MPG 2014 Meerjarenperspectief Grondexploitaties Deel II: De Portefeuille 9 april 2014 versie 3.1 Afdeling Grondzaken 1 MPG 2014 deel II 2 Inhoud 1. Inleiding....................................................................................................................... 5 2. Uitgangspunten ............................................................................................................. 7 2.1 Indeling van de portefeuille .........................................................................................7 2.2 Uitgangspunten voor de grondexploitaties .......................................................................9 3. Productieprogramma .................................................................................................... 10 3.1 Programma 3 - EZ ................................................................................................. 10 3.2 Programma 10 - ROW............................................................................................. 11 4. Financiële resultaten .................................................................................................... 14 4.1 Programma 3 – EZ................................................................................................. 15 4.2 Programma 10 – ROW ............................................................................................ 16 5. Risico’s ..................................................................................................................... 19 5.1 Algemeen............................................................................................................ 19 5.2 Samenvatting risico’s grondexploitaties ........................................................................ 20 5.3 Risico’s programma 3 - EZ ....................................................................................... 20 5.4 Risico’s programma 10 - ROW................................................................................... 20 5.5 Conjuncturele risico’s .............................................................................................. 21 5.6 Dekking risico’s ..................................................................................................... 22 6. Reserves en voorzieningen grondbedrijf ........................................................................... 23 6.1 Resultaat grondbedrijf 2013 ...................................................................................... 23 6.1.1 Resultaat bedrijfsvoering 2013 ....................................................................... 23 6.1.2 Voorziening Negatieve Plannen..................................................................... 24 6.2 Ontwikkeling Bedrijfsreserve Grondzaken ..................................................................... 24 7. Voorstellen ................................................................................................................. 26 Bijlage I: Productieaantallen per plan in de tijd ...................................................................... 27 Bijlage II: Gedetailleerd financieel inzicht in de projecten ......................................................... 28 Bijlage III: Vergelijking parameters met andere gemeenten ....................................................... 29 3 MPG 2014 deel II 4 1. Inleiding Het uitvoeren van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten gaat altijd gepaard met enige mate van onzekerheid en risico. Kosten gaan immers vaak voor de baten uit en de markt laat zich, mede onder invloed van de economische situatie, lastiger voorspellen. Dat vraagt meer dan ooit om effectieve sturing en beheersing, zowel door de (project)organisatie als door het gemeentebestuur. Actueel en betrouwbaar inzicht in de projecten, de financiële consequenties en de risico’s is daarvoor een onmisbare basis. Een belangrijk moment van inzicht vormt de financiële verantwoording van het grondbedrijf. Voor u ligt: het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) 2014. Op basis van de bestuurlijke opdrachten, een financiële analyse en een inschatting van de risico’s, geeft dit MPG een doorkijk vanuit het verleden naar de toekomst van de bij het grondbedrijf in beheer zijnde complexen. Het MPG is een zelfstandig leesbare rapportage, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de situatie van projecten, de portefeuille en financiële positie van het grondbedrijf. In de jaarstukken is de toelichting op dit onderdeel daarom bondig gehouden. Waar nodig wordt verwezen naar het MPG. Dit MPG bestaat uit twee delen: • In deel I (De projecten) vindt u de beschrijving van de individuele projecten en activiteiten, hun financiële consequenties en de belangrijkste risico’s. Daarvoor zijn alle grondexploitaties per 1-12014 geactualiseerd naar de meest recente inzichten en ontwikkelingen. Individuele beschrijvingen dus, die de basis vormen voor een beeld van de portefeuille in deel II. • U leest thans in deel II (De portefeuille). Dit deel bevat een samenvatting van de resultaten en risico’s, zoals in deel I beschreven. Deze resultaten worden vertaald in de financiële positie van het grondbedrijf, gebaseerd op de werkelijkheid zoals die nu in de projecten wordt ervaren. Naast dit MPG is er ook een uitgebreide risicoanalyse op alle projecten en activiteiten binnen het grondbedrijf uitgevoerd. In deze risicoanalyse zijn de exit risico’s, de planeconomische risico’s en de conjuncturele risico’s beschreven en financieel vertaald. Doel van deze analyse is primair om een basis voor risicobeheersing te vinden. Binnen de projecten worden beheersmaatregelen benoemd. De sturing op de risico’s maakt onderdeel uit van de sturing op het project en wordt intern bewaakt op voortgang en effect . De risico’s zijn financieel vertaald en zijn opgenomen in het gemeentebrede systeem voor risicomanagement NARIS. De risicoanalyse is uitgebreid beschreven in een aparte rapportage. Gezien de gevoelige informatie wordt deze als gebruikelijk voor u vertrouwelijk ter inzage gelegd. In het MPG zijn de belangrijkste risico’s per project genoemd (Deel I) en wordt inzage gegeven in het totaal aan risico’s (Deel II). 5 MPG 2014 deel II Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden enkele uitgangspunten toegelicht waarop dit MPG 2014 is gebaseerd. Daarbij gaat het over de wijziging in de indeling van de portefeuille en een verdere verfijning van risicoanalyse. Hoofdstuk 3 geeft een samenvatting weer van het productieprogramma, zoals dat nu in gemeentelijke plannen projectmatig ter hand wordt genomen. Dit is feitelijk een optelling van de uitgifteplanningen, zoals die per project in MPG deel I zijn opgenomen. In hoofdstuk 4 worden de projectresultaten weergegeven en wordt de vergelijking gemaakt met de resultaten zoals in het MPG 2013 gepresenteerd. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de risicoanalyse die recent is uitgevoerd. Hoofdstuk 6 vertaalt de resultaten van de individuele projecten naar de financiële positie van het grondbedrijf en de bijbehorende reserves en voorzieningen. Bovendien is de relatie aangegeven met het gemeentelijke weerstandsvermogen. In hoofdstuk 7 worden de voorstellen aan de Raad samengevat. Bijlage I bevat een totaaltelling (in de tijd) van de productiegegevens, zoals die aan de berekening van de grondexploitaties ten grondslag liggen Bijlage II geeft een uitgebreid financieel overzicht per plan, waarin ook de nog te maken kosten en opbrengsten zijn opgenomen. Bijlage III geeft een overzicht van door verschillende gemeenten gehanteerde parameters voor stijging kosten en opbrengsten. 