50 SO WHAT

50 so what
Eerder verschenen bij linda.boeken:
Sue Townsend, De vrouw die een jaar in bed ging liggen
Van de ballen verstand. Vrouwen die van voetbal houden
Sylvia Witteman, Gekke wijven en andere types
50 so what
boeken
Het verhaal ‘Angst vult de ruimte’ van Caitlin Moran op p. 83-96 is eerder
verschenen in How to be a woman, vertaling Petra C. van der Eerden,
uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, 2012
De column ‘Zodra de kinderen lallend op Chersonissos zitten, vliegt
mama naar New Delhi’ van Linda de Mol op p. 7-12, het verhaal ‘Eindelijk
moeder’ van Cara Schiffelers op p. 107-117, het verhaal ‘Ik verdom het’ van
Judith van Nieuwkuijk op p. 141-150 en het verhaal ‘Tot de laatste snik’ van
José Rozenbroek op p. 161-171 verschenen eerder in linda.
In ‘Nooit meer schattig’ van Wilma de Rek op p. 193-202 zijn citaten
gebruikt van:
Alice Schwarzer: Gesprekken met Simone de Beauvoir. Over haar werk,
leven en boeken, over Sartre en hun relatie. Rowohlt Verlag GmbH,
Reinbek bei Hamburg, 1983, in het Nederlands verschenen bij Rainbow
Pocketboeken, vertaald door José Rijnaarts
Simone de Beauvoir: De ouderdom, uitgeverij Bijleveld Utrecht (1987),
vertaald door Jan Hardenberg
Cicero: Over ouderdom en over vriendschap, uitgeverij Ambo (1999),
vertaald door W.A.M. Peters
www.lindaboeken.nl
Copyright © Linda de Mol, Juul Paleari, Aaf Brandt Corstius, Hedy
d’Ancona, Kluun, Heleen van Royen, Els Rozenbroek, Cécile Narinx,
Saskia Noort, Caitlin Moran, Jan Heemskerk, Bambi Bogert,
Sunny Bergman, Judith van Nieuwkuijk, Ad Fransen, José Rozenbroek,
Karin Kuijpers, Henk van Straten, Wilma de Rek, Sylvia Witteman
en linda.boeken 2014
Omslag Studio Room
Omslagbeeld Marc de Groot
Typografie Zeno Carpentier Alting en Studio Room
nur 450 / isbn 978 90 388 9876 6
Inhoud
Linda de mol 7
Zodra de kinderen lallend op Chersonissos zitten,
vliegt mama naar New Delhi
Juul Paleari 13
Poedeltjenaakt in de vrieskou
Aaf Brandt Corstius 21
Niet zo goed met hormonen
Hedy d’Ancona 27
Dat zou ons niet overkomen
Kluun 37
Ik vind het wel lollig
Heleen van Royen 47
Unfuckable? Jamais!
Els Rozenbroek 55
Opgestaan uit de dood
Cécile Narinx 63
Dus niet à la Yvon Jaspers
Saskia Noort 75
Op zoek naar een man
Caitlin Moran 83
Angst vult de ruimte
Jan Heemskerk 97
We zien jullie wel weer als we 84 zijn
Cara Schiffelers 107
Eindelijk moeder
Bambi Bogert 119
Geen sneakers maar steunzolen
Sunny Bergman 129
Dronken over straat
Judith van Nieuwkuijk 141
Ik verdom het
Ad Fransen 151
Sex in Huisje Weltevree
José Rozenbroek 161
Tot de laatste snik
Karin Kuijpers 173
Wat te doen aan de kalkoenkwab
Henk van Straten 185
Naakt door je huis rennen
Wilma de Rek 193
Nooit meer schattig
Sylvia Witteman 203
Het is maar een getal
Linda de Mol
(49) heeft
nog een
bucket list
om u tegen
te zeggen.
