1420482681_topics IC interacties Uijtendaal 2014

Geneesmiddeleninteracties op de
Intensive Care
11 december 2014 Esther Uijtendaal
ziekenhuisapotheker UMC Utrecht
Casus
• Vrouw 21 jaar wordt via SEH opgenomen op IC ivm nieuw gediagnostiseerde tonisch‐clonische aanvallen
• Op IC start valproinezuur 1000mg per 24 uur via continue infuus, op dag 6 is spiegel 52 mg/L
• Op dag 13 wordt meropenem 3dd 1g gestart
• Op dag 15 is patiente koortsvrij maar ontwikkelt zij toch myoclonieen. De valproinezuurspiegel is op dat moment 42mg/L
• Ondanks dosisverhogingen naar 2880 en 3600 mg/dag ontwikkelt patiënte tonisch clonische aanvallen. De spiegels dalen naar < 10 mg/L Wat gaat er fout ?
•
Clause ea. Pharmacokinetic interaction between valproic acid and meropenem. Intensive Care Med 2005; 31:1293
Frequentie van geneesmiddeleninteracties
in ziekenhuis
• 17 % van de Adverse Drug Events (ADE’s) door geneesmiddeleninteractie (DDI)
• 1% van de patienten heeft ADE door DDI1
•
1 Krahenbuhl‐Melcher ea. Drug‐related problems in hospitals: a review of the recent literature. Drug Saf 2007;30:379–407
Geneesmiddeleninteracties op
de Intensive Care
• 10–16% van alle “preventable” ADEs hebben relatie met een DDI
• ~5% van alle IC patienten heeft een ADE gedurende opname ten gevolge van een DDI2,3
•
•
2 Kopp ea. Medication errors and adverse drug events in an intensive care unit: direct observation approach for detection. Crit Care Med 2006;34:415–25
3 Reis AMM. Adverse drug events in an intensive care unit of a university hospital. Eur J Clin Pharmacol 2011;67:625–32
Waarom zijn geneesmiddeleninteracties anders op de Intensive Care?
Bijzondere eigenschappen van patiënt op IC
•
•
•
•
Nierfunctie
Leverfunctie
Distributie volume
Catecholamine‐gerelateerde circulatie veranderingen
•
Spriet I ea. Mini series: II. Clinical aspects: clinically relevant CYPP450‐mediated drug interactions in the ICU. Intensive Care Med 2009;35:603–12
CYP P450 interacties op de IC
Detectie van geneesmiddeleninteracties
• Micromedex
• Lexi‐interact
• Stockley drug interactions
•
•
•
Micromedex: http://www.micromedexsolutions.com/micromedex2/librarian.
Up‐to‐Date, Inc. Lexi‐interact online: http://www.uptodate.com/contents/drug‐
disclaimer?source=interact.
Stockley: https://www.medicinescomplete.com/mc/alerts/current/drug‐interactions.htm
Frequentie van (potentiële) geneesmiddeleninteracties op IC
• 11‐73% van de patiënten 5, 6, 7, 8
• Systemen verschillen in detectie en ernst
gedetecteerde DDI
5 Smithburger ea. Drug‐drug interactions in cardiac and cardiothoracic intensive care units. Drug Saf 2010;33:879–88.
6 Smithburger ea. Drug‐drug interactions in the medical intensive care unit: an assessment of frequency, severity and the medications involved. Int J Pharm Pract 2012;20:402–8.
7 Lima ea. Potential drug interactions in intensive care patients at a teaching hospital. Rev Lat Am Enfermagem 2009;17:222–7.
8 Askari ea. Frequency and nature of drug‐drug interactions in the intensive care unit. Pharmacoepidemiol Drug Saf 2013;22:430–7.
Geen consensus in standaarden voor geneesmiddeleninteracties !