6 2. Uitgangspunten 2.1 Indeling van de portefeuille Binnen de portefeuille wordt onderscheid gemaakt tussen projecten in programma 3 (EZ) en programma 10 (ROW). Dit verschil is belangrijk om aansluiting te vinden met de programmabegroting en de jaarrekening. Alle projecten en activiteiten die opgenomen zijn in het grondbedrijf, zijn onderverdeeld naar projectfasen. Onderverdeling in de projectfasering geeft inzicht in de verschillende ijkmomenten. Voor de sturing zijn vier ijkmomenten van belang: 1. Overgang naar de planfase. Het moment dat een (potentieel) project daadwerkelijk projectmatig in ontwikkeling wordt genomen, met het doel om dit ook te realiseren. In deze fase wordt ook de financiële haalbaarheid nader onderzocht en uitgewerkt naar een gedetailleerde exploitatieberekening. 2. Overgang van definitie naar ontwerpfase. Een belangrijke stap in de levenscyclus van een project is de definitiefase, als onderdeel van de planfase. Voor prioritaire projecten zal de Raad worden gevraagd om expliciet kaders vast te stellen, waarbinnen verdere uitwerking en uitvoering dient plaats te vinden. Deze kaders zijn zowel financieel, functioneel als ruimtelijk. 3. Overgang naar de realisatiefase. Het moment dat wordt besloten om een project, conform gedetailleerd plan en financieel inzicht, daadwerkelijk uit te gaan voeren. 4. Overgang naar de beheerfase. Het moment dat een project financieel wordt afgerond en geëvalueerd. Bovenstaande indeling vindt u herkenbaar in de presentatie van de plangegevens terug. Hiermee wordt aansluiting gemaakt met de planfasering. Dat is noodzakelijk omdat de ‘hardheid’ van berekeningen per fase toeneemt. Daarnaast is de stuurruimte in elke fase anders: hoe verder in de fasen, hoe meer uitgangspunten worden vastgelegd en hoe minder inhoudelijk te sturen is. Ten opzichte van het MPG 2013 zijn er verschuivingen en veranderingen in de portefeuille: • In 2013 zijn door de raad de bestemmingsplannen voor de Kazerneterreinen en voor de Reehorsterweg vastgesteld. Deze plannen gaan van de plan- naar de realisatiefase. • De invulling van een deel van Kievitsmeent West is zover gevorderd dat gebruik gemaakt gaat worden van de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan om de vestiging van een mestverwerkingsbedrijf mogelijk te maken. Het plan gaat hierdoor van de initiatief naar de planfase. • De gronden binnen het plan Sonocoterrein zijn verkocht en geleverd aan het CHE ten behoeve van de uitbreiding van het onderwijs. Het plan gaat daarmee van de realisatie naar de beheerfase. • Voor de gemeentelijke eigendommen in Lunteren van de bibliotheek en in Bennekom de gronden van Het streek aan de Robert Kochlaan vervallen de huidige functies. Voor deze locaties wordt voorgesteld plannen te gaan ontwikkelen. Beide locaties worden nu opgevoerd in de categorie “initiatiefplannen” Voor een inhoudelijke toelichting op de plannen wordt verwezen naar MPG deel I. 7 MPG 2014 deel II Plannen in initiatieffase Onderstaande plannen bevinden zich nog in een zeer pril planstadium/ zachte planvoorraad (initiatieffase). Aan de eventueel verwachte resultaten kan nog onvoldoende waarde worden gehecht om deze mee te nemen bij de bepaling van de financiële positie. Voor een korte toelichting op deze plannen wordt u verwezen naar MPG deel I (zie de betreffende paragraafnummers zoals in deze tabel aangegeven). Projecten in initiatieffase G11811 G12700 G23900 G24810 G32700 G41700 G80700 VP AZO terrein (Woningen) VP Stationsplein Bettekamp VP Noordpl ein Benne kom - Kochlaan Lun teren - Bibliotheek Otterlo Drie s Weversteeg Totaal Boekwaarde -5.508 1.056.641 102.396 1.417.086 50.632 312.281 171.888 mogelijk resultaat (v) (n) (n) (n) (n) (n) (n) 249.000 33.000 6.000 -1.501.000 874.000 -207.000 0 (v) (v) (v) (n) (v) (n) (n) 3.105.416 (n) -546.000 (n) Afgesloten plannen Eind 2013 is de grond voor de uitbreiding van het CHE, het Sonoco-terrein, geleverd. Daarmee kan dit plan worden afgesloten. Daarnaast zijn er nog een aantal particuliere planinitiatieven waarbij in beperkte mate de levering van gemeentelijke grond een rol speelt, dan wel waar door de gemeente werken worden uitgevoerd. Vier van deze facilitaire plannen kunnen tevens worden afgesloten. Voor nog na-ijlende kosten op de exploitaties wordt een reservering opgenomen. De hieronder aangegeven resultaten betreffen de boekwaarde per 31.12.2013 van de plannen na aftrek van de reservering nog te maken kosten. Per saldo levert de afsluiting van plannen in 2013 een positief resultaat op van (afgerond) € 747.000 boekwaarde Sonocote rrein Bethanië Parkeerterre in Stadspoort Spinderweg Ontwikkeli ng scholenlo catie Lunteren Totaal afsluiten plannen reservering kosten resultaat 554.702 163.576 69.517 107.462 -69.749 28.000 30.000 20.500 - 526.702 133.576 49.017 107.462 -69.749 825.507 78.500 (v) (v) (v) (v) (n) 747.007 (v) Als gevolg van de ontwikkeling van de scholenlocatie Lunteren wordt (2016) nog een bijdrage verwacht in de door de gemeente gemaakte kosten, waardoor het resultaat uiteindelijk nagenoeg neutraal is. De nog te ontvangen bijdrage zal in het jaar van verkrijging onderdeel uitmaken van het resultaat grondbedrijf. De Raad wordt gevraagd: 1 Akkoord te gaan met de afsluiting in 2013 van de grondexploitatie Sonoco-terrein en de facilitaire plannen Bethanië, Stadspoort, Spinderweg en de scholenlocatie Lunteren. Het resultaat van deze ontwikkelingen bedraagt € 747.007 (v) en maakt onderdeel uit van het resultaat van het Grondbedrijf 2013 8 2.2 Uitgangspunten voor de grondexploitaties Voor de actualisatie van de grondexploitaties worden uitgangspunten gehanteerd voor de parameters kosten- en opbrengstenstijging en de rente. Vanaf 2014 worden de volgende parameters gehanteerd: Parameters 201 4 2015 2016 e.v. Opbrengststijg ing kostenstijging rekenrente 0,0% 0,0% 3,0% 0,0% 2,0% 3,0% 1.5% 2,0% 3,0% Opbrengststijging: Genoemde opbrengstijging betreft de indexering voor woningbouw en de ontwikkeling van commerciële functies. Het lijkt erop dat het marktherstel, waarvan in het derde kwartaal van 2013 de eerste verschijnselen zichtbaar werden, vastere vormen aan gaat nemen. De verkopen zijn ook in het vierde kwartaal toegenomen en de prijs van onroerend goed lijkt zich verder te stabiliseren. Voor de grondexploitaties gaan we ervan uit dat de markt de komende tijd voorzichtig blijft en gevoelig voor economische schommelingen. Vanaf 2016 wordt er weer op gerekend dat de grondprijzen de prijsindexatie zullen volgen. Ter vergelijking wordt hieronder de ontwikkeling als nu begroot vergeleken met de verwachting uit het MPG 2013: 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% MPG 2013 3,0% MPG 2014 2,0% 1,0% 0,0% 2014 2015 2016 2017 2018 Vergelijking ontwikkeling opbrengststijging MPG 2014 met MPG 2013 In bijlage III wordt de opbrengststijging van Ede vergeleken met de bij andere gemeenten gehanteerde index (informatie jan. 2014). Kostenstijging: Voor de ontwikkeling van de plankosten en de kosten van de uitvoering van werken is ervan uitgegaan dat het eerste jaar de kosten niet zullen stijgen in verband met de marktwerking. Voor de langere termijn wordt verwacht dat deze kosten de inflatie weer zullen gaan volgen. Rentetoerekening: Conform raadsbesluit is de rekenrente voor grondexploitaties per 1/1/2013 verlaagd van 5% naar 3%. 