50 so what Eerder verschenen bij linda.boeken: Sue Townsend, De vrouw die een jaar in bed ging liggen Van de ballen verstand. Vrouwen die van voetbal houden Sylvia Witteman, Gekke wijven en andere types 50 so what boeken Het verhaal ‘Angst vult de ruimte’ van Caitlin Moran op p. 83-96 is eerder verschenen in How to be a woman, vertaling Petra C. van der Eerden, uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, 2012 De column ‘Zodra de kinderen lallend op Chersonissos zitten, vliegt mama naar New Delhi’ van Linda de Mol op p. 7-12, het verhaal ‘Eindelijk moeder’ van Cara Schiffelers op p. 107-117, het verhaal ‘Ik verdom het’ van Judith van Nieuwkuijk op p. 141-150 en het verhaal ‘Tot de laatste snik’ van José Rozenbroek op p. 161-171 verschenen eerder in linda. In ‘Nooit meer schattig’ van Wilma de Rek op p. 193-202 zijn citaten gebruikt van: Alice Schwarzer: Gesprekken met Simone de Beauvoir. Over haar werk, leven en boeken, over Sartre en hun relatie. Rowohlt Verlag GmbH, Reinbek bei Hamburg, 1983, in het Nederlands verschenen bij Rainbow Pocketboeken, vertaald door José Rijnaarts Simone de Beauvoir: De ouderdom, uitgeverij Bijleveld Utrecht (1987), vertaald door Jan Hardenberg Cicero: Over ouderdom en over vriendschap, uitgeverij Ambo (1999), vertaald door W.A.M. Peters www.lindaboeken.nl Copyright © Linda de Mol, Juul Paleari, Aaf Brandt Corstius, Hedy d’Ancona, Kluun, Heleen van Royen, Els Rozenbroek, Cécile Narinx, Saskia Noort, Caitlin Moran, Jan Heemskerk, Bambi Bogert, Sunny Bergman, Judith van Nieuwkuijk, Ad Fransen, José Rozenbroek, Karin Kuijpers, Henk van Straten, Wilma de Rek, Sylvia Witteman en linda.boeken 2014 Omslag Studio Room Omslagbeeld Marc de Groot Typografie Zeno Carpentier Alting en Studio Room nur 450 / isbn 978 90 388 9876 6 Inhoud Linda de mol 7 Zodra de kinderen lallend op Chersonissos zitten, vliegt mama naar New Delhi Juul Paleari 13 Poedeltjenaakt in de vrieskou Aaf Brandt Corstius 21 Niet zo goed met hormonen Hedy d’Ancona 27 Dat zou ons niet overkomen Kluun 37 Ik vind het wel lollig Heleen van Royen 47 Unfuckable? Jamais! Els Rozenbroek 55 Opgestaan uit de dood Cécile Narinx 63 Dus niet à la Yvon Jaspers Saskia Noort 75 Op zoek naar een man Caitlin Moran 83 Angst vult de ruimte Jan Heemskerk 97 We zien jullie wel weer als we 84 zijn Cara Schiffelers 107 Eindelijk moeder Bambi Bogert 119 Geen sneakers maar steunzolen Sunny Bergman 129 Dronken over straat Judith van Nieuwkuijk 141 Ik verdom het Ad Fransen 151 Sex in Huisje Weltevree José Rozenbroek 161 Tot de laatste snik Karin Kuijpers 173 Wat te doen aan de kalkoenkwab Henk van Straten 185 Naakt door je huis rennen Wilma de Rek 193 Nooit meer schattig Sylvia Witteman 203 Het is maar een getal Linda de Mol (49) heeft nog een bucket list om u tegen te zeggen. Zo wordt het hoog tijd dat ze George Clooney ontmoet, de perfecte Merengue leert bakken en in het Portugees verder komt dan ‘dank u wel’, ‘goedenavond’ en ‘vier kip piri piri alstublieft’. Linda de Mol Zodra de kinderen lallend op Chersonissos zitten, vliegt mama naar New Delhi Bizar vind ik het, dat ik 8 juli 50 word. Dat kan toch niet? Dat ik al een halve eeuw besta. Een hálve eeuw! Vijf decennia! Weet je hoe lang dat is? Ik ben nog van vóór de kleurentelevisie. Ik ben zelfs van voor Willem-Alexander! In mijn hoofd ben ik veel jonger, daar ben ik ergens bij 38 blijven steken. Dat ik inmiddels gewoon keihard twaalf jaar verder ben, wil er bij mij mentaal nog niet helemaal in. Heel leuk hoor, opbeurende kreten als 50 is het nieuwe 30 en 50 is inderdaad niet meer het ‘oud’ dat het vroeger was, maar ‘belegen’ is het wel. In de kaaswinkel zou ik op de pittig gerijpte plank liggen, net