TEL Tijdelijke natuur is pure winst voor dieren en planten 7/2014

Bedrijf en Organisatie
6WLFKWLQJ9DNLQIRUPDWLH6LHUJHZDVVHQ/HLGHQ
Tijdelijke natuur is pure winst
voor dieren en planten
Onderzoek wijst uit dat tijdelijke natuur op braakliggend terreinen meerwaarde heeft
voor de biodiversiteit van een gebied. Vooral zeldzame en bedreigde soorten profiteren
van deze natuurgebiedjes op industrieterreinen. „De tijdelijke natuur geeft soorten die
het moeilijk hebben een extra kans.”
Tekst Kirsten Dorrestijn | Beeld Albert Vliegenthart
I
ngeklemd tussen fabrieken en immense witte opslagsilo’s voor olie ligt op het
industrieterrein van de Amsterdamse
haven 8 ha aan ’tijdelijke natuur’. Op het
eerste gezicht lijkt er weinig bijzonders
aan het grassige veld, maar dit stukje is
rijk aan zeldzame vlinders, sprinkhanen,
padden en orchideeën.
De Amsterdamse haven was de eerste
grondbezitter die als pilot in 2009 een
generieke ontheffing voor tijdelijke
natuur kreeg. Hiermee komt de haven
niet in de problemen met de Flora- en
faunawet als beschermde soorten zich op
het braakliggende terrein vestigen. Zodra
de haven het gebied nodig heeft, mogen
deze dieren verplaatst worden naar een
andere geschikte leefomgeving.
Oeverzwaluw en rugstreeppad
Libelle op het tijdelijke natuurterrein in de haven
van Amsterdam. Aanwezigheid van libellen duidt
op goede waterkwaliteit.
20
TuinenLandschap
| 7 | 2014
Grondeigenaren hoeven geen natuurbevorderende maatregelen te nemen om
de soortenrijkdom op de tijdelijke natuur
te vergroten. Toch deed de Amsterdamse
haven dit wel. „Wij willen een aantrekkelijke haven zijn”, zegt Remco Barkhuis,
hoofd Infrastructuur en Geoinfo. „We
willen de natuur ondanks onze bedrijvigheid een kans geven.”
Op het perceel werd een bult zand
geplaatst, een poel gegraven en een
oever verticaal afgestoken voor oeverzwaluwen. „Voorheen was het een biljartlaken met weinig reliëf of diversiteit. Nu
broeden er tientallen oeverzwaluwen, in
de paddenpoel zaten binnen de kortste keren rugstreeppadden en door de
verschillen in vochtgradiënt kwamen er
al na een jaar overal orchideeën op. Het
gebied barst bovendien van de vlinders
en andere insecten.”
De haven huurt een ecoloog in voor monitoring en advies. „Afgelopen jaar telde
hij meer dan 30.000 orchideeën in de haven”, jubelt Barkhuis. Het Haven-bedrijf
Amsterdam is een van de partners in de
Green Deal Tijdelijke Natuur en treedt op
als ambassadeur van de regeling.
De tijdelijke natuur in de Amsterdamse haven ligt op een ongunstig gelegen
perceel dat waarschijnlijk niet snel wordt
uitgegeven. Wel zijn uit voorzorg in verschillende verre hoeken van het haventerrein paddenpoelen aangelegd, zodat
er genoeg plek is om de dieren naartoe
te verplaatsen.
Zeldzame soorten
Niet alleen beschermde dieren en planten hebben baat bij de tijdelijke natuur,
ook andere soorten profiteren ervan.
Albert Vliegenthart van De Vlinderstichting onderzocht de meerwaarde van
deze gebieden voor allerhande planten
en dieren. „Als partner in de Green Deal
Tijdelijke Natuur vroegen wij ons af wat
voor natuur deze regeling oplevert, en
wat de kwaliteit ervan is. Om een antwoord te vinden, heb ik in 2012 en 2013
onderzoek gedaan op de pilot-projecten
op de haventerreinen van Amsterdam en
Groningen.”