9 MPG 2014 deel II 3. Productieprogramma In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de productie van bouwrijpe grond ten behoeve van bedrijventerrein en woningbouwlocaties. Voor meer detailinformatie wordt verwezen naar bijlage I. Daarin vindt u de totaaltellingen per jaar. Deze zijn gebaseerd op de uitgifteplanningen van de individuele projecten, zoals opgenomen in MPG deel I. 3.1 Programma 3 - EZ De gemeente Ede heeft vier bedrijventerreinen in ontwikkeling met een totale oppervlakte van 113 hectare. Daarvan is 59 hectare al gerealiseerd. In de komende jaren is nog 55 hectare bouwgrond beschikbaar, waarvan het overgrote deel op BT A12. De economische situatie geeft aanleiding om de uitgifteplanningen in de projecten bij te stellen. Ten opzichte van de uitgangspunten bij het MPG 2013 wordt nu rekening gehouden met een lager tempo van uitgifte van de gronden tot en met 2017. In navolgende grafiek worden de verschillen aangegeven. planning verkopen bedrijfsterrein 80.000 70.000 60.000 50.000 MPG 2014 40.000 MPG 2013 30.000 20.000 10.000 0 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Uitgifte bedrijfsterreinen m2 per jaar, vergelijking met MPG 2013 Voor de onderscheiden bedrijfsterreinen bedraagt de geplande opnamecapaciteit van de markt: Planning bedrijventerrein (programma 3 - EZ) Planfase G25000 Kievitsmeent-west G50700 Uitbreiding BT Harskamp Realisatiefase G12300 Bedrijventerrein de Vallei G13200 Bedrijventerrein A12 G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom Totaal bedrijventerreinen aantallen in ha. Te realis eren 2,0 2,9 2014 2,0 0,0 2015 0,0 0,0 2016 0,0 0,0 2017 0,0 0,0 2018 0,0 0,0 2019 0,0 0,7 2020 0,0 0,8 2021 e.v. 0,0 1,4 5,3 39,7 4,7 0,5 1,9 0,5 0,5 1,9 0,5 1,0 3,5 0,8 1,0 3,5 0,8 1,0 4,4 0,8 1,0 4,4 0,8 0,3 4,4 0,5 0,0 15,6 0,0 54,6 4,9 2,9 5,3 5,3 6,2 7,0 6,0 17,0 De komende vier jaar ligt de geplande grondverkoop bedrijfsterreinen 3,9 ha lager dan gepland in het MPG 2013. Door bureau Stec is een quick scan uitgevoerd naar de verwachte opname capaciteit van de markt. Daarin is aangegeven dat de door de gemeente gehanteerde uitgangspunten aan de voorzichtige kant zijn. 10 3.2 Programma 10 - ROW Binnen het programma 10 zijn met name de woningbouwplannen opgenomen. In de zijlijn van deze projecten wordt ook grond uitgegeven voor commerciële en maatschappelijke functies. Hieronder een korte toelichting per functie. Woningbouw De tabel hieronder bevat de totale aantallen woningen per project (incl. de reeds gerealiseerde woningen). Het betreft enkel de projecten in de plan- en realisatiefase. Woningbouwprogramma G13010 G20220 G25500 G40320 G50800 G61000 G12900 G20200 G22900 G24000 G24200 G24400 G24830 G32400 G42000 G50900 G70700 G70800 G92030 Valley Center Kernhem vlek C/E Ericahorst De Hul Westzoom Smachtenburgerweg Harskamp Veldjesgraaf II VP Kazerne Kernhem Vlek A/B Reehorsterweg Noord Bospoort - Paasberg/Aral Het Nieuwe Landgoed Herstructurering Veldh uizen A VP Kop van de Parkweg B'kom Wil helminaschool Westzoom, 't Hoefje Harskamp Kraatsweg Wekerom-oost Wekerom-west HBB Berkhofweg totaal gemeentelijke locaties MPG 2014 MPG 2013 verschil 50 12 11 50 116 6 1.850 1.929 160 112 343 248 77 4 55 3 55 108 1 50 12 19 48 125 6 1839 1931 160 111 346 246 77 4 51 3 56 108 1 0 0 -8 2 -9 0 11 -2 0 1 -3 2 0 0 4 0 -1 0 0 5.190 5.193 -3 Hieruit blijkt dat er nauwelijks afwijkingen zijn ten opzichte van het programma MPG 2013. Naast de hierboven aangegeven harde planvoorraad is er nog woningbouwpotentie in de zogenaamde initiatiefplannen. Afhankelijk van de nog te maken keuzes over bebouwingsvorm en doelgroep kunnen hier nog ca. 450 woningen worden gerealiseerd. Fasering woningbouw: Voor de fasering van de woningbouw wordt ervan uitgegaan dat we op de gemeentelijke locaties 70% van het totaal te realiseren woningen zullen ontwikkelen. Dit is in overeenstemming met de verhouding van de gronden in eigendom bij de gemeente en de gronden in eigendom bij derden. Voor de ontwikkelingsmogelijkheden, met name de opname capaciteit van de markt wordt uitgegaan van een gemiddelde opname capaciteit van 500 woningen per jaar. Dit is overeenkomstig de besluitvorming door uw Raad over de woonvisie in 2012. Dit leidt tot een gemiddelde jaarproductie op de gemeentelijke gronden van ca. 350 per jaar. 11 MPG 2014 deel II planning start bouw gemeentelijke locaties 600 500 400 MPG 2014 300 MPG 2013 200 100 0 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Vergelijking aantallen woningen per jaar met MPG 2013 In de grafiek hierboven is de verdeling van het aantal woningen per jaar vergeleken met de uitgangspunten uit het MPG 2013. Er blijkt in de uitgangspunten nog sprake van een boeggolf voor de komende drie jaar ten opzichte van de ambitie van 350 woningen per jaar (gemeentelijke locaties). Ondanks het achterblijven van de productie in 2013 (160 woningen minder dan gepland) neemt de boeggolf niet toe maar af. Hiervoor zijn alle projecten kritisch tegen het licht gehouden en zijn planningen bijgesteld op de ontwikkelingsmogelijkheden, rekening houdend met een (te) groot aanbod ten opzichte van de vraag. Bij de beoordeling van de realiteit van de planning dient in acht te worden genomen dat: - In de planning 132 woningen zorgappartementen zijn opgenomen (Bospoort, Valley Center en Ericahorst) welke beperkt concurreren met de bouw van andere woningen - Voor Veldhuizen A en Het Nieuwe Landgoed 212 woningen in de planning zijn opgenomen waarvoor de gronden reeds zijn verkocht en geleverd (dus geen opbrengstrisico meer voor de gemeente) - vanaf dit jaar de verkoop van woonkavels op de Kazerneterreinen op gang komt, waarvan een aantrekkende werking wordt verwacht. Verdeling categorieën: De gemeentelijke ambitie betreft het realiseren van (ten minste) 30% van de nieuwbouw in de goedkope sfeer. Daarbij is goedkoop gedefinieerd als woningen met een huur onder de huurtoeslag grens dan wel koopwoningen met een vrij op naam prijs onder de € 170.000. De verdeling van de woningbouw in de categorieën goedkoop, middelduur (tot € 250.000) en duur in de grondexploitaties is als volgt: totaal alle plannen duur 28% middelduur 38% 12 goedkoop 34% In het geheel genomen is de verdeling van de woningen over de categorieën goedkoop, middelduur en duur gelijk. Wel wordt er verwacht dat de eerste drie jaar van de te ontwikkelen woningen 42% in de categorie goedkoop zal worden gerealiseerd. Dit houdt in dat de jaren vanaf 2016 relatief meer woningen in de categorieën middelduur en duur zijn gepland. verdeling woningen in categoriën 100% productie 2014 - 2016 90% 80% duur 26% 70% goedkoop 42% 60% duur 50% middelduur 40% goedkoop 30% 20% 10% middelduur 32% 0% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Verdeling goedkoop, middelduur en duur per jaar. Voor een onderbouwing van de fasering van de woningen naar de projecten wordt verwezen naar bijlage I. Maatschappelijke en commerciële functies Naast de productie van bouwrijpe grond voor bedrijventerreinen, realiseert de gemeente in haar projecten ook meters voor andere commerciële en maatschappelijke functies. Het grootste deel van deze meters wordt gerealiseerd in het project Kazerneterrein. Daar staan nog 23 gebouwen op het terrein te koop voor commerciële en niet-commerciële functies. In Valley Center is ruimte voor bedrijvigheid onder een appartementengebouw en een kavel voor een hotel. Het Nieuwe Landgoed biedt ruimte voor een winkelcentrum, medisch centrum en buurthuis plannummer plannaam G13010 G25500 G50800 G11810 G12900 G15100 G24000 G24200 G24830 G70700 G70800 Valley Center Ericaho rst Smachtenburgerweg Harskamp VP AZO-terrein (moske e) VP Kazerne Peppelensteeg sport Bospoo rt - Paasberg/Aral Het Nieuwe Landgoed VP Kop van de Parkweg Wekerom-oost Wekerom-west Gerealiseerd 0 0 1.348 0 7.093 0 0 0 0 3.169 0 11.610 2014 2015 2016 2017 4.135 0 0 8.135 10.451 972 151 6.300 797 0 2.660 33.601 2.487 3.679 0 0 1.082 972 0 1.911 1.134 0 2.296 13.561 0 0 0 0 34.498 973 0 0 0 0 1.000 36.471 0 0 0 0 0 0 0 0 1.413 0 0 1.413 2018 Totaal 0 0 0 0 3.983 0 0 1 0 0 0 3.984 6.622 3.679 1.349 8.135 57.107 2.916 151 8.212 3.344 3.169 5.956 100.640 13 MPG 2014 deel II 4. Financiële resultaten Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van de projectresultaten, zoals die ook uitgebreider in MPG deel I zijn beschreven. Per programma worden deze resultaten kort toegelicht. Voor een onderbouwing op projectniveau wordt verwezen naar MPG deel I. In de onderstaande schema’s zijn de geactualiseerde resultaten (per 1-1-2014) vergeleken met de resultaten zoals die vorig jaar in het MPG 2013 zijn gepresenteerd. Om de resultaten vergelijkbaar te maken zijn de saldi van het MPG 2013 naar peildatum 1-1-2014 gebracht door de verhoging van het resultaat contante waarde per 1-1-2013 met 1 jaar rente. Voor een meer gedetailleerd financieel inzicht in de projecten is een overzichtstabel opgenomen als bijlage II. Verstrekking budgetten: In eerdere jaren hebben wij de raad gevraagd voor de ontwikkeling van de plannen gelden beschikbaar te stellen. Hierbij werden de bedragen die nodig waren voor de uitvoering van de plannen gedurende de gehele looptijd aangevraagd. Dit strookt niet