De verschillende gezichten van astma

10-10-2014
Mevr. Van W, 10-01-1980
Casus 2
•
•
•
•
•
Voorgeschiedenis: Allergisch astma bronchiale, artroscopie knie.
Anamnese: 2,5 jaar geleden voor het laatst bij een longarts geweest in het
Havenziekenhuis. Ze werkt zelf in de zorg en moet daarbij veel lopen. Ze sport 3x in
de week en doet aan fitness. In feite heeft ze vanaf de geboorte al klachten van
kortademigheid, hoesten en eczeem. Ze is nooit een in astmacentrum opgenomen
geweest. Ze heeft het gevoel dat haar astma nooit stabiel is geweest, dat ze altijd wat
verkouden is. Heeft ook het gevoel vol te zitten. Ze hoest en geeft daarbij sputum op
dat vaak groen van kleur is. Ze heeft per dag 3-4x salbutamol nodig. Ze had honden,
maar die heeft ze weggedaan. Het huis is verder gesaneerd, behalve in de
slaapkamer, daar is vloerbedekking. Ze rookt (10PY) niet meer en in de familie komt
ook astma voor.
Ze is allergisch voor hond, kat en paarden.
Ze gebruikt Seretide diskus en salbutamol.
Bij lichamelijk onderzoek: Niet zieke vrouw, klinkt nasaal. Gewicht 83 kg, bij lengte
1,68 m. BMI 29,4. CVD niet verhoogd. In hals geen palpabele klieren. Ze heeft een
tongpiercing. Cor normale cortonen zonder souffle. Pulmones: vesiculair ademgeruis
bdz. Met iets verlengd piepend expirium.
Casus 2
1
10-10-2014
Casus 2
•
•
In verleden singulair geen effect, onderhoud azitromycine geen effect.
Ondanks meerdere keren prednisolon en AB en wisselingen van inhalatie geen
merkbare verbetering. ACQ 3,7.
•
Laboratorium: Eosinofielen 3%, IgE 568, RAST positief voor boom-, kruid- en
graspollen, honden en katten.
•
Onderhoud nu: Xolair volgens afspraak. Salbutamol 200 mcg zo nodig. Seretide
25/250 mcg 2 dd 2 via voorzetkamer. Spiriva 1 dd 18 mcg. Desloratidine zonodig 1
dd 5 mg.
•
Hierop fors verbeterd, nauwelijks nog salbutamol nodig. Op 25-04-14 nog een
septumcorrectie en infundibulotomie bdz ondergaan.
Omschrijving Feno- en Endotypes
Agache e.a. Untangling asthma phenotypes and endotypes Allergy
2012;67:835-46
A disease Phenotype describes clinically observable
charcteristics of a disease without direct relationship to an
underlying pathophysiology.
Asthma Endotypes, however, describe disease subtypes
based on cellular and molecular mechanisms, including the
reactivity of structural cells.
2
10-10-2014
Waarom fenotyperen?
•Response op behandeling → “The ultimate clinical usefulness of
this clinical phenotypes will be determined by there therapeutic
consequences” (Chung; ERJ 2014)
•Inschatting beloop/ernst ziekte
•Personalized medicine (farmacogenetica)
•Fenotyperen exacerbaties
•Astma ↔ COPD
Mogelijk alternatieve of additionele diagnoses bij
volwassenen met moeilijk behandelbaar astma
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Intrabronchiale obstructie
COPD
Bronchiolitis Obliterans
Bronchiëctasieën (incl. ABPA, CF)
Recidiverende microaspiratie
Recidiverende luchtweginfecties bij immuundeficiënties
Stemband dysfunctie
Dysfunctionele ademhaling/paniekaanvallen
Vermoeidheidssyndroom
Tracheale obstructie (bijv. vaat anomalieën)
Interstitiële longziekten
Sarcoïdosis
Churg-Strauss Syndroom
(Chronische) longembolieën
Pulmonale Arteriële Hypertensie
(Chronisch) hartfalen
3
10-10-2014
Mechanismen en Astma
Fenotypes
Agache e.a. Allergy 2012
Clinically observed charcteristics to describe asthma
phenotypes
4
10-10-2014
Inflammatoire markers
Moore et al JACI 2013, Schleich et al BMC 2013
Cluster analyse in astma
5
10-10-2014
Hoe verklaren we deze heterogeniteit van astma?
Astma
Astma volgens het allergeen specifiek Th-2 cel paradigma
P Barnes ERJ 2008
6
10-10-2014
Non-Th2 astma
Wenzel Nature Medicine 2012
Astma fenotypes
Wenzel;2012
7
10-10-2014
Astma fenotypes en therapeutische aangrijpingspunten
8
10-10-2014
Take home message
• (Inhalatie-)steroïden vormen de hoeksteen van de
behandeling van patiënten met astma, maar zijn wij wel
voldoende kritisch ten aanzien van het gebruik van deze
middelen bij alle patiënten?
• M.a.w.: hoe is het met de mate “toepasbaarheid” van
richtlijnen voor alle patiënten?
Changes in Oral Glucocorticoid Dose, Rate of Exacerbations, and Asthma Control.
Bel EH et al. N Engl J Med 2014. DOI:
10.1056/NEJMoa1403291
9
10-10-2014
Conclusies
• (Ernstig) astma is een aandoening met een sterk heterogeen
karakter.
• Fenotypering/endotypering is relevant, want heeft
therapeutische implicaties.
• Feno-/Endotype gerichte behandeling komt op gang en zal in
de toekomst een grotere rol gaan spelen.
• Biomarkers zullen in toenemende mate van belang worden bij
het identificeren, monitoren en behandelen van astma.
Conclusies
• Het instellen van een patiënt met astma kan zeer lastig zijn,
zeer vele factoren spelen hierbij een rol.
• Overleg tussen 1e en 2e lijn is noodzakelijk om astma zo snel
mogelijk onder controle te krijgen, dus schroom niet deze
patiënten te verwijzen.
10