Programmarekening deel 2

MPG 2014
Meerjarenperspectief Grondexploitaties
Deel II: De Portefeuille
9 april 2014 versie 3.1
Afdeling Grondzaken
1
MPG 2014 deel II
2
Inhoud
1.
Inleiding....................................................................................................................... 5
2.
Uitgangspunten ............................................................................................................. 7
2.1
Indeling van de portefeuille .........................................................................................7
2.2
Uitgangspunten voor de grondexploitaties .......................................................................9
3.
Productieprogramma .................................................................................................... 10
3.1
Programma 3 - EZ ................................................................................................. 10
3.2
Programma 10 - ROW............................................................................................. 11
4.
Financiële resultaten .................................................................................................... 14
4.1
Programma 3 – EZ................................................................................................. 15
4.2
Programma 10 – ROW ............................................................................................ 16
5.
Risico’s ..................................................................................................................... 19
5.1
Algemeen............................................................................................................ 19
5.2
Samenvatting risico’s grondexploitaties ........................................................................ 20
5.3
Risico’s programma 3 - EZ ....................................................................................... 20
5.4
Risico’s programma 10 - ROW................................................................................... 20
5.5
Conjuncturele risico’s .............................................................................................. 21
5.6
Dekking risico’s ..................................................................................................... 22
6.
Reserves en voorzieningen grondbedrijf ........................................................................... 23
6.1
Resultaat grondbedrijf 2013 ...................................................................................... 23
6.1.1
Resultaat bedrijfsvoering 2013 ....................................................................... 23
6.1.2
Voorziening Negatieve Plannen..................................................................... 24
6.2
Ontwikkeling Bedrijfsreserve Grondzaken ..................................................................... 24
7.
Voorstellen ................................................................................................................. 26
Bijlage I:
Productieaantallen per plan in de tijd ...................................................................... 27
Bijlage II:
Gedetailleerd financieel inzicht in de projecten ......................................................... 28
Bijlage III:
Vergelijking parameters met andere gemeenten ....................................................... 29
3
MPG 2014 deel II
4
1. Inleiding
Het uitvoeren van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten gaat altijd gepaard met enige mate van
onzekerheid en risico. Kosten gaan immers vaak voor de baten uit en de markt laat zich, mede onder
invloed van de economische situatie, lastiger voorspellen. Dat vraagt meer dan ooit om effectieve
sturing en beheersing, zowel door de (project)organisatie als door het gemeentebestuur. Actueel en
betrouwbaar inzicht in de projecten, de financiële consequenties en de risico’s is daarvoor een
onmisbare basis.
Een belangrijk moment van inzicht vormt de financiële verantwoording van het grondbedrijf.
Voor u ligt: het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) 2014.
Op basis van de bestuurlijke opdrachten, een financiële analyse en een inschatting van de risico’s,
geeft dit MPG een doorkijk vanuit het verleden naar de toekomst van de bij het grondbedrijf in beheer
zijnde complexen.
Het MPG is een zelfstandig leesbare rapportage, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de situatie van
projecten, de portefeuille en financiële positie van het grondbedrijf.
In de jaarstukken is de toelichting op dit onderdeel daarom bondig gehouden. Waar nodig wordt
verwezen naar het MPG.
Dit MPG bestaat uit twee delen:
•
In deel I (De projecten) vindt u de beschrijving van de individuele projecten en activiteiten, hun
financiële consequenties en de belangrijkste risico’s. Daarvoor zijn alle grondexploitaties per 1-12014 geactualiseerd naar de meest recente inzichten en ontwikkelingen. Individuele
beschrijvingen dus, die de basis vormen voor een beeld van de portefeuille in deel II.
•
U leest thans in deel II (De portefeuille). Dit deel bevat een samenvatting van de resultaten en
risico’s, zoals in deel I beschreven. Deze resultaten worden vertaald in de financiële positie van
het grondbedrijf, gebaseerd op de werkelijkheid zoals die nu in de projecten wordt ervaren.
Naast dit MPG is er ook een uitgebreide risicoanalyse op alle projecten en activiteiten binnen het
grondbedrijf uitgevoerd. In deze risicoanalyse zijn de exit risico’s, de planeconomische risico’s en de
conjuncturele risico’s beschreven en financieel vertaald. Doel van deze analyse is primair om een
basis voor risicobeheersing te vinden. Binnen de projecten worden beheersmaatregelen benoemd. De
sturing op de risico’s maakt onderdeel uit van de sturing op het project en wordt intern bewaakt op
voortgang en effect .
De risico’s zijn financieel vertaald en zijn opgenomen in het gemeentebrede systeem voor
risicomanagement NARIS.
De risicoanalyse is uitgebreid beschreven in een aparte rapportage. Gezien de gevoelige informatie
wordt deze als gebruikelijk voor u vertrouwelijk ter inzage gelegd. In het MPG zijn de belangrijkste
risico’s per project genoemd (Deel I) en wordt inzage gegeven in het totaal aan risico’s (Deel II).
5
MPG 2014 deel II
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden enkele uitgangspunten toegelicht waarop dit MPG 2014 is gebaseerd. Daarbij
gaat het over de wijziging in de indeling van de portefeuille en een verdere verfijning van
risicoanalyse.
Hoofdstuk 3 geeft een samenvatting weer van het productieprogramma, zoals dat nu in gemeentelijke
plannen projectmatig ter hand wordt genomen. Dit is feitelijk een optelling van de uitgifteplanningen,
zoals die per project in MPG deel I zijn opgenomen.
In hoofdstuk 4 worden de projectresultaten weergegeven en wordt de vergelijking gemaakt met de
resultaten zoals in het MPG 2013 gepresenteerd.
Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de risicoanalyse die recent is uitgevoerd.
Hoofdstuk 6 vertaalt de resultaten van de individuele projecten naar de financiële positie van het
grondbedrijf en de bijbehorende reserves en voorzieningen. Bovendien is de relatie aangegeven met
het gemeentelijke weerstandsvermogen.
In hoofdstuk 7 worden de voorstellen aan de Raad samengevat.
Bijlage I bevat een totaaltelling (in de tijd) van de productiegegevens, zoals die aan de berekening van
de grondexploitaties ten grondslag liggen
Bijlage II geeft een uitgebreid financieel overzicht per plan, waarin ook de nog te maken kosten en
opbrengsten zijn opgenomen.
Bijlage III geeft een overzicht van door verschillende gemeenten gehanteerde parameters voor stijging
kosten en opbrengsten.
6
2. Uitgangspunten
2.1
Indeling van de portefeuille
Binnen de portefeuille wordt onderscheid gemaakt tussen projecten in programma 3 (EZ) en
programma 10 (ROW). Dit verschil is belangrijk om aansluiting te vinden met de programmabegroting
en de jaarrekening.
Alle projecten en activiteiten die opgenomen zijn in het grondbedrijf, zijn onderverdeeld naar
projectfasen. Onderverdeling in de projectfasering geeft inzicht in de verschillende ijkmomenten. Voor
de sturing zijn vier ijkmomenten van belang:
1. Overgang naar de planfase.
Het moment dat een (potentieel) project daadwerkelijk projectmatig in ontwikkeling wordt
genomen, met het doel om dit ook te realiseren. In deze fase wordt ook de financiële haalbaarheid
nader onderzocht en uitgewerkt naar een gedetailleerde exploitatieberekening.
2. Overgang van definitie naar ontwerpfase.
Een belangrijke stap in de levenscyclus van een project is de definitiefase, als onderdeel van de
planfase. Voor prioritaire projecten zal de Raad worden gevraagd om expliciet kaders vast te
stellen, waarbinnen verdere uitwerking en uitvoering dient plaats te vinden. Deze kaders zijn
zowel financieel, functioneel als ruimtelijk.
3. Overgang naar de realisatiefase.
Het moment dat wordt besloten om een project, conform gedetailleerd plan en financieel inzicht,
daadwerkelijk uit te gaan voeren.
4. Overgang naar de beheerfase.
Het moment dat een project financieel wordt afgerond en geëvalueerd.
Bovenstaande indeling vindt u herkenbaar in de presentatie van de plangegevens terug.
Hiermee wordt aansluiting gemaakt met de planfasering. Dat is noodzakelijk omdat de ‘hardheid’ van
berekeningen per fase toeneemt. Daarnaast is de stuurruimte in elke fase anders: hoe verder in de
fasen, hoe meer uitgangspunten worden vastgelegd en hoe minder inhoudelijk te sturen is.
Ten opzichte van het MPG 2013 zijn er verschuivingen en veranderingen in de portefeuille:
• In 2013 zijn door de raad de bestemmingsplannen voor de Kazerneterreinen en voor de
Reehorsterweg vastgesteld. Deze plannen gaan van de plan- naar de realisatiefase.
• De invulling van een deel van Kievitsmeent West is zover gevorderd dat gebruik gemaakt gaat
worden van de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan om de vestiging van een
mestverwerkingsbedrijf mogelijk te maken. Het plan gaat hierdoor van de initiatief naar de
planfase.
• De gronden binnen het plan Sonocoterrein zijn verkocht en geleverd aan het CHE ten behoeve
van de uitbreiding van het onderwijs. Het plan gaat daarmee van de realisatie naar de beheerfase.
• Voor de gemeentelijke eigendommen in Lunteren van de bibliotheek en in Bennekom de
gronden van Het streek aan de Robert Kochlaan vervallen de huidige functies. Voor deze
locaties wordt voorgesteld plannen te gaan ontwikkelen. Beide locaties worden nu opgevoerd in
de categorie “initiatiefplannen”
Voor een inhoudelijke toelichting op de plannen wordt verwezen naar MPG deel I.