meer met de meer gedetailleerde manier waarop wij op de uitvoering van de plannen willen sturen. Daarom wordt vanaf dit MPG gevraagd om voor de uitvoering van de lopende jaarschijf gelden beschikbaar te stellen. Tevens verzoeken wij u ermee akkoord te gaan dat ook beschikt kan worden over de benodigde middelen voor de volgende jaarschijf (2015) als de voortgang van de plannen binnen de uitgangspunten hierom vraagt. Bij de verantwoording bij de volgende jaarrekening (MPG 2015) zullen wij verantwoorden hoe de bestedingen ten opzichte van de geboden financiële ruimte zijn verlopen. In de volgende paragrafen zullen wij de behoefte aan beschikbaar te stellen middelen aangeven. Resultaten op hoofdlijnen: In het MPG 2013 betrof de toekomstige resultaatsverwachting van de bouwgrondproductie € 17,9 mln. negatief. De ontwikkelingen in 2013 geven aanleiding te verwachten dat het tekort met € 18,1 mln. af zal nemen. Daarmee wordt dit tekort teruggebracht tot € 0,1 mln. in het huidige MPG Resultaatverbetering MPG 2014 t.o.v. MPG 2013 Totaal resultaat plannen MPG 2013 Ontwikkelingen in de loop van 2013: Renteverlaging van 5% naar 3% Verhoging interne tarieven met 30% Autonome ontwikkelingen in plannen -€ 17,9 nadelig € 21,4 -€ 6,5 € 3,2 € 18,1 voordelig Totaal resultaat plannen MPG 2014 € 0,1 voordelig De verbetering van de resultaten kent drie oorzaken: de renteverlaging van 5% naar 3% geeft een resultaatsverbetering op de plannen van € 21,4 mln. de toerekening van de overhead van het gemeentelijke apparaat naar de plannen is in 2013 aangepast, waardoor de uurtarieven met ongeveer 30% zijn verhoogd. Deze aanpassing van de tarieven levert een afname van het resultaat op van € 6,5 mln. binnen de plannen is sprake van autonome ontwikkelingen. Deze zeer diverse aanpassingen leiden tot een verbeterde resultaatsverwachting van € 3,2 mln. De voordelige ontwikkelingen van € 18,1 mln. treden gedeeltelijk op binnen de plannen met positieve resultaten (€ 11,7 mln.) en vinden gedeeltelijk hun voordeel binnen de plannen met verwachte negatieve resultaten (€ 6,4 mln.). Dit laatste bedrag kan in mindering worden gebracht op de Voorziening Negatieve Plannen, en lijdt daarmee tot een voordelig resultaat in 2013 (zie par. 6.1). In de volgende paragrafen (4.1 en 4.2) wordt aangegeven wat de wijzigingen zijn in de resultaatsverwachtingen per plan. In het MPG deel 1 wordt aangegeven hoe de ontwikkelingen op planniveau in 2013 zijn geweest en wordt in hoofdlijnen aangegeven welke wijzigingen er zijn opgetreden ten opzichte van de uitgangspunten in het MPG 2013. 14 4.1 Programma 3 – EZ Ontwikkeling resultaten: Projectresultaten bedrijventerrein (programma 3 - EZ) Planfase G25000 Kievitsmeent-west G50700 Uitbreiding BT Harskamp Totaal planfase in € x 1.000 Saldo CW 2014 Saldo CW 2013+3% 2.127 0 -166 -666 1.961 -666 Realisatiefase G12300 Bedrijventerrein de Vall ei G13200 Bedrijventerrein A12 G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom Totaal realisatiefase 9.242 -4.458 2.425 7.209 Totaal bedrijventerreinen 9.458 -9.606 1.777 1.629 9.170 963 Verschil 2.127 500 2.627 -216 5.148 648 5.580 8.207 De verwachte planresultaten zijn met de actualisatie ongeveer met € 8,2 miljoen verbeterd. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door de toevoeging van een plan (voorheen initiatiefplan) Kievitsmeent-west, waar gemeente voornemens is een deel van het plangebied te verkopen voor de vestiging van een mestvergistingbedrijf. Het plansaldo voor de overige plannen bedrijfsterreinen verbetert met name door de aanpassing van de interne rekenrente van 5% naar 3%. Beschikbaar stellen budgetten: Voor de ontwikkeling van de plannen moeten kosten worden gemaakt en opbrengsten worden gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van de plannen binnen programma 3 zijn in 2014 en 2015 de volgende kosten en opbrengsten begroot: bedragen * € 1.000 Projectnaam Kievitsmeent-west Uitbr. bedrijventerrein Harskamp Bedrijventerrein de Val lei Bedrijventerrein A12 Bedrijventerrein De Laar Wekerom Totaal Werken Uitgaven Opbre ngsten 2014 2015 2014 503 10 230 2.791 424 355 10 118 1.892 180 1.800 2015 884 6.510 867 884 7.016 867 3.958 2.555 10.061 8.767 Voor 2014 wordt verwacht dat voor € 4,0 mln. aan kosten moet worden gemaakt en dat voor € 10,1 mln. aan opbrengsten wordt gegenereerd. De Raad wordt gevraagd: 2 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 4,0 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te gaan van te realiseren opbrengsten van € 10,1 mln. in 2014 voor het programma 3 - EZ. 3 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015, zoals weergegeven in bovenstaande tabel, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt. Voorziening Negatieve Plannen: De gemeente heeft de verplichting om geld te reserveren voor dekking van nadelige exploitatiesaldi. Daarvoor bestaat de Voorziening Negatieve Plannen. Deze voorziening is rentedragend en moet jaarlijks worden aangepast aan de situatie zoals berekend in de geactualiseerde grondexploitaties. Op grond van deze geactualiseerde berekeningen is de Voorziening Negatieve Plannen voor de onderstaande projecten aangepast. Daarmee is een bedrag groot € 5,6 mln. uit de voorziening vrijgevallen. Dit is verwerkt ten gunste van het resultaat van boekjaar 2013. Zie onderstaande tabel. Mutaties voorziening negatieve plannen (programma 3 EZ) G 50700 G 13200 Uitbreiding BT Harskamp BT A12 T otaal VNP programma 3 in € x 1.000 Noodzakelij k Gereserveerd Toevoegi ng -166 -4.458 -666 -9.606 -500 -5.148 -4.624 -10.272 -5.648 15 MPG 2014 deel II 4.2 Programma 10 – ROW Ontwikkeling resultaten: in € x 1.000 Projectresultaten w oningbouw (programma 10 - ROW) Planfase G13010 Valley Center G20220 Kernhem vlek C/E G25500 Ericahorst G40320 De Hul (verspreide gronden) G50800 Smachtenburgerweg Harskamp G61000 Veldjesgraaf II Totaal Planfase Saldo CW 2014 Saldo CW 2013+3% Verschil 428 2.397 307 -67 149 431 3.645 400 781 376 -450 2 237 1.346 28 1.616 -69 383 147 194 2.299 -60 -14.506 -548 23.573 -1.522 -811 -8.328 -3.526 -5.651 -435 1.276 492 -1.838 -806 0 -12.690 -1.223 -15.046 -460 17.925 -1.128 -820 -7.977 -4.018 -5.437 -605 971 443 -2.147 -722 0 -20.244 1.163 540 -88 5.648 -394 9 -351 492 -214 170 305 49 309 -84 0 7.554 -9.045 -18.898 9.853 Realisatiefase G11810 VP AZO-terrein (moskee) G12900 Veluwse Poort kazerne algemeen G15100 Peppelensteeg sport G20200 Kernhem A/B G22900 Reehorsterweg Noord G24010 Bosp. Ontw Paasberg en Aralterr. G24200 Het Nieuwe Landgoed G24400 Herstructurering Veldhuizen A G24830 Veluwse Poort Kop van de Parkweg G32400 B'kom Wilhelminaschool G42000 Westzoom, Lunteren 't Ho efje G50900 Harskamp Kraatsweg G70700 Wekerom-oost G70800 Wekerom-west G42000 Westzoom Lunteren Totaal Realisatiefase Totaal plan en realisatie fase De verwachte planresultaten zijn met de recente actualisatie met € 9,9 miljoen verbeterd. Voor een groot deel is de verbetering het gevolg van de aanpassing van de interne rekenrente van 5% naar 3% Voor de verklaring van de verschillen wordt u verwezen naar de specificaties van de plannen in MPG 2014 deel I. Beschikbaar stellen budgetten: Voor de ontwikkeling van de plannen moeten kosten worden gemaakt en opbrengsten worden gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van de plannen binnen programma 10 zijn in 2014 en 2015 de volgende kosten en opbrengsten begroot: 16 bedragen * € 1.000 Projectnaam Uitgaven 2014 2015 VP AZO-terrein (woningen) VP Stationsplein Bettekamp VP Noordplein Kochlaan Benne kom Bibliotheek Lunteren Valley Center Kernhem vlek C/E Ericahorst De Hul Westzoom Smachtenburgerweg Harskamp Veldjesgraaf II VP AZO-terrein (moskee) VP Kazerne Peppelenstee g sport Kernhem Vlek A/B Reehorsterweg Noord Bospoort - Paasberg/Aral Het Nieuwe Landgoed Herstructurering Vel dhuizen A VP Kop van de Parkweg B'kom Wilhelminaschool Westzoom, 't Hoefje Harskamp Kraatsweg Wekerom-oost Wekerom-west HBB Berkhofweg HBB Ma asdamstraat 54 22 3 11 103 4 312 389 77 4 761 166 507 10.748 10 3.208 686 42 1.888 563 371 22 466 44 556 469 3 72 2 24 