Abstract State of the art: samenwerking eerste en tweede lijn: nieuwe landelijke transmurale afspraken astma bij kinderen Erik-Jonas van de Griendt, kinderarts-pulmonoloog; Leerdoelen De voordracht gaat over kinderen met astma of astma-achtige klachten van 0-18 jaar en de samenwerking tussen huisarts en kinder(long)arts voor de zorg voor deze patientengroep. U leert in deze voordracht: 1. welke hulpverlener (huisarts, kinderlongverpleegkundige, kinderarts) de beste zorg verleent voor stabiel astma bij kinderen 2. wanneer de zorg voor kinderen met astma in elk geval thuishoort in de 2e lijn 3. de hoofdlijnen van de nieuwe landelijke transmurale afspraken tussen huisartsen en kinderartsen Inleiding Een derde van alle kinderen maakt minimaal 1 episode van piepen, hoesten, zagen en benauwdheid door voor de leeftijd van 4 jaar. Een groot deel van deze kinderen zal niet worden gepresenteerd aan de kinderarts. Patiënten die wel in beeld komen bij de kinderarts zijn doorgaans ernstiger benauwd, opgenomen geweest, hebben tevens comorbiditeit, of hebben een meer ongeruste ouder of een voorzichtiger huisarts. Het merendeel van de kinderen die op jonge leeftijd piepen, is op de leeftijd van 6 jaar klachtenvrij, echter een deel ontwikkelt astma. Ook hiervan zal slechts een deel worden doorgestuurd naar de 2e lijn, wederom om uiteenlopende redenen. Nieuwe landelijke transmurale afspraken In de afgelopen jaren 2011-2014 zijn er diverse initiatieven geweest op het gebied van richtlijnen voor astma bij kinderen. In 2011 maakte de Longalliantie Nederland (LAN) een begin met de Zorgstandaard voor astma bij kinderen. Ook werd gewerkt aan een multidisciplinaire richtlijn voor astma bij volwassenen, kinderen voor zowel 1e als 2e lijn. In 2013 verscheen de herziene Richtlijn Astma bij Kinderen van de NVK1 en vrij kort daarna ook de update van de Standaard Astma bij Kinderen van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) (2014)2. Deze 4 initiatieven zijn inhoudelijk zorgvuldig op elkaar afgestemd ten aanzien van terminologie, diagnostiek, medicamenteuze behandeling en monitoring. Met de kinder(long)artsen en huisartsen die deze laatste twee initiatieven ondersteunden, werd vervolgens een projektgroep samengesteld die de Landelijk Transmurale Afspraken (LTA) voor kinderartsen en huisartsen heeft herzien en als bijlage bij de Standaard heeft gepubliceerd. Na akkoord door de Sektie Kinderlongziekten (SKL) van de NVK wordt deze ook dit najaar gepubliceerd voor de kinderartsen. Wie doet het beter? De studie van Maarten Kuethe et al.3 vergelijkt de zorg voor kinderen met stabiel astma bij de huisarts, kinderlongverpleegkundige of kinderarts. Onderzocht werden 107 kinderen met stabiel astma en een follow-up duur van 2 jaar. In de studie bleek geen superioriteit van huisarts, kinderlongverpleegkundige of kinderarts in de zorg voor astma bij kinderen. Wel werden de kinderen bij de huisarts significant minder vaak gecontroleerd, zonder duidelijke effecten op de uitkomst. De Cochrane review4 bevestigt dit beeld bij kinderen en volwassenen. Verschil in kosteneffectiviteit, of QOL (quality of life) werd eveneens niet gevonden. Dit is een uitgangspunt geweest in de nieuwe afspraken tussen huisartsen en kinderartsen. NL/AST/0016/13e Exp datum oktober 2015 Coördinatie en samenwerking Centraal in de nieuwe landelijke transmurale afspraken (LTA) staat het begrip ziektecontrole, dat wil zeggen de mate van astmacontrole, bijvoorbeeld te meten met de ACT (astma controle test). Bij kinderen met volledige astmacontrole met alleen zo nodig medicatie of met een normale onderhoudsdosis ICS met salbutamol zo nodig of tijdens de instelfase van recent door de huisarts vastgesteld astma is de huisarts veelal de hoofdbehandelaar. Bij kinderen met aanhoudend gedeeltelijk of onvoldoende is de kinder(long)arts de hoofdbehandelaar. Bij kinderen bij wie astmacontrole bereikt wordt met een hogere dosis medicatie is de kinder(long)arts de hoofdbehandelaar. Ook bij comorbiditeit, zoals allergische rhinitis of (instabiel) eczeem is dit meestal aangewezen. De mondelinge en schriftelijke voorlichting van huisarts en kinder(long)arts is zo veel mogelijk op elkaar