eerste verstrekking/begeleiding Afleiding volgens de “algemene regels” Gevolg: homogeniteit verhoogd – (eerste subtraject bevatte tevoren veel meer zorgactiviteiten dan de volgende subtrajecten, voorbeeld coloncarcinoom) Agenda 1. 2. 3. 4. Registratieproces DOT Definities algemeen Registratieregels hematologie Registratie dilemma’s in hematologie Dilemma’s bij registratie 1. Moet je een hematologische maligniteit als wel of als niet gemetastaseerd registreren? 2. Registratie chemo-immunotherapie? 3. Wat verstaan we onder: – Chemotherapie – Immunotherapie – Chemo-immunotherapie 4. Wanneer en hoe kun je palliatieve zorg registreren? Hematologische maligniteit: gemetastaseerd of niet registreren? • Voor de Diagnose zijn er geen specifieke vragen • Definitie hematologische maligniteiten uitgebreid, verzoek aan DBCO • Het gaat om Verstrekking en Begeleidingscodes, wanneer gebruiken we daarbij wel/niet gemetastaseerd? • Viewer geeft hier geen uitsluitsel wanneer afleiding wordt gesimuleerd. Dilemma’s registratie chemo-immunotherapie • • • • NVMO: alle mip en map vallen onder immunotherapie, eens? Prednison? Andere middelen? Zie lijst geneesmiddelen op slide hierna • Doel: eenduidige registratie Voorstel classificatie middelen soort Anagrelide Kinaseremmers Bortezomib (ea proteasoomremmers) Groeifactoren Monoclonale antistoffen Prednison Immunosuppressiva Immuunglobulinen Retinoïden ............ voorstel bijzonderheden Voorstel classificatie middelen soort voorstel bijzonderheden Anagrelide chemo ? Kinaseremmers chemo Bortezomib (ea proteasoomremmers) immuno Cf NVMO Groeifactoren Immuno ? Monoclonale antistoffen immuno Prednison immuno Immunosuppressiva immuno Immuunglobulinen immuno Retinoïden immuno ............ of hormoon? Of chemo? Palliatieve zorg komt in aanmerking voor declaratie Indien enkel nog palliatieve zorg wordt verleend Indien naast andere zorg ook palliatieve zorg wordt verleend • • • • • • Zelfstandig DOT product, diagnosecode 050 Zelfstandige zorgvraag! Te onderscheiden van de primaire aandoening (voldoen aan regels parallelliteit) kan alleen worden geopend als er niet gelijkertijd nog behandeld wordt. multidisciplinair Palliatief overleg (ZA 190006) Minimaal 1 poliklinisch consult; kan ook klinisch • • Geen apart DOT product Indien in een ander zorgtraject palliatieve zorg aan de patiënt wordt verleend, kan dit met ZA 039928 "Begeleiding van oncologie patiënten tijdens supportive care/palliatieve zorg zonder chemo- en/of hormoontherapie" worden vastgelegd. Dit dan bij ieder bezoek vastleggen Let op: begeleidingscode is een knooppuntverrichting die tzt op rekening zichtbaar is DOT palliatieve zorg Praktijkvoorbeelden DOT Deel 1 Knelpunten maligne bloedziekten, Erasmus MC Jan Cornelissen DOT knelpunten Registratie medicinale oncologische behandelingen Inhoud Inleiding Knelpunten in de praktijk Inleiding Sinds de invoering van DOT onderscheid in 6 type medicinale oncologische behandelingen : Chemo-immuno therapie Chemo therapie M+ Chemo therapie M Chemo bij acute leukemie Chemo bij niet-oncologische diagnosen Immuno therapie Er bestaan verrichtingencodes voor zowel orale als parenterale toedieningsvorm. Inleiding II Praktijk vs Wet en regelgeving: Veel vragen en onduidelijkheid rondom de registratie van medicinale oncologische behandelingen. Toepasbaarheid wet en regelgeving weerbarstig Knelpunten in de praktijk Knelpunt 1 Knelpunt: Welk stofnaam is welke therapie? In de praktijk kan een bepaald stofnaam door de ene arts immunotherapie worden genoemd, en door een andere arts chemotherapie. Bijvoorbeeld Prednison. Dit is onwenselijk, omdat elke therapiecode leidt tot een ander zorgproduct in de afleiding van de boom. Je kan dus in