• 65 DDIs (contra‐indicated) in Lexi interarct => 16 hiervan in Micromedex
• 97 DDIs (contraindicated) in Micromedex => 13 hiervan in Lexi interact
=> geen specifieke IC‐standaard
Nederlandse situatie: G standaard
Algemene verpleegafdeling:
• UMCU: 9,6 % van de voorschriften resulteert in een relevante interactie
• interactie bij 28% vd patiënten tijdens opname
Algemene IC:
• UMCU: 8,1 % van de voorschriften resulteert in een interactie bij 54% vd IC patiënten; • AMC: 40% vd IC patienten
Aantal geneesmiddelenparen op IC
In G‐standaard totaal 358 relevante
geneesmiddeleninteracties:
• Op IC van UMCU: 81 (23%)
• AMC: 85 interactie‐paren
potentiele geneesmiddeleninteractie Frequentie (%)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
β‐blokker (sel) + insuline
Midazolam + cyp3A4 remmers
QT verlenger + QT verlenger
RAS remmer + K zout / K spaarder
RAS remmer + diureticum
Acetazolamide + diuretica
β‐blokker (niet sel) + insuline
Coumarine + antibiotica
K‐zout + K spaarder
β‐blokker (niet sel) + β‐mimetica
15,9
11,0
10,7
9,7
8,5
5,7
5,0
4,3
4,2
4,0
potentiele geneesmiddeleninteractie Frequentie (%)
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
NSAIDs + corticosteroiden
Statine + CYP3A4 remmers
Midazolam + enzyminductoren
Corticosteroiden + enzyminductoren
Tacrolimus + CYP3A4 remmers
Coumarines + salicylaten
Haloperiodol + enzyminductoren
Calciumantagonisten + CYP3A4 remmers
Digoxine + amiodarone
Cyclosporine + CYP3A4 remmers
3,7
2,1
1,5
1,4
1,2
1,0
0,9
0,8
0,6
0,5
TOTAAL
92,6
Mogelijke gevolgen van de geneesmiddelenineracties op de IC
91 %
11 %
verhoogd risico op bijwerkingen
risico op een verminderde effect
Geadviseerde management strategieen bij interacties
80%
40%
25%
19%
Monitoren
Combinatie vermijden
Dosis aanpassen / titreren
Risicomijdende strategie toepassen
Signaleren op moment van voorschrijven?
• Stoppen een van de interacterende geneesmiddelen?
• Monitoren: wat en wanneer?
• => signaleren bij deviatie monitoringwaarden een optie (reverse signaleren) ?
Clinical Decicion Support systeem: Multifactorieel bewaken
case based learning
(5) Knowledge base (guidelines)
biomarkers
patientcharacteristics
(2) input
(3) information on change
(6) output
(4) Reasoning engine (rules)
morbidity
medication
(1) patient related data
Klassieke bewaking behouden (aanzetten) voor weinig voorkomende gecontraindiceerde interacties !
– Valproaat + meropenem
– Methotrexate + co‐trimoxazol
– Ciclosporine + bosentan
Zijn we er hiermee?
• Welke interactiestandaard gebruiken? => Geen specifieke interactiestandaard voor IC
• Inventarisatie van 5 veelgebruikte specifieke IC middelen:
•
•
•
•
•
Propofol
Dopamine
Dobutamine
Adrenaline
Noradrenaline
Interacties met 5 veelgebruikte specifieke IC middelen
geneesmiddeleninteractie
propofol + midazolam
dopamine + sympaticomimetica
propofol + CYP2D6 inhibitor
adrenaline + sympaticomimetica
dobutamine _ calciumzouten
noradrenaline + β‐blokkers
(nor)adrenaline + spironolacton
dobutamine _ β blokkers
(nor)adrenaline + carbo‐anhydrase remmers
adrenaline + antacida
noradrenaline + tricyclische antidepressiva
adrenaline + rocuronium
adrenaline + haloperidol
effect
concentratie propofol + midazolam neemt toe
toename effect sympaticomimetica
afname metabolisme propofol
toename effect sympaticomimetica
afname effect dobutamine
toename effect noradrenaline
afname vasculaire effect van (nor)adrenaline
afname effect dobutamine
afname excretie (nor)adrenaline
afname excretie adrenaline
afname effect noradrenaline
toename efect postoperatieve paralyse
afname effect adrenaline
% patienten (n)
16 (273)
12 (202)
7,2 (120)
4,0 (67)
3,5 (58)
3,0 (50)
2,3 (38)
2,1 (35)
1,9 (32)
1,3 (21)
0,8 (13)
0,8 (13)
0,1 (2)
Effecten
• Vooral afname / toename effect
• Door korte halfwaardetijd (pompen) wordt vaak getitreerd op effect
Wat kunnen we doen om het risico op een DDI te verkleinen?
• Stel veel voorkomende en belangrijkste interacties vast voor de IC
• Kijk welke managementstrategie voor deze interacties van toepassing is
• Zorg voor een goed assortimentsbeheer
– Bouw ervaring op met beperkt aantal middelen
– Kies voor middelen met zo min mogelijk interacties
• Gebruik monitoringsgegevens op IC om signalering specifieker te maken
• Behoudt klassieke bewaking voor gecontraïndiceerde interacties
• (Vul standaarden aan met interacties voor specifieke IC middelen)
Discussie