afgestemd door het gebruik van uniforme bronnen. Verder gebruiken de huisarts en kinder(long)arts gebruiken een uniform, schriftelijk actieplan (zie bijv. http://www.nvkrichtlijnen.nl/astma/index.php/Voorbeeld_actieplan ). Wanneer (terug)verwijzen? Kinderen jonger dan 1 jaar: Van de huisarts wordt verwacht bij twijfel aan de diagnose zoals bij een kind met onbegrepen klachten van piepen en/of benauwdheid vooral als die veel invloed hebben op het dagelijks leven te verwijzen naar de kinderarts. Dit geldt ook bij onvoldoende verbetering op behandeling met een bèta-2-sympathicomimeticum, vooral bij veel klachten. Behandeling met ICS bij een kind jonger dan een jaar is in het algemeen niet aangewezen in de eerste lijn en voorbehouden aan de kinderarts. Kinderen van 1 tot 6 jaar: Eveneens bij twijfel aan de symptoomdiagnose episodisch piepen of waarschijnlijk allergisch astma zoals bij onvoldoende verbetering na behandeling met een adequate dosis bèta-2sympathicomimeticum gedurende 2 tot 4 weken wordt de patiënt naar de kinderarts verwezen. Ook bij onvoldoende verbetering bij een kind met de waarschijnlijkheidsdiagnose allergisch astma na behandeling met een luchtwegverwijder en/of ICS in normale dosis gedurende 6 weken, of eerder, afhankelijk van de leeftijd en de ernst van de klachten. Kinderen van 6 jaar en ouder: Van de huisarts wordt verwacht te verwijzen naar de kinderarts bij twijfel aan de diagnose astma of bij niet bereiken van volledige astmacontrole bij een kind met astma met een normale dosis ICS gedurende 3 maanden en adequate zorg zoals aandacht voor therapietrouw, inhalatietechniek, blootstelling aan prikkels, en comorbiditeit. Daarnaast is verwijzing naar de kinderarts gewenst in de volgende situaties. − Indien in de voorafgaande 12 maanden één of meer ziekenhuisopname(s) of meer dan één predniso(lo)nkuur wegens astma nodig was. − Bij complicerende of ernstige comorbiditeit of IC-opname voor astma in het verleden of indien intensieve begeleiding gewenst is vanwege complicerende psychosociale factoren die adequate behandeling structureel bemoeilijken. Terugverwijzen De kinderarts verwijst de patiënt terug indien de vraag van de huisarts beantwoord is, de diagnostiek in de tweede lijn afgerond is of de zorg van de kinderarts niet verder bijdraagt aan het verbeteren van de astmacontrole. Bij terugverwijzen stelt de kinderarts een duidelijk behandelplan op en verstrekt aan de huisarts relevante gegevens met betrekking tot ziektebeloop, medicatie, mate van astmacontrole en toegepaste behandeling. Bij volledige astmacontrole met een normale dosis ICS gedurende 3 maanden wordt het kind terugverwezen. Kinderen met volledige astmacontrole met een hogere onderhoudsdosis medicatie dan stap 2 blijven in het algemeen onder controle van de kinder(long)arts. NL/AST/0016/13e Exp datum oktober 2015 Acute, ernstige kortademigheid − Het kind en/of de verzorgers moeten weten wat te doen bij een astma-exacerbatie, bij voorkeur middels een schriftelijk actieplan met onder andere informatie over bereikbaarheid van de hoofdbehandelaar binnen en buiten kantooruren. − Ten tijde van de acute aanval dient er continue zorg gegarandeerd zijn door de hoofdbehandelaar. Literatuur 1. NVK-richtlijn astma bij kinderen, 2013. http://www.nvk-richtlijnen.nl/astma 2. Bindels PJ, van de Griendt EJ, Tuut MK, Steenkamer TA, Uijen JH, Geijer RM. NHGStandaard Astma bij Kinderen; Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7935. Ook te downloaden op https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/astma-bij-kinderen 3. Kuethe M, Vaessen-Verberne A, Mulder P, Bindels P, van Aalderen W. Paediatric asthma outpatient care by asthma nurse, paediatrician or general practitioner: randomised controlled trial with two-year follow-up. Prim Care Respir J. 2011 Mar;20(1):84-91. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21311842 4. Kuethe MC1, Vaessen-Verberne AA, Elbers RG, Van Aalderen WM. Nurse versus physician-led care for the management of asthma. Cochrane Database SystRev. 2013 Feb 28;2:CD009296. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23450599 NL/AST/0016/13e Exp datum oktober 2015
© Copyright 2024 ExpyDoc