Zo wordt het
hoog tijd dat
ze George
Clooney
ontmoet, de
perfecte
Merengue
leert bakken
en in het
Portugees
verder komt
dan ‘dank u
wel’, ‘goedenavond’ en ‘vier
kip piri piri
alstublieft’.
Linda de Mol
Zodra de
kinderen
lallend op
Chersonissos
zitten, vliegt
mama naar
New Delhi
Bizar vind ik het, dat ik 8 juli 50 word. Dat kan toch niet? Dat
ik al een halve eeuw besta. Een hálve eeuw! Vijf decennia!
Weet je hoe lang dat is? Ik ben nog van vóór de kleurentelevisie. Ik ben zelfs van voor Willem-Alexander!
In mijn hoofd ben ik veel jonger, daar ben ik ergens bij 38
blijven steken. Dat ik inmiddels gewoon keihard twaalf jaar
verder ben, wil er bij mij mentaal nog niet helemaal in. Heel
leuk hoor, opbeurende kreten als 50 is het nieuwe 30 en 50 is
inderdaad niet meer het ‘oud’ dat het vroeger was, maar ‘belegen’ is het wel. In de kaaswinkel zou ik op de pittig gerijpte
plank liggen, net onder de schimmels.
Toch ga ik het Sarah worden groots en oprecht blij vieren
in juli. Blij omdat ik het in goede gezondheid gehaald heb.
Blij met een halve eeuw ervaring, belevenissen, hoogte- en
dieptepunten. Blij met een gewone, veilige jeugd, heerlijke
kinderen, een (inmiddels weer) goeie relatie, uitdagend en
afwisselend werk, een hechte familie en heel veel bijzondere
vriendschappen.
Natuurlijk is niet alles gelukt wat ik voor ogen had toen
9
ik jong was. Maar ik had dan ook een wensenlijst waar je u
tegen zegt. Ik wilde een lange houten keukentafel met daaraan minstens vier kinderen. Niet gelukt (de tafel wel). Ik wilde trouwen in een kanten jurk met een ‘prins’ die leek op
Rob Lowe of John Travolta en dan heel erg verliefd en gelukkig blijven tot de dood ons scheidde. Niet gelukt (de kanten trouwjurk wel). Ik wilde afstuderen en advocaat worden.
Niet gelukt. Ik zou altijd slank blijven. Niet helemaal gelukt
(in de ogen van twitterend Nederland helemaal niet gelukt).
Ik wilde de wereld verbeteren. Niet gelukt. Ik zou George
Clooney ontmoeten. Niet gelukt. Het Eurovisie Songfestival
presenteren. Niet gelukt.
Maar zoveel meer is wél gelukt. Ik wilde (heimelijk) beroemd worden. Behoorlijk goed gelukt. Ik wilde een oud,
vrijstaand huis met hoge plafonds, luiken voor de ramen en
een grote tuin. Gelukt. Ik wilde een jongen en een meisje.
Gelukt. Ik wilde dat het leuke kinderen zouden worden. Gelukt. Ik wilde een vent waarmee ik kon lachen en die mijn
beste vriend zou zijn. Gelukt. Ik wilde graag acteren. Gelukt. Ik wilde financieel onafhankelijk zijn. Prima gelukt. Ik
wilde de wereld zien. Gelukt. Ik wilde een inloopkast met
minstens vijftig paar schoenen. Gelukt. (nou bijna, vierenveertig). Ik wilde een vriendinnenclub waarmee ik alles zou
kunnen bespreken. Gelukt. Ik wilde een hond én een paard.
Hond gelukt. Ik wilde dat mijn leven nooit saai zou worden.
Hartstikke gelukt. Ik wilde succesvol zijn in mijn werk. Gelukt.
Als ik mijn blessings moet counten, ben ik wel een paar
uurtjes bezig en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Als
ik morgen door een tram word overreden, heb ik de belangrijkste dingen die ik wilde gedaan en beleefd.