onder de schimmels. Toch ga ik het Sarah worden groots en oprecht blij vieren in juli. Blij omdat ik het in goede gezondheid gehaald heb. Blij met een halve eeuw ervaring, belevenissen, hoogte- en dieptepunten. Blij met een gewone, veilige jeugd, heerlijke kinderen, een (inmiddels weer) goeie relatie, uitdagend en afwisselend werk, een hechte familie en heel veel bijzondere vriendschappen. Natuurlijk is niet alles gelukt wat ik voor ogen had toen 9 ik jong was. Maar ik had dan ook een wensenlijst waar je u tegen zegt. Ik wilde een lange houten keukentafel met daaraan minstens vier kinderen. Niet gelukt (de tafel wel). Ik wilde trouwen in een kanten jurk met een ‘prins’ die leek op Rob Lowe of John Travolta en dan heel erg verliefd en gelukkig blijven tot de dood ons scheidde. Niet gelukt (de kanten trouwjurk wel). Ik wilde afstuderen en advocaat worden. Niet gelukt. Ik zou altijd slank blijven. Niet helemaal gelukt (in de ogen van twitterend Nederland helemaal niet gelukt). Ik wilde de wereld verbeteren. Niet gelukt. Ik zou George Clooney ontmoeten. Niet gelukt. Het Eurovisie Songfestival presenteren. Niet gelukt. Maar zoveel meer is wél gelukt. Ik wilde (heimelijk) beroemd worden. Behoorlijk goed gelukt. Ik wilde een oud, vrijstaand huis met hoge plafonds, luiken voor de ramen en een grote tuin. Gelukt. Ik wilde een jongen en een meisje. Gelukt. Ik wilde dat het leuke kinderen zouden worden. Gelukt. Ik wilde een vent waarmee ik kon lachen en die mijn beste vriend zou zijn. Gelukt. Ik wilde graag acteren. Gelukt. Ik wilde financieel onafhankelijk zijn. Prima gelukt. Ik wilde de wereld zien. Gelukt. Ik wilde een inloopkast met minstens vijftig paar schoenen. Gelukt. (nou bijna, vierenveertig). Ik wilde een vriendinnenclub waarmee ik alles zou kunnen bespreken. Gelukt. Ik wilde een hond én een paard. Hond gelukt. Ik wilde dat mijn leven nooit saai zou worden. Hartstikke gelukt. Ik wilde succesvol zijn in mijn werk. Gelukt. Als ik mijn blessings moet counten, ben ik wel een paar uurtjes bezig en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Als ik morgen door een tram word overreden, heb ik de belangrijkste dingen die ik wilde gedaan en beleefd. Het is me bij deze opsomming weer eens duidelijk gewor10 den hoe goed het eigenlijk is wensen te hebben en die uit te spreken. Door je wensen te formuleren maak je de kans dat ze uitkomen stukken groter, daar ben ik van overtuigd. En aangezien het leven afschuwelijk snel gaat, en steeds sneller naarmate je ouder wordt, deel ik mijn bucket list met je. 1 Een paar maanden in New York wonen en doen alsof ik een New Yorker ben door ’s ochtends op Nikes een beker koffie en een blueberry muffin te halen. 2 Portugees leren. Het is een grof schandaal dat ik er al achttien jaar een huis heb en niet verder kom dan ‘dank u wel’, ‘goedenavond’ en ‘vier kip piri piri alstublieft’. 3 Het leuk hebben als mijn kinderen het huis uitgaan. Niet aan ze gaan hangen en zeuren dat ze elke week thuis moeten komen eten of waarom ze niet gebeld hebben, maar leren loslaten en de leegte van het lege nest opvullen met alles wat niet kon omdat ik kinderen heb. 4 Op yoga gaan. Superslank is niet meer het streven, want lekker eten opgeven nu ik over de helft ben, vind ik doodzonde van mijn resterende tijd. Fit blijven gaat wel lukken, want ik sport twee keer per week, maar lenig en soepel… dat zou ook fijn zijn. Zal dus toch een keer die yogamat op moeten. 5 Naar India. Fascinerend land waar ik dolgraag naartoe wil, maar mijn kinderen kreeg ik er, nadat ze Slumdog Millionai re hadden gezien, met geen tien paarden naartoe. Zodra die lallend op Chersonissos zitten, vliegt mama naar New Delhi. 