"Het is niet om lullig te zijn", over provocaties in sollicitatiegesprekken.

"Het is niet om lullig te zijn", over provocaties in sollicitatiegesprekken.
“Nee, het is niet om lullig te zijn”, zegt de selecteur opeens tijdens een sollicitatiegesprek. Wat heeft
ze voorafgaand gezegd dat lullig was? En hoe reageert de sollicitant hierop? Voorafgaand heeft ze een
provocerende vraag gesteld, een ‘lullige’ vraag. Provocerende vragen zoals deze en de reactie van de
sollicitant erop staan centraal in mijn scriptie. Ik heb namelijk onderzoek gedaan naar de interactie
rondom provocaties in sollicitatiegesprekken.
Wat is een provocatie eigenlijk?
Een provocatie is een bekritiserende en beschuldigende opmerking of vraag. Hiermee kunnen de
selecteurs de sollicitanten uitdagen en een interessant antwoord verkrijgen. Daarnaast veroorzaakt een
provocatie een meningsverschil tussen de twee partijen. Dit is erg interessant om te bestuderen omdat
de selecteur de macht heeft in een sollicitatiegesprek en zijn mening dus niet gemakkelijk
tegengesproken kan worden (Glenn & LeBaron, 2011). Een meningsverschil is dus vanuit de kant van de
sollicitant niet gewenst. Hij moet dan namelijk de mening van de selecteur tegenspreken. Toch blijkt dat
het meningsverschil bij de selecteurs juist wel gewenst is, op basis van het grote aantal provocaties in de
gesprekken (Kotthoff, 1993). Uitdagen, daar houden selecteurs schijnbaar wel van.
Hoe ziet een provocatie er dan uit?
Onderstaand fragment is een voorbeeld van een provocerende opmerking en de reactie daarop.
Voorafgaand heeft de sollicitant een opdracht anders gemaakt dan van hem verwacht was, hier stelt de
selecteur er vragen over. In regels 1 en 2, bij de pijltjes, vindt de provocatie plaats, in regel 2 is de
beschuldiging duidelijk. In regel 4 zijn de verdediging en tegenargumenten van de sollicitant te zien.
1
A:
2
[…]
3
4
uhm maarehm ja ik vroeg me wel af, als je nou hier een
opdracht krijgt, iemand vraagt je iets te doen. Doe je dan
ook iets anders? 
[…]
want je gaat namelijk niet in waarom je het anders
aangepakt hebt. 
nee het is niet om lullig te zijn
[...]
S:
nou ik, uh ik heb eh geprobeerd om dus wel uh uh
volkomen aan die opdracht te voldoen. Door uh ook die
wervingsideeën – want die staan wel degelijk in de, in de
tekst, met de toelichting, wat ik al zei […]
Wat is conversatie-analyse?
Om de interactie rondom de provocaties te bestuderen heb ik mijn onderzoek uitgevoerd aan de hand
van de conversatie-analyse. Dit is een methode van kwalitatief onderzoek waarbij gesprekken eerst
gedetailleerd worden uitgetypt – getranscribeerd – zoals hierboven is gedaan. De nadruk ligt dan op
intonatie, snelheid van spraak, pauzes en andere elementen, die ik voor praktische redenen weg heb
gelaten in het bovenstaande fragment. Vervolgens worden de transcripten geanalyseerd, om zo de
onderlinge relaties van de gespreksdeelnemers en de sociale structuren van gesprekken vast te stellen
(Sidnell, 2010). Met andere woorden, conversatie-analyse bestudeert het hoe en niet het waarom
iemand iets zegt. Assumpties over wat iemand denkt of vindt wanneer hij iets zegt, zijn ten strengste
verboden.
Wat blijkt?
Uit mijn onderzoek is gebleken dat de selecteurs de provocerende uiting altijd in de eerste persoon
enkelvoud formuleren. Zo wordt deze subjectief, het is hun eigen persoonlijke mening, een mening die
ze niet per se met de rest van de sollicitatiecommissie delen. De sollicitant kan dan gemakkelijker de
provocatie tegenspreken. Anderzijds refereren de selecteurs in hun provocatie altijd naar iets wat de
sollicitant eerder heeft gezegd of geschreven. Op deze manier maken ze het de sollicitant juist moeilijk
om ze tegen te spreken, het zijn immers zijn eigen woorden.
Over de sollicitanten is gebleken dat ze zich, desondanks, na elke provocatie verdedigen, ongeacht het
feit of ze de selecteur gelijk of ongelijk geven. In de tegenargumenten van hun verdediging laten ze hun
beste kwaliteiten zien en grijpen ze elke kans om zichzelf zo goed mogelijk te presenteren.
En verder?
Wanneer de selecteur zijn uiting met ik vind, ik denk, ik vroeg me af of ik wilde nog iets vragen begint, is
het bijna zeker dat er een provocatie gaat komen. Zo weet de sollicitant al bij het begin van de vraag wat
hem te wachten staat en kan hij beter op de uitdaging voorbereid zijn. Omdat de selecteurs in
sollicitatiegesprekken bijna nooit een evaluatie van het antwoord van de sollicitant geven (Button,
1987), heb ik niet kunnen bestuderen in hoeverre de verdediging en tegenspraak van de sollicitant goed
worden opgevat door de selecteurs. Dit zou dan ook voor verder onderzoek interessant zijn, het
bestuderen of sollicitanten de selecteurs juist wel of niet moeten tegenspreken. Wel heb ik kunnen
bewijzen dat provocaties in sollicitatiegesprekken dezelfde patronen als een meningsverschil in een
discussie volgen.
Bibliografie
Button, G. (1987). Answers as interactional products: Two sequential practices used in interviews. Social
Psychology Quarterly, 50 (2), 160-171.
Glenn, P. & LeBaron, C. (2011). Epistemic authority in employment interviews: Glancing, pointing,
touching. Discourse & Communication, 5 (1), 3-22.
Kotthoff, H. (1993). Disagreement and concession in disputes: On the context sensitivity of preference
structures. Language in Society, 22, 193-216.
Sidnell, J. (2010). Conversation analysis: An introduction. Singapore: John Wiley & Sons.