Provinciale Staten Vragen van het statenlid Frits de Kaart en Piet Hamelink (PvdA) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL tot de notulen van de provinciale staten van Zeeland 2014 nummer 469. Vragen ingevolge artikel 44 van het reglement van orde inzake Actie Blije Doos en Openbaar Vervoer Antwoorden van gedeputeerde staten: statenstukken (ingekomen 21-07-2014) 1. Heeft het college kennis genomen van het artikel in de PZC van 14 juli 2014 en/of het rapport 'Macht der gewoonte'? 1. Ja. 2. Uit het rapport blijkt dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is om de effectiviteit te beoordelen en de vraag te beantwoorden welke overheidsinstantie de aangewezen instantie zou moeten zijn om uitvoering te geven aan een promotiebeleid OV. Is het college bereid om – eventueel in samenwerking met de Zeeuwse gemeenten – de provincie Zeeland als proefgebied aan te bieden voor een pilot project? 2. Er volgt eerst nog aanvullend onderzoek naar welke levensgebeurtenissen hiervoor geschikt zijn, evenals de soort uit te voeren marketingacties, effectiviteit hiervan en de aangewezen instantie hiervoor. 3. Indien het college onze suggestie niet wenst over te nemen, wat is hiervan dan de reden? 3. De Provincie Zeeland heeft van 2009 t/m 2012 een meerjarig experimentenprogramma OV uitgevoerd onder de noemer 'Openbaar Vervoer Zeeland, De goede kant op'. Ondanks positieve resultaten van diverse marketingacties en experimenten, kunnen we reizigersgroei niet direct aantonen. Verder hebben we als Provincie bij de aanbesteding van de nieuwe busconcessie de verantwoordelijkheid voor marketing bij de vervoerder neergelegd. Voorliggend voorstel sluit daar niet bij aan. MIDDELBURG, 9 september 2014 Namens de fractie van PvdA, Gedeputeerde staten, Frits de Kaart en Piet Hamelink Drs. J.M.M. Polman A.W. Smit 14012933
© Copyright 2024 ExpyDoc