de praktijk voorstellen dat eenzelfde kuur bij twee patiënten tot twee verschillende DOT-zorgproducten leidt. Oplossing/Aanpak: Er zijn interne lijsten opgesteld waarmee wordt aangegeven welk stofnaam tot welke therapie behoort. Knelpunt 2a Onderscheid in de 4 verschillende chemo-toedieningen Chemo therapie M+ Chemo therapie M Chemo bij acute leukemie Chemo bij niet-oncologische diagnosen Knelpunt : In de hematologie is geen onderscheid in wel of niet gemetastaseerd M+ of M Oplossing/Aanpak: In het Erasmus is gekozen voor de code “chemo M+” wanneer chemo wordt toegediend. In andere ziekenhuizen kan dus ook de “chemo M-” zijn gekozen. Dit maakt het vergelijken van DOT-zorgproducten niet realistisch en haalbaar, omdat dit leidt tot verschillende producten Knelpunt 2b Onderscheid in de 4 verschillende chemo-toedieningen Chemo therapie M+ Chemo therapie M Chemo bij acute leukemie Chemo bij niet-oncologische diagnosen Knelpunt: Verpleging registreert de chemo-toediening, echter voor hen niet altijd transparant welke diagnose de patiënt heeft, en dus welke toedieningscode. Bijv een patiënt met acute leukemie. Vaak worden de codes “Chemo M+” en “Chemo bij acute leukemie” door elkaar gebruikt. Oplossing/Aanpak: Er zijn interne richtlijnen opgesteld en instructies gegeven. In de praktijk wordt vaak bij acute leukemie patiënten toch de verkeerde code gekozen. Veel correcties achteraf Knelpunt 2c Onderscheid in de 4 verschillende chemo-toedieningen Chemo therapie M+ Chemo therapie M Chemo bij acute leukemie Chemo bij niet-oncologische diagnosen Knelpunt: Wat is een niet-oncologische diagnose? Oplossing/Aanpak: Onduidelijk wat (landelijk) precies hiermee wordt bedoeld. Er is intern een lijstje opgesteld met de diagnosen die hieronder vallen. Dit is voor de verpleging echter niet altijd duidelijk. Knelpunt 3 Combinatiekuren oraal en parenteraal Combinatiekuren worden vaak ook niet volledig/juist geregistreerd: bijv CHOP-kuur. Dit zijn combinatiekuren van orale toediening en parenterale toediening. CHOP is een chemo-immuno kuur. Er wordt dan vaak gekozen voor de code “chemoimmuno” parenterale verstrekking. Echter het moet zijn: CHO = chemo M+ (parenteraal) En de P = immuno (oraal) Oplossing/Aanpak: Er zijn interne lijsten opgesteld met de mogelijke kuren en welke codes hiervoor geregistreerd moeten worden. Knelpunt 4 Registratie “Begeleiding van oncologie patiënten tijdens supportive care/palliatieve zorg” is weerbarstig in de praktijk Hematologie patiënten kunnen jarenlang palliatief (=niet curatief) zijn. Is het dan de bedoeling jarenlang (oplopend tot 10 jaar) “begeleiding bij supportive care” te registreren indien geen chemo of immuno therapie wordt gegeven? Of is het echt bedoeld voor patiënten in de laatste levensfase? Oplossing/Aanpak: Er zijn interne afgesproken gemaakt over de registratie “begeleiding bij supportive care”. De arts besluit wanneer de code geregistreerd dient te worden. Blijft echter een lastige definitie. Knelpunt 5 Toediening poliklinische kuren acute leukemie patiënten op de dagbehandeling In een aantal gevallen worden kuren voor acute leukemie patiënten niet klinisch maar poliklinisch gegeven Er is geen arts aanwezig die de handeling uitvoert, waardoor de registratie van een dagverpleging niet langer gerechtvaardigd is. De afsluitregels van acute leukemie worden echter bepaald door het aantal verpleegdagen of dagverplegingen, Oplossing/Aanpak: Vooralsnog geen helder oplossing. De DOT sluit in ieder geval 42 dagen na de laatste verpleegdag. In principe staat hij dus langer open dan voorheen Pauze Praktijkvoorbeelden DOT Deel 2 Casus maligne bloedziekten Ron Schaafsma Casus 1 • Patiënt (67 jaar) met diffuus grootcellig B-cel