Nieuw voorstel wijziging SBF-regeling Aan: de leden van

 Nieuw voorstel wijziging SBF‐regeling Aan: de leden van het SOR Van: de voorzitter van het SOR Datum: 17 april 2014 Inleiding In mijn brief van 24 juni 2013 heb ik u een voorstel voorgelegd voor wijziging van de regeling voor substantieel bezwarende functies (SBF‐regeling) in combinatie met een verlenging van de VWNW‐
regeling voor DJI met 2 jaar en beperken van de nachtdienstontheffing. Inmiddels is een nieuwe situatie ontstaan. Verlenging van de VWNW ‐regeling voor DJI is niet meer aan de orde en in uw brief van 19 december 2013 heeft u uw inzet voor een nieuwe SBF‐regeling voorgelegd. Hierbij leg ik u een nieuw voorstel voor voor een nieuwe SBF‐regeling. De huidige SBF‐regeling Aanleiding voor het vernieuwen van de SBF‐regeling zijn een aantal kwesties die zich thans voordoen in de bestaande SBF‐regeling: • De bestaande SBF‐regeling is bijzonder complex. Werknemers begrijpen de regeling niet. • Voor de berekening van de ontslagdatum (einde SBF‐verlof) wordt gebruik gemaakt van het overgangsrecht FPU. Dit overgangsrecht FPU is afhankelijk van de pensioenopbouw. SBF‐ers zijn het er niet mee eens dat zij een deel van hun pensioen (het overgangsrecht FPU) moeten gebruiken voor zij de leeftijd van 65 jaar bereiken. • In de bestaande SBF‐regeling is de uitkeringsduur voor SBF‐ers met veel dienstjaren veelal korter dan voor SBF‐ers met weinig dienstjaren. • De Tweede Kamer heeft nagenoeg unaniem een motie aangenomen om de effecten van langer doorwerken ten goede te laten komen aan de ambtenaar. Aan deze motie is nog geen gevolg gegeven. • Tijdens de SBF‐uitkering is de SBF‐er met verlof. Hierdoor is het netto inkomen lager dan indien ontslag zou zijn verleend. SBF‐ers klagen over de hoogte van hun netto inkomen. • De SBF‐regeling is niet aangepast aan de verhoging van de AOW‐leeftijd. • De uitkeringsduur voor functies met een uittreedleeftijd van 55 jaar bedraagt 10 jaar. Er is geen onderbouwing voor het verschil in uittreedleeftijd met de andere SB‐functies. Voorstel vormgeving nieuwe SBF‐regeling De bovenstaande punten in de huidige SBF‐regeling vind ik ongewenst en wil ik graag wegnemen via een nieuwe SBF‐regeling, die anders wordt vormgegeven dan de huidige regeling. Mijn voorstel voor een nieuwe SBF‐regeling bestaat uit de volgende elementen: 1. Ingang SBF‐uitkering De SBF‐er met een aaneengesloten diensttijd van minimaal 5 jaar kan de SBF‐uitkering naar eigen keuze laten ingaan vanaf het eerste moment dat het ABP‐pensioen in kan gaan. Hiermee kan de SBF‐er op hetzelfde moment het arbeidsproces verlaten als een werknemer die niet op een SB‐functie werkzaam is en kan hij er ook voor kiezen langer door te werken. 2. Ontslag De SBF‐er wordt ontslagen bij ingang van de SBF‐uitkering. 3. Hoogte SBF‐uitkering De hoogte van de SBF‐uitkering blijft 80% van de bruto bezoldiging. Ingekomen
briefnummer
zaaknummer
status
Sectoroverleg Rijk
(SOR)
22-4-2014
SOR/14.00050
ZD. 0911.1
x Behandel
Pieptermijn
Informatie
