Inlichtingen bij dhr. R.F. Duzijn, tel. (026) 359 97 77 e

STATENBRIEF
Onderwerp: Voortgang proces PIP Bommelerwaard
Doel van deze brief:
Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:
Te besluiten conform het ontwerpbesluit
Over de inhoud van deze brief te overleggen
De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
1
Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)
Met deze Statenbrief informeren wij u over de voortgang van het proces om te komen tot een
Provinciaal Inpassingsplan ten behoeve van de herstructurering van de glastuinbouw en
paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard, hierna kortweg aan te duiden als PIP
Bommelerwaard. Deze brief is een vervolg op onze brief d.d. 8 april 2014 (PS2014-313), die uw
Staten op 9 april hebben besproken. Deze brief is bedoeld om uw Staten te informeren en dient
ter ondersteuning van enkele voorstellen voor het vervolg; besluiten vragen wij niet, wel een
(richtinggevende) uitspraak.
2
Aanleiding
Uw opdracht
Tijdens de vergadering van de commissie LCJ d.d. 12 maart 2014 hebben wij van uw Staten de
opdracht gekregen om het PIP Bommelerwaard te vullen met meer zekerheden, zoals
geadviseerd door informateur mevrouw Van Vliet. U heeft daarbij aangegeven dat, conform het
advies van mevrouw Van Vliet, alle belanghebbenden in het gebied explicieter dan voorheen
dienen te worden betrokken bij de totstandkoming van het PIP. Deze opdracht hebben wij
aanvaard en opgepakt.
Uw bespreking op 9 april
Tijdens de vergadering van de commissie LCJ d.d. 9 april 2014 heeft u kennis genomen van de
voortgang in het PIP-proces en ons college het vertrouwen gegeven voor de aanpak van het
vervolg. De op 9 april besproken voortgang betrof 2 werksessies in het gebied, namelijk
25 maart en 2 april 2014.
Deze Statenbrief
Intussen hebben wij nog een tweetal sessies gehouden, namelijk op 10 en 24 april 2014. De
voorliggende Statenbrief beschrijft de resultaten van deze beide sessies en de keuzen die nu
voorliggen.
3
Bestaand beleid c.q. kader
N.v.t.
Inlichtingen bij dhr. R.F. Duzijn, tel. (026) 359 97 77
e-mailadres: [email protected]
4
Argumenten/afwegingen/risico's
Proces algemeen
Na een viertal werksessies in het gebied (25 maart, 2, 10 en 24 april) constateren wij met
genoegen dat alle partners in het gebied consequent aanwezig zijn en met betrokkenheid hun
inzet leveren. Wij zijn ingenomen met de constructieve wijze waarop door alle partners wordt
meegedacht en meegewerkt aan het beter maken van het PIP. Uiteraard zijn er verschillen van
inzicht, maar deze worden door de betrokkenen met respect bejegend. Bijzonder is dat de
partners zelf uitspreken blij te zijn met dit proces, waarin zij elkaar in alle vrijheid in de ogen
kunnen kijken.
Tegelijkertijd constateren wij dat de partners inzicht ontwikkelen in de complexiteit van de
materie. De complexiteit is het gevolg van veranderende wet- en regelgeving en hangt qua
inhoud samen met de integraliteit van de SOK-doelen, waar alle partners achter staan. Met dit
inzicht lijken de partners geleidelijk aan ruimte te willen bieden voor compromissen. Op deze lijn
borduren wij graag voort.
Werkwijze
Om de aansluiting bij uw opdracht aan mevrouw Van Vliet vast te houden nodigen wij
consequent dezelfde partners uit, die vanzelfsprekend meerdere contactpersonen afvaardigen.
Intussen hebben wij ook medewerkers van het PHTB uitgenodigd en ambtenaren van de
gemeenten, om de relatie met het gemeentelijk beleid te kunnen leggen. Verder zijn meerdere
adviseurs betrokken om specifieke onderwerpen te belichten. Doel is waar mogelijk 'korte
klappen' te maken en de partners maximaal inhoudelijk te faciliteren. Gevolg daarvan is het
hierboven beschreven inzicht onder de betrokkenen.
De sessies vonden tot nu toe plaats in een lichte setting en hadden een ontwerpend en
interactief karakter met optimale inbreng en dialoog. Door de partners wordt deze aanpak zeer
gewaardeerd.