lymfoom, stadium III, IPI 2. Behandelplan: 6 x R-CHOP-14 (eerste kuur R op dag 1, CHOP op dag 2) nadien 2 x Rituximab (14 en 28 dagen na laatste R-CHOP) Klinische opname pneumonie 7 dagen na 6de R-CHOP kuur. Tien dagen ziekenhuis opname, rituximab week uitgesteld. Wat moet er worden vastgelegd en wat gaat er als het goed is aan zorgproducten komen? casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 2 6x R CHOP, 2x rituximab • Dag 1 is eerste dag kuur • Dag -10 1ste consult, in traject o.a. 2 polibezoeken, uitgebreid lab, CT, en beenmergonderzoek – Diagnose (753) – zorgtype 11 (Regulier) – geen andere codes! casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie • Dag 1: 1ste R-CHOP kuur: Rituximab iv – Verstrekkingscode toediening immunotherapie (039146) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – 1e zorgtraject: diagnostisch zwaar / therapeutisch licht – Door code vanaf nu ook de speciale afsluitregels van de medicinale oncologie casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie Dag 2: 1ste R-CHOP kuur: (CHOP = C, H en O iv en 5 dagen oraal prednison) – Verstrekkingscode toediening chemotherapie gemetastaseerde ziekte (039142) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – 2e zorgtraject: toediening immunotherapie via infuus / injectie – niet klinisch casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie Dag 15: 2de R-CHOP kuur: (R, C, H en O iv en 5 dagen oraal prednison) – Verstrekkingscode toediening immuno-chemotherapie ziekte (039145) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: intraveneuze toediening chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren, niet klinisch casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie Dag 29: 3de R-CHOP kuur: (R, C, H en O iv en 5 dagen oraal prednison) – Verstrekkingscode toediening chemo-immuno therapie (039145) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: intraveneuze / intrathecale toediening chemo-immunotherapie, niet klinisch • Idem R-CHOP-14, kuren 4 t/m 6 – Telkens verstrekkingscode, telkens afsluiten traject casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie • Na 6e R-CHOP kuur leukopene koorts, berustend op forse pneumonie – Openen parallelle DBC – Diagnose (401) – zorgtype 11 (Regulier) – Vastleggen aantal opnamedagen Traject wordt 6 weken na ontslag afgesloten = Klinisch middel casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie Na ontslag en 21 dagen na start 6de R-CHOP kuur monotherapie rituximab – Versterkingscode toediening immunotherapie (039146), gekoppeld aan DBC 21-753 (NHL) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: intraveneuze / intrathecale toediening chemo-immunotherapie, niet klinisch casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie • 14 dagen later: tweede en laatste toediening Rituximab – Versterkingscode toediening immunotherapie (039146), gekoppeld aan DBC 21-753 (NHL) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: toediening immunotherapie via infuus / injectie – niet klinisch casus 1, 67 jr, diffuus grootcellig B cel lymfoom, III , IPI 6x R CHOP, 2x rituximab, pneumonie Herstadiering complete remissie, policontrole 1 x 3 maanden, geen aanvullende codes subtraject immunotherapie wordt 42 dagen na laatste toediening gesloten, Daarna gaan de “algemene” regels gelden, dus 1 x per 365 dagen traject sluiten (vanaf 2015 120 dagen…) Casus 2 • Man van 40 ingestuurd met leucocytose • Open van een zorgtraject (subtraject), diagnose analyse afwijkende diagnostische test (DOT 11002) (of iets anders totdat diagnose vaststaat) • Alle verrichtingen, bijvoorbeeld polibezoeken, lab, beenmerg, worden daaraan verbonden. • Diagnose CML wordt gesteld, start hydrea Casus 2, M40 