Vliegenthart heeft gekeken naar zogenoemde ’indicatorsoorten’: planten, libellen, vogels, vlinders en sprinkhanen die
veelzeggend zijn voor de kwaliteit van de
leefomgeving. „Ik kwam op de tijdelijke
natuurgebieden allerlei zeldzame soorten
tegen die heel kritisch zijn op hun habitat: zandloopkevers, zweefvliegen, maar
ook karakteristieke plantensoorten zoals
fraai duizendguldenkruid en stijve ogen-
Gevarieerd grasland in de haven van Amsterdam, waar door de creatie van tijdelijke natuur veel vlinders voorkomen.
troost. In de Amsterdamse haven ligt veel
opgespoten zand. Dat is een ideale habitat voor pioniersoorten en die hebben het
over het algemeen zwaar in Nederland.
Wij hebben maar weinig van dat soort
heel schrale milieus in ons land.”
Vliegenthart ontdekte in de havens
veel graslandvlinders: soorten die steeds
zeldzamer worden zoals bruin zandoogje,
hooibeestje en argusvlinder. Hij zag
vogels als kneu, kleine plevier en veldleeuwerik. Aan de hand van de Nationale
Database Flora en Fauna onderzocht hij
hoe bijzonder de gevonden soorten zijn
voor de regio. „Veel van de dieren bleken
maar weinig voor te komen in de rest
van de gemeente. Ze concentreerden zich
tot de tijdelijke natuur. Dat geeft wel aan
hoe belangrijk deze gebiedjes zijn. De
tijdelijke natuur op industrieterreinen
geeft soorten die het moeilijk hebben een
extra kans.”
Blauwvleugelsprinkhaan
In de Amsterdamse haven trof Vliegenthart de blauwvleugelsprinkhaan aan.
„Dat is een sprinkhaan die normaalgesproken in West-Nederland alleen in
de duinen voorkomt. Hij was nooit eerder
in het havengebied gevonden. De blauwvleugelsprinkhaan bewijst de stapsteen-
functie van de tijdelijke natuur. Want
stel dat het in de duinen slecht gaat met
deze soort, dan kan hij zich nu vanuit de
haven terugkoloniseren.” Vliegenthart
telde dertig soorten dagvlinders, libellen
en sprinkhanen. De libellen waren met
tien soorten goed vertegenwoordigd, wat
volgens Vliegenthart duidt op een goede
waterkwaliteit en geschikte wateren voor
pioniersoorten. Ook trof hij bijzondere
vlinders als bruin blauwtje, zwartsprietdikkopje en grootdikkopje. „Het perceel is
een paradijs voor insecten.”
Barkhuis van het Havenbedrijf Amsterdam benadrukt dat de ontheffing
niet alleen voordelig is voor de natuur,
maar ook voor de haven. „Het geeft ons
de zekerheid dat we grondgebied kunnen
vrijgeven zodra dat nodig is.” <
Onderzoek naar effect tijdelijke natuur
Vijf jaar geleden werd de tijdelijke natuur
in het haventerrein vrijgegeven. Nu bevindt
het landschap zich in een fase van pioniersoorten en schrale vegetaties, die erg waardevol blijken voor de soortenrijkdom. Maar
hoe waardevol is het gebied straks nog
als het dichtgroeit met brandnetels en
wilgen? Daar doet Albert Vliegenthart van
de Vlinderstichting regelmatig onderzoek
naar. „Met de informatie die daaruit
komt kunnen we sturing geven aan grondeigenaren, bijvoorbeeld door hen te stimuleren simpele maatregelen te nemen om
het gebied aantrekkelijk te houden.” Dit
jaar herhaalt Vliegenthart zijn onderzoeken.
„Ik ben benieuwd welke soorten onder de
natuurlijke successie lijden, welke verdwijnen en hoe snel dat gaat.” Al is het maar
tijdelijk, volgens Vliegenthart is natuur op
industrieterreinen van groot belang voor de
flora en fauna. „Bedrijventerreinen kunnen
zomaar tien of twintig jaar braak liggen. In
de tussentijd heeft de natuur pure winst
geboekt.” De ontheffing voor tijdelijke natuur is ontworpen door Bureau Stroming,
ARK Natuurontwikkeling, het ministerie van
Economische Zaken en InnovatieNetwerk.
Met deze regeling wordt de averechtse
werking van de Flora- en faunawet tegengegaan.
TuinenLandschap | 7 | 2014
21