3 11 187 75 1.079 465 59 -50 451 32 184 7.085 10 2.296 414 -45 1.084 238 504 Totaal w onen 21.561 15.503 85 11 570 729 Opbrengsten 20 14 2 015 1 50 676 400 1.1 53 1.000 2.207 1.027 -7 28 -36 3 47 8 11 16.2 90 23 3.3 51 5 44 1 37 1.2 03 1.4 95 1.1 52 4 14 3.1 84 2 95 3 57 1.0 78 1 40 32.1 09 993 345 8.895 23 2.386 1.932 1.064 1.378 650 1.392 500 413 691 889 26.861 Voor 2014 wordt verwacht dat voor € 21,6 mln. aan kosten wordt gemaakt en dat voor € 32,1 mln. aan opbrengsten wordt gegenereerd. De Raad wordt gevraagd: 4 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 21,6 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te gaan van te realiseren opbrengsten van € 32,1 mln. in 2014 voor het programma 10 - ROW. 5 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015, zoals weergegeven in bovenstaande tabel, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt. Voorziening Negatieve Plannen: De gemeente heeft de verplichting om geld te reserveren voor dekking van nadelige exploitatiesaldi. Daarvoor bestaat de Voorziening Negatieve Plannen. Deze voorziening is rentedragend en moet jaarlijks worden aangepast aan de situatie zoals berekend in de geactualiseerde grondexploitaties. Op grond van deze geactualiseerde berekeningen is de Voorziening Negatieve Plannen voor de onderstaande projecten aangepast. Daarmee is uit de voorziening een bedrag groot € 0,6 mln. vrijgevallen. Dit is verwerkt ten gunste van het resultaat van boekjaar 2013. Zie onderstaande tabel. 17 MPG 2014 deel II in € x 1.000 Mutaties voorziening negatieve plannen (programma 10 - ROW) G40320 G11810 G12900 G15100 G22900 G24000 G24200 G24400 G24830 G32400 G70700 G70800 De Hul Westzoom VP AZO-terrein (moskee) Veluwse Poort kazerne algemeen Peppelensteeg sport Reehorsterweg Noord Bospoort Het Nieuwe Landgoed Herstructurering Veldhuizen A Veluwse Poort Kop van de Parkweg B'kom Wi lhelminaschool Wekerom-oost Wekerom-west Totaal VNP programma 10 18 Noodzakelijk Gereserveerd -67 -450 -60 0 -14.506 -15.046 -548 -460 -1.522 -1.128 -811 -820 -8.328 -7.977 -3.526 -4.018 -5.651 -5.437 -435 -605 -1.838 -2.147 -806 -722 -38.098 -38.810 Toevoeging -383 60 -540 88 394 -9 351 -492 214 -170 -309 84 -712 5. Risico’s 5.1 Algemeen Met het actualiseren van de grondexploitaties is ook een nieuwe risicoanalyse opgesteld. Uitgangspunt hierbij is vooral om een basis te bieden voor het beheersen van risico’s. Een secundair doel is om een onderbouwing te leveren voor de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Inhoudelijk is het risicoprofiel van de grondexploitaties in 2013 op diverse plaatsen gewijzigd. Risico’s die zich daadwerkelijk hebben voorgedaan of waarvan kan worden aangenomen dat ze onvermijdelijk zijn geworden, zijn inmiddels als verlies genomen in de grondexploitaties. Andere risico’s zijn vervallen of veranderd en op sommige punten doen zich ook nieuwe risico’s voor. Deze dynamiek hoort bij het exploiteren van gronden en hangt direct samen met de voortgang van de projecten. Alle risico’s worden binnen de projecten regelmatig gemonitord en waar mogelijk beïnvloed. Alle risico’s zijn ingebracht in het gemeentelijke systeem NARIS. In het kader van de jaarrekening 2013 wordt integraal over de gemeentelijke risico’s (waar grondexploitatierisico’s deel van uit maken) gerapporteerd. In dit hoofdstuk wordt inzage gegeven in de resultaten van de kwantificering van de risico’s op hoofdlijnen. Voor inzicht in de gedetailleerde risico’s wordt verwezen naar de Risicoanalyse Grondexploitaties 2014, een separate vertrouwelijk ter beschikking gestelde rapportage. In de risicoanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen projectgebonden risico’s en conjuncturele risico’s. Projectgebonden risico Hier gaat het om risico’s en kansen die in ieder individueel project op incidentniveau kunnen worden aangewezen en onderbouwd. Voor alle geïnventariseerde risico’s wordt beoordeeld wat het financiële effect is dat optreedt indien het risico zich voor doet. Voor elk van deze financiële effecten wordt ingeschat wat de kans is dat het zich voordoet (het risicoprofiel). Het financiële effect maal het risicoprofiel levert een ‘gewogen’ risico op. Conjunctureel risico Dit betreft de effecten die de economie op de plannen heeft. Voorbeelden zijn vertragingen in afzet door een teruglopende vraag of het dalen van de uitgifteprijzen. De conjuncturele risico’s worden niet per project beschreven, maar als geheel op portefeuilleniveau (dus over alle projecten heen). Reden hiervoor is dat marktomstandigheden in principe alle projecten treffen, waarbij de Raad de keuze heeft om individuele projecten te prioriteren of te temporiseren. Sturing hierop dient op portefeuilleniveau plaats te vinden, waarbij de samenhang tussen projecten een belangrijk uitgangspunt is. De berekening van de conjuncturele risico’s baseert zich daarbij op twee hypothesen: - Achterblijvende opbrengstenstijging: De waardeontwikkeling van bouwgrond valt in de praktijk lager uit dan is aangenomen in grondexploitaties. - Planvertraging: Er is aangenomen dat de afzet in de projecten beperkter zal zijn dan in de fasering van de grondexploitatie is aangenomen. Als gevolg van dit planoptimisme stagneert of vertraagt de uitvoering van projecten twee jaar. Voorstel aanpassing dekking risico’s Tot heden is ervan uitgegaan dat de risico’s van de grondexploitaties worden gedekt uit het weerstandvermogen van de gehele gemeente. Onderdeel van het weerstandvermogen van de gemeente maakt uit de bij grondzaken aanwezige bedrijfsreserve en de verwachte positieve resultaten van het grondbedrijf voor de komende 4 jaar. In de praktijk werkt het echter als volgt: 1 bij negatieve plannen: als een risico zich voordoet en daardoor het resultaat van het plan slechter wordt, dient de voorziening voor de dekking van het plantekort te worden verhoogd. Bij het ontbreken van een bedrijfsreserve wordt in die gevallen een beroep gedaan op de algemene reserve. 2 Bij positieve plannen: als een risico zich voordoet, wordt de verwachting van het toekomstige planresultaat naar beneden bijgesteld. Er behoeft geen geld naar het plan te vloeien, aangezien het resultaat van het plan pas wordt genomen als het plan kan worden afgesloten. Feitelijk dekt 19 MPG 2014 deel II een positief plan haar eigen risico’s totdat het verwachte planresultaat onder de nullijn zakt. De reservering van middelen in het gemeentelijke weerstandvermogen voor mogelijke tegenvallers op positieve plannen is daarmee feitelijk niet nodig. Daarom is de systematiek van risicodekking via het gemeentelijke weerstandvermogen op dit punt aangepast: Voor plannen met een positief eindsaldo wordt bepaald of de risico’s binnen dat saldo kunnen worden opgevangen. Zo ja, dan dragen deze risico’s niet bij aan de behoefteraming voor het weerstandvermogen. Alle risico’s die niet binnen een positief planresultaat kunnen worden opgevangen, worden meegewogen bij de bepaling van de behoefte aan weerstandvermogen. 5.2 Samenvatting risico’s grondexploitaties Conform risicoanalyse 2014 is er sprake van € 32,7 mln. nadelige risico’s en € 2,8 mln. positieve risico’s (lees: kansen). Deze getallen zijn als richtinggevend te beschouwen en dienen vooral om individuele risico’s te monitoren en te managen. Hiermee is nog geen uitspraak gedaan over de benodigde risicodekking, het weerstandsvermogen. In de tabel hieronder is een samenvatting gegeven van de in dit hoofdstuk genoemde risicobedragen. Samenvatting risico's € 1.000 Negatief Projecten bedrijventerreinen, programma 3 - EZ Projectgebonden risico's Conjuncturele risico's Gewogen effect Positief saldo grex dekking w eerstandvermoge n 6.007 1.540 408 0 5.599 1.540 338 234 5.262 1.306 Projecten woningbouw, programma 10 - ROW Projectgebonden risico's Conjuncturele risico's 19.481 5.685 1.380 1.006 18.101 4.679 6.347 1.120 11.754 3.559 Totaal 32.713 2.794 29.919 8.039 21.881 In het MPG 2013 werden de totale risico’s gewaardeerd op € 39,4 mln. Daarmee zijn de risico’s met € 6,7 mln. (€ 39,4 - € 32,7 mln.) afgenomen ten opzichte van het MPG 2013 Voor de duiding van de verschillen en de achterliggende oorzaken wordt verwezen naar de Risicoanalyse Grondexploitaties 2014. 