jr, leucocytose, CML, hydrea • Indien diagnose gesteld is: – Initiële diagnose veranderen van (11-)002 in (11-)771 – Bij start hydrea (face to face contact) begeleidingscode chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren (039892) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: diagnostisch zwaar / therapeutisch licht Casus 2, M40 jr, leucocytose, CML, hydrea • Na 4 weken hydrea stop, start imatinib – Bij start imatinib (face to face contact) begeleidingscode immunotherapie (039896) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – = zorgtraject: begeleiden met orale chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren, niet-klinisch – Bij elk face to face contact begeleidingscode immunotherapie – Subtraject wordt na 42 dagen gesloten en nieuw subtraject wordt geopend, welke weer gesloten wordt 42 dagen na eerste begeleidingscode in dit subtraject – = zorgtraject: begeleiden met immunotherapie bij tumoren, niet-klinisch Casus 3 • Patiënt 63 jaar CLL, behandelindicatie Behandelplan: 6 x R-FC (Rituximab op dag 1, Fludara en cyclofosfamide oraal op dag 2,3 en 4) Interval 4 weken. Wat moet er worden vastgelegd en wat gaat er als het goed is aan zorgproducten komen? Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie • Dag 1 is eerste dag kuur • Dag -14 1ste consult, in traject o.a. 2 polibezoeken, uitgebreid lab, beenmergonderzoek – Diagnose (757) – zorgtype 11 (Regulier) – Verrichtingencodes beenmergonderzoek Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie • Dag 1: 1ste R-FC kuur: Rituximab iv – Verstrekkingscode toediening immunotherapie (039146) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten – 1e zorgtraject: diagnostisch zwaar / therapeutisch licht – Door code vanaf nu ook de speciale afsluitregels van de medicinale oncologie Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie, Rituximab Dag 2: Start oraal fludara en cyclofosfamide (thuis) Er is geen code voor intraveneus immunotherapie in combinatie met oraal chemotherapie Begeleidingscode chemotherapie wordt bij Immunotherapie iv niet afgelezen. Leidt niet tot apart zorgtraject. (grouper geeft voorkeur aan verstrekkingscodes boven begeleidingscodes) 63, CLL, behandelindicatie, Rituximab, orale chemotherapie Dag 29: 2de R-FC kuur – Verstrekkingscode toediening immunotherapie (039146) – Hierdoor subtraject dag tevoren afgesloten (zorgtype 21) – = zorgtraject: toediening immunotherapie via infuus / injectie – niet klinisch – (gelijktijdig geven van orale chemotherapie is dus niet in de DOT terug te vinden) Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie, Rituximab, orale chemotherapie In totaal 6 R-FC kuur = 6 x zorgtraject toediening immunotherapie via infuus / injectie – niet klinisch laatste subtraject immunotherapie wordt 42 dagen na laatste toediening gesloten, Daarna gaan de “algemene” regels gelden, dus 1 x per 365 dagen traject sluiten (vanaf 2015 120 dagen…) Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie, Rituximab, orale chemotherapie • Na einde therapie complete remissie. Poliklinische controle 1 x 3 maanden. • Na 365 dagen wordt DOT gesloten: poli 3-4 • Kort nadien iCVA met ernstige restafwijkingen. Casus 3, 63, CLL, behandelindicatie, Rituximab, orale chemotherapie, complete remissie • Na 6 maanden recidief CLL, gezien kliniek geen verdere behandeling alleen transfusies • Begeleidingscode: begeleiding oncologie patiënt tijdens supportive care (039928). • Gedurende looptijd DOT (1 jaar) 6 x transfusie • Zorgtraject: supportive care / palliatieve zorg, dag > 2, klinisch cumulatief middel Praktijkvoorbeelden DOT Deel 2 Niet-maligne hematologie Marten Nijziel Casus 4 • Man, 60 jaar, ziekte van von Willebrand, geregistreerd