Het is me bij deze opsomming weer eens duidelijk gewor10
den hoe goed het eigenlijk is wensen te hebben en die uit te
spreken. Door je wensen te formuleren maak je de kans dat
ze uitkomen stukken groter, daar ben ik van overtuigd. En
aangezien het leven afschuwelijk snel gaat, en steeds sneller
naarmate je ouder wordt, deel ik mijn bucket list met je.
1 Een paar maanden in New York wonen en doen alsof ik een
New Yorker ben door ’s ochtends op Nikes een beker koffie en
een blueberry muffin te halen.
2 Portugees leren. Het is een grof schandaal dat ik er al achttien jaar een huis heb en niet verder kom dan ‘dank u wel’,
‘goedenavond’ en ‘vier kip piri piri alstublieft’.
3 Het leuk hebben als mijn kinderen het huis uitgaan. Niet
aan ze gaan hangen en zeuren dat ze elke week thuis moeten komen eten of waarom ze niet gebeld hebben, maar leren
loslaten en de leegte van het lege nest opvullen met alles wat
niet kon omdat ik kinderen heb.
4 Op yoga gaan. Superslank is niet meer het streven, want
lekker eten opgeven nu ik over de helft ben, vind ik doodzonde van mijn resterende tijd. Fit blijven gaat wel lukken,
want ik sport twee keer per week, maar lenig en soepel… dat
zou ook fijn zijn. Zal dus toch een keer die yogamat op moeten.
5 Naar India. Fascinerend land waar ik dolgraag naartoe wil,
maar mijn kinderen kreeg ik er, nadat ze Slumdog Millionai­
re hadden gezien, met geen tien paarden naartoe. Zodra die
lallend op Chersonissos zitten, vliegt mama naar New Delhi.
6 De linda.Foundation een begrip maken en de armoede
onder kinderen in ons eigen land flink onder de aandacht
brengen. Genoeg geld reserveren om het nog jarenlang te
kunnen bekostigen, zodat er nooit één cent van een gift afgaat.
11
7 Leren bakken. Koken kan ik best aardig, al zeg ik het zelf,
maar ik kan nog geen behoorlijke appeltaart bakken. Merengues, tartes Tatin, chocoladetaarten – ooit staan ze home­
made op mijn keukentafel.
8 Met een boot de Amazone over. Volgens neefje Johnny, en
die kan het weten, een absolute must op mijn bucket list.
9 Een film maken die net zo goed is als Intouchables. Fat
chance natuurlijk, maar hé het is een wens.
10 Oma worden en mijn kleinkinderen tot in de afgrond
verwennen en het opvoeden lekker aan mijn kinderen overlaten.
11 Meer vrije tijd creëren. Nog geen idee hoe ik dat voor elkaar krijg, maar ooit gaat het lukken.
12 Een digitale inhaalslag maken. Van ‘god schat, dat snap
je toch wel?’ naar ‘vraag dat maar aan Linda, die is goed met
computers’, is best haalbaar als ik daar mijn zinnen op zet.
13 George Clooney ontmoeten (stug volhouden, die wens).
Libellecolumniste
Juul Paleari
(56) werd
overspoeld
door
bloederige
tsunami’s,
raakte
bijkans
krankzinnig
van de jeuk
en hing bij
negen
graden
vorst
puffend uit
het raam.
‘Niet erg sexy, wat u zegt, maar verder
heb ik geen klachten, dank u.’
Juul Paleari
Poedeltjenaakt
in de
vrieskou
Voor mijn 55ste verjaardag vroeg ik een ruggenkrabber aan
mijn man. Dat is een lange, houten stok waaraan een handje is bevestigd. ‘Verder heb ik geen wensen,’ sprak ik opgewekt. ‘Maar als je zo’n krabbertje voor me vindt, maak je me
intens gelukkig.’ Na lang zoeken vond hij uiteindelijk een ebbenhouten exemplaar in de Wereldwinkel. Blijkbaar schamen derdewereldvrouwen zich niet voor gillende menopauzejeuk op de rug. Het toeval wilde dat het een replica is van
de ruggenkrabber die mijn moeder jarenlang overal mee
naartoe sleepte. Toen na haar dood de erfenis werd verdeeld,
vroeg mijn zoon of hij hem mocht hebben. ‘Daar speelde ik
altijd zo fijn mee toen ik als klein jongetje bij oma logeerde,’
verklaarde hij. Ik vond het een mooie en bescheiden wens,
niet wetende dat ik zelf op een dag naar zo’n ding zou snakken, want dan had ik hem natuurlijk zelf ingepikt.
