Handleiding voor gebruik van de korte klinische beoordeling (KKB) De Korte klinische beoordeling is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB’s geeft inzicht in het handelen van de student. Verpleegkundig handelen Korte Klinische beoordeling (KKB) interpreteren van hematologische en klinisch-chemische laboratoriumbepalingen (uit bloed) (BGA = specifieke KKB) Student: Voorbereiding, de student: verwoordt het ziektebeeld en bespreekt de verpleegkundige aandachtspunten met de werkbegeleider. Datum: Uitvoering, de student: Benoemt de normaalwaarden van 8 desbetreffende bepalingen, en de mate waarin de bepaling hiervan afwijkt (niveau 2); en de mogelijke oorzaken hiervan (niveau 3); in relatie tot het ziektebeeld met de mogelijke interventies (niveau 3MC). Afronding, de student: De student vermeldt de relevante informatie aan zijn werkbegeleider en geeft afwijkende waarden (in overleg met de werkbegeleider) zo nodig door aan de arts en vermeldt de afwijkende waarden zo nodig in het daarvoor bestemde dossier. Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Midden 2 Hoog 3 of 3MC onvoldoende / twijfel / voldoende Opmerkingen: Vanaf niveau 2: Hb, Ht, Leuco’s, CRP Na, K, Creat, Ureum Lactaat CK, CK-Mb, Troponine Trombo’s, PTT, APTT Frequentie toetsing: Niveau 1: 0 Niveau 2: 3 Niveau 3: 3 Niveau 3MC: 3 Paraaf werkbegeleider: Paraaf student: Literatuur
© Copyright 2024 ExpyDoc