HBC - jaarlijks controle - op indicatie stollingsfactoren Wat moet er worden vastgelegd en wat gaat er als het goed is aan zorgproducten komen? Casus 4, M, 60 Von Willebrand, HBC, jaarlijkse co, stollingsfactoren op indicatie • Hoe te coderen ? – Diagnose: 742 – Zorgtype: 11 – Verstrekkingencode: geen zolang geen stollingsfactoren Casus 4, M, 60 Von Willebrand, HBC, jaarlijkse co, stollingsfactoren op indicatie • Electieve ingreep: – Coloscopie met poliepectomie – Eenmalig Haemate P – Verstrekkingen ? Casus 4, M, 60 Von Willebrand, HBC, jaarlijkse co, stollingsfactoren op indicatie • 2 dagen nadien: – Opname MDL: rectaal bloedverlies, Hb 4.0 – icc hematologie: stollingsfactoren ? – 5 dagen Haemate P 2 dd 2000 E (5 x 4000 €/dag) – Vragen: is opname voor interne slimmer ? – Verstrekkingen ? – Alle kosten vergoed ? Casus 4, M, 60 Von Willebrand, HBC, jaarlijkse co, stollingsfactoren op indicatie • 5 weken later: – Liesbreukoperatie – Opname chirurg – icc hematologie: stollingsfactoren – 8 dagen Haemate P – poliklinisch slimmer ? ICC subtraject zorgtype 13 wordt ook licht ambulant product, maakt niet uit – Alle kosten vergoed ? Stollingsfactoren wel indien Add-on wordt gedeclareerd Casus 4, M, 60 Von Willebrand, HBC, jaarlijkse co, stollingsfactoren op indicatie • 3 maanden later: – artrose L heup: heupvervanging – opname orthopeed – icc hematologie: stollingsfactoren – 8 dagen Haemate P – poliklinisch slimmer ? ICC subtraject zorgtype 13 wordt ook licht ambulant product, maakt dus niet uit – alle kosten vergoed ? Stollingsfactoren wel, indien add on wordt gedeclareerd Casus 5 • Vrouw, 61 jaar, analyse trombopenie Wat moet er worden vastgelegd en wat gaat er als het goed is aan zorgproducten komen? Casus 5, V, 61, analyse trombopenie • Hoe te coderen? – Diagnosecode: 002 (analyse afwijkende diagnostische test) – Zorgtype 11 – Verrichtingen: geen Casus 5, V, 61, analyse trombopenie, ITP • Diagnostiek V, 61, analyse trombopenie – Beenmerg: toename megakaryocyten – Diagnose: ITP Casus 5, V, 61, analyse trombopenie • Hoe te handelen? – Omzetten: 002 naar 721 – Start Prednison 1 mg/kg – Verrichtingen: begeleiding immunotherapie ? – Voor niet oncologische diagnosen wordt begeleiding en verstrekking immunotherapie gelijk behandeld – Indien immunotherapie: ZP 039899008 spec. tarief 292,42 – Indien geen immunotherapie ZP 039899018 >4 polibezoeken: spec. tarief 300,71 – Indien geen immunotherapie ZP 039899021 2-4 polibezoeken: spec. tarief 190,80 Casus 5, V, 61, analyse trombopenie, ITP • Geen respons prednison – HOVON 64: Rituximab monotherapie – verrichtingen: begeleiding immunotherapie – echter: geen geregistreerde indicatie, maar research – hoe te handelen ? Verstrekking immunotherapie vastleggen (en dit is ook correct) maar add on zal niet worden vergoed. ZH moet zelf bij add on aangeven of dit cf. indicatielijst is verstrekt. Als ziekenhuis dit aangeeft als cf indicatie ligt risico dus bij ziekenhuis. Materiele controle achteraf door verzekeraar is mogelijk Casus 5, V, 61, analyse trombopenie, ITP, geen respons prednison • Geen respons Rituximab – Splenectomie na IVIG 1 g/kg gedurende 2 dagen – Verrichtingen: Miltextirpatie ZA 33820 – Verstrekkingen: verstrekking immunotherapie – Hoe te coderen ? Parallelle DOT producten mogelijk voor interne en heelkunde? – Vaccinaties ? Deze worden door verzekeraar separaat vergoed Conclusies Praktijkvoorbeelden DOT Deel 2 Knelpunten SCT, Erasmus MC Jan Cornelissen DOT knelpunten registratie rondom stamceltransplantaties Inhoud Inleiding Casuïstiek voorbeelden Inleiding Sinds de invoering van DOT onderscheid in 4 type transplantaties wat tot uiting komt in verschillende DOT-zorgproducten: Autoloog Allogeen MUD