7
MPG 2014 deel II
Plannen in initiatieffase
Onderstaande plannen bevinden zich nog in een zeer pril planstadium/ zachte planvoorraad
(initiatieffase). Aan de eventueel verwachte resultaten kan nog onvoldoende waarde worden gehecht
om deze mee te nemen bij de bepaling van de financiële positie. Voor een korte toelichting op deze
plannen wordt u verwezen naar MPG deel I (zie de betreffende paragraafnummers zoals in deze tabel
aangegeven).
Projecten in initiatieffase
G11811
G12700
G23900
G24810
G32700
G41700
G80700
VP AZO terrein (Woningen)
VP Stationsplein
Bettekamp
VP Noordpl ein
Benne kom - Kochlaan
Lun teren - Bibliotheek
Otterlo Drie s Weversteeg
Totaal
Boekwaarde
-5.508
1.056.641
102.396
1.417.086
50.632
312.281
171.888
mogelijk
resultaat
(v)
(n)
(n)
(n)
(n)
(n)
(n)
249.000
33.000
6.000
-1.501.000
874.000
-207.000
0
(v)
(v)
(v)
(n)
(v)
(n)
(n)
3.105.416 (n)
-546.000
(n)
Afgesloten plannen
Eind 2013 is de grond voor de uitbreiding van het CHE, het Sonoco-terrein, geleverd. Daarmee kan
dit plan worden afgesloten.
Daarnaast zijn er nog een aantal particuliere planinitiatieven waarbij in beperkte mate de levering van
gemeentelijke grond een rol speelt, dan wel waar door de gemeente werken worden uitgevoerd. Vier
van deze facilitaire plannen kunnen tevens worden afgesloten.
Voor nog na-ijlende kosten op de exploitaties wordt een reservering opgenomen. De hieronder
aangegeven resultaten betreffen de boekwaarde per 31.12.2013 van de plannen na aftrek van de
reservering nog te maken kosten.
Per saldo levert de afsluiting van plannen in 2013 een positief resultaat op van (afgerond) € 747.000
boekwaarde
Sonocote rrein
Bethanië
Parkeerterre in Stadspoort
Spinderweg
Ontwikkeli ng scholenlo catie Lunteren
Totaal afsluiten plannen
reservering
kosten
resultaat
554.702
163.576
69.517
107.462
-69.749
28.000
30.000
20.500
-
526.702
133.576
49.017
107.462
-69.749
825.507
78.500
(v)
(v)
(v)
(v)
(n)
747.007 (v)
Als gevolg van de ontwikkeling van de scholenlocatie Lunteren wordt (2016) nog een bijdrage
verwacht in de door de gemeente gemaakte kosten, waardoor het resultaat uiteindelijk nagenoeg
neutraal is. De nog te ontvangen bijdrage zal in het jaar van verkrijging onderdeel uitmaken van het
resultaat grondbedrijf.
De Raad wordt gevraagd:
1 Akkoord te gaan met de afsluiting in 2013 van de grondexploitatie Sonoco-terrein en de facilitaire
plannen Bethanië, Stadspoort, Spinderweg en de scholenlocatie Lunteren. Het resultaat van deze
ontwikkelingen bedraagt € 747.007 (v) en maakt onderdeel uit van het resultaat van het
Grondbedrijf 2013
8
2.2
Uitgangspunten voor de grondexploitaties
Voor de actualisatie van de grondexploitaties worden uitgangspunten gehanteerd voor de parameters
kosten- en opbrengstenstijging en de rente. Vanaf 2014 worden de volgende parameters gehanteerd:
Parameters
201 4
2015 2016 e.v.
Opbrengststijg ing
kostenstijging
rekenrente
0,0%
0,0%
3,0%
0,0%
2,0%
3,0%
1.5%
2,0%
3,0%
Opbrengststijging:
Genoemde opbrengstijging betreft de indexering voor woningbouw en de ontwikkeling van
commerciële functies. Het lijkt erop dat het marktherstel, waarvan in het derde kwartaal van 2013 de
eerste verschijnselen zichtbaar werden, vastere vormen aan gaat nemen. De verkopen zijn ook in het
vierde kwartaal toegenomen en de prijs van onroerend goed lijkt zich verder te stabiliseren. Voor de
grondexploitaties gaan we ervan uit dat de markt de komende tijd voorzichtig blijft en gevoelig voor
economische schommelingen. Vanaf 2016 wordt er weer op gerekend dat de grondprijzen de
prijsindexatie zullen volgen.
Ter vergelijking wordt hieronder de ontwikkeling als nu begroot vergeleken met de verwachting uit het
MPG 2013:
7,0%
6,0%
5,0%
4,0%
MPG 2013
3,0%
MPG 2014
2,0%
1,0%
0,0%
2014
2015
2016
2017
2018
Vergelijking ontwikkeling opbrengststijging MPG 2014 met MPG 2013
In bijlage III wordt de opbrengststijging van Ede vergeleken met de bij andere gemeenten gehanteerde index
(informatie jan. 2014).
Kostenstijging:
Voor de ontwikkeling van de plankosten en de kosten van de uitvoering van werken is ervan
uitgegaan dat het eerste jaar de kosten niet zullen stijgen in verband met de marktwerking. Voor de
langere termijn wordt verwacht dat deze kosten de inflatie weer zullen gaan volgen.
Rentetoerekening:
Conform raadsbesluit is de rekenrente voor grondexploitaties per 1/1/2013 verlaagd van 5% naar 3%.
9
MPG 2014 deel II
3. Productieprogramma
In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de productie van bouwrijpe grond ten behoeve van
bedrijventerrein en woningbouwlocaties. Voor meer detailinformatie wordt verwezen naar bijlage I.
Daarin vindt u de totaaltellingen per jaar. Deze zijn gebaseerd op de uitgifteplanningen van de
individuele projecten, zoals opgenomen in MPG deel I.
3.1
Programma 3 - EZ
De gemeente Ede heeft vier bedrijventerreinen in ontwikkeling met een totale oppervlakte van 113
hectare. Daarvan is 59 hectare al gerealiseerd. In de komende jaren is nog 55 hectare bouwgrond
beschikbaar, waarvan het overgrote deel op BT A12.
De economische situatie geeft aanleiding om de uitgifteplanningen in de projecten bij te stellen. Ten
opzichte van de uitgangspunten bij het MPG 2013 wordt nu rekening gehouden met een lager tempo
van uitgifte van de gronden tot en met 2017. In navolgende grafiek worden de verschillen
aangegeven.
planning verkopen bedrijfsterrein
80.000
70.000
60.000
50.000
MPG 2014
40.000
MPG 2013
30.000
20.000
10.000
0
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Uitgifte bedrijfsterreinen m2 per jaar, vergelijking met MPG 2013
Voor de onderscheiden bedrijfsterreinen bedraagt de geplande opnamecapaciteit van de markt:
Planning bedrijventerrein (programma 3 - EZ)
Planfase
G25000 Kievitsmeent-west
G50700 Uitbreiding BT Harskamp
Realisatiefase
G12300 Bedrijventerrein de Vallei
G13200 Bedrijventerrein A12
G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom
Totaal bedrijventerreinen
aantallen in ha.
Te realis eren
2,0
2,9
2014
2,0
0,0
2015
0,0
0,0
2016
0,0
0,0
2017
0,0
0,0
2018
0,0
0,0
2019
0,0
0,7
2020
0,0
0,8
2021 e.v.
0,0
1,4
5,3
39,7
4,7
0,5
1,9
0,5
0,5
1,9
0,5
1,0
3,5
0,8
1,0
3,5
0,8
1,0
4,4
0,8
1,0
4,4
0,8
0,3
4,4
0,5
0,0
15,6
0,0
54,6
4,9
2,9
5,3
5,3
6,2
7,0
6,0
17,0
De komende vier jaar ligt de geplande grondverkoop bedrijfsterreinen 3,9 ha lager dan gepland in het MPG 2013.
Door bureau Stec is een quick scan uitgevoerd naar de verwachte opname capaciteit van de markt. Daarin is
aangegeven dat de door de gemeente gehanteerde uitgangspunten aan de voorzichtige kant zijn.
10
3.2
Programma 10 - ROW
Binnen het programma 10 zijn met name de woningbouwplannen opgenomen. In de zijlijn van deze
projecten wordt ook grond uitgegeven voor commerciële en maatschappelijke functies. Hieronder een
korte toelichting per functie.
Woningbouw
De tabel hieronder bevat de totale aantallen woningen per project (incl. de reeds gerealiseerde
woningen). Het betreft enkel de projecten in de plan- en realisatiefase.
Woningbouwprogramma
G13010
G20220
G25500
G40320
G50800
G61000
G12900
G20200
G22900
G24000
G24200
G24400
G24830
G32400
G42000
G50900
G70700
G70800
G92030
Valley Center
Kernhem vlek C/E
Ericahorst
De Hul Westzoom
Smachtenburgerweg Harskamp
Veldjesgraaf II
VP Kazerne
Kernhem Vlek A/B
Reehorsterweg Noord
Bospoort - Paasberg/Aral
Het Nieuwe Landgoed
Herstructurering Veldh uizen A
VP Kop van de Parkweg
B'kom Wil helminaschool
Westzoom, 't Hoefje
Harskamp Kraatsweg
Wekerom-oost
Wekerom-west
HBB Berkhofweg
totaal gemeentelijke locaties
MPG 2014
MPG 2013
verschil
50
12
11
50
116
6
1.850
1.929
160
112
343
248
77
4
55
3
55
108
1
50
12
19
48
125
6
1839
1931
160
111
346
246
77
4
51
3
56
108
1
0
0
-8
2
-9
0
11
-2
0
1
-3
2
0
0
4
0
-1
0
0
5.190
5.193
-3
Hieruit blijkt dat er nauwelijks afwijkingen zijn ten opzichte van het programma MPG 2013.