Het krabbertje is alweer een jaar jaar mijn trouwe metgezel. Ik noem hem Kareltje. Als mijn man het niet streng
had verboden, nam ik hem mee naar mijn werk, restaurants,
feestjes en partijen. Als ik thuiskom verwissel ik snel mijn
15
jurk voor joggingbroek, sweater en dikke sokken. En steek
Karel tussen mijn schouderbladen zodat ik niet hoef te zoeken als de nood weer eens hoog is. Tijdens Facebooken en
Dowton Abbey, de krant lezen en stukjes schrijven – mijn
trouwe Kareltje staat altijd voor me klaar. En ’s nachts ligt hij
zoet naast mijn bed, zodat ik mijn man niet meer hoef wakker te maken met het dringende verzoek mijn rug te krabben – ‘Ja, jaaa, jaaaaa, ga door, ga door, harder, harder, o god,
wat lekker.’
Kriebel op mijn rug is niet mijn enige overgangsverschijnsel. Ik heb ook jarenlang gruwelijke opvliegers gehad. En altijd op het verkeerde moment. Als ik met een opdrachtgever
over mijn honorarium onderhandelde, bijvoorbeeld. Flirtte
op een feestje. Tijdens een vrijpartij. In de bus, de tram, de
trein, de auto. We kunnen rustig stellen dat ik in een Kafkascenario was beland, waarbij ik was getransformeerd in een
gigantische opvlieger. Hele nachten bracht ik puffend van
de hitte door op het balkon – poedeltjenaakt in de vrieskou.
Tijdens vergaderingen rukte ik ramen open waaruit ik ongegeneerd ging hangen – ‘O wat heb ik het warm, o wat is dit
lekker, neem me niet kwalijk, maar kunt u nog eens herhalen
wat u zojuist zei over bezuinigingen en budgetten?’
Van sommige vriendinnen mocht ik geen hormoonpreparaten slikken tegen mijn overgangsklachten. Zij geloven
heilig in de heilzame werking van homeopathische druppeltjes en overvloedige hoeveelheden peulvruchten. Eentje raadde me een Chi Neng Quoging-workshop aan met de
angstaanjagende titel Stromend door de Overgang. Ik heb de
folder nog en citeer: ‘Wij reiken methoden aan (onder andere innerlijk kindwerk en emotioneel lichaamswerk) zodat je deze fase als groei- en transformatieperiode kunt gebruiken en opvliegers als kernversterker. Bij goed gebruik
16
zijn opvliegers je niet langer tot last, maar ga je ervan genieten.’ De vriendin die mij de brochure overhandigde, had zelf
veel baat gehad bij de workshop, maar zij gelooft ook dat je
kanker kunt genezen door de ziekte welkom te heten – dus
haar kan ik sowieso niet serieus nemen (en een folder die
is geschreven in zulk erbarmelijk Nederlands al helemaal
niet). Een andere vriendin is ervan overtuigd dat menopauzeklachten de schuld zijn van onze westerse cultuur. ‘In de
rest van de wereld respecteren ze oudere vrouwen,’ predikt
ze. ‘Hun rimpels worden beschouwd als een teken van wijsheid.’ Onzin natuurlijk. Wat ik weet van andere culturen is
dat vrouwen na het overlijden van hun man samen met zijn
lichaam op de brandstapel worden geworpen (India), tot
hun dood voor geiten, moestuin en kleinkinderen moeten
zorgen (Afrika) of in ijskoude hutjes op een smerige matras
hun laatste dagen moeten slijten (zie Jan Slagter voor Omroep Max in Oost-Europa). Dat noem ik geen respect voor
rimpels, maar ouderenmishandeling. Bovendien zou dat betekenen dat overgangsklachten tussen de oren zitten, en geloof me – daar zitten mijn opvliegers niet.