6 De linda.Foundation een begrip maken en de armoede onder kinderen in ons eigen land flink onder de aandacht brengen. Genoeg geld reserveren om het nog jarenlang te kunnen bekostigen, zodat er nooit één cent van een gift afgaat. 11 7 Leren bakken. Koken kan ik best aardig, al zeg ik het zelf, maar ik kan nog geen behoorlijke appeltaart bakken. Merengues, tartes Tatin, chocoladetaarten – ooit staan ze home made op mijn keukentafel. 8 Met een boot de Amazone over. Volgens neefje Johnny, en die kan het weten, een absolute must op mijn bucket list. 9 Een film maken die net zo goed is als Intouchables. Fat chance natuurlijk, maar hé het is een wens. 10 Oma worden en mijn kleinkinderen tot in de afgrond verwennen en het opvoeden lekker aan mijn kinderen overlaten. 11 Meer vrije tijd creëren. Nog geen idee hoe ik dat voor elkaar krijg, maar ooit gaat het lukken. 12 Een digitale inhaalslag maken. Van ‘god schat, dat snap je toch wel?’ naar ‘vraag dat maar aan Linda, die is goed met computers’, is best haalbaar als ik daar mijn zinnen op zet. 13 George Clooney ontmoeten (stug volhouden, die wens). Libellecolumniste Juul Paleari (56) werd overspoeld door bloederige tsunami’s, raakte bijkans krankzinnig van de jeuk en hing bij negen graden vorst puffend uit het raam. ‘Niet erg sexy, wat u zegt, maar verder heb ik geen klachten, dank u.’ Juul Paleari Poedeltjenaakt in de vrieskou Voor mijn 55ste verjaardag vroeg ik een ruggenkrabber aan mijn man. Dat is een lange, houten stok waaraan een handje is bevestigd. ‘Verder heb ik geen wensen,’ sprak ik opgewekt. ‘Maar als je zo’n krabbertje voor me vindt, maak je me intens gelukkig.’ Na lang zoeken vond hij uiteindelijk een ebbenhouten exemplaar in de Wereldwinkel. Blijkbaar schamen derdewereldvrouwen zich niet voor gillende menopauzejeuk op de rug. Het toeval wilde dat het een replica is van de ruggenkrabber die mijn moeder jarenlang overal mee naartoe sleepte. Toen na haar dood de erfenis werd verdeeld, vroeg mijn zoon of hij hem mocht hebben. ‘Daar speelde ik altijd zo fijn mee toen ik als klein jongetje bij oma logeerde,’ verklaarde hij. Ik vond het een mooie en bescheiden wens, niet wetende dat ik zelf op een dag naar zo’n ding zou snakken, want dan had ik hem natuurlijk zelf ingepikt. Het krabbertje is alweer een jaar jaar mijn trouwe metgezel. Ik noem hem Kareltje. Als mijn man het niet streng had verboden, nam ik hem mee naar mijn werk, restaurants, feestjes en partijen. Als ik thuiskom verwissel ik snel mijn 15 jurk voor joggingbroek, sweater en dikke sokken. En steek Karel tussen mijn schouderbladen zodat ik niet hoef te zoeken als de nood weer eens hoog is. Tijdens Facebooken en Dowton Abbey, de krant lezen en stukjes schrijven – mijn trouwe Kareltje staat altijd voor me klaar. En ’s nachts ligt hij zoet naast mijn bed, zodat ik mijn man niet meer hoef wakker te maken met het dringende verzoek mijn rug te krabben – ‘Ja, jaaa, jaaaaa, ga door, ga door, harder, harder, o god, wat lekker.’ Kriebel op mijn rug is niet mijn enige overgangsverschijnsel. Ik heb ook jarenlang gruwelijke opvliegers gehad. En altijd op het verkeerde moment. Als ik met een opdrachtgever over mijn honorarium onderhandelde, bijvoorbeeld. Flirtte op een feestje. Tijdens een vrijpartij. In de bus, de tram, de trein, de auto. We kunnen rustig stellen dat ik in een Kafkascenario was beland, waarbij ik was getransformeerd in een gigantische opvlieger. Hele nachten bracht ik puffend van de hitte door op het balkon – poedeltjenaakt in de vrieskou. Tijdens vergaderingen rukte ik ramen open waaruit ik ongegeneerd ging hangen – ‘O wat heb ik het warm, o wat is dit lekker, neem me niet kwalijk, maar kunt u nog eens herhalen wat u zojuist zei over bezuinigingen en budgetten?’ Van sommige vriendinnen mocht ik geen hormoonpreparaten slikken tegen mijn overgangsklachten. Zij geloven heilig in de heilzame werking van homeopathische druppeltjes en overvloedige hoeveelheden peulvruchten. Eentje raadde me een Chi Neng Quoging-workshop aan met de angstaanjagende titel Stromend door de Overgang. Ik heb de folder nog en citeer: ‘Wij reiken methoden aan (onder andere innerlijk kindwerk en emotioneel lichaamswerk) zodat je deze fase als groei- en transformatieperiode kunt gebruiken en opvliegers als kernversterker. Bij goed gebruik 16 zijn opvliegers je niet langer tot last, maar ga je ervan genieten.’ De vriendin die mij de brochure overhandigde, had zelf veel baat gehad bij de workshop, maar zij gelooft ook dat je kanker kunt genezen door de ziekte welkom te heten – dus haar kan ik sowieso niet serieus nemen (en een folder die is geschreven in zulk erbarmelijk Nederlands al helemaal niet). Een andere vriendin is ervan overtuigd dat menopauzeklachten de schuld zijn van onze westerse cultuur. ‘In de rest van de wereld respecteren ze oudere vrouwen,’ predikt ze. ‘Hun rimpels worden beschouwd als een teken van wijsheid.’ Onzin natuurlijk. Wat ik weet van andere culturen is dat vrouwen na het overlijden van hun man samen met zijn lichaam op de brandstapel worden geworpen (India), tot hun dood voor geiten, moestuin en kleinkinderen moeten zorgen (Afrika) of in ijskoude hutjes op een smerige matras hun laatste dagen moeten slijten (zie Jan Slagter voor Omroep Max in Oost-Europa). Dat noem ik geen respect voor rimpels, maar ouderenmishandeling. Bovendien zou dat betekenen dat overgangsklachten tussen de oren zitten, en geloof me – daar zitten mijn opvliegers niet. Nu ik toch zo lekker aan het klagen ben: ik ging in de overgang ook vreselijk bloeden. Tsunami’s overspoelden me en dat is niet leuk want die veroorzaken op onbewaakte ogenblikken vlekken op je bed en je ochtendjas, de bank en je bureaustoel. Geen maandverband dat bestand is tegen zulke vloedgolven. Al snel moest ik mijn toevlucht zoeken tot de afdeling kraamverband en incontinentiemateriaal van de Etos. Niet erg sexy, ik ben me daar terdege van bewust, maar allemachtig effectief. Een keer bloedde ik dagenlang zo erg dat ik steeds meer verzwakte. Mijn huisarts, een meisje van een jaar of 12, vond dat ik me niet zo moest aanstellen. ‘Het lijkt altijd veel meer dan het is,’ sprak ze in al haar 17 wijsheid. Ik sleepte me terug naar huis, beschaamd dat ik zo had overdreven. Gelukkig woonde ik in een dorp waar vele bankjes voor de huizen staan, daar kon ik elke drie meter fijn op uitrusten. Twee dagen later trof een vriendin me languit op mijn bank, ik kon nauwelijks nog lopen. Ze bracht me naar het amc en daar kon ik meteen blijven voor een bloedtransfusie. ‘Als u iets later was gekomen, had het weleens te laat kunnen zijn,’ zei de montere gynaecologe. Waarna ze besloot haar torenhoge Prada-pumps te verwisselen voor witte Birckenstocks en me te opereren – ze vond het hoog tijd dat mijn baarmoeder eens flink werd schoongemaakt. Ook schreef ze me hormoonpreparaten voor. ‘Elke dag een pilletje en niet zeuren over verhoogde risico’s op borstkanker en zo,’ zei ze vrolijk. ‘Dat wordt schromelijk overdreven. Typisch Nederlands, bij ons mogen vrouwen niet zeuren. Ze moeten dragen niet klagen. In andere Europese landen slikt bijna elke vrouw ze.’ Mijn gynaecoloog verdient een plaats in de hemel, wat mij betreft mag ze na haar overlijden voor de eeuwigheid bij Onze-Lieve-Heer op schoot zitten. Na de operatie heb ik nooit meer een spatje bloed verloren, dankzij de medicijnen heb ik zelden of nooit meer een opvlieger. Alleen Kareltje doet nog trouwe dienst, hoewel het niet zo goed met hem gaat omdat hij zijn handje is verloren. Dat heeft mijn man met tape provisorisch hersteld, maar voor mijn verjaardag heeft hij me een Kareltje de Tweede beloofd. Of ik verder nog klachten heb? Nou ja, als je heel erg aandringt wil ik je wel vertellen dat het natuurlijk niet leuk is om je taille in te wisselen voor een zwemband en kipfilets aan je armen, knieën en bovenbenen te zien groeien. Daar word ik niet blij van. Gelukkig ben ik nooit een schoonheid geweest – dat scheelt denk ik. Ik heb een beeldschone vrien18 din die het echt verschrikkelijk vindt om ouder te worden. Ze beseft heus wel dat ze ook leuk, lief, slim en geestig is, maar haar zelfbeeld wordt toch voor een groot deel bepaald door haar schoonheid. Daar is ze zich extra van bewust nu ze ouder wordt. Nu helpt het ook niet dat ze acht jaar geleden haar echtgenoot heeft ingewisseld voor een veel jongere man met een goddelijk lijf en schitterende kop. Daar word je knap onzeker van als menopauzale vrouw. Als ze naast hem ligt, houdt ze angstvallig haar buikje in. Bij het vrijen durft ze niet bovenop, want dan gaat de boel zo hangen. Ze doet zeshonderd push-ups per dag. Vier keer per jaar ondergaat ze een pijnlijke anticellulitis-behandeling waarbij de schoonheidsspecialiste haar met een soort stofzuiger vacuüm trekt. Wijn wordt er niet gedronken, want slecht voor de huid. Brood niet gegeten, want slecht voor de lijn. En natuurlijk worden er vele kilometers door bossen en duinen gerend. Ik word al moe als ik naar haar luister en dank God dat ik geen jonge Adonis tevreden hoef te houden. Want dat lijkt me een strijd die je nooit wint. ‘Ik wil niet alleen maar leuk zijn,’ zegt ze. ‘Ik wil ook lekker zijn. Ik wil dat mannen me sexy vinden. Dat ben ik zo gewend en ik kan de gedachte niet verdragen dat het eindig is.’ Zelf heb ik me allang neergelegd bij het gegeven dat alles in het leven eindig is en dat je op een dag niet meer wordt gezien als lekker wijf. De eerste keer dat ik me dat realiseerde was een paar jaar geleden in Noorwegen. Ik liep mijn hotel uit om een sigaret op te steken. Omdat ik geen aansteker had, liep ik op een groepje rokende mannen af. Ik vroeg een vuurtje. De mannen kletsten gezellig door. Een van hen gaf me zijn aansteker. Heel vriendelijk, daar niet van, maar er ontbrak iets. Ik werd niet keurend opgenomen, er werd geen grapje gemaakt, ik was als het ware onzichtbaar. Nu 19 waren daar natuurlijk redenen voor aan te voeren. Ik was gekleed in slobberige kniebroek, een verwassen shirt en aan mijn voeten prijkten degelijke wandelschoenen waarmee je zo de Vierdaagse kunt lopen. Ik begrijp best dat zo’n vrouw je testosterongehalte niet laat stijgen. Het is een ander verhaal als ik mijn mooiste jurk aan trek, mijn gezicht voorzie van een beetje make-up en net van de kapper kom. Dan willen de mannen nog steeds met me flirten – ondanks mijn 56 jaren. Zeker als ik in een goede bui ben en hun grapjes een beetje snedig beantwoord. Mannen zijn namelijk heel makkelijk. Als je er een beetje leuk uitziet en veel lacht, vinden ze je al snel leuk. Als je dan ook nog zo vriendelijk bent om niet te zeuren, te klagen of ruzie te maken, dan is het allang goed. O ja, enthousiast zijn in bed, dat helpt natuurlijk ook. Gewoon boven op hem gaan zitten, de meeste mannen vinden het heel gezellig dat je borsten uitgelaten meedeinen. En je moet zo slim zijn niet mee te doen aan de cougar-trend. Denk Heleen van Royen die de zoons van haar vriendinnen in bed probeert te krijgen. Als je als vijftiger per se een jongeling tussen de lakens wilt, kan ik me voorstellen dat je kipfilets je