Naast de hierboven aangegeven harde planvoorraad is er nog woningbouwpotentie in de
zogenaamde initiatiefplannen. Afhankelijk van de nog te maken keuzes over bebouwingsvorm en
doelgroep kunnen hier nog ca. 450 woningen worden gerealiseerd.
Fasering woningbouw:
Voor de fasering van de woningbouw wordt ervan uitgegaan dat we op de gemeentelijke locaties 70%
van het totaal te realiseren woningen zullen ontwikkelen. Dit is in overeenstemming met de
verhouding van de gronden in eigendom bij de gemeente en de gronden in eigendom bij derden.
Voor de ontwikkelingsmogelijkheden, met name de opname capaciteit van de markt wordt uitgegaan
van een gemiddelde opname capaciteit van 500 woningen per jaar. Dit is overeenkomstig de
besluitvorming door uw Raad over de woonvisie in 2012.
Dit leidt tot een gemiddelde jaarproductie op de gemeentelijke gronden van ca. 350 per jaar.
11
MPG 2014 deel II
planning start bouw gemeentelijke locaties
600
500
400
MPG 2014
300
MPG 2013
200
100
0
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Vergelijking aantallen woningen per jaar met MPG 2013
In de grafiek hierboven is de verdeling van het aantal woningen per jaar vergeleken met de
uitgangspunten uit het MPG 2013.
Er blijkt in de uitgangspunten nog sprake van een boeggolf voor de komende drie jaar ten opzichte
van de ambitie van 350 woningen per jaar (gemeentelijke locaties). Ondanks het achterblijven van de
productie in 2013 (160 woningen minder dan gepland) neemt de boeggolf niet toe maar af. Hiervoor
zijn alle projecten kritisch tegen het licht gehouden en zijn planningen bijgesteld op de
ontwikkelingsmogelijkheden, rekening houdend met een (te) groot aanbod ten opzichte van de vraag.
Bij de beoordeling van de realiteit van de planning dient in acht te worden genomen dat:
- In de planning 132 woningen zorgappartementen zijn opgenomen (Bospoort, Valley Center en
Ericahorst) welke beperkt concurreren met de bouw van andere woningen
- Voor Veldhuizen A en Het Nieuwe Landgoed 212 woningen in de planning zijn opgenomen
waarvoor de gronden reeds zijn verkocht en geleverd (dus geen opbrengstrisico meer voor de
gemeente)
- vanaf dit jaar de verkoop van woonkavels op de Kazerneterreinen op gang komt, waarvan een
aantrekkende werking wordt verwacht.
Verdeling categorieën:
De gemeentelijke ambitie betreft het realiseren van (ten minste) 30% van de nieuwbouw in de
goedkope sfeer. Daarbij is goedkoop gedefinieerd als woningen met een huur onder de huurtoeslag
grens dan wel koopwoningen met een vrij op naam prijs onder de € 170.000.
De verdeling van de woningbouw in de categorieën goedkoop, middelduur (tot € 250.000) en duur in
de grondexploitaties is als volgt:
totaal alle plannen
duur
28%
middelduur
38%
12
goedkoop
34%
In het geheel genomen is de verdeling van de woningen over de categorieën goedkoop, middelduur
en duur gelijk.
Wel wordt er verwacht dat de eerste drie jaar van de te ontwikkelen woningen 42% in de categorie
goedkoop zal worden gerealiseerd. Dit houdt in dat de jaren vanaf 2016 relatief meer woningen in de
categorieën middelduur en duur zijn gepland.
verdeling woningen in categoriën
100%
productie 2014 - 2016
90%
80%
duur
26%
70%
goedkoop
42%
60%
duur
50%
middelduur
40%
goedkoop
30%
20%
10%
middelduur
32%
0%
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verdeling goedkoop, middelduur en duur per jaar.
Voor een onderbouwing van de fasering van de woningen naar de projecten wordt verwezen naar
bijlage I.
Maatschappelijke en commerciële functies
Naast de productie van bouwrijpe grond voor bedrijventerreinen, realiseert de gemeente in haar
projecten ook meters voor andere commerciële en maatschappelijke functies.
Het grootste deel van deze meters wordt gerealiseerd in het project Kazerneterrein. Daar staan nog
23 gebouwen op het terrein te koop voor commerciële en niet-commerciële functies.
In Valley Center is ruimte voor bedrijvigheid onder een appartementengebouw en een kavel voor een
hotel. Het Nieuwe Landgoed biedt ruimte voor een winkelcentrum, medisch centrum en buurthuis
plannummer
plannaam
G13010
G25500
G50800
G11810
G12900
G15100
G24000
G24200
G24830
G70700
G70800
Valley Center
Ericaho rst
Smachtenburgerweg Harskamp
VP AZO-terrein (moske e)
VP Kazerne
Peppelensteeg sport
Bospoo rt - Paasberg/Aral
Het Nieuwe Landgoed
VP Kop van de Parkweg
Wekerom-oost
Wekerom-west
Gerealiseerd
0
0
1.348
0
7.093
0
0
0
0
3.169
0
11.610
2014
2015
2016
2017
4.135
0
0
8.135
10.451
972
151
6.300
797
0
2.660
33.601
2.487
3.679
0
0
1.082
972
0
1.911
1.134
0
2.296
13.561
0
0
0
0
34.498
973
0
0
0
0
1.000
36.471
0
0
0
0
0
0
0
0
1.413
0
0
1.413
2018 Totaal
0
0
0
0
3.983
0
0
1
0
0
0
3.984
6.622
3.679
1.349
8.135
57.107
2.916
151
8.212
3.344
3.169
5.956
100.640
13
MPG 2014 deel II
4. Financiële resultaten
Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van de projectresultaten, zoals die ook uitgebreider in MPG
deel I zijn beschreven. Per programma worden deze resultaten kort toegelicht. Voor een
onderbouwing op projectniveau wordt verwezen naar MPG deel I.
In de onderstaande schema’s zijn de geactualiseerde resultaten (per 1-1-2014) vergeleken met de
resultaten zoals die vorig jaar in het MPG 2013 zijn gepresenteerd. Om de resultaten vergelijkbaar te
maken zijn de saldi van het MPG 2013 naar peildatum 1-1-2014 gebracht door de verhoging van het
resultaat contante waarde per 1-1-2013 met 1 jaar rente.
Voor een meer gedetailleerd financieel inzicht in de projecten is een overzichtstabel opgenomen als
bijlage II.
Verstrekking budgetten:
In eerdere jaren hebben wij de raad gevraagd voor de ontwikkeling van de plannen gelden
beschikbaar te stellen. Hierbij werden de bedragen die nodig waren voor de uitvoering van de plannen
gedurende de gehele looptijd aangevraagd. Dit strookt niet meer met de meer gedetailleerde manier
waarop wij op de uitvoering van de plannen willen sturen. Daarom wordt vanaf dit MPG gevraagd om
voor de uitvoering van de lopende jaarschijf gelden beschikbaar te stellen. Tevens verzoeken wij u
ermee akkoord te gaan dat ook beschikt kan worden over de benodigde middelen voor de volgende
jaarschijf (2015) als de voortgang van de plannen binnen de uitgangspunten hierom vraagt.
Bij de verantwoording bij de volgende jaarrekening (MPG 2015) zullen wij verantwoorden hoe de
bestedingen ten opzichte van de geboden financiële ruimte zijn verlopen.
In de volgende paragrafen zullen wij de behoefte aan beschikbaar te stellen middelen aangeven.
Resultaten op hoofdlijnen:
In het MPG 2013 betrof de toekomstige resultaatsverwachting van de bouwgrondproductie € 17,9 mln.
negatief. De ontwikkelingen in 2013 geven aanleiding te verwachten dat het tekort met € 18,1 mln. af
zal nemen. Daarmee wordt dit tekort teruggebracht tot € 0,1 mln. in het huidige MPG
Resultaatverbetering MPG 2014 t.o.v. MPG 2013
Totaal resultaat plannen MPG 2013
Ontwikkelingen in de loop van 2013:
Renteverlaging van 5% naar 3%
Verhoging interne tarieven met 30%
Autonome ontwikkelingen in plannen
-€ 17,9 nadelig
€ 21,4
-€ 6,5
€ 3,2
€ 18,1 voordelig
Totaal resultaat plannen MPG 2014
€ 0,1 voordelig
De verbetering van de resultaten kent drie oorzaken:
de renteverlaging van 5% naar 3% geeft een resultaatsverbetering op de plannen van € 21,4 mln.
de toerekening van de overhead van het gemeentelijke apparaat naar de plannen is in 2013
aangepast, waardoor de uurtarieven met ongeveer 30% zijn verhoogd. Deze aanpassing van de
tarieven levert een afname van het resultaat op van € 6,5 mln.
binnen de plannen is sprake van autonome ontwikkelingen. Deze zeer diverse aanpassingen
leiden tot een verbeterde resultaatsverwachting van € 3,2 mln.
De voordelige ontwikkelingen van € 18,1 mln. treden gedeeltelijk op binnen de plannen met positieve
resultaten (€ 11,7 mln.) en vinden gedeeltelijk hun voordeel binnen de plannen met verwachte
negatieve resultaten (€ 6,4 mln.). Dit laatste bedrag kan in mindering worden gebracht op de
Voorziening Negatieve Plannen, en lijdt daarmee tot een voordelig resultaat in 2013 (zie par. 6.1).
