Ebola is eng, maar we moeten niet ove rd r i jve n

.weten
.coververhaal
4
Ebola is eng,
maar we
moeten niet
overdrijven
„IK HEB IN NEDERLAND OOK VERPLICHTINGEN”
Dirk Jan Pot (56)
Tropenopleider/kinderarts bij
Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn
„Hulporganisaties hebben mij
nog niet gevraagd om die kant op
te gaan. Ik ben net terug van
vakantie en denk sinds 24 uur na
over die mogelijkheid.
Moet ik ze niet zelf benaderen?
Dat is een terechte vraag, maar
niet makkelijk te beantwoorden.
Ik heb veel ervaring met humanitaire missies in het buitenland. Bij
aardbevingen, een tsunami,
oorlogsgeweld, cholera. Maar
ebola is een ziekte die niet te
behandelen is. Dat is voor mij een
extra reden om goed na te denken
voor ik ga. Ik wil heel zorgvuldig
weten welke risico’s er zijn voor
mijn eigen gezondheid. Veiligheid
gaat voor alles, daarna komt een
hele tijd niets.
Ik heb begrepen dat er van de duizend hulpverleners er tien geïnfecteerd terugkomen. Dat vind ik
eerlijk gezegd niet zoveel. Maar
omdat het om een ernstige ziekte
gaat, wil ik er niet naïef in zijn.
Wat een grote rol speelt in mijn
overweging is mijn verantwoordelijkheid bij het ziekenhuis. De
afspraak is dat ik twee weken per
jaar verlof krijg voor humanitaire
Zes vragen over Ebola in Europa In een Spaans
ziekenhuis raakte een verzorgster van een ebolapatiënt
uit Afrika zelf besmet. Dat gebeurde ook in de VS. Uit angst
voor meer besmettingen voeren EU-landen de controles
op reizigers uit Afrika op. Hoe groot zijn de risico’s?
Hoe kan het dat verplegend personeel besmet raakt bij behandeling
van een ebolapatiënt in een
westers ziekenhuis?
In Madrid was de isolatieafdeling voor
infectieziekte wegbezuinigd. Toen er na
elkaar twee met ebola besmette geestelijken in Madrid aankwamen is de afdeling
steeds provisorisch heropend. Het uittrekken van de beschermende kleding
gebeurde in een veel te klein halletje. Die
verhalen verschijnen in de Spaanse pers.
Uit Dallas komen zorgelijke berichten
over onvoldoende bescherming voor de
verzorgers van een ebolapatiënt, en
slechte controleprocedures van mensen
die contact hadden met een uit Liberia
gearriveerde man die ebola onder de
leden bleek te hebben.
Het kan ook goed gaan. Er zijn tot nu toe
ebolapatiënten, meestal ziek geworden
artsen en verpleegkundigen, uit Guinee,
Sierra Leone en Liberia, opgenomen in
ziekenhuizen in Leipzig, Frankfurt,
Hamburg, Oslo, Londen, Parijs, Atlanta
en Omaha (Nebraska). De eerste opname
in Madrid verliep ook probleemloos.
1
●
Is het wel verstandig om ebolapatiënt als een ‘paard van Troje’
naar Europa en de VS te vervoeren?
De meeste ebolapatiënten in Europa en
de Verenigde Staten waren hulpverleners
die in de West-Afrikaanse ebolalanden
werden besmet. Ze waren daar vrijwillig,
om mensen in nood te helpen. De algemene mening is dat die opofferingsgezindheid hun het recht geeft op een
voorkeursbehandeling, vergeleken met
de patiënten die ze behandelden. In een
intensive care in een westers ziekenhuis
is de overlevingskans groter dan in een
behandelcentrum in West-Afrika. De
Nederlandse regering steunde begin
oktober een oproep aan medici en
verpleegkundigen met ervaring in infectieziektebestrijding om vrijwillig aan de
slag te gaan in de ebolalanden. Minister
Schippers van Volksgezondheid belooft
om bij besmetting „alles op alles zullen
zetten om de hulpverleners veilig terug te
krijgen”. Nederland heeft de Wereldgezondheidsorganisatie ook laten weten
niet-Nederlandse hulpverleners met
2
●
ebola op te willen vangen en heeft daarvoor bedden in het Calamiteiten Hospitaal in Utrecht in gereedheid gebracht.