5.3 Risico’s programma 3 - EZ Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risico’s binnen het programma bedrijventerreinen zoals deze in 2013 zijn geïnventariseerd en doorgerekend. De gewogen risicobandbreedte van de genoemde projecten komt op peildatum 1 januari 2014 uit op € 6,0 mln. negatief en € 0,4 mln. positief. Van de risico’s (minus kansen) kan € 0,6 mln. worden opgevangen binnen de positieve plansaldi. Het restant ad € 5,0 mln. is meegenomen bij de bepaling van de gemeentelijke weerstandcapaciteit. Projectrisico's grondexploitaties in programma 3 - EZ Planfase G25000 Kievitsmeent-west G50700 Uitbreiding BT Harskamp Totaal planfase in € x 1.000 Gewogen projectrisico's Negatief Positief 400 0 262 0 0 662 dekking grex AD 400 0 400 0 262 262 Realisatiefase G12300 Bedrijventerrein de Vallei G13200 Bedrijventerrein A12 G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom Totaal realisatiefase 8 5.300 38 5.345 13 300 95 408 -58 -62 5.000 Totaal 6.007 408 338 5.262 5.4 -5 5.000 Risico’s programma 10 - ROW Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risico’s binnen het programma 10 - ROW. De gewogen risicobandbreedte van de genoemde projecten komt op peildatum 1 januari 2014 uit op 20 € 19,5 mln. negatief en € 1,4 mln. positief. Van de risico’s (minus kansen) kan € 6,3 mln. worden opgevangen binnen de positieve plansaldi. Het restant ad € 11,8 mln. is meegenomen bij de bepaling van de gemeentelijke weerstandcapaciteit.. Projectrisico's grondexploitaties in programma 10 - ROW Planfase G13010 Valley Center G20220 Kernhem vlek C/E G25500 Ericahorst G40320 De Hul (verspreide gronden) G50800 Smachtenburgerweg Harskamp G61000 Veldjesgraaf II Totaal planfase in € x 1.000 Gewogen projectrisico's Negatief Positief 136 120 566 450 17 0 75 0 294 165 4 300 1.092 1.035 Realisatiefase G11810 VP AZO-terrein (moskee) G12900 Veluwse Poort kazerne algemeen G15100 Peppelensteeg sport G20200 Kernhem A/B G22900 Reehorsterweg Noord G24000 Bosp. Ontw Paasberg en Aralterr. G24200 Het Nieuwe Landgoed G24400 Herstructurering Veldhuizen A G24830 VP Kop van de Parkweg G32400 B'kom Wilhelminaschool G42000 Westzoom, Lunteren 't Hoefje G50900 Harskamp Kraatsweg G70700 Wekerom-oost G70800 Wekerom-west G92000 HBB-locaties Totaal realisatiefase 42 9.067 25 6.201 450 0 1.013 133 450 21 137 10 255 542 45 18.390 Totaal 19.481 5.5 0 0 60 0 0 0 0 145 0 0 20 7 14 100 0 345 1.380 dekking grex AD 16 116 17 75 129 -296 -18 75 42 9.067 -35 6.201 450 1.013 -12 450 21 117 4 242 442 45 6.366 11.679 6.347 11.754 Conjuncturele risico’s Naast de projectgebonden risico’s kennen we ook nog meer algemene risico’s, de conjuncturele risico’s. De berekening hiervan is gebaseerd op de mogelijkheid dat de plannen vertragen en de opbrengsten achterblijven bij het algemeen aangehouden niveau. Ook voor de conjuncturele risico’s geldt dat (per project) eerst wordt gekeken of deze kunnen worden opgevangen binnen de positieve plansaldi. Voor zover dat niet het geval is zullen zij worden verzekerd binnen de gemeentelijke weerstandcapaciteit. Conjuncturele risico's *€ 1.000 Risico bandbreedte Negatief Positief plan T en laste van weerstandverm. Afwijkende opbrengststijg ing Bedrijventerreinen Sociale woningbouw Commerciële woningbouw Overige functies Totaal afwijkende opbrengststijging 998 241 4.110 299 5.648 0 94 826 86 1.006 211 60 831 69 1.171 787 87 2.454 144 3.472 Stagneren markt verkopen bouwgrond Bedrijventerreinen Woningbouwlocaties Totaal stagneren markt verk open bouwgrond Totaal 542 1.035 1.577 7.225 0 0 0 1.006 23 160 183 1.354 519 874 1.394 4.865 De conjuncturele risico’s zijn begroot op € 7,2 mln. waar voor € 1,0 mln. mogelijke meevallers 21 MPG 2014 deel II tegenover staan. Binnen de positieve plannen kunnen de risico’s worden gedekt voor een bedrag groot € 1,3 mln. Het resterende deel ad € 4,9 mln. is betrokken bij de bepaling van de gemeentelijke weerstandcapaciteit. 5.6 Dekking risico’s Binnen de gemeentebegroting dient voldoende ruimte te bestaan om aan de risico’s, verbonden aan het voeren van grondexploitaties, op verantwoorde wijze het hoofd te kunnen bieden. Deze ruimte wordt aangeduid als weerstandsvermogen. Zoals in par. 5.1 wordt aangegeven worden de risico’s die worden gelopen binnen de positieve plannen binnen het betreffende plan afgewikkeld (voor zover het berekende positieve saldo voldoende hoog is). Daarvan kan van de € 29,9 mln. aan risico’s € 8,0 mln. worden gedekt. Voor de overige risico’s ad € 21,9 mln. Moet dekking worden gevonden binnen de hiervoor gemeentelijk gereserveerde middelen. Om het benodigde weerstandsvermogen te berekenen, zijn de risico’s (die niet kunnen worden opgevangen door positieve planresultaten) ad € 21,9 mln. ingevoerd in NARIS. Daarmee ontstaat er een integraal beeld van alle risico’s die de gemeente loopt. De confrontatie van de risico’s met de aanwezige weerstandcapaciteit is dan mogelijk. De berekening in NARIS leidt tot de conclusie dat met een zekerheidspercentage van 90% voor het dekken van risico’s op grondexploitaties een bedrag van € 17,0 mln. nodig is. Een nadere onderbouwing daarvan is opgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen van de Jaarrekening 2013. Het gevolg van dekken van de risico’s uit de positieve toekomstige grondbedrijfsresultaten heeft tot gevolg dat de toekomstige resultaten niet kunnen dienen ter dekking van de gemeentelijke risico’s (voordat ze werkelijk zijn gerealiseerd). Wel is het mogelijk de bedrijfsreserve ad € 6,69 mln. te betrekken bij de dekking van de risico’s. Daarnaast zijn er binnen de verspreide gronden nog gronden die een lagere boekwaarde kennen dan de huidige marktwaarde. Van de gronden gaat beoordeeld worden of het in bezit hebben hiervan strategische gemeentelijke doelen dient. De verwachting is dat de komende jaren een deel van de gronden kan worden afgestoten. De meerwaarde van de gronden kan worden aangemerkt als latente dekking voor gemeentelijke risico’s. De hoogte van de overwaarde bedraagt ca. € 1,9 mln. Bij daadwerkelijke verkopen zal moeten blijken of deze verkoopwaarde kan worden gerealiseerd. Voor een nadere toelichting over de dekkingsgraad wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen van de Jaarrekening 2013. Daar wordt het totale gemeentelijke weerstandsvermogen afgezet tegen het gehele risicoprofiel van de gemeente. 22 6. Reserves en voorzieningen grondbedrijf 6.1 Resultaat grondbedrijf 2013 Het ‘resultaat van het grondbedrijf 2013’ is het totaalbedrag (bepaling van het resultaat), gebaseerd op alle ontwikkelingen die betrekking hebben op het boekjaar 2013. Insteek is om het resultaat bij de resultaatbestemming (Jaarrekening 2013) in eerste instantie te verrekenen met de Bedrijfsreserve Grondzaken. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moet een negatief resultaat ten laste van andere middelen, dan wel reserves afgewikkeld worden. Het resultaat is opgebouwd uit twee elementen: • Het resultaat bedrijfsvoering 2013; alle bedragen die rechtstreeks ten laste van resultaat van het boekjaar 2013 moeten worden gebracht, te denken valt hierbij aan resultaten op verspreide gronden, resultaten op afgesloten plannen en vaste afdrachten aan de Algemene Dienst. Niet inbegrepen zijn directe projectkosten. Deze worden namelijk niet jaarlijks afgerekend, maar (rentedragend) bijgeschreven op de boekwaarde. Dit heet ‘activeren van bedragen’. Verrekening geschiedt dan bij beëindiging van het project. • Mutatie in de voorziening negatieve plannen; deze voorziening dient ter afdekking van nadelige projectresultaten bij afsluiting van projecten, zoals die voor de komende jaren zijn berekend. Tenminste elk jaar worden deze berekeningen geactualiseerd. Daaruit kan blijken dat de voorziening negatieve plannen moet worden opgehoogd of kan worden verlaagd. Voor 2013 is dat een verlaging. Het resultaat grondbedrijf 2013 bedraagt € 6,5 mln. voordelig, bestaande uit: • Het resultaat bedrijfsvoering van € 0,3 mln. voordelig • De vrijval uit de voorziening negatieve plannen van € 6,2 mln. In de volgende paragrafen worden deze bedragen verder toegelicht. 