In de volgende paragrafen (4.1 en 4.2) wordt aangegeven wat de wijzigingen zijn in de
resultaatsverwachtingen per plan. In het MPG deel 1 wordt aangegeven hoe de ontwikkelingen op
planniveau in 2013 zijn geweest en wordt in hoofdlijnen aangegeven welke wijzigingen er zijn
opgetreden ten opzichte van de uitgangspunten in het MPG 2013.
14
4.1
Programma 3 – EZ
Ontwikkeling resultaten:
Projectresultaten bedrijventerrein (programma 3 - EZ)
Planfase
G25000 Kievitsmeent-west
G50700 Uitbreiding BT Harskamp
Totaal planfase
in € x 1.000
Saldo CW 2014 Saldo CW 2013+3%
2.127
0
-166
-666
1.961
-666
Realisatiefase
G12300 Bedrijventerrein de Vall ei
G13200 Bedrijventerrein A12
G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom
Totaal realisatiefase
9.242
-4.458
2.425
7.209
Totaal bedrijventerreinen
9.458
-9.606
1.777
1.629
9.170
963
Verschil
2.127
500
2.627
-216
5.148
648
5.580
8.207
De verwachte planresultaten zijn met de actualisatie ongeveer met € 8,2 miljoen verbeterd.
Voor een deel wordt dit veroorzaakt door de toevoeging van een plan (voorheen initiatiefplan)
Kievitsmeent-west, waar gemeente voornemens is een deel van het plangebied te verkopen voor de
vestiging van een mestvergistingbedrijf. Het plansaldo voor de overige plannen bedrijfsterreinen
verbetert met name door de aanpassing van de interne rekenrente van 5% naar 3%.
Beschikbaar stellen budgetten:
Voor de ontwikkeling van de plannen moeten kosten worden gemaakt en opbrengsten worden
gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van de plannen binnen programma 3 zijn in 2014 en 2015 de
volgende kosten en opbrengsten begroot:
bedragen * € 1.000
Projectnaam
Kievitsmeent-west
Uitbr. bedrijventerrein Harskamp
Bedrijventerrein de Val lei
Bedrijventerrein A12
Bedrijventerrein De Laar Wekerom
Totaal Werken
Uitgaven
Opbre ngsten
2014
2015
2014
503
10
230
2.791
424
355
10
118
1.892
180
1.800
2015
884
6.510
867
884
7.016
867
3.958
2.555
10.061
8.767
Voor 2014 wordt verwacht dat voor € 4,0 mln. aan kosten moet worden gemaakt en dat voor € 10,1
mln. aan opbrengsten wordt gegenereerd.
De Raad wordt gevraagd:
2 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 4,0 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te
gaan van te realiseren opbrengsten van € 10,1 mln. in 2014 voor het programma 3 - EZ.
3 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015, zoals weergegeven in
bovenstaande tabel, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht
wordt.
Voorziening Negatieve Plannen:
De gemeente heeft de verplichting om geld te reserveren voor dekking van nadelige exploitatiesaldi.
Daarvoor bestaat de Voorziening Negatieve Plannen. Deze voorziening is rentedragend en moet
jaarlijks worden aangepast aan de situatie zoals berekend in de geactualiseerde grondexploitaties.
Op grond van deze geactualiseerde berekeningen is de Voorziening Negatieve Plannen voor de
onderstaande projecten aangepast. Daarmee is een bedrag groot € 5,6 mln. uit de voorziening
vrijgevallen. Dit is verwerkt ten gunste van het resultaat van boekjaar 2013. Zie onderstaande tabel.
Mutaties voorziening negatieve plannen (programma 3 EZ)
G 50700
G 13200
Uitbreiding BT Harskamp
BT A12
T otaal VNP programma 3
in € x 1.000
Noodzakelij k
Gereserveerd
Toevoegi ng
-166
-4.458
-666
-9.606
-500
-5.148
-4.624
-10.272
-5.648
15
MPG 2014 deel II
4.2
Programma 10 – ROW
Ontwikkeling resultaten:
in € x 1.000
Projectresultaten w oningbouw (programma 10 - ROW)
Planfase
G13010 Valley Center
G20220 Kernhem vlek C/E
G25500 Ericahorst
G40320 De Hul (verspreide gronden)
G50800 Smachtenburgerweg Harskamp
G61000 Veldjesgraaf II
Totaal Planfase
Saldo CW 2014 Saldo CW 2013+3%
Verschil
428
2.397
307
-67
149
431
3.645
400
781
376
-450
2
237
1.346
28
1.616
-69
383
147
194
2.299
-60
-14.506
-548
23.573
-1.522
-811
-8.328
-3.526
-5.651
-435
1.276
492
-1.838
-806
0
-12.690
-1.223
-15.046
-460
17.925
-1.128
-820
-7.977
-4.018
-5.437
-605
971
443
-2.147
-722
0
-20.244
1.163
540
-88
5.648
-394
9
-351
492
-214
170
305
49
309
-84
0
7.554
-9.045
-18.898
9.853
Realisatiefase
G11810 VP AZO-terrein (moskee)
G12900 Veluwse Poort kazerne algemeen
G15100 Peppelensteeg sport
G20200 Kernhem A/B
G22900 Reehorsterweg Noord
G24010 Bosp. Ontw Paasberg en Aralterr.
G24200 Het Nieuwe Landgoed
G24400 Herstructurering Veldhuizen A
G24830 Veluwse Poort Kop van de Parkweg
G32400 B'kom Wilhelminaschool
G42000 Westzoom, Lunteren 't Ho efje
G50900 Harskamp Kraatsweg
G70700 Wekerom-oost
G70800 Wekerom-west
G42000 Westzoom Lunteren
Totaal Realisatiefase
Totaal plan en realisatie fase
De verwachte planresultaten zijn met de recente actualisatie met € 9,9 miljoen verbeterd. Voor een
groot deel is de verbetering het gevolg van de aanpassing van de interne rekenrente van 5% naar 3%
Voor de verklaring van de verschillen wordt u verwezen naar de specificaties van de plannen in MPG
2014 deel I.
Beschikbaar stellen budgetten:
Voor de ontwikkeling van de plannen moeten kosten worden gemaakt en opbrengsten worden
gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van de plannen binnen programma 10 zijn in 2014 en 2015 de
volgende kosten en opbrengsten begroot:
16
bedragen * € 1.000
Projectnaam
Uitgaven
2014
2015
VP AZO-terrein (woningen)
VP Stationsplein
Bettekamp
VP Noordplein
Kochlaan Benne kom
Bibliotheek Lunteren
Valley Center
Kernhem vlek C/E
Ericahorst
De Hul Westzoom
Smachtenburgerweg Harskamp
Veldjesgraaf II
VP AZO-terrein (moskee)
VP Kazerne
Peppelenstee g sport
Kernhem Vlek A/B
Reehorsterweg Noord
Bospoort - Paasberg/Aral
Het Nieuwe Landgoed
Herstructurering Vel dhuizen A
VP Kop van de Parkweg
B'kom Wilhelminaschool
Westzoom, 't Hoefje
Harskamp Kraatsweg
Wekerom-oost
Wekerom-west
HBB Berkhofweg
HBB Ma asdamstraat
54
22
3
11
103
4
312
389
77
4
761
166
507
10.748
10
3.208
686
42
1.888
563
371
22
466
44
556
469
3
72
2
24
3
11
187
75
1.079
465
59
-50
451
32
184
7.085
10
2.296
414
-45
1.084
238
504
Totaal w onen
21.561
15.503
85
11
570
729
Opbrengsten
20 14
2 015
1 50
676
400
1.1 53
1.000
2.207
1.027
-7
28
-36
3 47
8 11
16.2 90
23
3.3 51
5 44
1 37
1.2 03
1.4 95
1.1 52
4 14
3.1 84
2 95
3 57
1.0 78
1 40
32.1 09
993
345
8.895
23
2.386
1.932
1.064
1.378
650
1.392
500
413
691
889
26.861
Voor 2014 wordt verwacht dat voor € 21,6 mln. aan kosten wordt gemaakt en dat voor € 32,1 mln. aan
opbrengsten wordt gegenereerd.
De Raad wordt gevraagd:
4 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 21,6 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit
te gaan van te realiseren opbrengsten van € 32,1 mln. in 2014 voor het programma 10 - ROW.
5 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015, zoals weergegeven in
bovenstaande tabel, indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht
wordt.
Voorziening Negatieve Plannen:
De gemeente heeft de verplichting om geld te reserveren voor dekking van nadelige exploitatiesaldi.
Daarvoor bestaat de Voorziening Negatieve Plannen. Deze voorziening is rentedragend en moet
jaarlijks worden aangepast aan de situatie zoals berekend in de geactualiseerde grondexploitaties.
Op grond van deze geactualiseerde berekeningen is de Voorziening Negatieve Plannen voor de
onderstaande projecten aangepast. Daarmee is uit de voorziening een bedrag groot € 0,6 mln.
vrijgevallen. Dit is verwerkt ten gunste van het resultaat van boekjaar 2013. Zie onderstaande tabel.