Nu ik toch zo lekker aan het klagen ben: ik ging in de
overgang ook vreselijk bloeden. Tsunami’s overspoelden
me en dat is niet leuk want die veroorzaken op onbewaakte ogenblikken vlekken op je bed en je ochtendjas, de bank
en je bureaustoel. Geen maandverband dat bestand is tegen
zulke vloedgolven. Al snel moest ik mijn toevlucht zoeken
tot de afdeling kraamverband en incontinentiemateriaal van
de Etos. Niet erg sexy, ik ben me daar terdege van bewust,
maar allemachtig effectief. Een keer bloedde ik dagenlang zo
erg dat ik steeds meer verzwakte. Mijn huisarts, een meisje van een jaar of 12, vond dat ik me niet zo moest aanstellen. ‘Het lijkt altijd veel meer dan het is,’ sprak ze in al haar
17
wijsheid. Ik sleepte me terug naar huis, beschaamd dat ik zo
had overdreven. Gelukkig woonde ik in een dorp waar vele
bankjes voor de huizen staan, daar kon ik elke drie meter fijn
op uitrusten. Twee dagen later trof een vriendin me languit
op mijn bank, ik kon nauwelijks nog lopen. Ze bracht me
naar het amc en daar kon ik meteen blijven voor een bloedtransfusie. ‘Als u iets later was gekomen, had het weleens te
laat kunnen zijn,’ zei de montere gynaecologe. Waarna ze besloot haar torenhoge Prada-pumps te verwisselen voor witte Birckenstocks en me te opereren – ze vond het hoog tijd
dat mijn baarmoeder eens flink werd schoongemaakt. Ook
schreef ze me hormoonpreparaten voor. ‘Elke dag een pilletje en niet zeuren over verhoogde risico’s op borstkanker
en zo,’ zei ze vrolijk. ‘Dat wordt schromelijk overdreven. Typisch Nederlands, bij ons mogen vrouwen niet zeuren. Ze
moeten dragen niet klagen. In andere Europese landen slikt
bijna elke vrouw ze.’
Mijn gynaecoloog verdient een plaats in de hemel, wat
mij betreft mag ze na haar overlijden voor de eeuwigheid
bij Onze-Lieve-Heer op schoot zitten. Na de operatie heb ik
nooit meer een spatje bloed verloren, dankzij de medicijnen
heb ik zelden of nooit meer een opvlieger. Alleen Kareltje
doet nog trouwe dienst, hoewel het niet zo goed met hem
gaat omdat hij zijn handje is verloren. Dat heeft mijn man
met tape provisorisch hersteld, maar voor mijn verjaardag
heeft hij me een Kareltje de Tweede beloofd.
Of ik verder nog klachten heb? Nou ja, als je heel erg aandringt wil ik je wel vertellen dat het natuurlijk niet leuk is
om je taille in te wisselen voor een zwemband en kipfilets
aan je armen, knieën en bovenbenen te zien groeien. Daar
word ik niet blij van. Gelukkig ben ik nooit een schoonheid
geweest – dat scheelt denk ik. Ik heb een beeldschone vrien18
din die het echt verschrikkelijk vindt om ouder te worden.
