WETSVOORSTEL TIJDELIJK HUREN Op 11 april jl. heeft

WETSVOORSTEL TIJDELIJK HUREN
Op 11 april jl. heeft minister Blok de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen van het kabinet
om de mogelijkheden voor tijdelijke huur van woonruimte te verruimen. De minister verwacht in het
najaar van 2014 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te kunnen sturen. De hoofdlijnen van het
vermoedelijke wetsvoorstel worden alvast uit de doeken gedaan.
Het kabinet meent dat mogelijkheid tot tijdelijke verhuur van woonruimte de doorstroming op de
huurmarkt zal bevorderen. De huidige wetgeving bevat zeer beperkte mogelijkheden om over te gaan tot
tijdelijke verhuur van woonruimte. Een voorbeeld is het zogenaamde ‘campuscontract’ waarbij huurder
woonruimte kan huren zolang hij staat ingeschreven aan een universiteit of hogeschool. Daarnaast is
tijdelijke verhuur in principe niet mogelijk. De wet staat dat niet toe. Wanneer van dat wettelijk
uitgangspunt wordt afgeweken is doorgaans gewoon sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde
tijd met alle huurbescherming, op het gebied van huurprijzen, opzeggingsgronden e.d. van dien.
Een belangrijke uitzondering is de huur naar zijn aard van korte duur. De wet bepaalt niet wanneer
hiervan sprake is. Voorbeelden zijn de vakantiewoning en de wisselwoning. In de praktijk worden er
regelmatig huurcontracten opgesteld waarbij partijen beogen dat sprake is van huur naar zijn aard van
korte duur. Bijvoorbeeld in gevallen waarin een woning te koop staat en de eigenaar alvast een andere
woning heeft betrokken. Verhuurder heeft op voorhand niet de zekerheid dat de huurovereenkomst onder
deze categorie valt. Het komt dan ook voor dat de kantonrechter oordeelt dat toch sprake is van een
reguliere huurovereenkomst met de bijbehorende huurbescherming. Dit leidt er in sommige gevallen toe
dat eigenaren hun pand liever leeg laten staan dan dat zij het risico lopen met een huurovereenkomst voor
onbepaalde tijd te worden geconfronteerd.
Uit de brief van minister Blok aan de Tweede Kamer blijkt dat het kabinet het voornemen heeft om in de
wet een aantal vormen van ‘dringend eigen gebruik’ expliciet te gaan benoemen, zoals nu al het geval is bij
gehandicapten-, ouderen- en studentenwoningen. Het kabinet denkt aan jongeren, starters en grote
gezinnen. Het idee is dat woonruimte specifiek wordt bestemd voor deze doelgroepen. Wanneer huurder
niet langer kan aantonen tot de doelgroep te behoren kan verhuurder de huurovereenkomst beëindigen en
dient het gehuurde ter beschikking te worden gesteld aan een nieuwe huurder uit de doelgroep.
Daarnaast wil het kabinet het mogelijk maken dat tijdelijke huurovereenkomsten worden gesloten voor de
maximale duur van twee jaar. Deze mogelijkheid bestaat al voor winkelruimten. Deze tijdelijke
overeenkomst eindigt zonder opzeggingsformaliteiten wanneer de huurperiode afloopt.
In zijn brief aan de Tweede Kamer geeft minister Blok aan dat tijdens een inventarisatie een groot aantal
groepen is genoemd dat behoefte heeft aan tijdelijke huisvesting. Hij noemt onder andere migranten,
werknemers in noodzakelijke sectoren, mensen die uit opvang komen, ex-gedetineerden, maar ook
overlastgevende huurders die een tweede kans verdienen.
Het voornemen van het kabinet is wisselend ontvangen. Volgens Aedes zullen deze voornemens de
doorstroming op de woningmarkt bevorderen, terwijl de Woonbond meent dat de voorstellen zullen
leiden tot verslechtering van de rechtspositie van huurders. Zodra het wetsvoorstel naar de Tweede
Kamer gaat weten we meer. We houden u op de hoogte.
Auteur: Martijn van Geilswijk ([email protected]) / April 2014
Dit bericht is puur informatief van karakter. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden
ontleend. De inhoud van dit bericht geldt niet als juridisch advies. Voor het gebruik hiervan is Lawton niet
verantwoordelijk.