17
MPG 2014 deel II
in € x 1.000
Mutaties voorziening negatieve plannen (programma 10 - ROW)
G40320
G11810
G12900
G15100
G22900
G24000
G24200
G24400
G24830
G32400
G70700
G70800
De Hul Westzoom
VP AZO-terrein (moskee)
Veluwse Poort kazerne algemeen
Peppelensteeg sport
Reehorsterweg Noord
Bospoort
Het Nieuwe Landgoed
Herstructurering Veldhuizen A
Veluwse Poort Kop van de Parkweg
B'kom Wi lhelminaschool
Wekerom-oost
Wekerom-west
Totaal VNP programma 10
18
Noodzakelijk Gereserveerd
-67
-450
-60
0
-14.506
-15.046
-548
-460
-1.522
-1.128
-811
-820
-8.328
-7.977
-3.526
-4.018
-5.651
-5.437
-435
-605
-1.838
-2.147
-806
-722
-38.098
-38.810
Toevoeging
-383
60
-540
88
394
-9
351
-492
214
-170
-309
84
-712
5. Risico’s
5.1
Algemeen
Met het actualiseren van de grondexploitaties is ook een nieuwe risicoanalyse opgesteld.
Uitgangspunt hierbij is vooral om een basis te bieden voor het beheersen van risico’s. Een secundair
doel is om een onderbouwing te leveren voor de berekening van het benodigde weerstandsvermogen.
Inhoudelijk is het risicoprofiel van de grondexploitaties in 2013 op diverse plaatsen gewijzigd. Risico’s
die zich daadwerkelijk hebben voorgedaan of waarvan kan worden aangenomen dat ze onvermijdelijk
zijn geworden, zijn inmiddels als verlies genomen in de grondexploitaties. Andere risico’s zijn
vervallen of veranderd en op sommige punten doen zich ook nieuwe risico’s voor. Deze dynamiek
hoort bij het exploiteren van gronden en hangt direct samen met de voortgang van de projecten. Alle
risico’s worden binnen de projecten regelmatig gemonitord en waar mogelijk beïnvloed.
Alle risico’s zijn ingebracht in het gemeentelijke systeem NARIS. In het kader van de jaarrekening
2013 wordt integraal over de gemeentelijke risico’s (waar grondexploitatierisico’s deel van uit maken)
gerapporteerd.
In dit hoofdstuk wordt inzage gegeven in de resultaten van de kwantificering van de risico’s op
hoofdlijnen. Voor inzicht in de gedetailleerde risico’s wordt verwezen naar de Risicoanalyse
Grondexploitaties 2014, een separate vertrouwelijk ter beschikking gestelde rapportage.
In de risicoanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen projectgebonden risico’s en conjuncturele
risico’s.
Projectgebonden risico
Hier gaat het om risico’s en kansen die in ieder individueel project op incidentniveau kunnen worden
aangewezen en onderbouwd. Voor alle geïnventariseerde risico’s wordt beoordeeld wat het financiële
effect is dat optreedt indien het risico zich voor doet. Voor elk van deze financiële effecten wordt
ingeschat wat de kans is dat het zich voordoet (het risicoprofiel). Het financiële effect maal het
risicoprofiel levert een ‘gewogen’ risico op.
Conjunctureel risico
Dit betreft de effecten die de economie op de plannen heeft. Voorbeelden zijn vertragingen in afzet
door een teruglopende vraag of het dalen van de uitgifteprijzen. De conjuncturele risico’s worden niet
per project beschreven, maar als geheel op portefeuilleniveau (dus over alle projecten heen). Reden
hiervoor is dat marktomstandigheden in principe alle projecten treffen, waarbij de Raad de keuze heeft
om individuele projecten te prioriteren of te temporiseren. Sturing hierop dient op portefeuilleniveau
plaats te vinden, waarbij de samenhang tussen projecten een belangrijk uitgangspunt is. De
berekening van de conjuncturele risico’s baseert zich daarbij op twee hypothesen:
- Achterblijvende opbrengstenstijging: De waardeontwikkeling van bouwgrond valt in de praktijk
lager uit dan is aangenomen in grondexploitaties.
- Planvertraging: Er is aangenomen dat de afzet in de projecten beperkter zal zijn dan in de fasering
van de grondexploitatie is aangenomen. Als gevolg van dit planoptimisme stagneert of vertraagt
de uitvoering van projecten twee jaar.
Voorstel aanpassing dekking risico’s
Tot heden is ervan uitgegaan dat de risico’s van de grondexploitaties worden gedekt uit het
weerstandvermogen van de gehele gemeente. Onderdeel van het weerstandvermogen van de
gemeente maakt uit de bij grondzaken aanwezige bedrijfsreserve en de verwachte positieve resultaten
van het grondbedrijf voor de komende 4 jaar.
In de praktijk werkt het echter als volgt:
1 bij negatieve plannen: als een risico zich voordoet en daardoor het resultaat van het plan
slechter wordt, dient de voorziening voor de dekking van het plantekort te worden verhoogd. Bij
het ontbreken van een bedrijfsreserve wordt in die gevallen een beroep gedaan op de algemene
reserve.
2 Bij positieve plannen: als een risico zich voordoet, wordt de verwachting van het toekomstige
planresultaat naar beneden bijgesteld. Er behoeft geen geld naar het plan te vloeien, aangezien
het resultaat van het plan pas wordt genomen als het plan kan worden afgesloten. Feitelijk dekt
19
MPG 2014 deel II
een positief plan haar eigen risico’s totdat het verwachte planresultaat onder de nullijn zakt.
De reservering van middelen in het gemeentelijke weerstandvermogen voor mogelijke tegenvallers op
positieve plannen is daarmee feitelijk niet nodig. Daarom is de systematiek van risicodekking via het
gemeentelijke weerstandvermogen op dit punt aangepast:
Voor plannen met een positief eindsaldo wordt bepaald of de risico’s binnen dat saldo kunnen
worden opgevangen. Zo ja, dan dragen deze risico’s niet bij aan de behoefteraming voor het
weerstandvermogen.
Alle risico’s die niet binnen een positief planresultaat kunnen worden opgevangen, worden
meegewogen bij de bepaling van de behoefte aan weerstandvermogen.
5.2
Samenvatting risico’s grondexploitaties
Conform risicoanalyse 2014 is er sprake van € 32,7 mln. nadelige risico’s en € 2,8 mln. positieve
risico’s (lees: kansen). Deze getallen zijn als richtinggevend te beschouwen en dienen vooral om
individuele risico’s te monitoren en te managen. Hiermee is nog geen uitspraak gedaan over de
benodigde risicodekking, het weerstandsvermogen.
In de tabel hieronder is een samenvatting gegeven van de in dit hoofdstuk genoemde risicobedragen.
Samenvatting risico's
€ 1.000
Negatief
Projecten bedrijventerreinen, programma 3 - EZ
Projectgebonden risico's
Conjuncturele risico's
Gewogen effect
Positief
saldo
grex
dekking
w eerstandvermoge n
6.007
1.540
408
0
5.599
1.540
338
234
5.262
1.306
Projecten woningbouw, programma 10 - ROW
Projectgebonden risico's
Conjuncturele risico's
19.481
5.685
1.380
1.006
18.101
4.679
6.347
1.120
11.754
3.559
Totaal
32.713
2.794
29.919
8.039
21.881
In het MPG 2013 werden de totale risico’s gewaardeerd op € 39,4 mln. Daarmee zijn de risico’s met €
6,7 mln. (€ 39,4 - € 32,7 mln.) afgenomen ten opzichte van het MPG 2013
Voor de duiding van de verschillen en de achterliggende oorzaken wordt verwezen naar de
Risicoanalyse Grondexploitaties 2014.
5.3
Risico’s programma 3 - EZ
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risico’s binnen het programma bedrijventerreinen
zoals deze in 2013 zijn geïnventariseerd en doorgerekend.
De gewogen risicobandbreedte van de genoemde projecten komt op peildatum 1 januari 2014 uit op
€ 6,0 mln. negatief en € 0,4 mln. positief. Van de risico’s (minus kansen) kan € 0,6 mln. worden
opgevangen binnen de positieve plansaldi. Het restant ad € 5,0 mln. is meegenomen bij de bepaling
van de gemeentelijke weerstandcapaciteit.
Projectrisico's grondexploitaties in programma 3 - EZ
Planfase
G25000 Kievitsmeent-west
G50700 Uitbreiding BT Harskamp
Totaal planfase
in € x 1.000
Gewogen projectrisico's
Negatief
Positief
400
0
262
0
0
662
dekking
grex
AD
400
0
400
0
262
262
Realisatiefase
G12300 Bedrijventerrein de Vallei
G13200 Bedrijventerrein A12
G71000 Bedrijventerrein De Laar Wekerom
Totaal realisatiefase
8
5.300
38
5.345
13
300
95
408
-58
-62
5.000
Totaal
6.007
408
338
5.262
5.4
-5
5.000
Risico’s programma 10 - ROW
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risico’s binnen het programma 10 - ROW.
De gewogen risicobandbreedte van de genoemde projecten komt op peildatum 1 januari 2014 uit op
20
€ 19,5 mln. negatief en € 1,4 mln. positief. Van de risico’s (minus kansen) kan € 6,3 mln. worden
opgevangen binnen de positieve plansaldi. Het restant ad € 11,8 mln. is meegenomen bij de bepaling
van de gemeentelijke weerstandcapaciteit..
Projectrisico's grondexploitaties in programma 10 - ROW
Planfase
G13010 Valley Center
G20220 Kernhem vlek C/E
G25500 Ericahorst
G40320 De Hul (verspreide gronden)
G50800 Smachtenburgerweg Harskamp
G61000 Veldjesgraaf II
Totaal planfase
in € x 1.000
Gewogen projectrisico's
Negatief
Positief
136
120
566
450
17
0
75
0
294
165
4
300
1.092
1.035
Realisatiefase
G11810 VP AZO-terrein (moskee)
G12900 Veluwse Poort kazerne algemeen
G15100 Peppelensteeg sport
G20200 Kernhem A/B
G22900 Reehorsterweg Noord
G24000 Bosp. Ontw Paasberg en Aralterr.