Naast plenaire bijeenkomsten met alle partners hebben er ook bilaterale (verdiepende)
gesprekken plaatsgevonden tussen gedeputeerde Van Dijk en vertegenwoordigers van de
Stichting Plattelandswaarden, de Werkgroep Kassen en Landschap, ondernemers en LTO.
Dergelijke bilaterale gesprekken voorzien wij ook voor onder meer de beide gemeenten op
bestuurlijk niveau, Waterschap Rivierenland, Waterleidingbedrijf Dunea en mogelijk nog
anderen.
SOK is meer dan PIP
Doordat er reeds lange tijd zeer veel energie wordt gestoken in het PIP, lijkt het soms dat het
PIP een doel is van de herstructurering. Dat is niet zo en dat willen wij nog eens benadrukken.
Het PIP is een middel om voor de (integrale) SOK-doelen de ruimtelijk relevante kaders (in Wrotermen) te scheppen, omdat de vigerende bestemmingsplannen hierin niet voorzien. In het
proces waarover wij u in deze brief informeren, concentreren wij ons daarom op het PIP. Maar
intussen gaat de herstructurering door op basis van in de SOK gemaakte concentratie-afspraken
(2009), de succesvolle verplaatsingsregeling (sinds 2010), het PHTB (sinds 2011) en de
structuurvisie herstructurering (2012), waarin een basis is gelegd voor kostenverhaal ten
behoeve van de publieke functies in het gebied.
Korte terugblik
Uit de startbijeenkomst op 25 maart en de werksessie op 2 april kwam naar voren dat in de ogen
van de deelnemers in het PIP onder meer werk moet worden gemaakt van de volgende punten.
1
De landschappelijke inpassing van de bedrijvigheid.
2
Het gebied Zuilichem-Oost. De discussie betreft de gebiedsindeling (extensief-intensiefmagneetlocatie) en de gevolgen voor de bedrijvigheid, en tevens de magneetlocatie
Zuilichem-Oost in relatie tot landschappelijke kwaliteit.
2
3
4
De visie op extensiveringsgebieden en het maatwerk dat wordt gewenst voor de daar
gevestigde toekomstbestendige bedrijven. Hierbij dient ook de nette overgangsregeling te
worden betrokken. Voorbeeld is het bedrijf Steenovensland van de heer C. van Alphen,
die in uw commissievergadering van 12 maart 2014 heeft ingesproken.
De mix van instrumenten die wordt voorgesteld om de SOK-doelen te bereiken.
Specifiek gaat het hier om de keuze voor het bestemmen bij recht, de
wijzigingsbevoegdheid en/of uitwerkingsplicht.
Als relevant uit te werken aspecten werden tevens leefbaarheid en verkeer genoemd, de
bedrijfswoningen en de financiële vertaling van de SOK-doelen in het PIP.
Vervolgsessies 10 en 24 april 2014
De hierboven genoemde onderwerpen zijn in 2 sessies verder uitgewerkt, namelijk op 10 en
24 april 2014. Het resultaat hiervan beschrijven wij in het kort. Eerst noemen wij de onderwerpen
waarover dankzij dit proces overeenstemming is ontstaan in het gebied. Daarna gaan wij in op
discussiepunten, die om (richtinggevende) uitspraken vragen van uw Staten. Hiertoe formuleren
wij enkele voorstellen.
Overeenstemming
Na vier werksessies bestaat in het gebied overeenstemming over de (interpretatie van de)
volgende vier onderwerpen.
1
Landschappelijke inpassing
Differentiatie per gebied: in extensiveringsgebieden vindt de landschappelijke
inpassing plaats op kavelniveau, in intensiveringsgebieden en magneetlocaties op
gebiedsniveau (het gebied wordt ingepast en binnen het gebied is maximale ruimte
voor bedrijvigheid).
Afspraken over de maximale bouwhoogte van kassen en bedrijfsgebouwen;
De streefbeelden sterker dan nu koppelen aan het PIP (bv. via
Beeldkwaliteitsplannen).
Verdere uitwerking van de landschappelijke inpassing, inclusief
verkeersoplossingen in overleg en samenwerking met de gemeenten.
2
Zuilichem-Oost
De magneetlocatie op de kaart houden als reservelocatie, onder enkele
voorwaarden:
de locatie exclusief bestemmen voor grondgebonden teelt;
de locatie exclusief bestemmen voor bedrijven uit de Bommelerwaard.
Robuuste landschaps/ecologische zones aan de buitenranden.
Extra aandacht voor verkeer op basis van het streefbeeld Zuilichem.