dwarszitten. Niet aan beginnen, zeg ik dan ook. Hou je bij mannen van je eigen leeftijd of een beetje ouder. Die van mij bijvoorbeeld, is al in de 60 en vertelt me elke dag dat hij me een lekker wijf vindt. Nu zijn we pas drie jaar bij elkaar en bevinden we ons nog in een zeer verliefde fase, dat scheelt natuurlijk. Maar toch: ik denk dat mijn buikje en onderkin hem echt niets kunnen schelen. Hij vindt me gewoon leuk – zelfs als ik met Kareltje tussen mijn schouderbladen op de bank zit. Of bij negen graden vorst op het balkon sta te jammeren dat ik het stervensheet heb. 20 Columniste Aaf Brandt Corstius (39) bereidt zich serieus voor op de overgang. Omdat ze vreest een woedende, gillende vrouw te worden, heeft ze haar man alvast toestemming gegeven haar tegen die tijd te verlaten. ‘Als hij daarna maar weer terugkomt.’ Aaf Brandt Corstius Niet zo goed met hormonen Het is vast een door de natuur ingebouwd zelfbeschermingsmechanisme: ik schat sinds een paar jaar mensen die ouder zijn dan ik stelselmatig te jong. En mensen die jonger zijn dan ik schat ik stelselmatig te oud. Dus: alle vrouwen van in de 50 die ik tegenkom schat ik op 42, hooguit. En alle meisjes van 18, 19, 20 schat ik op 30. Dit leidt weleens tot pijnlijke gesprekken, bijvoorbeeld met de kapster, lang blond haar, zilveren trui, knalroze lippenstift. Ik: ‘En heb jij al kinderen?’ Zij, ontzet: ‘nee! Ik ben 20!’ Pardon. Het is gewoon zelfbescherming. Ik word zelf ouder (39 nu), dus ik wil dat alle oudere mensen jonger lijken. Zo lijk ik zelf ook jonger. Ik doe gewoon alsof alle meisjes van 20 die ik tegenkom, precies zo oud zijn als ik. Met die meisjes (de babysits van mijn kinderen) en hun perfecte huid, hun van nature slanke taille en hun energie om dagenlang te feesten en te studeren tegelijk, verkeer ik dan ineens op gelijke voet. Nog een ander door de natuur ingebouwd zelfbescher23 mingsmechanisme – het is echt een wonder dat niemand hierop gepromoveerd is, en als ze het nu niet en masse gaan doen, zal ik het maar op me nemen er een proefschrift over te schrijven – is dat ik me op mijn 39ste al serieus aan het voorbereiden ben op de overgang. Ik weet het, het is niet sexy. Het is niet sexy om tegen mensen te zeggen: ‘Ik ben me vast mentaal aan het voorbereiden op de overgang.’ Het is veel sexyer om te zeggen: ‘Ik ben me mentaal aan het voorbereiden op een héle spannende jobhop.’ Of: ‘Ik ben me mentaal aan het voorbereiden op een waanzinnige presentatie die ik morgen in New York/ Berlijn/Parijs aan de board van dit-of-dat moet geven.’ Maar dat is niet zo. Ik ben best wel wat tijd kwijt met het mij mentaal grondig voorbereiden op de overgang. Dat komt: ik ben niet zo goed met hormonen. In allerlei fases van mijn leven hebben de hormonen mij op gruwelijke wijze lastiggevallen en nu ben ik, godzijdank, even hormoonvrij. 39 is echt een heel handig jaar als je gevoelig bent voor hormonen. Tenzij je natuurlijk zwanger bent op je 39ste, maar ik ben nu even niet zwanger en ga dat denk ik ook niet meer worden. Korte samenvatting van mijn hormonale historie. Puberteit: hel en doem, want hoofd en lichaam vol hormonen. Twintiger jaren: elke maand geplaagd door heftige pms, die ik nooit als zodanig kon duiden (‘Relax Aaf, het is maar pms’) want dat is juist een onderdeel van pms, dat je niet wéét dat het pms is en je waarlijk denkt dat de wereld vergaat, dat iedereen je haat en dat je een verschrikkelijk lelijke trol bent. Toen werd ik 30, en ging het een tijdje goed. En toen werd ik zwanger, en werd ik jarenlang – want ik was lang zwanger, twee keer negen maanden met slechts vier maanden onderbreking – krankzinnig van de zwangerschapshormonen. Ca24
© Copyright 2025 ExpyDoc