G24200 Het Nieuwe Landgoed
G24400 Herstructurering Veldhuizen A
G24830 VP Kop van de Parkweg
G32400 B'kom Wilhelminaschool
G42000 Westzoom, Lunteren 't Hoefje
G50900 Harskamp Kraatsweg
G70700 Wekerom-oost
G70800 Wekerom-west
G92000 HBB-locaties
Totaal realisatiefase
42
9.067
25
6.201
450
0
1.013
133
450
21
137
10
255
542
45
18.390
Totaal
19.481
5.5
0
0
60
0
0
0
0
145
0
0
20
7
14
100
0
345
1.380
dekking
grex
AD
16
116
17
75
129
-296
-18
75
42
9.067
-35
6.201
450
1.013
-12
450
21
117
4
242
442
45
6.366
11.679
6.347
11.754
Conjuncturele risico’s
Naast de projectgebonden risico’s kennen we ook nog meer algemene risico’s, de conjuncturele
risico’s. De berekening hiervan is gebaseerd op de mogelijkheid dat de plannen vertragen en de
opbrengsten achterblijven bij het algemeen aangehouden niveau.
Ook voor de conjuncturele risico’s geldt dat (per project) eerst wordt gekeken of deze kunnen worden
opgevangen binnen de positieve plansaldi. Voor zover dat niet het geval is zullen zij worden verzekerd
binnen de gemeentelijke weerstandcapaciteit.
Conjuncturele risico's
*€ 1.000
Risico bandbreedte
Negatief
Positief
plan
T en laste van
weerstandverm.
Afwijkende opbrengststijg ing
Bedrijventerreinen
Sociale woningbouw
Commerciële woningbouw
Overige functies
Totaal afwijkende opbrengststijging
998
241
4.110
299
5.648
0
94
826
86
1.006
211
60
831
69
1.171
787
87
2.454
144
3.472
Stagneren markt verkopen bouwgrond
Bedrijventerreinen
Woningbouwlocaties
Totaal stagneren markt verk open bouwgrond
Totaal
542
1.035
1.577
7.225
0
0
0
1.006
23
160
183
1.354
519
874
1.394
4.865
De conjuncturele risico’s zijn begroot op € 7,2 mln. waar voor € 1,0 mln. mogelijke meevallers
21
MPG 2014 deel II
tegenover staan.
Binnen de positieve plannen kunnen de risico’s worden gedekt voor een bedrag groot € 1,3 mln. Het
resterende deel ad € 4,9 mln. is betrokken bij de bepaling van de gemeentelijke weerstandcapaciteit.
5.6
Dekking risico’s
Binnen de gemeentebegroting dient voldoende ruimte te bestaan om aan de risico’s, verbonden aan
het voeren van grondexploitaties, op verantwoorde wijze het hoofd te kunnen bieden. Deze ruimte
wordt aangeduid als weerstandsvermogen.
Zoals in par. 5.1 wordt aangegeven worden de risico’s die worden gelopen binnen de positieve
plannen binnen het betreffende plan afgewikkeld (voor zover het berekende positieve saldo voldoende
hoog is). Daarvan kan van de € 29,9 mln. aan risico’s € 8,0 mln. worden gedekt.
Voor de overige risico’s ad € 21,9 mln. Moet dekking worden gevonden binnen de hiervoor
gemeentelijk gereserveerde middelen. Om het benodigde weerstandsvermogen te berekenen, zijn de
risico’s (die niet kunnen worden opgevangen door positieve planresultaten) ad € 21,9 mln. ingevoerd
in NARIS. Daarmee ontstaat er een integraal beeld van alle risico’s die de gemeente loopt. De
confrontatie van de risico’s met de aanwezige weerstandcapaciteit is dan mogelijk.
De berekening in NARIS leidt tot de conclusie dat met een zekerheidspercentage van 90% voor het
dekken van risico’s op grondexploitaties een bedrag van € 17,0 mln. nodig is. Een nadere
onderbouwing daarvan is opgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen van de Jaarrekening
2013.
Het gevolg van dekken van de risico’s uit de positieve toekomstige grondbedrijfsresultaten heeft tot
gevolg dat de toekomstige resultaten niet kunnen dienen ter dekking van de gemeentelijke risico’s
(voordat ze werkelijk zijn gerealiseerd).
Wel is het mogelijk de bedrijfsreserve ad € 6,69 mln. te betrekken bij de dekking van de risico’s.
Daarnaast zijn er binnen de verspreide gronden nog gronden die een lagere boekwaarde kennen dan
de huidige marktwaarde. Van de gronden gaat beoordeeld worden of het in bezit hebben hiervan
strategische gemeentelijke doelen dient. De verwachting is dat de komende jaren een deel van de
gronden kan worden afgestoten. De meerwaarde van de gronden kan worden aangemerkt als latente
dekking voor gemeentelijke risico’s. De hoogte van de overwaarde bedraagt ca. € 1,9 mln. Bij
daadwerkelijke verkopen zal moeten blijken of deze verkoopwaarde kan worden gerealiseerd.
Voor een nadere toelichting over de dekkingsgraad wordt verwezen naar de paragraaf
Weerstandsvermogen van de Jaarrekening 2013. Daar wordt het totale gemeentelijke
weerstandsvermogen afgezet tegen het gehele risicoprofiel van de gemeente.
22
6. Reserves en voorzieningen grondbedrijf
6.1
Resultaat grondbedrijf 2013
Het ‘resultaat van het grondbedrijf 2013’ is het totaalbedrag (bepaling van het resultaat), gebaseerd op
alle ontwikkelingen die betrekking hebben op het boekjaar 2013. Insteek is om het resultaat bij de
resultaatbestemming (Jaarrekening 2013) in eerste instantie te verrekenen met de Bedrijfsreserve
Grondzaken. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moet een negatief resultaat ten laste van andere
middelen, dan wel reserves afgewikkeld worden. Het resultaat is opgebouwd uit twee elementen:
• Het resultaat bedrijfsvoering 2013; alle bedragen die rechtstreeks ten laste van resultaat van het
boekjaar 2013 moeten worden gebracht, te denken valt hierbij aan resultaten op verspreide
gronden, resultaten op afgesloten plannen en vaste afdrachten aan de Algemene Dienst. Niet
inbegrepen zijn directe projectkosten. Deze worden namelijk niet jaarlijks afgerekend, maar
(rentedragend) bijgeschreven op de boekwaarde. Dit heet ‘activeren van bedragen’. Verrekening
geschiedt dan bij beëindiging van het project.
• Mutatie in de voorziening negatieve plannen; deze voorziening dient ter afdekking van nadelige
projectresultaten bij afsluiting van projecten, zoals die voor de komende jaren zijn berekend.
Tenminste elk jaar worden deze berekeningen geactualiseerd. Daaruit kan blijken dat de
voorziening negatieve plannen moet worden opgehoogd of kan worden verlaagd. Voor 2013 is dat
een verlaging.
Het resultaat grondbedrijf 2013 bedraagt € 6,5 mln. voordelig, bestaande uit:
• Het resultaat bedrijfsvoering van € 0,3 mln. voordelig
• De vrijval uit de voorziening negatieve plannen van € 6,2 mln.
In de volgende paragrafen worden deze bedragen verder toegelicht.
6.1.1
Resultaat bedrijfsvoering 2013
Specificatie resultaat Grondbedrijf 2013
Grondexploitaties
- Sonocoterrein
- Afronding afgesloten plannen (791003)
Aanpassen voorziening negatieve plannen
Verspreide Gronden
Erfpachtsgronde n
Verkoop woning Hakselseweg 108
Bruto resultaat grondexploitaties
Rechtstreeks ten laste van resultaat 201 3:
Afsluiting Facilitaire plannen
- Bethanië
- Parkeerterrein Stadspoort
- Spinderweg
- Ontwikkeling schol enlocatie Lunteren
Grondbedrijf Algemene Kosten
Ten laste van resultaat
Netto resultaat grondbedrijf 2013
Voordeel
€
527
€
6.361
€
€
Nadeel
€
154
€
€
215
33
154
7.042 €
402
€
€
€
134
49
107
€
€
€
290 €
x 1.000
Saldo
€
6.640 (V)
70
172
242 €
48 (V)
€
6.688 (V)
Het resultaat van de bedrijfsvoering in 2013 bedraagt in totaal € 6,7 mln. voordelig. In de tabel
hiervoor is aangegeven hoe dit bedrag is opgebouwd.
Resultaat grondexploitaties:
•
Van de in ontwikkeling zijnde plannen kan door de verkoop van de betrokken gronden het plan
Sonoco terrein worden afgesloten met een positief saldo.
•
Afronding van de “afgesloten plannen” heeft meer gekost dan in ramingen was aangenomen.
•
Met name door de aanpassing van de rente van 5% naar 3% loopt het tekort op de
verliesgevende plannen terug. Naar aanleiding hiervan kan de omvang van de Voorziening
23
MPG 2014 deel II
•
•
•
Negatieve Plannen worden verlaagd met € 6,4 mln.
Op de exploitatie van de verspreide gronden en de erfpachtgronden, voor zover deze binnen het
Grondbedrijf worden geëxploiteerd, wordt een exploitatieverlies geleden. Hier staat tegenover dat
in 2013 een pand uit de voorraad is verkocht, waarbij een boekwinst is gerealiseerd.
Facilitaire Plannen: De gemeente is ook betrokken bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen
door particulieren. Hierbij kunnen bijdragen worden gevraagd in de kosten die de gemeente moet
maken, of kan sprake zijn van de levering van gemeentegrond. Een viertal ontwikkelingen zijn
(nagenoeg) afgerond. Op deze ontwikkelingen is een voordeel geboekt van € 0,2 mln.