3
Extensiveringsgebieden
Maatwerk voor toekomstbestendige bedrijven in de extensiveringsgebieden;
Inventariseren welke bedrijven het betreft, door middel van zogeheten
keukentafelgesprekken;
Inventariseren/uitwerken van oplossingsrichtingen, waaronder een op maat
gesneden overgangsregeling.
4
Instrumenten
De ruimtelijk juridische mogelijkheden (Wro) zijn uitvoerig toegelicht en besproken.
Er is begrip voor het feit dat de huidige bestemmingsplannen niet voldoen als
ruimtelijk kader voor de integrale SOK-doelstellingen.
3
-
-
Er is begrip voor het feit dat er meerdere mogelijkheden zijn (bestemmen bij recht,
wijzigingsbevoegdheid, uitwerkingsplicht) met verschillende eisen ten aanzien van
flexibiliteit, bevoegd gezag, realisatietermijn en financiële onderbouwing.
Er is overeenstemming over het feit dat in het PIP met een mix van instrumenten
gewerkt zal worden, rekening houdend met de hierboven genoemde eisen, voor- en
nadelen.
Er is in de sector bereidheid om een financiële bijdrage te leveren aan het
realiseren van de publieke doelen (kostenverhaal).
Discussiepunten
Hieronder bespreken wij een zestal discussiepunten die wij op dit moment hebben opgehaald in
het gebied. Per discussiepunt doen wij steeds een voorstel voor het vervolg, met het verzoek
aan uw Staten om een (richtinggevende) uitspraak.
1
Algemeen
Zoals eerder betoogd, kunnen niet alle herstructureringsopgaven via het PIP worden geregeld.
Een concreet voorbeeld is de verkeerssituatie, met het oog op de leefbaarheid een belangrijk
SOK-doel. In de werksessies zijn verschillende knelpunten geïnventariseerd en
oplossingsrichtingen die zich veelal uitstrekken over de hele Bommelerwaard, terwijl het PIP
alleen betrekking heeft op de herstructureringsgebieden (extensiveringsgebieden,
intensiveringsgebieden, magneetlocaties). Een dergelijke situatie doet zich ook voor bij de
onderwerpen duurzaamheid, waterkwaliteit en mogelijk andere onderwerpen.
¾
Voorgesteld wordt een uitvoeringsconvenant op te stellen, waarin afspraken worden
gemaakt (tussen de overheden) over de uitvoering van SOK-zaken die niet of
slechts beperkt een plek kunnen krijgen in het PIP, zoals een integrale verkeersvisie
en daaruit voortvloeiende verkeersmaatregelen, duurzaamheid en waterkwaliteit. In
het PIP kan hiernaar worden verwezen. Op deze wijze worden de SOK-afspraken
geactualiseerd en wordt de relatie tussen het PIP en de SOK verduidelijkt en
inzichtelijk gemaakt. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wensen over deze
aspecten van de betrokken partijen. T.z.t. zou het PHTB een rol kunnen krijgen in
de uitvoering van het convenant.
2
Begrenzing
In de SOK zijn afspraken gemaakt over de begrenzing van de extensiveringsgebieden,
intensiveringsgebieden en magneetlocaties. In het gebied wordt verschillend aangekeken tegen
de plaats van de (robuuste) landschappelijke inpassing, binnen of buiten de begrenzing.
Landschappelijke inpassing buiten de begrenzing van een PIP-gebied, betekent echter feitelijk
dat de plangrenzen van de SOK worden opgerekt. Dit vinden wij niet wenselijk.
¾
Voorgesteld wordt het uitgangspunt van de SOK te handhaven: herstructurering
vindt plaats binnen de aangegeven begrenzingen.
3
Positie magneetlocaties
De magneetlocaties zijn (in de SOK) bedoeld als overloop voor de intensiveringsgebieden. Er is
discussie over het moment waarop bedrijven zich kunnen vestigen in de magneetlocaties.
¾
Voorgesteld wordt het uitgangspunt van de SOK te handhaven: eerst de
intensiveringsgebieden benutten, dan de magneetlocaties. In specifieke nader
overeen te komen situaties kan hiervan worden afgeweken;
4
¾
Om het voorgaande punt communicatief beter te positioneren, wordt tevens
voorgesteld de term magneetlocatie te vervangen door de term
1
reserveconcentratiegebied .
4
Instrumentenmix
De discussie over de instrumentenmix betreft de balans tussen zekerheid en flexibiliteit, die men
in het PIP wenst ten aanzien van het realiseren van de SOK-doelen. De belangrijkste discussie
in dat kader gaat over de keuze van het type instrument.
