Introductiegesprek Algemeen: Een wederzijdse kennismaking

Introductiegesprek
Algemeen:
Een wederzijdse kennismaking tussen de student, werkbegeleider(s) en
praktijkopleider en het uitspreken van wederzijdse verwachtingen m.b.t. de
introductieperiode/ leerperiode.
Wanneer:
Voorafgaande de eerste werkdag van de introductieperiode.
Motivatie:
Het is van belang om een duidelijke beginsituatie te creëren m.b.t. de samenwerking
tussen de student, werkbegeleider(s) en praktijkopleider. Dit om de kwaliteit van het
begeleidingsproces te kunnen waarborgen.
Doel:
Het aangaan van een samenwerkingsrelatie. Samen met student en werkbegeleider
bespreken hoe de introductieperiode gaat verlopen. Het inventariseren van
leerbehoeften bij de student en de daarbij behorende planning van de 6
praktijkopdrachten. Bij het inventariseren van de leerbehoeften wordt o.a. ook de
beginsituatie gescoord. Dit kan de student zelf doen ter voorbereiding op het
introductiegesprek.
Met wie:
Student, werkbegeleider, praktijkopleider, (afdelingshoofd).
Doel student:
Wederzijdse kennismaking met de werkbegeleider, praktijkopleider (en
afdelingshoofd).
Vaststellen van de eisen ten aanzien van het gedrag van de student/collega aan het
eind van de inwerkperiode. Vaststellen van persoonlijke en opleidingsdoelen
behorend bij deze introductieperiode. Maken van afspraken over de vaste
begeleidingsmomenten met werkbegeleider en praktijkbegeleider.
Doel werkbegeleider:
Wederzijdse kennismaking met de student. Vaststellen van de behoefte aan en
intensiteit en wijze van de werkbegeleiding bij de student. Maken van afspraken over
de vaste begeleidingsmomenten. Bespreken van het schema vaardigheidsdoelen en
inwerkplan.
Doel praktijkopleider:
Wederzijdse kennismaking met de student en de werkbegeleider. Bevorderen en
bewaken van de communicatie. Het geven van onderwijskundige adviezen aan
student en werkbegeleider. Bewaken van de procedure m.b.t. de inhoud van het
introductiegesprek. Het vaststellen van noodzaak tot interventie met betrekking tot
voortgang in het leerproces van de student. Bewaken van continuïteit van de
opleiding.
Eisen introductiegesprek
1. Het doel, de functie, de standaardformulieren en de procedure van het
introductiegesprek worden vooraf aan de student en de werkbegeleider
bekendgemaakt door de praktijkopleider.
2. De praktijkopleider leidt de gesprekken en is verantwoordelijk voor de
gespreksprocedure en de inhoud.
3. De gesprekspartners bereiden zich op het gesprek voor.
4. De gesprekspartners maken ± 60 minuten vrij voor het gesprek.
5. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor de verslaglegging met behulp van de
checklist introductiegesprek.
6. De datum, plaats en tijd van het gesprek worden door de praktijkopleider aan alle
betrokkenen uiterlijk 2 weken voor het gesprek bekend gemaakt.
7. Bij het introductiegesprek moeten de student, de werkbegeleider(s) en de
praktijkopleider aanwezig zijn.
8. Het POB wordt besproken en er volgt verdere uitleg over de praktijkopdrachten.
9. De inhoud van het introductiegesprek wordt aan de hand van het
gespreksformulier introductiegesprek besproken met de student.
10. Administratieve verwerking van het gesprek vindt plaats door de student,
in zijn POP (praktijkopleidingsplan).
11. Data van volgende gesprekken worden vastgelegd en genoteerd.
Checklijst introductiegesprek
Persoonlijke kennismaking
Aanwezige competenties bij de student
Eerdere ervaringen met begeleiding bij de student
Wie zijn de werkbegeleiders en wat is hun rol.
Wie is de praktijkopleider en wat is zijn of haar rol.
De rol van de afdelingshoofd.
Wederzijdse verwachtingen t.a.v.
• werkbegeleiding
• praktijkopleider
• management
Het POP en praktijkopdrachten worden besproken.
Korte en lange termijn planning, stages en voortgangsgesprekken.