Waar worden andere ebolapatiënten in Nederland opgenomen?
Alle acht academische ziekenhuizen in
Nederland staan klaar. Waar een patiënt
naartoe gaat is afhankelijk van waar hij
vandaan komt. Een huisarts die mogelijk
een ebolapatiënt in zijn praktijk treft, belt
met de GGD-infectieziektearts en overlegt waar de patiënt heengaat. Dat zal
meestal het dichtstbijzijnde UMC zijn. In
al die ziekenhuizen is geoefend in het
aantrekken van beschermende kleding,
de behandeling van patiënten, optredende calamiteiten en het uittrekken van
de pakken. Vooral het uittrekken is een
risicovolle handeling. Wie in het pak zit,
moet niet in aanraking komen met de
eventueel besmette buitenkant.
3
●
Amerikaanse hulpverleners in Anniston, Alabama oefenen met het ontsmettingsprotocol voor ebola. Rechtsonder leren Amerikaanse militairen van de
paramedische dienst in het Duitse Hamburg hoe ze moeten omgaan met
besmette patiënten. Later worden ze mogelijk uitgezonden naar Afrika om
patiënten te helpen. FOTO’S REUTERS, CORBIS/HH.
Heeft Nederland zijn aanpak veranderd na de besmettingen in Madrid
en Dallas?
Nee, zegt RIVM-woordvoerder Harald
Wygchel. Het is niet bekend wat er fout is
gegaan. Er staat veel over in de pers, maar
onderzoeken zijn nog niet afgesloten. Er
zijn nog geen conclusies.
4
●
Zijn de Nederlandse protocollen
goed?
De richtlijn voor de behandeling van
ebola staat op de ebolapagina van het
RIVM (www.rivm.nl). Wie doorklikt op de
richtlijn ziet ook nog tien bijlagen en nog
meer protocollen verschijnen. Van ‘Reiniging en desinfecteren van de woning
waar een patiënt met ebola is verbleven’
tot de instructie hoe een overleden
ebolapatiënt in twee bodybags te verpakken. Ze zijn gedetailleerd. Het is véél,
heel veel.
De Nederlandse protocollen hebben eenmaal de praktijktoets doorstaan. In 2008
kwam een Nederlandse toeriste met een
Marburginfectie terug uit Oeganda. Via
een ziekenhuis in Helmond werd ze in
het Leidse UMC opgenomen, waar ze na
een week overleed. Niemand raakte
besmet met Marburgvirus, dat net zo
gevaarlijk is als ebola.
5
●
nrc.next
VRIJDAG 17 OKTOBER 2014
Op vliegveld Zaventem in Brussel
weigerde personeel bagage uit
De meeste
vliegtuigen uit de West-Afrikaanse
ebolapatiënten
ebolalanden aan te pakken. Is dat
terecht?
in de EU en
Alles is een kwestie van kans, maar dit
de VS zijn
lijkt een aanval van ‘angstbola’. Ebola
verzorgers loop je op door contact met vooral braaksel, bloed en feces van patiënten. Koffers
die in
die daarmee zijn besmeurd zullen ook
Afrika
wel extra aandacht krijgen als ze níét uit
ebolalanden komen. Het ebolavirus kan
besmet
ook in speeksel, urine, moedermelk en
raakten
sperma zitten. Een ebolapatiënt is pas
besmettelijk als hij al flink ziek is. Zo’n
patiënt gaat niet meer op reis. En krijgt
zijn koffer niet door de douane. Wie
vreest voor zijn leven kan, kortom, beter
de snelweg naar Zaventem mijden.
