nvtz Besturing, toezicht en werkgeverschap

nvtz
Besturing, toezicht en
werkgeverschap
De effecten voor bestuurder en toezichthouder
Piet-Hein Buiting,
namens de Commissie werkgeverschap NVTZ
8 oktober 2014
[email protected]
Personalia
• Arts, historicus en bedrijfskundige
• Bestuurder vanaf 1996
(Slingeland ZH, Amphia ZH, Canisius Wilhelmina ZH,
Deventer ZH, Atrium MC)
• Toezichthouder vanaf 2001
(IKZ, Van Neynsel, Bussman)
• Lid cie werkgeverschap NVTZ
• Lid kopgroep accreditatie bestuurders NVZD
Agenda
• Werkgeversrol RvT en cie Werkgeverschap
(WG)
• Van toezicht op de bestuurder naar toezicht
op de besturing
• Implicaties voor de WG-rol
Werkgeversrol RvT
• Gebaseerd op model Toezicht op Bestuurder
• Klassieke elementen
–
–
–
–
Selectie
Beoordeling
Beloning
Ontslag/opvolging
• Actor: remuneratie cie
• Primair gericht op individuele bestuurder, ook bij
meerhoofdige RvB
• Input uit formele kanalen en eigen observatie
• Ontwikkeling: accreditatie bestuurder
Doelstelling cie Wergeverschap
• Welke invulling wordt er momenteel gegeven aan
het werkgeverschap?
• Is deze adequaat cq welke punten mogelijk
verbeterd worden?
• Welke factoren zijn van belang aanvullend op de
bestaande factoren?
• Welke elementen van de nota van de WAR van de
NVTZ ‘Tussen Besturing en Samenleving’ zijn van
belang voor de werkgeversrol en hoe kan daar
vorm aan gegeven worden
Aanleiding verschuiving perspectief
van bestuurder naar besturing
• Bestuur en intern toezicht op te grote afstand
• Te weinig contact met ‘werkorganisatie’, onvoldoende zicht op
de interne processen
• Te weinig verbinding met andere geledingen, interne/externe
stakeholders
• Te weinig aandacht voor de bestuurlijke ‘context’ en de
‘maatschappelijke opdracht’, de public value
• Onvoldoende duidelijkheid over de taak en rol van het intern
toezicht: je laten informeren door het bestuur, benadering
vanuit meerdere perspectieven? de eigenstandige rol van het
toezicht?
Verbreding scope intern toezicht
• ‘Toezicht op bestuur(der)’ is te beperkt
• ‘Object’ is tevens de belangrijkste informatiebron (informatieafhankelijkheid versus onafhankelijk toezicht)
• Klassieke besturingsopvattingen (‘top-down’) nog maar beperkt
geldend (bottom-up invloeden, interacties en externe processen
mede-bepalend)
• Taak breder: meerdere perspectieven in acht nemen
• Het belang van de interne besturing
• Van toezicht op ‘het bestuur’ naar toezicht op de interne ‘besturing’
en het primair proces, en dat in relatie tot de ‘omgeving’
• Verkennen mogelijkheden/grenzen van interacties,
waardetoevoeging en ‘strategisch partnerschap’
Nieuwe invulling van het intern toezicht
• De RvT moet weten wat er speelt
• Informatie-afhankelijkheid verkleinen
• Een ‘goed bestuur’ is nog niet hetzelfde als een ‘goede
besturing’
• Ook focus op interne organisatie en externe omgeving
• RvT vertegenwoordigt ook publieke belangen
• Informatie/contacten (‘voeding’) ook buiten de boardroom:
intern (staf, MZ, professionals, …) en extern (lokale
overheden, zorgaanbieders, inspectie, …), zónder op de
verkeerde stoel te gaan zitten
• Feedback/interventies van de RvT uitsluitend via de RvB
(binnen de boardroom)
Van Toezicht op Bestuurder naar
Toezicht op Besturing
bestuurder
omgeving
besturing
primair proces
raad van toezicht
Spanningsvelden bij Toezicht op
Besturing
• Door bredere scope RvT bij o.a. informatievergaring
wordt RvT zichtbaarder voor organisatie en stakeholders,
met name in het niet-formele domein
• Door andere scope op toezicht heeft RvT een andere
werkwijze nodig die toch de RvB in zijn rol laat
• Door andere rolinvulling RvT op toezicht komt RvT in
andere verhouding met de samenleving, de organisatie
en RvB waarbij vertrouwen in de RvB niet mag worden
ondermijnt
Spanningsvelden Werkgeversrol
• HR-functie voor RvB
• Rollen: coach, sparringpartner, beoordelaar
• Vraagstuk: rolvastheid/rolwisseling
• Dilemma Stabiliteit-Flexibiliteit
• Dilemma Nabijheid-Distantie
• Dilemma Individu-Team
• Behoefte aan verrijking WG-rol
Elementen WG-rol 2.0
1.Omgevingsanalyse extern:

Markt, positie, reputatie,
ontwikkelingen

Krachtenveld

Actieve oriëntatie op
externe omgeving RvT

Kansen en bedreigingen
Fase van organisatieontwikkeling
2.Ontwikkeling

Visie op organisatie, besturing
en toezicht

Bestuurlijke opdracht

Fit organisatie-besturing

Invulling besturing organisatie
(RvT + RvB)

Relatie (Rv)B - MT

Sterkten en zwaktes
Werkgeverstaak RvT
3.Team en individu(en):

RvT

RvT – (Rv)B

Binnen (Rv)B

Competentiemix

Sterkten en zwaktes
4.Prestatiebeoordeling:

Balans stabiliteitflexibiliteit

Afgesproken prestaties

Bereikte effecten

Persoonlijke ontwikkeling

(bv accreditatietraject)

Synergie (Rv)B - MT
Concrete aspecten Werkgeversrol 2.0
•
•
•
•
•
Eigen visie RvT op omgeving en organisatie
Bepalen bestuurlijke opdracht
Fit bestuurder-organisatie
Sturen op teamprestatie (RvB/MT én RvT)
Prestatiebeoordeling en bevorderen
competentieontwikkeling
• Ontwikkeling organisatie monitoren/vaststellen
van fase-overgang
• Succession Planning