Allogeen MRD Allogeen CB Ieder type transplantatie kent drie fasen: Voortraject (selectie/search) Transplantatietraject Nazorg Inleiding II Praktijk vs Wet en regelgeving: Veel vragen en onduidelijkheid rondom de registratie van stamceltransplantatie patiënten. Toepasbaarheid wet en regelgeving weerbarstig Acht Casuïstiek voorbeelden Casuïstiek 1 Sib-typeringen, maar geen identieke match Situatie: Er worden sib-typeringen gedaan, maar er is geen identieke match. Er is geen sprake van een (potentiele) donor. Knelpunt: Omdat het voortraject op naam van de daadwerkelijke donor geregistreerd moet worden, maar omdat er geen identieke match is en dus geen donor, kan het voortraject niet worden geregistreerd. -> In de praktijk betekent dit dat er wel labonderzoeken worden geregistreerd op naam van de siblings, maar geen DOT is aangemaakt. We hebben te maken met ‘zwevende verrichtingen’ die we niet kunnen declareren. Oplossing/Aanpak: Er worden retrospectief DOT’s geopend door uitvalmedewerkers, zodat de zwevende verrichtingen verdwijnen. De DOT kan echter niet worden gedeclareerd, omdat de DOT geen typerende verrichtingen bevat. De gemaakte kosten worden toegerekend aan de verrichtingen (DOT’s) van de donoren die wel valide zijn. Casuïstiek 2 MUD Search, geschikte donor en doneert, maar geeft later nogmaals stamcellen Situatie: MUD search gestart. Er is een geschikte donor gevonden. Voortraject, transplantatietraject en nazorgtraject wordt geregistreerd. Patiënt heeft later weer een hertransplantatie / boost nodig. Diezelfde donor wil opnieuw donoren. Knelpunt: Mag opnieuw een voortraject worden geregistreerd met zowel de verrichting “selectie/search” als “afname”, óf alleen de “afname” verrichting? Oplossing/Aanpak: Omdat de “selectie/search” in een eerder traject al is geregistreerd en gedeclareerd, wordt in het geval van een hertransplantatie van dezelfde donor niet opnieuw de “selectie/search” geregistreerd, maar alleen de “afname” verrichting. Casuïstiek 3 Knelpunt: Sib-typering vindt elders plaats, indicatiebespreking in het ErasmusMC Situatie: De indicatiebespreking is de trigger om het voortraject te openen. Echter, de sib-typeringen vinden plaats bij een algemeen ziekenhuis, en de indicatiebespreking in het Erasmus MC. Blijkt dan dat transplantatie niet doorgaat. Knelpunt: Wel of niet openen van een voortraject, aangezien indicatiebespreking wel heeft plaatsgevonden, maar niet de sib-typeringen Oplossing/Aanpak: De indicatiebespreking is de trigger om een DOT-voortraject te openen. Dus ook in dit geval. Casuïstiek 4 Stamcelboost na transplantatie Situatie: Patiënt is getransplanteerd; is er een voortraject, transplantatietraject en een nazorgtraject geregistreerd. Normaliter staat een nazorgtraject 365 dagen open, maar ongeveer drie maanden na openen van het nazorgtraject wordt een stamcelboost gegeven. Knelpunt: Moet voor de stamcelboost opnieuw een transplantatietraject worden geopend en aansluitend weer een nazorgtraject? Hoe vervalt dan de eerste nazorg? Oplossing/Aanpak: Voor een boost wordt geen nieuw DOT-voortraject geopend. Wel een nieuwe DOT-transplantatietraject en een nieuwe DOT-nazorg. De voorgaande DOTnazorg wordt verwijderd. Casuïstiek 5 Van Autoloog naar Allogeen Situatie: Patiënt wordt autoloog getransplanteerd (met voortraject, transplantatietraject en nazorgtraject). Tijdens het nazorgtraject die normaliter 365 openstaat, wordt besloten allogeen te transplanteren. Tijdens de nazorgperiode van het autologe traject wordt opnieuw een voortraject, transplantatietraject aansluitend hierop nazorgtraject allogeen geopend. Knelpunt: Nazorg staat vaak geen 365 dagen open. Soms twee nazorgtrajecten binnen 365 dagen. Oplossing/Aanpak: Geen verdere oplossing. Eerste nazorgtraject is korter dan 365 dagen, en soms sprake van twee nazorgtrajecten (Autoloog en Allogeen) Casuïstiek 6 SIB typeringen, identieke match, maar transplantatie gaat niet door Situatie: Er worden sibs getypeerd, één blijkt identiek. Voordat de (potentiele) donor wordt opgeroepen naar de poli blijkt transplantatie geen doorgang te vinden. Knelpunt: Indicatiebespreking heeft plaatsgevonden, maar mag überhaupt een voortraject worden geregistreerd? Oplossing/Aanpak: De indicatiebespreking is de trigger om een DOT-voortraject te openen. Dus ook in dit geval. De zorgactiviteit “selectie/search” wordt geregistreerd Casuïstiek 7 Knelpunt: SIB typeringen, identieke match, maar transplantatie gaat niet door Situatie: er worden 5 sibs getypeerd, 3 blijken identiek. Voordat de potentiele donor wordt opgeroepen naar de poli blijkt transplantatie geen doorgang te vinden. Knelpunt: Voortraject dient op naam van de donor te worden geregistreerd. Echter, donor is niet op de poli geweest. Onduidelijk welk patiëntnummer gekozen moet worden voor de registratie van het DOT-voortraject Oplossing/Aanpak: één van de drie donoren wordt (random) gekozen en op zijn/haar naam wordt de DOT voortraject + zorgactiviteit “Selectie/search” geregistreerd. Casuïstiek 8 Chemo voorafgaand aan transplantatie, of tijdens nazorgtraject Situatie: Patiënt krijgt chemo voorafgaand aan transplantatie of tijdens nazorgtraject. Voor de chemo wordt een parallel chemo subtraject geopend. Knelpunt: De opnames/dagverplegingen in verband met chemo moeten in welk traject; chemo of stamcel? Oplossing/Aanpak :In het Erasmus MC worden de eventuele opnames/dagverplegingen i.v.m de chemo opgenomen in het profiel van de stamceltransplantatie, en niet van de chemo. Dit omdat in de praktijk de opname niet te differentiëren is op chemo- of stamcelopname. Tips en tricks Deel 3 Ontwikkelingen in 2015 Bespreekpunten DBCO Veranderingen in registratie van addons in 2015 (evt 2016) • Huidige situatie: – Indicatielijst Nza – Ziekenhuis vinkt aan ‘vlgs indicatielijst’ bij verstrekking – Verzekeraar controleert achteraf en ziekenhuis moet in dossier rechtmatigheid aantonen • Vanaf 2015: – Indicatielijst wordt herzien door VWS; deze sluit NIET aan bij DOT systematiek – Per verstrekking moet arts precieze indicatie aangeven – Indien geen indicatie, geen vergoeding Vergelijking honorariumtarieven in ‘maligne boom’ Paren teraal Acute Leukemie X Acute Leukemie Gemetastaseerd Oraal looptijd X X Gemetastaseerd X 30 028999007: € 1866,40 42 028999057: € 306,93 Niet-klinisch Klinisch kuur 028999030: € 53,92 028999031: € 313,15 42 028999028: € 91,25 028999029: € 391,96 Nietgemetastaseerd X kuur 028999037: € 53,92 028999038: € 226,05 Chemoimmunotherapie X kuur 028999021: € 169,30 028999022: € 405,57 42 028999019: € 188,42 028999020: € 504,43 kuur 028999017: € 62,22 028999018: € 304,86 42 028999053: € 87,10 028999052: € 423,07 Chemoimmunotherapie Immunotherapie Immunotherapie X X X Openstaande punten DOT hematologie (1) • • • • Onderstaande diagnosen moeten afleiden naar hemato-oncologische boom’ gaan nu nog naar niet oncologische boom 763 Myelodyplasie overige nno 772 Polycytemia vera, essentiële trombocytose 774 Myelofibrose 779 Overige myeloproliferatieve aandoeningen nno Chemo-immunotherapie bij niet oncologische diagnosen heeft afwijkende looptijd: – 039899002 begeleiding bij orale chemo immuno, looptijd 1 jaar – 039899004 verstrekking chemo immuno per infuus of injectie, looptijd 1 jaar Ontbreken verstrekkings/begeleidingscodes bij behandeling met stollingsfactoren Aanpassen afsluitregels acute leukemie Openstaande punten DOT hematologie (2) Afsluiting
© Copyright 2024 ExpyDoc