Meerjarenbegrotingsmodellen in de toolbox aangepast Nu ook de bekostiging van de materiële instandhouding 2015 (incl. de bekostiging voor het buitenonderhoud) bekend is gemaakt, kunnen de modellen in de (financiële) toolbox worden geüpdatet. De meerjarenbegrotingsmodellen voor de begrotingsperiode 2015 2018 zijn voor een groot deel al aangepast. Aanpassingen in modellen voor de meerjarenbegroting De meerjarenbegrotingsmodellen zijn op twee punten aangepast ten opzichte van de modellen van vorig jaar: 1. De middelen vanuit het samenwerkingsverband PO worden nu standaard aangemerkt als (doorgeschoven) rijksbijdragen. En dus niet als “overige baten”, zoals de middelen die van het samenwerkingsverband WSNS werden ontvangen werden aangemerkt. Voor meer informatie zie: http://www.poraad.nl/content/wijzigingenfinanci%C3%ABle-verantwoording-door-schoolbesturen 2. Daarnaast zijn de werkbladen waarin de personele kosten voor de komende jaren werden begroot (vooruitlopend op definitieve besluitvorming over cao) ingrijpend aangepast naar aanleiding van het cao-onderhandelaarsakkoord. Let hier dus goed op bij een overdracht van gegevens vanuit het begrotingsmodel van vorig jaar. Voor de FPE-modellen betekent de cao aanpassing een behoorlijke systeemwijziging. Doordat in de nieuwe cao de BAPO is afgeschaft, is ook de onderverdeling van de feitelijk GPL in een loonkostendeel en een BAPO-deel (2%) uit de FPE- modellen geschrapt. Er vindt daarom geen automatische inhouding van 2% plaats, maar dus ook geen correctie op de formatie (middels een negatieve WTF) in verband met de BAPO. Aanpassing bekostigingsbedragen In de meerjarenbegrotingsmodellen wordt steeds uitgegaan van gepubliceerde regelingen. Dit betekent dat: Bij het bepalen van de materiële bekostiging wordt uitgegaan van de bedragen voor 2015, zoals gepubliceerd in september 2014. In deze bedragen voor 2015 zit dus ook het bedrag verwerkt dat samenhangt met de doordecentralisatie van het buitenonderhoud. Bij het bepalen van de personele bekostiging wordt uitgegaan van de bedragen zoals gepubliceerd in de regeling bekostiging personeel 2014/2015 van 23 maart 2014. Hierin zit dus niet verwerkt: - de compensatie voor gestegen arbeidskosten (zie: http://www.poraad.nl/content/personele-bekostiging-stijgt-licht) en de extra middelen in het kader van het Nationaal onderwijsakkoord - Het “nieuw” geld vanuit Herfstakkoord en begrotingsafspraken 2015 De modellen in de toolbox worden pas aangepast zodra nieuwe regeling zijn gepubliceerd. De eerstvolgende aanpassing van de regeling personele bekostiging voor 2014/2015 wordt in januari 2015 verwacht. Financiële consequenties akkoorden Hoe moet het nieuwe geld dan worden verwerkt in de meerjaren begroting? En hoe verhoud één en ander zicht met het overzicht dat de PO-Raad op 16 september heeft gepubliceerd (zie: http://www.poraad.nl/content/onderwijsbegroting-2015-samen-aande-slag-voor-beter-onderwijs ) In dit kader het volgende: Doordat in de modellen wordt uitgegaan van reeds gepubliceerde regelingen, wordt er dus wel rekening gehouden met doorzetting van de huidige prestatieboxmiddelen (zie: regeling bekostiging 20142015 van 23 maart 2014: artikel 47) het budget dat samenhangt met de overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud (zie: bedragen MI bekostiging 2015). Er wordt dus geen rekening gehouden met de overige bedragen die worden genoemd in het overzicht dat de PO-Raad op 16 september heeft gepubliceerd. Deze bedragen moeten dus nog worden toegevoegd aan het model, exclusief het bedrag dat aan besturen voor samenwerkingsverbanden wordt overgemaakt. Aan de hand van schema 2 en schema 3 van het overzicht van de financiële consequenties dat de PO-Raad op Prinsjesdag 2014 publiceerde (zie: http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/overzicht_financiele_consequenties_akk oorden_def.pdf ) kan het volgende schema als handreiking hiervoor worden gegeven lumpsum - minus geld naar SWV - minus buitenonderhoud subtotaal 2015 391 -5 -135 251 2016 385 -17 -135 233 2017 413 -17 -159 237 2018 424 -17 -159 248 2019 413 -17 -159 237 2020 413 -17 -159 237 prestatiebox - minus oud subtotaal 128 -158 -30 151 -158 -7 223 -158 65 263 -158 105 263 -158 105 263 -158 105 totaal (niet meegenomen in MJB-model) 221 226 302 353 342 342 Ten aanzien van de lumpsum: Hiervan moet worden afgetrokken het bedrag dat naar de SWV-en gaat én het bedrag dat gemoeid is met het buitenonderhoud. Deze laatste zit immers al verwerkt in de bedragen in het tabellenblad van de begrotingsmodellen. Ten aanzien van de prestatiebox: In de meerjarenbegrotingsmodellen is de prestatiebox doorgetrokken voor de komende jaren. (Dit kan echter worden overschreven). Uitgaande van de regeling bekostiging 2014/2015 die in maart 2014 is gepubliceerd (die uitgaat van 158 miljoen voor de prestatiebox) zal als toevoeging van bekostiging de reeks kunnen worden gehanteerd zoals gepresenteerd bij het subtotaal van de prestatiebox. Hier wordt een negatief bedrag gepresenteerd aangezien bij het verdelen van de middelen in de eerste jaren conform het bestuursakkoord, meer geld de lumpsum in gaat (ten “koste” van de prestatiebox). Uiteindelijk zou onderstaande reeks per leerling/ per schooljaar gebruikt kunnen worden als schatting van het bedrag dat nog toegevoegd moet worden aan het meerjarenbegrotingsmodel, om de bekostiging in het kader van de verschillende akkoorden in de begroting mee te nemen. in schooljaar lumpsum prestatiebox totaal (niet meegenomen in MJB-model) 2014/2015 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/2020 146 241 235 243 242 237 -18 -17 35 88 105 105 129 224 270 332 347 342 per leerling/ per schooljaar lumpsum prestatiebox totaal (niet meegenomen in MJB-model) 2014/2015 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/2020 92 150 147 152 151 148 -11 -10 22 55 66 66 81 140 169 207 217 214
© Copyright 2024 ExpyDoc