6.1.1 Resultaat bedrijfsvoering 2013 Specificatie resultaat Grondbedrijf 2013 Grondexploitaties - Sonocoterrein - Afronding afgesloten plannen (791003) Aanpassen voorziening negatieve plannen Verspreide Gronden Erfpachtsgronde n Verkoop woning Hakselseweg 108 Bruto resultaat grondexploitaties Rechtstreeks ten laste van resultaat 201 3: Afsluiting Facilitaire plannen - Bethanië - Parkeerterrein Stadspoort - Spinderweg - Ontwikkeling schol enlocatie Lunteren Grondbedrijf Algemene Kosten Ten laste van resultaat Netto resultaat grondbedrijf 2013 Voordeel € 527 € 6.361 € € Nadeel € 154 € € 215 33 154 7.042 € 402 € € € 134 49 107 € € € 290 € x 1.000 Saldo € 6.640 (V) 70 172 242 € 48 (V) € 6.688 (V) Het resultaat van de bedrijfsvoering in 2013 bedraagt in totaal € 6,7 mln. voordelig. In de tabel hiervoor is aangegeven hoe dit bedrag is opgebouwd. Resultaat grondexploitaties: • Van de in ontwikkeling zijnde plannen kan door de verkoop van de betrokken gronden het plan Sonoco terrein worden afgesloten met een positief saldo. • Afronding van de “afgesloten plannen” heeft meer gekost dan in ramingen was aangenomen. • Met name door de aanpassing van de rente van 5% naar 3% loopt het tekort op de verliesgevende plannen terug. Naar aanleiding hiervan kan de omvang van de Voorziening 23 MPG 2014 deel II • • • Negatieve Plannen worden verlaagd met € 6,4 mln. Op de exploitatie van de verspreide gronden en de erfpachtgronden, voor zover deze binnen het Grondbedrijf worden geëxploiteerd, wordt een exploitatieverlies geleden. Hier staat tegenover dat in 2013 een pand uit de voorraad is verkocht, waarbij een boekwinst is gerealiseerd. Facilitaire Plannen: De gemeente is ook betrokken bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen door particulieren. Hierbij kunnen bijdragen worden gevraagd in de kosten die de gemeente moet maken, of kan sprake zijn van de levering van gemeentegrond. Een viertal ontwikkelingen zijn (nagenoeg) afgerond. Op deze ontwikkelingen is een voordeel geboekt van € 0,2 mln. Een deel van de kosten die worden gemaakt voor de bedrijfsvoering van het grondbedrijf kunnen niet aan de afzonderlijke projecten worden toegerekend. Het betreft dan met name kosten voor product- en beleidsontwikkeling. Deze kosten worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. De Raad wordt gevraagd: 6 Het positieve resultaat van het grondbedrijf ad € 6.688.000 toe te voegen aan de bedrijfsreserve grondbedrijf 6.1.2 Voorziening Negatieve Plannen De voorziening negatieve plannen dient ter dekking van nadelige exploitatieresultaten. Deze voorziening is rentedragend. Dat betekent dat alle nadelige exploitatieresultaten (op contante waarde) van projecten in de plan- en realisatiefase hun volledige dekking in deze voorziening moeten vinden. Projecten in de initiatieffase zijn in een pril stadium van planontwikkeling. Uitkomsten van haalbaarheidsberekeningen kunnen voor deze projecten slechts als indicatief worden beschouwd. Er is in de planuitwerking nog veel ruimte voor bijsturing. Hier kan nog geen onderbouwde voorziening voor worden gevormd. Alle nadelige projecten in de plan- en realisatiefase hebben een totaal exploitatiesaldo (contante waarde per 1-1-2014) van € 42.8 miljoen. Per 1-1-2014 dient de voorziening deze middelen te bevatten. Dat betekent dat uit de Voorziening Negatieve Plannen een bedrag van € 6,2 miljoen kan vrijvallen. In de tabel hieronder is weergegeven hoe dit bedrag is opgebouwd. in € x 1.000 Mutaties voorziening negatieve plannen Stand 01-01-2013 Beginstand voorziening 1-1-2013 Bij te boeken rente 2013 Af te sluiten plannen in 2013 Stand 31.12.201 3 47.653 1.430 0 Mutaties Mutaties plannen EZ Mutaties plannen ROW Totaal mutaties Stand 31-12-2013 49.083 -5.649 -712 -6.361 0 42.722 De stand per 1-1-2013 was € 47,7 mln. Daaraan is over 2013 3% rente toegevoegd. In 2013 zijn geen negatieve plannen afgesloten. In paragraaf 4.1 en 4.2 is weergegeven dat de voorziening ten behoeve van nadelige plannen in de programma’s EZ en ROW met respectievelijk € 5,7 mln. en € 0,7 mln. kan worden verlaagd. Na deze mutaties (bij elkaar € 6,4 mln.) bedraagt de stand van de voorziening per 1-1-2014 € 42,7 mln. 6.2 Ontwikkeling Bedrijfsreserve Grondzaken Bij de jaarrekening over 2011 is besloten de toen aanwezige bedrijfreserve in te zetten voor de (gedeeltelijke) aanvulling van de Voorziening Negatieve plannen. Sindsdien hebben geen stortingen in de reserve plaatsgevonden. Dat betekent dat de bedrijfsreserve grondzaken op dit moment op nul staat. 24 In paragraaf 6.1 is aangegeven dat het resultaat grondbedrijf 2013 (bestaande uit het bedrijfsresultaat en de mutatie voorziening negatieve plannen) in totaal € 6,6 mln. voordelig bedraagt. In beginsel wordt dit saldo verrekend met de bedrijfsreserve Grondzaken. In onderstaande tabel is aangegeven wat, met de wetenschap van nu, in de komende jaren het resultaat van de grondbedrijfsactiviteiten is. Deze bedragen kunnen (indien positief) conform bestaand beleid aan de bedrijfsreserve worden toegevoegd. Ontwikkeling bedrijfsreserve Stand 1 jan. Rente boekj aar Afsluiting plannen per 31.12 verspreide en e rfpachtgronden vaste afdrachten 2014 6.688 201 391 -320 -553 2015 2016 2017 2018 2 019 2020 6.407 192 -170 -553 5.877 176 5.531 -170 -553 10.862 326 -170 -553 10.465 314 -170 -553 10.057 302 -170 -553 9.636 289 2.983 -170 -553 Stand 31 dec. 6.407 5.877 Toekomstige ontwikkeling bedrijfsreserve (zonder onttrekkingen) 10.862 10.465 10.057 9.636 12.185 De komende twee jaar worden nog negatieve bedrijfsresultaten verwacht. Pas in 2016 zullen door de mogelijke afsluiting van enkele projecten positieve bedrijfsresultaten kunnen worden geboekt. Naast de resultaten uit de afsluiting van plannen met een positief resultaat zullen de komende jaren ook negatieve plannen kunnen worden afgesloten. Bij de afsluiting worden die resultaten verrekend met de Voorziening Negatieve Plannen waardoor die voorziening langzaam afneemt. 25 MPG 2014 deel II 7. Voorstellen De Raad wordt gevraagd: 1 Akkoord te gaan met de afsluiting in 2013 van de grondexploitatie Sonoco-terrein en de facilitaire plannen Bethanië, Stadspoort, Spinderweg en de scholenlocatie Lunteren. Het resultaat van deze ontwikkelingen bedraagt € 747.007 en maakt onderdeel uit van het resultaat van het Grondbedrijf 2013 2 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 4,0 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te gaan van te realiseren opbrengsten van € 10,1 mln. in 2014 voor het programma 3 - EZ. 3 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015 voor het programma 3 - EZ, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt. 4 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 21,6 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te gaan van te realiseren opbrengsten van € 32,1 mln. in 2014 voor het programma 10 - ROW. 5 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015 voor het programma 10 - ROW, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt. 6 Het positieve resultaat van het grondbedrijf ad € 6.688.000 toe te voegen aan de bedrijfsreserve grondbedrijf 26 Bijlage I: Productieaantallen per plan in de tijd Planning bedrijventerrein (programma 3 - EZ) Planfase G25000 Kievitsmeent-west G50700 Uitbreiding BT Harskamp Realisatiefas e G12300 Bedrijventerrein d e Vallei G13200 Bedrijventerrein A1 2 G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom Totaal bedrijventerreinen aantallen in ha. Totaal Gerealiseerd Te realiseren 2,0 0,0 2,0 2,9 0,0 2,9 2014 2,0 0,0 2015 0,0 0,0 2016 0,0 0,0 2017 0,0 0,0 2018 0,0 0,0 20 19 0,0 0,7 2020 202 1 e.v. 0,0 0 ,0 0,8 1 ,4 19 ,7 84 ,0 4,7 14,4 44,3 0,0 5,3 39,7 4,7 0,5 1,9 0,5 0,5 1,9 0,5 1,0 3,5 0,8 1,0 3,5 0,8 1,0 4,4 0,8 1,0 4,4 0,8 0,3 4,4 0,5 0 ,0 15 ,6 0 ,0 113,4 58,7 54,6 4,9 2,9 5,3 5,3 6,2 7,0 6,0 17 ,0 Planning woningbouw (programma 10 