HbA1c Volbloed 2014 def

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID
DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA
COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE
COMITE VAN DESKUNDIGEN
GLOBAAL RAPPORT
EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR
ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
HbA1c - volbloed
ENQUETE 2014
WIV-11/HbA1c – volbloed /2014
Dienst Kwaliteit van medische laboratoria
J. Wytsmanstraat, 14
1050 Brussel | België
www.wiv-isp.be
Aan de deelnemers aan de rondzending HbA1c-volbloed - 2014
Geachte Collega,
Als deelnemer aan de HbA1c rondzending ontvangt u jaarlijks 12 gevriesdroogde monsters.
Voordeel van gevriesdroogde monsters is dat zij stabiel zijn waardoor het mogelijk is een
reeks samenhangende monsters te maken waarvan de resultaten na afloop van een jaar
geanalyseerd kunnen worden op juistheid, precisie en lineariteit.
Een nadeel kan zijn dat de monsters niet commuteerbaar zijn, d.w.z. dat monsters zich bij
bepaalde methoden anders gedragen dan volbloedmonsters (matrix effect). Dit hebben wij in
het verleden getest en geen matrix effect vast kunnen stellen. Maar er komen voortdurend
nieuwe methoden op de markt en bestaande methoden worden aangepast. Daarom hebben
wij besloten om éénmaal per 2 jaar voor de Belgische laboratoria, in aanvulling op de
reguliere rondzending eveneens 2 volbloedmonsters rond te sturen. Op deze wijze wordt
jaarlijks/periodiek een update van eventuele matrixeffecten verkregen. Een nadeel van
volbloedmonsters is natuurlijk dat deze aan veroudering onderhevig zijn, waarvoor met name
HPLC methoden gevoelig zijn. Daarom dient de periode tussen afname en analyse zo kort
mogelijk te zijn.
Wij hebben u twee volbloedmonsters doen toekomen en middels dit schrijven willen wij u op
de hoogte brengen van de bevindingen voor 241 Nederlandse en Belgische deelnemers. Wij
hebben alleen data opgenomen van laboratoria die alle data hadden ingestuurd. Uitschieters
werden buiten beschouwing gelaten. Bij de volbloedmonsters waren dit 3 resultaten voor
volbloedmonster 1 en 4 resultaten voor volbloedmonster 2. Voor de gevriesdroogde monsters
waren het 3 resultaten voor EURO 2014.2 en 2 resultaten voor EURO 2014.8.
Tabel 1. toont de gebruikte methodes, het aantal gebruikers (n) van deze methodes, de
gemiddelde concentraties bekomen voor de volbloedmonsters 1 en 2 en de gemiddelde
concentraties bekomen voor de gevriesdroogde monsters Euro 2014.02 en Euro 2014.08 uit
het reguliere EQA programma (deze monsters zijn in dezelfde periode gemeten en hebben
vergelijkbare HbA1c niveaus). Voor beide typen monsters benaderen de gemiddelden zeer
goed de doelwaarden. De doelwaarden (Target) werden bekomen door het uitvoeren van
duplometingen gedurende 2 opeenvolgende dagen met drie verschillende IFCC gekalibreerde
routinemethoden:
-HPLC – Menarini 8180V
-Affiniteitschromatografie - Trinity Premier 9210
-Capillaire elektroforese - Sebia Capillarys 2
Tabel 2. toont per methode de interlaboratorium CV(%) en dit zowel voor de
volbloedmonsters als voor de gevriesdroogde monsters. De “overall” CV’s zijn voor beide
typen monsters voor hetzelfde concentratieniveau vergelijkbaar. Ook dit is een indicatie dat er
geen substantiële verschillen zijn tussen beide typen monsters. Algemeen kunnen we stellen
dat een “Overall Interlaboratorium” CV van 3% à 4% voor deze volbloedmonsters bijzonder
fraai is en een compliment voor de deelnemende laboratoria en de fabrikanten.
Wij willen u bedanken voor de medewerking aan dit onderzoek.
Met vriendelijke groeten,
Dr. C. Weykamp
Nederland, SKML
GLOBAAL RAPPORT HbA1C – volbloed
Dr. C. Van Campenhout
Y. Lenga
België, WIV/SP
2014
2/3
Tabel 1. Gemiddelden voor HbA1c(mmol/mol)
Methode
Beckman Coulter LX/DxC
Bio-Rad D10 A1c program
Bio-Rad Variant II HbA1c
Bio-Rad Variant II Dual
Bio-Rad Variant II Turbo
Menarini HA 8140 DM
Menarini HA 8160 TP
Menarini HA 8160 VP
Menarini HA 8180 V
RocheTQWhole Blood G2
RocheTQWhole Blood G3
RocheTQHemolysate G3
Sebia Capillarys 2
Tosoh G7
Tosoh G8
Overige Methoden
Totaal
Volbloed 1
Volbloed 2
(Target = 36)
2
9
5
2
6
2
20
72
20
7
19
3
9
4
53
6
239
(Target = 66)
EURO
2014.02
(Target = 33)
EURO
2014.08
(Target = 70)
34
38
35
37
36
35
36
36
36
35
36
35
34
36
37
34
63
68
68
68
67
68
69
68
66
65
65
66
65
66
67
66
37
33
31
34
32
32
34
34
33
35
33
32
32
34
33
31
70
71
72
71
71
72
72
71
71
72
72
74
69
71
72
70
36
67
33
71
n
Tabel 2. Interlaboratoria CV (%)
EURO
EURO
5.7
4.4
1.9
2.1
4.2
1.0
2.6
2.3
3.5
4.8
2.9
0.8
1.6
2.2
1.9
2.0
2014.02
1.9
3.5
4.7
4.5
3.8
8.8
3.0
2.8
3.1
8.6
6.6
6.7
4.1
3.5
4.0
5.7
2014.08
10.1
3.7
3.8
2.9
3.1
0.0
2.3
2.8
2.3
3.7
3.8
1.7
1.6
2.9
2.7
1.3
3.1%
4.8%
2.9%
Methode
n
Volbloed 1
Volbloed 2
Beckman Coulter LX/DxC
Bio-Rad D10 A1c program
Bio-Rad Variant II HbA1c
Bio-Rad Variant II Dual
Bio-Rad Variant II Turbo
Menarini HA 8140 DM
Menarini HA 8160 TP
Menarini HA 8160 VP
Menarini HA 8180 V
RocheTQWhole Blood G2
RocheTQWhole Blood G3
RocheTQHemolysate G3
Sebia Capillarys 2
Tosoh G7
Tosoh G8
Overige Methoden
2
9
5
2
6
2
20
72
20
7
19
3
9
4
53
6
6.3
4.7
4.8
1.9
3.1
0.0
3.5
3.0
4.1
5.2
3.9
2.2
3.3
4.8
2.8
3.8
239
4.2%
Overall Interlaboratoria
GLOBAAL RAPPORT HbA1C – volbloed
2014
3/3