Bedrijf en Organisatie 6WLFKWLQJ9DNLQIRUPDWLH6LHUJHZDVVHQ/HLGHQ Tijdelijke natuur is pure winst voor dieren en planten Onderzoek wijst uit dat tijdelijke natuur op braakliggend terreinen meerwaarde heeft voor de biodiversiteit van een gebied. Vooral zeldzame en bedreigde soorten profiteren van deze natuurgebiedjes op industrieterreinen. „De tijdelijke natuur geeft soorten die het moeilijk hebben een extra kans.” Tekst Kirsten Dorrestijn | Beeld Albert Vliegenthart I ngeklemd tussen fabrieken en immense witte opslagsilo’s voor olie ligt op het industrieterrein van de Amsterdamse haven 8 ha aan ’tijdelijke natuur’. Op het eerste gezicht lijkt er weinig bijzonders aan het grassige veld, maar dit stukje is rijk aan zeldzame vlinders, sprinkhanen, padden en orchideeën. De Amsterdamse haven was de eerste grondbezitter die als pilot in 2009 een generieke ontheffing voor tijdelijke natuur kreeg. Hiermee komt de haven niet in de problemen met de Flora- en faunawet als beschermde soorten zich op het braakliggende terrein vestigen. Zodra de haven het gebied nodig heeft, mogen deze dieren verplaatst worden naar een andere geschikte leefomgeving. Oeverzwaluw en rugstreeppad Libelle op het tijdelijke natuurterrein in de haven van Amsterdam. Aanwezigheid van libellen duidt op goede waterkwaliteit. 20 TuinenLandschap | 7 | 2014 Grondeigenaren hoeven geen natuurbevorderende maatregelen te nemen om de soortenrijkdom op de tijdelijke natuur te vergroten. Toch deed de Amsterdamse haven dit wel. „Wij willen een aantrekkelijke haven zijn”, zegt Remco Barkhuis, hoofd Infrastructuur en Geoinfo. „We willen de natuur ondanks onze bedrijvigheid een kans geven.” Op het perceel werd een bult zand geplaatst, een poel gegraven en een oever verticaal afgestoken voor oeverzwaluwen. „Voorheen was het een biljartlaken met weinig reliëf of diversiteit. Nu broeden er tientallen oeverzwaluwen, in de paddenpoel zaten binnen de kortste keren rugstreeppadden en door de verschillen in vochtgradiënt kwamen er al na een jaar overal orchideeën op. Het gebied barst bovendien van de vlinders en andere insecten.” De haven huurt een ecoloog in voor monitoring en advies. „Afgelopen jaar telde hij meer dan 30.000 orchideeën in de haven”, jubelt Barkhuis. Het Haven-bedrijf Amsterdam is een van de partners in de Green Deal Tijdelijke Natuur en treedt op als ambassadeur van de regeling. De tijdelijke natuur in de Amsterdamse haven ligt op een ongunstig gelegen perceel dat waarschijnlijk niet snel wordt uitgegeven. Wel zijn uit voorzorg in verschillende verre hoeken van het haventerrein paddenpoelen aangelegd, zodat er genoeg plek is om de dieren naartoe te verplaatsen. Zeldzame soorten Niet alleen beschermde dieren en planten hebben baat bij de tijdelijke natuur, ook andere soorten profiteren ervan. Albert Vliegenthart van De Vlinderstichting onderzocht de meerwaarde van deze gebieden voor allerhande planten en dieren. „Als partner in de Green Deal Tijdelijke Natuur vroegen wij ons af wat voor natuur deze regeling oplevert, en wat de kwaliteit ervan is. Om een antwoord te vinden, heb ik in 2012 en 2013 onderzoek gedaan op de pilot-projecten op de haventerreinen van Amsterdam en Groningen.” Vliegenthart heeft gekeken naar zogenoemde ’indicatorsoorten’: planten, libellen, vogels, vlinders en sprinkhanen die veelzeggend zijn voor de kwaliteit van de leefomgeving. „Ik kwam op de tijdelijke natuurgebieden allerlei zeldzame soorten