ROW) Initiatiefase G11811 VP AZO-terrein (woningen) G12700 VP Stationsplein G24810 VP Noordplein G32700 Kochlaan Bennekom G41700 Bibliotheek Lunteren G80700 Otterlo Dries/Weversteeg, Onderlangs Planfase G13010 Valley Center G20220 Kernhem vlek C/E G25500 Ericahorst G40320 De Hul Westzoom G50800 Smachtenbu rgerweg Harskamp G61000 Veldjesgraaf II Realisatiefas e G12900 VP Kazerne G20200 Kernhem Vlek A/B G22900 Reehorsterweg Noord G24000 Bospoort - Paasberg/Aral G24200 Het Nieuwe Landgoed G24400 Herstructurering Veldhuizen A G24830 VP Kop van de Parkweg G32400 B'kom Wilhelminaschool G42000 Westzoom, 't Hoefje G50900 Harskamp Kraatsweg G70700 Wekerom-oost G70800 Wekerom-west G92030 HBB Berkhofweg Total woningbouw Totaal Gerealiseerd Te realiseren 28 350 21 6 53 - 28 350 21 6 53 2014 - 2015 6 - 2016 9 6 - 2017 6 - 2018 - 20 19 18 2020 22 28 350 13 50 12 11 50 116 6 26 - 50 12 11 50 90 6 2 3 50 2 11 19 3 2 10 - 2 10 - 2 10 - 2 48 11 - 2 11 - 21 - 1.850 1.929 160 112 343 248 77 4 55 3 55 108 17 286 41 140 112 30 17 16 1.850 1.643 160 71 203 136 77 4 55 3 25 91 1 157 70 3 68 34 18 4 50 1 15 17 1 79 50 39 71 46 34 24 3 2 2 5 - 190 50 30 30 34 2 2 21 - 175 50 26 30 34 35 2 24 - 175 50 29 2 24 - 225 50 2 - 225 50 25 - 624 1.273 37 - 5.664 668 4.996 443 446 386 394 292 356 335 2.346 Planning overige functies G13010 G25500 G50800 G11810 G12900 G15100 G24000 G24200 G24830 G70700 G70800 aantallen in m2 Valley Center Ericahorst Smachtenbu rgerweg Harskamp VP AZO-terrein (moskee) VP Kazerne Peppelensteeg sport Bospoort - Paasberg/Aral Het Nieuwe Landgoed VP Kop van de Parkweg Wekerom-oost Wekerom-west Totaal overige functies 202 1 e.v. Totaal Gerealiseerd Te realiseren 6.622 0 6.622 3.679 0 3.679 1.349 1.348 1 8.135 0 8.135 57.107 7.093 50.014 2.916 0 2.916 151 0 151 8.212 0 8.212 3.344 0 3.344 3.169 3.169 0 5.956 0 5.956 100.640 11.610 89.030 2014 4.135 0 0 8.135 10.451 972 151 6.300 797 0 2.660 33.601 2015 2.487 3.679 0 0 1.082 972 0 1.911 1.134 0 2.296 13.561 2016 0 0 0 0 34.498 973 0 0 0 0 1.000 36.471 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 1.413 0 0 1.413 2018 20 19 2020 202 1 e.v. 0 0 0 0 3.983 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.984 0 0 0 * Alle aantallen zijn weergegeven per datum uitgifte. Dat is bij benadering gelijk aan de datum start bouw. 27 Bijlage II: Gedetailleerd financieel inzicht in de projecten Projectresultaten w oningbouw (programma 10 - ROW) Planfase G13010 Valley Center G20220 Kernhem vlek C/E G22900 Reehorsterweg Noord G25500 Ericahorst G40320 De Hul (verspreide gro nden) G50800 Smachtenburgerweg Harskamp G61000 Veldjesgraaf II Totaal planfase Uitgaven Boekwaarde 31-12-2013 265.635 6.201.299 8.957.186 22.860 1.249.522 2.024.981 18.721.483 Opbrengsten Sa ldo CW 2014 428.000 2.397.000 -1.522.000 307.000 -67.000 149.000 431.000 2.123.000 Totaal 3.644.000 11.993.000 14.305.000 679.000 2.970.000 7.402.000 220.000 41.213.000 Gerealiseerd 2.224.000 7.564.000 8.929.000 16.000 1.249.000 2.837.000 22.819.000 % Meerjarenbudget 61% 1.420.000 63% 4.429.000 62% 5.376.000 2% 663.000 42% 1.721.000 38% 4.565.000 0% 220.000 55% 18.394.000 Totaal 4.112.000 15.029.000 12.260.000 1.015.000 2.888.000 7.602.000 691.000 43.597.000 Gerea liseerd 1.959.000 1.364.000 -28.000 -5.000 813.000 4.103.000 % Me erjarenbudget 48% 2.153.000 9% 13.665.000 0% 12.288.000 0% 1.020.000 0% 2.888.000 11% 6.789.000 0% 691.000 9% 39.494.000 % Meerjarenbudget 18% 714.000 42% 109.164.000 92% 87.000 63% 40.993.000 94% 304.000 74% 6.469.000 86% 1.828.000 67% 3.643.000 98% 42.000 68% 873.000 93% 47.000 70% 2.528.000 59% 3.536.000 170.228.000 55% Totaal 805.000 166.684.000 536.000 145.019.000 4.331.000 15.140.000 9.528.000 4.589.000 1.552.000 4.145.000 1.226.000 6.108.000 7.311.000 366.974.000 Gerea liseerd -7.000 4.436.000 402.000 57.485.000 3.130.000 9.701.000 7.283.000 785.000 1.138.000 27.000 518.000 2.586.000 852.000 88.336.000 % Me erjarenbudget -1% 812.000 3% 162.248.000 75% 134.000 40% 87.534.000 72% 1.201.000 64% 5.439.000 76% 2.245.000 17% 3.804.000 73% 414.000 1% 4.118.000 42% 708.000 42% 3.522.000 12% 6.459.000 278.638.000 24% 55% 188.622.000 410.571.000 92.439.000 Realisatiefase G11810 VP AZO-terrein (moskee) G12900 Veluwse Poort kazerne algemeen G15100 Peppelensteeg sport G20200 Kernhem A/B G24000 Bosp. Ontw Paasberg en Aral terr. G24200 Het Nieuwe Landgoed G24400 Herstructurering Veldhuizen A G24830 Veluwse Poort Kop van de Parkweg G32400 B'kom Wil helminaschool G42000 Westzoom, Lunteren 't Hoefje G50900 Harskamp Kraatsweg G70700 Wekerom-oost G70800 Wekerom-west G92000 HBB-locaties Totaal realisatiefase 163.464 73.164.219 645.962 11.922.393 1.782.643 8.624.991 4.385.573 6.521.391 819.259 1.850.968 124.375 3.254.246 4.295.710 117.555.194 Sa ldo CW 2014 -60.000 -14.506.000 -548.000 23.573.000 -811.000 -8.328.000 -3.526.000 -5.651.000 -435.000 1.276.000 492.000 -1.838.000 -806.000 -11.168.000 Totaal 871.000 186.764.000 1.135.000 110.401.000 5.217.000 24.795.000 13.497.000 10.949.000 2.000.000 2.751.000 688.000 8.368.000 8.683.000 376.119.000 Gerealiseerd 157.000 77.600.000 1.048.000 69.408.000 4.913.000 18.326.000 11.669.000 7.306.000 1.958.000 1.878.000 641.000 5.840.000 5.147.000 205.891.000 Totaal 136.276.677 -9.045.000 417.332.000 228.710.000 102.858 2.609.732 2.712.590 Sa ldo CW 2014 2.127.000 -166.000 1.961.000 Totaal 1.014.000 5.626.000 6.640.000 Gerealiseerd 93.000 2.566.000 2.659.000 % Meerjarenbudget 9% 921.000 46% 3.060.000 40% 3.981.000 Totaal 3.338.000 5.410.000 8.748.000 Gerea liseerd -9.000 -4 3.000 -52.000 % Me erjarenbudget 0% 3.347.000 -1% 5.453.000 -1% 8.800.000 Realisatiefase G12300 Bedrijventerrein d e Vallei G13200 Bedrijventerrein A1 2 G71000 Bedrijventerrein De L aar Wekerom Totaal realisatiefase -1.068.086 65.588.905 4.054.857 68.575.676 Sa ldo CW 2014 9.242.000 -4.458.000 2.425.000 7.209.000 Totaal 20.162.000 161.882.000 5.420.000 187.464.000 Gerealiseerd 20.986.000 121.739.000 4.032.000 146.757.000 % Meerjarenbudget 104% -824.000 75% 40.143.000 74% 1.388.000 78% 40.707.000 Totaal 31.870.000 154.938.000 8.403.000 195.211.000 Gerea liseerd 22.053.000 56.147.000 -22.000 78.178.000 % Me erjarenbudget 69% 9.817.000 36% 98.791.000 0% 8.425.000 40% 117.033.000 Totaal 71.288.266 9.170.000 194.104.000 149.416.000 203.959.000 78.126.000 23% 318.132.000 Projectresultaten bedrijventerrein (programma 3 - EZ) Planfase G25000 Kievitsmeent-west G50700 Uitbreiding BT Harskamp Totaal planfase 77% 44.688.000 62% 125.833.000 Bijlage III: Vergelijking parameters met andere gemeenten Kostenstijging, vergelijking alle deelnemende gemeenten 30,0% f e ti 25,0% a l u m20,0% u c , g in 15,0% jg ti s 10,0% n te s o 5,0% K 0,0% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Jaartallen Almere Apeldoorn Barneveld Breda Cuijk Den Haag Dordrecht Ede Eindhoven Haarlemmermeer Hardenberg s Hertogenbosch Hoorn Kampen Katwijk Lingewaard Neder Betuwe Nijkerk Nijmegen Ommen Oss Overbetuwe Rotterdam Scherpenzeel Wageningen Wierden Zevenaar Voor de ontwikkeling van de kostenstijging voor de komende jaren is er een diffuus beeld bij de gemeenten over de verwachte ontwikkeling. De meeste gemeenten gaan er vanuit dat vanaf 2014 de kosten al met 1 tot 2% gaan stijgen voor de volgende jaren rekenen de gemeenten op een jaarlijkse stijging van 2% of iets hoger. Opbrengstenstijging, vergelijking alle deelenemende gemeenten 16,0% f 14,0% ie t a l 12,0% u m u 10,0% c , g 8,0% in g ijt 6,0% s n 4,0% e t s g 2,0% n e r 0,0% b p O -2,0% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 -4,0% Jaartallen 2020 2021 2022 2023 Almere Apeldoorn Barneveld Breda Cuijk Den Haag Dordrecht Ede Eindhoven Haarlemmermeer Hardenberg s Hertogenbosch Hoorn Kampen Katwijk Lingewaard Neder Betuwe Nijkerk Nijmegen Ommen Oss Overbetuwe Rotterdam Scherpenzeel Wierden Wageningen Zevenaar Voor de ontwikkeling van de opbrengsten is er een groep gemeenten die (veiligheidshalve) niet rekent met een stijging van de opbrengsten. De gemeenten die daar wel vanuit gaan stijgen met percentages tussen de nul en 1,5% per jaar.
© Copyright 2024 ExpyDoc