Ze beseft heus wel dat ze ook leuk, lief, slim en geestig is,
maar haar zelfbeeld wordt toch voor een groot deel bepaald
door haar schoonheid. Daar is ze zich extra van bewust nu
ze ouder wordt. Nu helpt het ook niet dat ze acht jaar geleden haar echtgenoot heeft ingewisseld voor een veel jongere man met een goddelijk lijf en schitterende kop. Daar word
je knap onzeker van als menopauzale vrouw. Als ze naast
hem ligt, houdt ze angstvallig haar buikje in. Bij het vrijen
durft ze niet bovenop, want dan gaat de boel zo hangen. Ze
doet zeshonderd push-ups per dag. Vier keer per jaar ondergaat ze een pijnlijke anticellulitis-behandeling waarbij de
schoonheidsspecialiste haar met een soort stofzuiger vacuüm trekt. Wijn wordt er niet gedronken, want slecht voor
de huid. Brood niet gegeten, want slecht voor de lijn. En natuurlijk worden er vele kilometers door bossen en duinen
gerend. Ik word al moe als ik naar haar luister en dank God
dat ik geen jonge Adonis tevreden hoef te houden. Want dat
lijkt me een strijd die je nooit wint. ‘Ik wil niet alleen maar
leuk zijn,’ zegt ze. ‘Ik wil ook lekker zijn. Ik wil dat mannen
me sexy vinden. Dat ben ik zo gewend en ik kan de gedachte
niet verdragen dat het eindig is.’
Zelf heb ik me allang neergelegd bij het gegeven dat alles in het leven eindig is en dat je op een dag niet meer wordt
gezien als lekker wijf. De eerste keer dat ik me dat realiseerde was een paar jaar geleden in Noorwegen. Ik liep mijn hotel uit om een sigaret op te steken. Omdat ik geen aansteker had, liep ik op een groepje rokende mannen af. Ik vroeg
een vuurtje. De mannen kletsten gezellig door. Een van hen
gaf me zijn aansteker. Heel vriendelijk, daar niet van, maar
er ontbrak iets. Ik werd niet keurend opgenomen, er werd
geen grapje gemaakt, ik was als het ware onzichtbaar. Nu
19
waren daar natuurlijk redenen voor aan te voeren. Ik was gekleed in slobberige kniebroek, een verwassen shirt en aan
mijn voeten prijkten degelijke wandelschoenen waarmee je
zo de Vierdaagse kunt lopen. Ik begrijp best dat zo’n vrouw
je testosterongehalte niet laat stijgen. Het is een ander verhaal als ik mijn mooiste jurk aan trek, mijn gezicht voorzie
van een beetje make-up en net van de kapper kom. Dan willen de mannen nog steeds met me flirten – ondanks mijn 56
jaren. Zeker als ik in een goede bui ben en hun grapjes een
beetje snedig beantwoord. Mannen zijn namelijk heel makkelijk. Als je er een beetje leuk uitziet en veel lacht, vinden
ze je al snel leuk. Als je dan ook nog zo vriendelijk bent om
niet te zeuren, te klagen of ruzie te maken, dan is het allang
goed. O ja, enthousiast zijn in bed, dat helpt natuurlijk ook.
Gewoon boven op hem gaan zitten, de meeste mannen vinden het heel gezellig dat je borsten uitgelaten meedeinen. En
je moet zo slim zijn niet mee te doen aan de cougar-trend.
Denk Heleen van Royen die de zoons van haar vriendinnen
in bed probeert te krijgen. Als je als vijftiger per se een jongeling tussen de lakens wilt, kan ik me voorstellen dat je kipfilets je dwarszitten. Niet aan beginnen, zeg ik dan ook. Hou
je bij mannen van je eigen leeftijd of een beetje ouder. Die
van mij bijvoorbeeld, is al in de 60 en vertelt me elke dag dat
hij me een lekker wijf vindt. Nu zijn we pas drie jaar bij elkaar en bevinden we ons nog in een zeer verliefde fase, dat
scheelt natuurlijk. Maar toch: ik denk dat mijn buikje en onderkin hem echt niets kunnen schelen. Hij vindt me gewoon
leuk – zelfs als ik met Kareltje tussen mijn schouderbladen
op de bank zit. Of bij negen graden vorst op het balkon sta te
jammeren dat ik het stervensheet heb.