tegen die heel kritisch zijn op hun habitat: zandloopkevers, zweefvliegen, maar ook karakteristieke plantensoorten zoals fraai duizendguldenkruid en stijve ogen- Gevarieerd grasland in de haven van Amsterdam, waar door de creatie van tijdelijke natuur veel vlinders voorkomen. troost. In de Amsterdamse haven ligt veel opgespoten zand. Dat is een ideale habitat voor pioniersoorten en die hebben het over het algemeen zwaar in Nederland. Wij hebben maar weinig van dat soort heel schrale milieus in ons land.” Vliegenthart ontdekte in de havens veel graslandvlinders: soorten die steeds zeldzamer worden zoals bruin zandoogje, hooibeestje en argusvlinder. Hij zag vogels als kneu, kleine plevier en veldleeuwerik. Aan de hand van de Nationale Database Flora en Fauna onderzocht hij hoe bijzonder de gevonden soorten zijn voor de regio. „Veel van de dieren bleken maar weinig voor te komen in de rest van de gemeente. Ze concentreerden zich tot de tijdelijke natuur. Dat geeft wel aan hoe belangrijk deze gebiedjes zijn. De tijdelijke natuur op industrieterreinen geeft soorten die het moeilijk hebben een extra kans.” Blauwvleugelsprinkhaan In de Amsterdamse haven trof Vliegenthart de blauwvleugelsprinkhaan aan. „Dat is een sprinkhaan die normaalgesproken in West-Nederland alleen in de duinen voorkomt. Hij was nooit eerder in het havengebied gevonden. De blauwvleugelsprinkhaan bewijst de stapsteen- functie van de tijdelijke natuur. Want stel dat het in de duinen slecht gaat met deze soort, dan kan hij zich nu vanuit de haven terugkoloniseren.” Vliegenthart telde dertig soorten dagvlinders, libellen en sprinkhanen. De libellen waren met tien soorten goed vertegenwoordigd, wat volgens Vliegenthart duidt op een goede waterkwaliteit en geschikte wateren voor pioniersoorten. Ook trof hij bijzondere vlinders als bruin blauwtje, zwartsprietdikkopje en grootdikkopje. „Het perceel is een paradijs voor insecten.” Barkhuis van het Havenbedrijf Amsterdam benadrukt dat de ontheffing niet alleen voordelig is voor de natuur, maar ook voor de haven. „Het geeft ons de zekerheid dat we grondgebied kunnen vrijgeven zodra dat nodig is.” < Onderzoek naar effect tijdelijke natuur Vijf jaar geleden werd de tijdelijke natuur in het haventerrein vrijgegeven. Nu bevindt het landschap zich in een fase van pioniersoorten en schrale vegetaties, die erg waardevol blijken voor de soortenrijkdom. Maar hoe waardevol is het gebied straks nog als het dichtgroeit met brandnetels en wilgen? Daar doet Albert Vliegenthart van de Vlinderstichting regelmatig onderzoek naar. „Met de informatie die daaruit komt kunnen we sturing geven aan grondeigenaren, bijvoorbeeld door hen te stimuleren simpele maatregelen te nemen om het gebied aantrekkelijk te houden.” Dit jaar herhaalt Vliegenthart zijn onderzoeken. „Ik ben benieuwd welke soorten onder de natuurlijke successie lijden, welke verdwijnen en hoe snel dat gaat.” Al is het maar tijdelijk, volgens Vliegenthart is natuur op industrieterreinen van groot belang voor de flora en fauna. „Bedrijventerreinen kunnen zomaar tien of twintig jaar braak liggen. In de tussentijd heeft de natuur pure winst geboekt.” De ontheffing voor tijdelijke natuur is ontworpen door Bureau Stroming, ARK Natuurontwikkeling, het ministerie van Economische Zaken en InnovatieNetwerk. Met deze regeling wordt de averechtse werking van de Flora- en faunawet tegengegaan. TuinenLandschap | 7 | 2014 21
© Copyright 2024 ExpyDoc