¾
Voorgesteld wordt in het PIP te koersen op een mix van instrumenten in nader
overleg met en initiatief uit het gebied. De mix zal bestaan uit bestemmen bij recht,
wijzigingsbevoegdheid en/of uitwerkingsplicht.
5
Kostenverhaal, financiering uitvoering SOK
De sector ziet in dat een vorm van kostenverhaal noodzakelijk is voor het financieren van de
SOK-doelen en geeft aan bereid te zijn een bijdrage te leveren aan de publieke functies (SOKdoelen leefbaarheid (infrastructuur) en landschappelijke kwaliteit). Wel vindt men het van groot
belang dat deze bijdrage via een "multiplier" terug te zien is in investeringen in het gebied, met
andere woorden, dat investeringen van de sector en de verschillende overheden gezamenlijk
leiden tot daadwerkelijke uitvoering van maatregelen. Meest in het oog springende voorbeeld
hiervan is de lokale en bovenlokale verkeerssituatie, waaraan dus ook de provincie en de
gemeenten financieel (zouden moeten) bijdragen.
¾
Voorgesteld wordt in het kader van het PIP een onderzoek uit te voeren naar de
kosten van de publieke functies in relatie tot de ontwikkelplannen van de sector
(aan de hand van scenario's en gesprekken met ondernemers). In het PIP kan zo
de multiplier zichtbaar worden gemaakt die door het kostenverhaal wordt
bewerkstelligd.
6
Bedrijfswoningen
De discussie over bedrijfswoningen betreft de bewoning door burgers van woningen die in de
praktijk geen bedrijfsfunctie meer hebben, maar binnen de vigerende bestemmingsplannen nog
wel bedrijfswoning zijn. In de werksessie van 24 april 2014 is de redeneerlijn gepresenteerd van
het liggende ontwerp-PIP. Deze redeneerlijn sluit aan bij de vigerende bestemmingsplannen en
houdt in dat wat illegaal was, illegaal blijft. Illegaal is dan ook het gebruik van een voormalige
bedrijfswoning als burgerwoning. Specifiek staat in het ontwerp-PIP:
Extensiveringsgebied: gemeenten maken de afweging of omzetting naar burgerwoning
mogelijk of wenselijk is.
Intensiveringsgebied en Magneetlocatie: tegen strijdig woongebruik wordt opgetreden,
maar met de optie van legalisatie, afweging per individueel geval. Criteria voor legalisatie:
wonen frustreert de herstructurering niet;
diepe kavels komen ter beschikking voor de herstructurering;
de woning krijgt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
¾
1
Voorgesteld wordt in het PIP de redeneerlijn van het liggende ontwerp-PIP te
handhaven.
Vergelijk de Provinciale Verordening:
1.24 Reserveconcentratiegebied
een als zodanig begrensd deel van een concentratiegebied glastuinbouw dat eerst wordt ontwikkeld als de overige
locaties binnen het betreffende concentratiegebied zijn ontwikkeld.
5
5
Financiële consequenties
N.v.t.
6
Proces en evaluatie
Vervolgproces
Op 16 mei zal gedeputeerde Van Dijk in het gebied een terugmelding doen van wat uw
Staten vinden van het proces en de inhoud tot nu toe. Ook zal het vervolgproces worden
toegelicht, met name voor die onderdelen die nadere uitwerking vragen.
Op 27 mei zal in GS een voorstel liggen waarin wordt aangegeven welke wijzigingen er in
het PIP zullen moeten worden doorgevoerd als gevolg van het gebiedsproces.
Dit voorstel zal in een volgende Statenbrief aan uw commissie worden voorgelegd.
Gezien de resultaten tot nu toe in het gebiedsproces stellen wij voor een nieuw ontwerpPIP te maken en dat ter inzage te leggen. De partners in het gebied zullen
vanzelfsprekend worden ingeschakeld bij het opstellen van dit nieuwe ontwerp en de
reeds ingebrachte zienswijzen zullen erbij worden betrokken.
Vanwege het voorbereidingsbesluit streven wij ernaar het nieuwe ontwerp-PIP op
4 november in ons college GS te behandelen en vervolgens aan uw Staten voor te leggen.
In de aanloop daar naartoe zullen wij uw Staten maandelijks blijven informeren.
Arnhem, 13 mei 2014 - zaaknummer 2010-016202
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje
- Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
Bijlagen:
Ontwerpbesluit
Begrotingswijziging
Notitie Naam notitie
Tekst
6