Wet Werk en Zekerheid: de veranderingen op een rij De Wet Werk en Zekerheid is een uitwerking van het sociaal akkoord dat het kabinet in 2013 met vakbonden en werkgevers heeft gesloten. De Wet Werk en Zekerheid regelt de hervorming van het ontslagrecht en de WW en is bedoeld om de positie van flexwerkers te beschermen en wordt gefaseerd ingevoerd. De belangrijkste veranderingen zijn: Met ingang van 1 januari 2015 Beperking uitzendbeding Er geldt een wettelijke termijn van maximaal 26 weken voor het uitzendbeding - het principe 'geen werk, geen contract'. Via de cao kon hier echter onbeperkt van worden afgeweken. Vanaf 1 januari 2015 wordt de mogelijkheid om bij cao af te wijken van de 26-wekentermijn beperkt tot 78 gewerkte weken. Uitzendkrachten maken na anderhalf jaar dus aanspraak op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie. Geen proeftijd In tijdelijke contracten van maximaal zes maanden mag je geen proeftijd opnemen. Dat geldt ook voor een aansluitend contract. Geen concurrentiebeding In tijdelijke contracten mag je alleen bij bijzondere omstandigheden een concurrentiebeding opnemen. Aanzegtermijn een maand Bij contracten voor een bepaalde tijd van zes maanden of langer moet de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer laten weten of hij het contract wel of niet verlengt. Beperking uitsluiting loondoorbetaling In een arbeidsovereenkomst (nuluren- of oproepcontract) mag worden opgenomen dat er tijdens de eerste 6 maanden geen loondoorbetalingsplicht is (geen loondoorbetaling bij niet werken). Via de cao kon deze periode van zes maanden onbeperkt worden verlengd. In cao's die na 1 januari 2015 worden afgesloten mag dat na zes maanden niet meer als het om structurele werkzaamheden gaat. Langere uitsluiting van loondoorbetaling is alleen bij cao mogelijk voor incidentele werkzaamheden, bijvoorbeeld bij piekproducties, en dan moeten die functies expliciet zijn vermeld in de cao. Payrollwerknemers Er komt een gelijke behandeling van payrollwerknemers en eigen werknemers t.a.v. arbeidsvoorwaarden. Het is echter nog niet bekend vanaf wanneer dit gaat gelden. Met ingang van 1 juli 2015 Kortere ketenbepaling De periode dat een werkgever tijdelijke contracten mag geven wordt beperkt van drie naar twee jaar (maximaal 3 tijdelijke contracten). Daarna hebben werknemers recht op een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De tussenpoos waarbinnen contracten als opeenvolgend worden gezien (opvolgingsperiode) gaat van drie naar zes maanden. Om de keten te doorbreken moet de werknemer dus een half jaar uit dienst. Geldig vanaf 1 juli 2015 voor nieuwe contracten. Voor uitzendkrachten kan hier via de cao van worden afgeweken. De afwijking bij cao is gemaximeerd tot zes tijdelijke contracten in maximaal vier jaar. De ketenbepaling geldt overigens niet voor werknemers jonger dan 18 jaar met een gemiddelde arbeidsduur van hoogstens 12 uur per week. Ontslagrecht Voor iedereen geldt vanaf 1 juli 2015 dezelfde ontslagprocedure. Ontslag om bedrijfseconomische reden en na langdurige arbeidsongeschiktheid loopt via het UWV, ontslag om persoonlijke redenen (arbeidsconflict) gaat via de kantonrechter. Voor het bepalen van de hoogte van de ontslagvergoeding geldt niet langer de kantonrechtersformule, maar een meer sobere transitievergoeding - bedoeld voor omscholing naar ander werk - van maximaal 75.000 euro. Met ingang van 1 januari 2016 Het kabinet wil de maximale duur van de WW terugbrengen. Ook wil het kabinet de opbouw van WWrechten aanpassen. De Tweede en Eerste Kamer hebben de plannen goedgekeurd. Plan aanpassing duur WW Vanaf 1 januari 2016 wil het kabinet de duur van de WW-uitkering stapje voor stapje terugbrengen. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 2019 is de maximale publieke WW-uitkering dan nog maximaal 2 jaar. De hoogte van de WW-uitkering in deze periode is gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Cao-aanvulling Werkgevers en werknemers kunnen voor een uitkering na deze 2 jaar zelf afspraken maken. Daarmee kan de totale duur van de uitkering (WW + cao-aanvulling) gelijk blijven aan de huidige duur van maximaal 38 maanden. Plan aanpassing opbouw WW Het kabinet wil ook de opbouw van WW-rechten aanpassen. In de eerste 10 jaar van hun loopbaan bouwen werknemers per gewerkt jaar 1 maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op. WW-rechten die u al heeft opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor 1 maand. Passende arbeid Na een half jaar WW-uitkering wordt alle arbeid als passend gezien. Dat betekent dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering meer mag zijn om die baan te accepteren of daarop te solliciteren. U moet dan dus veel breder naar werk gaan zoeken. Deze maatregel gaat in per 1 juli 2015. Inkomensverrekening Op 1 juli 2015 gaat ook de inkomensverrekening in de WW in. Dat betekent dat u van elke verdiende bruto euro altijd 30% zelf mag houden. Hierdoor loont het altijd om vanuit de WW aan het werk te gaan. Overzicht veranderingen WW Hoe is het? Duur: maximaal 38 maanden Hoogte: 2 maanden 75% en daarna 70% dagloon Opbouw: 1 jaar arbeidsverleden = 1 maand WW Na 1 jaar is alle arbeid passend Urenverrekening en voor kleine groep na 1 jaar inkomensverrekening Hoe wordt het? Maximaal 24 maanden + cao-aanvulling Blijft gelijk, dus: 2 maanden 75% en daarna 70% dagloon 1e 10 jaar: 1 jaar = 1 maand WW en daarna elk jaar arbeidsverleden = ½ maand WW Na ½ jaar is alle arbeid passend Inkomensverrekening vanaf 1e WW-dag
© Copyright 2024 ExpyDoc