1 ONDERZOEK NAAR "LATE REMBRANDT"

Centraal Laboratorium
voor Onderzoek van Voorwerpen
van Kunst en Wetenschap
1
ONDERZOEK NAAR "LATE REMBRANDT"
ONDERZOEKVERSLAG
13.
Afdeling Natuurwetenschappelijk
Onderzoek
AANVRAGERS
INSTELLING
ADRES
TELEFOON
G. Tauber
Rijksmuseum Amsterdam
Hobbemastraat 21 AMSTERDAM
020 - 6732121
werknummer
objectnummer
documentatiemap
bestede uren
file
90.099
1570
90 / 15
rembl3.rpt
DE VERLOOCHENING VAN PETRUS, 1660, A 3127 (Bredius 594)
PROBLEEMSTELLING
Na de analyses van het oppervlak van het schilderij en de aankleuring van de cross-sections
met de methode "Wolbers" schijnt er een tegenspraak in de analyse resultaten te zijn. Er
blijken veel interpretatie problemen te zijn t.a.v. de verschillende resultaten.
Door de restaurator G.Tauber werden twee microskoopglaasjeö afgeleverd met daarbij de
volgende probleemstelling.
" These two microscope slides contain "smears" of what should be two different materials,
taken from a small area in the upper left of Rembrandt's Denial of St. Peter. I have taken
these samples as a result of a meeting with Karin Groen and Matthijs de Keijzer
VRAAGSTELLING
De identificatie van de samenstelling van de twee monsters.
MONSTERPROCEDURE
De restaurator heeft de monsters genomen en voegde de volgende tekst toe:
" Sample 1 is the "green soup" soluable in isopropanol.
Sample 2 is the layer which your FTIR analysis calls "starch".
MONSTERPLAATSAANDUIDINGEN
1570/72
Verfmonster
(sample 1)
Rijksmuseum, Amsterdam
genomen
door
restaurator
G.
1570/73
Verfmonster
(sample 2)
Rijksmuseum, Amsterdam)
genomen
door
restaurator
G.
ANALYSEMETHODEN
Dunnelaag chromatografie (DLC)
Fourier Transform Infrarood Spectroscopie (FTIR)
Micro-chemisch onderzoek
Tauber,
Centraal Laboratorium
voor Onderzoek van Voorwerpen
van Kunst en Wetenschap
2
ONDERZOEK
Met behulp van een stereo-operatiemicroscoop zijn de hierboven genoemde monsters
bestudeerd. Een klein gedeelte van beide monsters werd met een micro-chemische methode,
een oplossing van jodium in kaliumjodide (JJK), behandeld, voor de identificatie van
zetmeel.
Daarna zijn de monsters met de hierbovengenoemde analysemethoden onderzocht. Hiervoor
is de volgende onderzoekprocedure gevolgd:
De monsters zijn in hun geheel vermengd met Kaliumbromide en daarvan is een "pellet"
gemaakt. Van al deze KBr pellets zijn FTIR opnamen gemaakt. Het FTIR spectrum kan een
aanduiding geven op de aanwezigheid van "hars, olie, was etc".
Na de FTIR opnamen zijn de KBr- pellets geextraheerd met een mengsel van chloroform
en methanol. Van deze extracten is een chromatografische analyse uitgevoerd voor de
identificatie van natuurlijke harsen.
RESULTATEN
Micro-chemisch onderzoek met JoodJoodKali geeft in beide monsters een positieve reactie
op zetmeel.
Voor de resultaten van DLC en FTIR zie Bijlagen I en II
OVERZICHT DLC EN FTIR RESULTATEN EN MICRO-CHEMISCHE TEST
Monster
no
DLC
FTIR en Mier.Chem.test
1570/72
hars = + = dammar
olie = was = hars = +
zetmeel= +
1570/73
hars = + = dammar
olie = +
was = hars = +
zetmeel= +
I
CONCLUSIES
1570/72
1570/73
Hierin is geen olie, geen was, wel de natuurlijke hars dammar aangetoond.
Een chemische analyse met behulp van kaliumjodide werd het monster
blauw en dit duidt op zetmeel.
Hierin werd ook de natuurlijke hars dammar gevonden, zwak olie, zetmeel
en geen was.
EINDCONCLUSIE
In beide monsters werd zowel zetmeel als dammar aangetoond. Het enige verschil tussen
monster 1570/72 (sample 1) en 1570/73 (sample 2) is de aanwezigheid van olie in "sample
M.F.S. Karreman
FTIR
W.G.Th. Roelofs
DLC
J.H. Hofenk de Graaff
Centraal Laboratorium
voor Onderzoek van Voorwerpen
van Kunst en Wetenschap
3
BIJLAGE
I
IDENTIFICATIE
VAN NATUURLIJKE
DUNNELAAGCHROMATOGRAFIE
HARSEN M.B.V
CHROMATOGRAM
Adsorbens
: Kieselgel 60
Eluens
: Chloroform
Detectie : UV + SBC15 in CC14
in de stoof bij 105°C
no.
referentie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Copal
1 ul
Sandarak
1 ul
Ven. Terpentijn
1 ul
Elemie
0.5 ul
Schellak
1 ul
Dammar
1 ul
Copaivabalsem 1 ul
Colofonium
2 ul
Mastix
1 ul
Barnsteen
0.5 ul
Monster 1570/72
Monster 1570/73
RESULTAAT
Beoordeling
voor- en na detektie:
Van beide monsters is de startspot geel, dit komt overeen met vorige onderzoeken
en die m.b.v. KJ en FTIR geidentificeerd
zijn als zetmeel.
Beide monsters hebben een spot die overeenkomt met die van dammar.
CONCLUSIE
OPMERKING:
:
Beide monsters
bevatten
dammar en zetmeel.
Bij eerder onderzoek aan "De verloochening
en 1570/66-) werd® dezelfde resultaten
van Petrus" (monster^
1570/71-
V
2000
4000
IDENT X
Nr :1. olie-
450
1.00
45. 10
AC .1.
00
VePe7 2
AC 100
VePe7
hars=+ .zetmee 1=+
CM-i
1.00
IDENT X
Nr2 . olie=zw+
58
hars=+.
70.65 T
zet.
m ee 1=+
Centraal Laboratorium
voor Onderzoek van Voorwerpen
van Kunst en Wetenschap
4
BIJLAGE II
FTIR