6
●
WIM KÖHLER
missies. Twee andere weken doe
ik in eigen tijd. Maar ik kan niet elk
moment weg. Ik ben tropenopleider en vier dagen per week
kinderarts. Iemand moet mijn
spreekuren overnemen. En mijn
diensten in de avond, nacht en in
het weekend. Nog iets: het
ziekenhuis moet weten dat er
wellicht een risico is op besmetting met de gevolgen van dien.
Mijn thuissituatie speelt ook mee.
Mijn vier kinderen zijn inmiddels
in de twintig. Dat maakt het iets
makkelijker dan toen ik in 1999
naar Kosovo ging. Achteraf gezien was het risico daar ook groter
dan ik aanvankelijk vermoedde.
Mijn vrouw weet dat er altijd een
mogelijkheid is dat ik op korte termijn in het buitenland nodig ben.
Dan gaan we daar samen voor zitten en erover nadenken. Dat heb
ik nu nog niet gedaan.
Het is geen oplossing om niet
naar ebolagebieden te gaan. Er is
hulp nodig. Ik vind dat ik daarin
een verantwoordelijkheid heb als
tropenarts en als mens. Die moet
ik afwegen tegenover verantwoordelijkheden hier. De weegschaal kan naar links of rechts
slaan. Bij mij staat het nog niet
vast.”
„IK WIL ZO SNEL MOGELIJK NAAR SIERRA LEONE”
Bart Waalewijn (30)
Tropenarts, tot voor kort in
Sierra Leone
„Eind vorig jaar ben ik naar Sierra
Leone verhuisd om als tropenarts
in een ziekenhuis te werken. Op
dat moment was er geen sprake
van ebola. Ik had sporadisch te
maken met lassakoorts, maar dat
was echt van een andere omvang
dan deze ebola-uitbraak. Dit jaar
kwam ons ziekenhuis middenin
de ebola-epidemie terecht.
Het was niet mijn eigen beslissing
om terug te gaan naar Nederland.
Die werd in augustus genomen
door de organisatie waarmee ik in
Sierra Leone was. Zij besloten dat
ik me onvoldoende kon beschermen. Bovendien zat ik daar met
mijn vrouw en een heel jong kindje dat daar net geboren was.
Misschien is het maar goed dat zij
die beslissing voor mij namen.
Zelf zat ik in een spagaat. Ik wilde
me voor de mensen daar inzetten.
Maar ik wilde ook dat mijn vrouw
en kind veilig waren. Ik nam alleen
een koffer mee. Ik dacht dat ik
twee weken in Nederland zou zijn,
het zijn nu al twee maanden. Mijn
spullen zijn daar, mijn huis ook.
Ik zou heel graag terug willen. Ik
praat met veel mensen en kijk wat
de opties zijn. Teruggaan naar het
ziekenhuis waar ik werkte is absoluut te onveilig. Ik kan me daar
onvoldoende beschermen. Je
moet daar emmer waters naar het
ziekenhuis sjouwen, zo erg is het.
Ik kijk nu of ik in een coördinerende functie daar iets kan betekenen, een optie die acceptabeler is
voor mijn familieleden.
Zij zeggen niet dat ik per se in
Nederland moet blijven, maar
hebben liever dat ik naar een
gebied ga met minder risico’s.
Zimbabwe bijvoorbeeld. Dat
zouden ze minder heftig vinden.
De beslissing om terug te gaan is
niet alleen aan mij. Als ik nu terug
ga, laat ik mijn kind hier achter. Ik
vind het te gevaarlijk om met z’n
drieën daar naartoe te gaan. Mijn
vrouw snapt wel dat ik terugwil. Ze
heeft gezien hoe mooi het werk is
en hoe waardevol. Ze begrijpt dat
ik als tropenarts een verantwoordelijkheid heb om mee te werken.
Er is niet alleen geld nodig, er
moeten ook mensen heen.”
Interviews Tom Vennink
5