20
Columniste
Aaf Brandt
Corstius
(39) bereidt
zich serieus
voor op de
overgang.
Omdat ze vreest een woedende, gillende vrouw
te worden, heeft ze haar man alvast
toestemming gegeven haar tegen die tijd te
verlaten. ‘Als hij daarna maar weer terugkomt.’
Aaf Brandt Corstius
Niet zo
goed
met
hormonen
Het is vast een door de natuur ingebouwd zelfbeschermingsmechanisme: ik schat sinds een paar jaar mensen die ouder
zijn dan ik stelselmatig te jong. En mensen die jonger zijn
dan ik schat ik stelselmatig te oud.
Dus: alle vrouwen van in de 50 die ik tegenkom schat ik
op 42, hooguit. En alle meisjes van 18, 19, 20 schat ik op 30.
Dit leidt weleens tot pijnlijke gesprekken, bijvoorbeeld met
de kapster, lang blond haar, zilveren trui, knalroze lippenstift. Ik: ‘En heb jij al kinderen?’ Zij, ontzet: ‘nee! Ik ben 20!’
Pardon.
Het is gewoon zelfbescherming. Ik word zelf ouder (39
nu), dus ik wil dat alle oudere mensen jonger lijken. Zo lijk
ik zelf ook jonger. Ik doe gewoon alsof alle meisjes van 20
die ik tegenkom, precies zo oud zijn als ik. Met die meisjes
(de babysits van mijn kinderen) en hun perfecte huid, hun
van nature slanke taille en hun energie om dagenlang te feesten en te studeren tegelijk, verkeer ik dan ineens op gelijke
voet.
Nog een ander door de natuur ingebouwd zelfbescher23
mingsmechanisme – het is echt een wonder dat niemand
hierop gepromoveerd is, en als ze het nu niet en masse gaan
doen, zal ik het maar op me nemen er een proefschrift over
te schrijven – is dat ik me op mijn 39ste al serieus aan het
voorbereiden ben op de overgang.
Ik weet het, het is niet sexy. Het is niet sexy om tegen
mensen te zeggen: ‘Ik ben me vast mentaal aan het voorbereiden op de overgang.’ Het is veel sexyer om te zeggen:
‘Ik ben me mentaal aan het voorbereiden op een héle spannende jobhop.’ Of: ‘Ik ben me mentaal aan het voorbereiden
op een waanzinnige presentatie die ik morgen in New York/
Berlijn/Parijs aan de board van dit-of-dat moet geven.’ Maar
dat is niet zo. Ik ben best wel wat tijd kwijt met het mij mentaal grondig voorbereiden op de overgang.
Dat komt: ik ben niet zo goed met hormonen. In allerlei fases van mijn leven hebben de hormonen mij op gruwelijke wijze lastiggevallen en nu ben ik, godzijdank, even
hormoonvrij. 39 is echt een heel handig jaar als je gevoelig
bent voor hormonen. Tenzij je natuurlijk zwanger bent op
je 39ste, maar ik ben nu even niet zwanger en ga dat denk ik
ook niet meer worden.
Korte samenvatting van mijn hormonale historie. Puberteit: hel en doem, want hoofd en lichaam vol hormonen. Twintiger jaren: elke maand geplaagd door heftige pms,
die ik nooit als zodanig kon duiden (‘Relax Aaf, het is maar
pms’) want dat is juist een onderdeel van pms, dat je niet wéét
dat het pms is en je waarlijk denkt dat de wereld vergaat, dat
iedereen je haat en dat je een verschrikkelijk lelijke trol bent.
Toen werd ik 30, en ging het een tijdje goed. En toen werd ik
zwanger, en werd ik jarenlang – want ik was lang zwanger,
twee keer negen maanden met slechts vier maanden onderbreking – krankzinnig van de zwangerschapshormonen. Ca24