Een deel van de kosten die worden gemaakt voor de bedrijfsvoering van het grondbedrijf kunnen
niet aan de afzonderlijke projecten worden toegerekend. Het betreft dan met name kosten voor
product- en beleidsontwikkeling. Deze kosten worden rechtstreeks ten laste van het resultaat
gebracht.
De Raad wordt gevraagd:
6 Het positieve resultaat van het grondbedrijf ad € 6.688.000 toe te voegen aan de bedrijfsreserve
grondbedrijf
6.1.2
Voorziening Negatieve Plannen
De voorziening negatieve plannen dient ter dekking van nadelige exploitatieresultaten. Deze
voorziening is rentedragend. Dat betekent dat alle nadelige exploitatieresultaten (op contante waarde)
van projecten in de plan- en realisatiefase hun volledige dekking in deze voorziening moeten vinden.
Projecten in de initiatieffase zijn in een pril stadium van planontwikkeling. Uitkomsten van
haalbaarheidsberekeningen kunnen voor deze projecten slechts als indicatief worden beschouwd. Er
is in de planuitwerking nog veel ruimte voor bijsturing. Hier kan nog geen onderbouwde voorziening
voor worden gevormd.
Alle nadelige projecten in de plan- en realisatiefase hebben een totaal exploitatiesaldo (contante
waarde per 1-1-2014) van € 42.8 miljoen. Per 1-1-2014 dient de voorziening deze middelen te
bevatten. Dat betekent dat uit de Voorziening Negatieve Plannen een bedrag van € 6,2 miljoen kan
vrijvallen. In de tabel hieronder is weergegeven hoe dit bedrag is opgebouwd.
in € x 1.000
Mutaties voorziening negatieve plannen
Stand 01-01-2013
Beginstand voorziening 1-1-2013
Bij te boeken rente 2013
Af te sluiten plannen in 2013
Stand 31.12.201 3
47.653
1.430
0
Mutaties
Mutaties plannen EZ
Mutaties plannen ROW
Totaal mutaties
Stand 31-12-2013
49.083
-5.649
-712
-6.361
0
42.722
De stand per 1-1-2013 was € 47,7 mln. Daaraan is over 2013 3% rente toegevoegd. In 2013 zijn
geen negatieve plannen afgesloten.
In paragraaf 4.1 en 4.2 is weergegeven dat de voorziening ten behoeve van nadelige plannen in de
programma’s EZ en ROW met respectievelijk € 5,7 mln. en € 0,7 mln. kan worden verlaagd. Na deze
mutaties (bij elkaar € 6,4 mln.) bedraagt de stand van de voorziening per 1-1-2014 € 42,7 mln.
6.2
Ontwikkeling Bedrijfsreserve Grondzaken
Bij de jaarrekening over 2011 is besloten de toen aanwezige bedrijfreserve in te zetten voor de
(gedeeltelijke) aanvulling van de Voorziening Negatieve plannen. Sindsdien hebben geen stortingen in
de reserve plaatsgevonden. Dat betekent dat de bedrijfsreserve grondzaken op dit moment op nul
staat.
24
In paragraaf 6.1 is aangegeven dat het resultaat grondbedrijf 2013 (bestaande uit het bedrijfsresultaat
en de mutatie voorziening negatieve plannen) in totaal € 6,6 mln. voordelig bedraagt. In beginsel
wordt dit saldo verrekend met de bedrijfsreserve Grondzaken.
In onderstaande tabel is aangegeven wat, met de wetenschap van nu, in de komende jaren het
resultaat van de grondbedrijfsactiviteiten is. Deze bedragen kunnen (indien positief) conform bestaand
beleid aan de bedrijfsreserve worden toegevoegd.
Ontwikkeling bedrijfsreserve
Stand 1 jan.
Rente boekj aar
Afsluiting plannen per 31.12
verspreide en e rfpachtgronden
vaste afdrachten
2014
6.688
201
391
-320
-553
2015
2016
2017
2018
2 019
2020
6.407
192
-170
-553
5.877
176
5.531
-170
-553
10.862
326
-170
-553
10.465
314
-170
-553
10.057
302
-170
-553
9.636
289
2.983
-170
-553
Stand 31 dec.
6.407
5.877
Toekomstige ontwikkeling bedrijfsreserve (zonder onttrekkingen)
10.862
10.465
10.057
9.636
12.185
De komende twee jaar worden nog negatieve bedrijfsresultaten verwacht. Pas in 2016 zullen door de
mogelijke afsluiting van enkele projecten positieve bedrijfsresultaten kunnen worden geboekt.
Naast de resultaten uit de afsluiting van plannen met een positief resultaat zullen de komende jaren
ook negatieve plannen kunnen worden afgesloten. Bij de afsluiting worden die resultaten verrekend
met de Voorziening Negatieve Plannen waardoor die voorziening langzaam afneemt.
25
MPG 2014 deel II
7. Voorstellen
De Raad wordt gevraagd:
1 Akkoord te gaan met de afsluiting in 2013 van de grondexploitatie Sonoco-terrein en de facilitaire
plannen Bethanië, Stadspoort, Spinderweg en de scholenlocatie Lunteren. Het resultaat van deze
ontwikkelingen bedraagt € 747.007 en maakt onderdeel uit van het resultaat van het Grondbedrijf
2013
2 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 4,0 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit te
gaan van te realiseren opbrengsten van € 10,1 mln. in 2014 voor het programma 3 - EZ.
3 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015 voor het programma 3 - EZ,
indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt.
4 Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van € 21,6 mln. voor te maken kosten in 2014 en uit
te gaan van te realiseren opbrengsten van € 32,1 mln. in 2014 voor het programma 10 - ROW.
5 Akkoord te gaan met het aanspreken van de budgetten voor 2015 voor het programma 10 - ROW,
indien de ontwikkeling van plannen voorspoediger verloopt dan nu verwacht wordt.
6 Het positieve resultaat van het grondbedrijf ad € 6.688.000 toe te voegen aan de bedrijfsreserve
grondbedrijf
26
Bijlage I:
Productieaantallen per plan in de tijd
Planning bedrijventerrein (programma 3 - EZ)
Planfase
G25000
Kievitsmeent-west
G50700
Uitbreiding BT Harskamp
Realisatiefas e
G12300
Bedrijventerrein d e Vallei
G13200
Bedrijventerrein A1 2
G71000
Bedrijventerrein De Laar Wekerom
Totaal bedrijventerreinen
aantallen in ha.
Totaal
Gerealiseerd Te realiseren
2,0
0,0
2,0
2,9
0,0
2,9
2014
2,0
0,0
2015
0,0
0,0
2016
0,0
0,0
2017
0,0
0,0
2018
0,0
0,0
20 19
0,0
0,7
2020
202 1 e.v.
0,0
0 ,0
0,8
1 ,4
19 ,7
84 ,0
4,7
14,4
44,3
0,0
5,3
39,7
4,7
0,5
1,9
0,5
0,5
1,9
0,5
1,0
3,5
0,8
1,0
3,5
0,8
1,0
4,4
0,8
1,0
4,4
0,8
0,3
4,4
0,5
0 ,0
15 ,6
0 ,0
113,4
58,7
54,6
4,9
2,9
5,3
5,3
6,2
7,0
6,0
17 ,0
Planning woningbouw (programma 10 ROW)
Initiatiefase
G11811
VP AZO-terrein (woningen)
G12700
VP Stationsplein
G24810
VP Noordplein
G32700
Kochlaan Bennekom
G41700
Bibliotheek Lunteren
G80700
Otterlo Dries/Weversteeg, Onderlangs
Planfase
G13010
Valley Center
G20220
Kernhem vlek C/E
G25500
Ericahorst
G40320
De Hul Westzoom
G50800
Smachtenbu rgerweg Harskamp
G61000
Veldjesgraaf II
Realisatiefas e
G12900
VP Kazerne
G20200
Kernhem Vlek A/B
G22900
Reehorsterweg Noord
G24000
Bospoort - Paasberg/Aral
G24200
Het Nieuwe Landgoed
G24400
Herstructurering Veldhuizen A
G24830
VP Kop van de Parkweg
G32400
B'kom Wilhelminaschool
G42000
Westzoom, 't Hoefje
G50900
Harskamp Kraatsweg
G70700
Wekerom-oost
G70800
Wekerom-west
G92030
HBB Berkhofweg
Total woningbouw
Totaal
Gerealiseerd
Te realiseren
28
350
21
6
53
-
28
350
21
6
53
2014
-
2015
6
-
2016
9
6
-
2017
6
-
2018
-
20 19
18
2020
22
28
350
13
50
12
11
50
116
6
26
-
50
12
11
50
90
6
2
3
50
2
11
19
3
2
10
-
2
10
-
2
10
-
2
48
11
-
2
11
-
21
-
1.850
1.929
160
112
343
248
77
4
55
3
55
108
17
286
41
140
112
30
17
16
1.850
1.643
160
71
203
136
77
4
55
3
25
91
1
157
70
3
68
34
18
4
50
1
15
17
1
79
50
39
71
46
34
24
3
2
2
5
-
190
50
30
30
34
2
2
21
-
175
50
26
30
34
35
2
24
-
175
50
29
2
24
-
225
50
2
-
225
50
25
-
624
1.273
37
-
5.664
668
4.996
443
446
386
394
292
356
335
2.346
Planning overige functies
G13010
G25500
G50800
G11810
G12900
G15100
G24000
G24200
G24830
G70700
G70800
aantallen in m2
Valley Center
Ericahorst
Smachtenbu rgerweg Harskamp
VP AZO-terrein (moskee)
VP Kazerne
Peppelensteeg sport
Bospoort - Paasberg/Aral
Het Nieuwe Landgoed
VP Kop van de Parkweg
Wekerom-oost
Wekerom-west
Totaal overige functies
202 1 e.v.
