Wat ik vroeger aantrekkelijk vond, dat ergert me me nu.

Wat ik vroeger aantrekkelijk vond, dat ergert me
me nu.
Vaak kiezen wij een partner die iets aantrekkelijks heeft voor ons en wel, iets wat
wij zelf niet hebben: ‘Ze is zo lekker zelfstandig en doortastend’, of ‘zij is zo
zachtaardig’, ‘hij is zo open en niet bang om iets te zeggen’. Dat maakt de ander
aantrekkelijk voor ons. We bewonderen het omdat het eigenschappen zijn die wij
zelf ook zouden willen hebben.
Het tegenstrijdige hierbij is dat, wanneer wij deze eigenschappen zelf gaan
ontwikkelen, onze partner ons hierbij een beetje in de weg staat. Het is moeilijk
om je spontaniteit te ontwikkelen als de ander je steeds net voor is. Het is moeilijk
om je onafhankelijkheid en zelfstandigheid te ontwikkelen als je samen in een
patroon bent gegroeid waarbij jij altijd rekening houdt met je partner en je
partner gewend is geraakt om dat niet te doen.
Vaak versterk je elkaar zelfs in de twee polen van het continuüm. Als je partner
niet doortastend is, dan ben jij sneller geneigd een klusje op te pakken, dingen te
regelen. Je partner gaat steeds meer denken: ‘Dat regelt hij wel’ en jij zelf hebt
niet in de gaten dat je alweer in de ‘regelstand’ staat. Zo versterk je elkaar en
ontstaat een patroon. Uiteindelijk ga je je ergeren aan de ander omdat die nooit
eens iets uit zichzelf aanpakt, dat jij altijd alles moet doen. En je ziet niet dat je
zelf met je automatisme je partner in de weg staat om iets op te pakken en zo
haar doortastendheid verder ondermijnt.
Dat waar je eerst zo op viel, ergert je nu en het staat je in de weg. ‘Jij bent zo
lekker doortastend’ wordt dan ‘Je geeft mij nooit eens de ruimte’. ’Jij bent zo
zelfstandig’ wordt ‘jij houdt nooit rekening met mij’. En ‘jij bent zo open en nooit
bang om iets te zeggen’ wordt ‘je bent voortdurend aan ’t woord en hebt altijd
overal een mening over’.
Het helpt om te zien hoe je feitelijk ‘samen werkt’ bij het in stand houden van dit
patroon, dat je beiden een aandeel daarin hebt, dat het niet alleen aan je partner
ligt die jou in de weg staat door geen rekening te houden met jou, dat het niet
alleen aan je partner ligt dat die zo onzelfstandig is. De één moet zich in gaan
houden en zijn partner ruimte geven en de ander moet de ontstane ruimte nemen
en vooral ook meer dan alleen de ontstane ruimte innemen. Het helpt om hierover
afspraken te maken en de ander dan te laten, niet te gaan controleren en niet
eisen dat zij het op de zelfde manier doet als jij.
Nieuwsgierig geworden? Of komen jullie er samen niet uit? Roep onze hulp in!