4. Uitkeringsduur De duur van de SBF‐uitkering wordt voor SBF‐ers uit hetzelfde geboortejaar gelijk. De duur loopt af van 34 maanden voor SBF‐ers geboren in 1950 t/m 1952 tot 24 maanden voor SBF‐ers geboren vanaf 1965 volgens onderstaand schema. Geboortejaar 1950, 1951, 1952 1953, 1954 1955, 1956 1957, 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 e.v. Uitkeringsduur 34 maanden 33 maanden 32 maanden 31 maanden 30 maanden 29 maanden 28 maanden 27 maanden 26 maanden 25 maanden 24 maanden 5. Einde SBF‐uitkering De SBF‐uitkering eindigt na afloop van de uitkeringsduur, maar uiterlijk op de AOW‐leeftijd. 6. Deeltijduittreden De SBF‐er mag desgewenst in deeltijd uittreden. De SBF‐er die in deeltijd uittreedt moet met het oog op praktische inzetbaarheid en fiscale voorschriften minimaal 50% van zijn oorspronkelijke dienstverband blijven werken. De uitkeringsduur wordt bij deeltijduittreden herrekend. Na een deeltijduittreding kan de SBF‐er op een later moment volledig uittreden. Dan wordt de uitkeringsduur wederom herrekend. 7. Beëindigen aparte regeling voor SB‐functies met een uittreedleeftijd van 55 jaar De aparte regeling voor SB‐functies met een uittreedleeftijd van 55 jaar wordt beëindigd. Voor zittende SBF‐ers geboren voor 1968 komt er een overgangsmaatregel volgens onderstaand schema. geboortejaar 1958 en eerder 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 uittreedleeftijd 10 jaar voor AOW‐leeftijd 9 jaar en 6 maanden voor AOW‐leeftijd 9 jaar voor AOW‐leeftijd 8 jaar en 6 maanden voor AOW‐leeftijd 8 jaar voor AOW‐leeftijd 7 jaar en 6 maanden voor AOW‐leeftijd 7 jaar voor AOW‐leeftijd 6 jaar en 6 maanden voor AOW‐leeftijd 6 jaar voor AOW‐leeftijd 5 jaar en 6 maanden voor AOW‐leeftijd 8. Aanpassing SBF‐ en FLO‐overgangsrecht aan nieuwe vormgeving Voor SB‐functies waarvan de aanmerking als substantieel bezwarende functie in de toekomst komt te vervallen, geldt SBF‐overgangsrecht alleen voor werknemers met een aaneengesloten diensttijd van minimaal 5 jaar in een SB‐functie op de dag dat de aanmerking vervalt, die dan maximaal 10 jaar verwijderd zijn van de voor hen geldende AOW‐leeftijd. Voor degenen die vallen onder de overgangsmaatregel voor SB‐functies met een uittreedleeftijd van 55 jaar geldt het SBF‐overgangsrecht als zij maximaal 5 jaar van de voor hen geldende uittreedleeftijd zijn verwijderd. De uitkeringsduur voor het SBF‐ en FLO‐overgangsrecht wordt berekend door het aantal jaren doorgebracht op een FLO‐ of SB‐functie te vermenigvuldigen met 2 maanden en van de uitkomst 28 maanden af te trekken, met als maximum de duur van de nieuwe SBF‐uitkering. 9. Compensatie voor gevolgen verhoging AOW‐leeftijd Voor compensatie voor de gevolgen van de verhoging van de AOW‐leeftijd is er de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW. Deze regeling vind ik in principe voldoende, maar in een totaalpakket van afspraken ben ik bereid om wellicht toch een vorm van compensatie bieden aan SBF‐ers die nadat zij met SBF‐verlof zijn gegaan onverwacht met een verhoging van de AOW‐leeftijd zijn geconfronteerd. 10. Nachtdienstontheffing Mijn voorstel van 24 juni jl. bevatte ook een voorstel over nachtdienstontheffing. In plaats van mijn oorspronkelijke voorstel wil ik in het SOR afspreken dat in wij in de nieuwe CAO‐Rijk een afspraak maken over het afschaffen van het huidige verbod op nachtdiensten voor 55‐plussers en het beperken van de compensatie bij nachtdienstontheffing. 11. DJI‐specifieke elementen Voor wat betreft de DJI‐specifieke elementen wijs ik op de notitie uit februari jl. “Tafels waar afspraken gemaakt worden over aanpassing van de SBF‐regeling” waarin is aangegeven dat daarover afspraken kunnen worden gemaakt in het DGO V&J. Daarom zullen de bondsvertegenwoordigers in dat overleg vanuit het ministerie van V&J een voorstel ontvangen voor de DJI‐specifieke elementen. Ik hoop dat wij aan de hand van de voorstellen van werkgeverszijde en van uw zijde in het overleg tot een nieuwe SBF‐regeling kunnen komen.