Totaal
Gerealiseerd Te realiseren
6.622
0
6.622
3.679
0
3.679
1.349
1.348
1
8.135
0
8.135
57.107
7.093
50.014
2.916
0
2.916
151
0
151
8.212
0
8.212
3.344
0
3.344
3.169
3.169
0
5.956
0
5.956
100.640
11.610
89.030
2014
4.135
0
0
8.135
10.451
972
151
6.300
797
0
2.660
33.601
2015
2.487
3.679
0
0
1.082
972
0
1.911
1.134
0
2.296
13.561
2016
0
0
0
0
34.498
973
0
0
0
0
1.000
36.471
2017
0
0
0
0
0
0
0
0
1.413
0
0
1.413
2018
20 19
2020
202 1 e.v.
0
0
0
0
3.983
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.984
0
0
0
* Alle aantallen zijn weergegeven per datum uitgifte. Dat is bij benadering gelijk aan de datum start bouw.
27
Bijlage II:
Gedetailleerd financieel inzicht in de projecten
Projectresultaten w oningbouw (programma 10 - ROW)
Planfase
G13010
Valley Center
G20220
Kernhem vlek C/E
G22900
Reehorsterweg Noord
G25500
Ericahorst
G40320
De Hul (verspreide gro nden)
G50800
Smachtenburgerweg Harskamp
G61000
Veldjesgraaf II
Totaal planfase
Uitgaven
Boekwaarde 31-12-2013
265.635
6.201.299
8.957.186
22.860
1.249.522
2.024.981
18.721.483
Opbrengsten
Sa ldo CW 2014
428.000
2.397.000
-1.522.000
307.000
-67.000
149.000
431.000
2.123.000
Totaal
3.644.000
11.993.000
14.305.000
679.000
2.970.000
7.402.000
220.000
41.213.000
Gerealiseerd
2.224.000
7.564.000
8.929.000
16.000
1.249.000
2.837.000
22.819.000
% Meerjarenbudget
61%
1.420.000
63%
4.429.000
62%
5.376.000
2%
663.000
42%
1.721.000
38%
4.565.000
0%
220.000
55%
18.394.000
Totaal
4.112.000
15.029.000
12.260.000
1.015.000
2.888.000
7.602.000
691.000
43.597.000
Gerea liseerd
1.959.000
1.364.000
-28.000
-5.000
813.000
4.103.000
% Me erjarenbudget
48%
2.153.000
9%
13.665.000
0%
12.288.000
0%
1.020.000
0%
2.888.000
11%
6.789.000
0%
691.000
9%
39.494.000
% Meerjarenbudget
18%
714.000
42%
109.164.000
92%
87.000
63%
40.993.000
94%
304.000
74%
6.469.000
86%
1.828.000
67%
3.643.000
98%
42.000
68%
873.000
93%
47.000
70%
2.528.000
59%
3.536.000
170.228.000
55%
Totaal
805.000
166.684.000
536.000
145.019.000
4.331.000
15.140.000
9.528.000
4.589.000
1.552.000
4.145.000
1.226.000
6.108.000
7.311.000
366.974.000
Gerea liseerd
-7.000
4.436.000
402.000
57.485.000
3.130.000
9.701.000
7.283.000
785.000
1.138.000
27.000
518.000
2.586.000
852.000
88.336.000
% Me erjarenbudget
-1%
812.000
3%
162.248.000
75%
134.000
40%
87.534.000
72%
1.201.000
64%
5.439.000
76%
2.245.000
17%
3.804.000
73%
414.000
1%
4.118.000
42%
708.000
42%
3.522.000
12%
6.459.000
278.638.000
24%
55%
188.622.000
410.571.000
92.439.000
Realisatiefase
G11810
VP AZO-terrein (moskee)
G12900
Veluwse Poort kazerne algemeen
G15100
Peppelensteeg sport
G20200
Kernhem A/B
G24000
Bosp. Ontw Paasberg en Aral terr.
G24200
Het Nieuwe Landgoed
G24400
Herstructurering Veldhuizen A
G24830
Veluwse Poort Kop van de Parkweg
G32400
B'kom Wil helminaschool
G42000
Westzoom, Lunteren 't Hoefje
G50900
Harskamp Kraatsweg
G70700
Wekerom-oost
G70800
Wekerom-west
G92000
HBB-locaties
Totaal realisatiefase
163.464
73.164.219
645.962
11.922.393
1.782.643
8.624.991
4.385.573
6.521.391
819.259
1.850.968
124.375
3.254.246
4.295.710
117.555.194
Sa ldo CW 2014
-60.000
-14.506.000
-548.000
23.573.000
-811.000
-8.328.000
-3.526.000
-5.651.000
-435.000
1.276.000
492.000
-1.838.000
-806.000
-11.168.000
Totaal
871.000
186.764.000
1.135.000
110.401.000
5.217.000
24.795.000
13.497.000
10.949.000
2.000.000
2.751.000
688.000
8.368.000
8.683.000
376.119.000
Gerealiseerd
157.000
77.600.000
1.048.000
69.408.000
4.913.000
18.326.000
11.669.000
7.306.000
1.958.000
1.878.000
641.000
5.840.000
5.147.000
205.891.000
Totaal
136.276.677
-9.045.000
417.332.000
228.710.000
102.858
2.609.732
2.712.590
Sa ldo CW 2014
2.127.000
-166.000
1.961.000
Totaal
1.014.000
5.626.000
6.640.000
Gerealiseerd
93.000
2.566.000
2.659.000
% Meerjarenbudget
9%
921.000
46%
3.060.000
40%
3.981.000
Totaal
3.338.000
5.410.000
8.748.000
Gerea liseerd
-9.000
-4 3.000
-52.000
% Me erjarenbudget
0%
3.347.000
-1%
5.453.000
-1%
8.800.000
Realisatiefase
G12300
Bedrijventerrein d e Vallei
G13200
Bedrijventerrein A1 2
G71000
Bedrijventerrein De L aar Wekerom
Totaal realisatiefase
-1.068.086
65.588.905
4.054.857
68.575.676
Sa ldo CW 2014
9.242.000
-4.458.000
2.425.000
7.209.000
Totaal
20.162.000
161.882.000
5.420.000
187.464.000
Gerealiseerd
20.986.000
121.739.000
4.032.000
146.757.000
% Meerjarenbudget
104%
-824.000
75%
40.143.000
74%
1.388.000
78%
40.707.000
Totaal
31.870.000
154.938.000
8.403.000
195.211.000
Gerea liseerd
22.053.000
56.147.000
-22.000
78.178.000
% Me erjarenbudget
69%
9.817.000
36%
98.791.000
0%
8.425.000
40%
117.033.000
Totaal
71.288.266
9.170.000
194.104.000
149.416.000
203.959.000
78.126.000
23%
318.132.000
Projectresultaten bedrijventerrein (programma 3 - EZ)
Planfase
G25000
Kievitsmeent-west
G50700
Uitbreiding BT Harskamp
Totaal planfase
77%
44.688.000
62%
125.833.000
Bijlage III:
Vergelijking parameters met andere gemeenten
Kostenstijging,
vergelijking alle deelnemende gemeenten
30,0%
f
e
ti 25,0%
a
l
u
m20,0%
u
c
,
g
in 15,0%
jg
ti
s 10,0%
n
te
s
o 5,0%
K
0,0%
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Jaartallen
Almere
Apeldoorn
Barneveld
Breda
Cuijk
Den Haag
Dordrecht
Ede
Eindhoven
Haarlemmermeer
Hardenberg
s Hertogenbosch
Hoorn
Kampen
Katwijk
Lingewaard
Neder Betuwe
Nijkerk
Nijmegen
Ommen
Oss
Overbetuwe
Rotterdam
Scherpenzeel
Wageningen
Wierden
Zevenaar
Voor de ontwikkeling van de kostenstijging voor de komende jaren is er een diffuus beeld bij de gemeenten over
de verwachte ontwikkeling. De meeste gemeenten gaan er vanuit dat vanaf 2014 de kosten al met 1 tot 2% gaan
stijgen voor de volgende jaren rekenen de gemeenten op een jaarlijkse stijging van 2% of iets hoger.
Opbrengstenstijging,
vergelijking alle deelenemende gemeenten
16,0%
f 14,0%
ie
t
a
l 12,0%
u
m
u 10,0%
c
,
g 8,0%
in
g
ijt 6,0%
s
n 4,0%
e
t
s
g 2,0%
n
e
r 0,0%
b
p
O -2,0%
2014
2015
2016
2017
2018
2019
-4,0%
Jaartallen
2020
2021
2022
2023
Almere
Apeldoorn
Barneveld
Breda
Cuijk
Den Haag
Dordrecht
Ede
Eindhoven
Haarlemmermeer
Hardenberg
s Hertogenbosch
Hoorn
Kampen
Katwijk
Lingewaard
Neder Betuwe
Nijkerk
Nijmegen
Ommen
Oss
Overbetuwe
Rotterdam
Scherpenzeel
Wierden
Wageningen
Zevenaar
Voor de ontwikkeling van de opbrengsten is er een groep gemeenten die (veiligheidshalve) niet rekent met een
stijging van de opbrengsten. De gemeenten die daar wel vanuit gaan stijgen met percentages tussen de nul en
1,5% per jaar.