DE ZALIGSPREKINGEN (Mt.5,1

DE ZALIGSPREKINGEN (Mt.5,1-12):
duiding
Deze Bijbeltekst bevat heel wat rijkdom. Hierbij geven we, zonder volledig te willen zijn, wat duiding
mee.
1. De Zaligsprekingen vormen het eerste deel van de Bergrede. Verzen 3- 11 beginnen telkens
met ‘Gelukkig die’. Het Oude Testament kent een gelijkaardige formule in het Hebreeuws;
daar betekent het min of meer ‘voorspoed aan’. Je vindt de formule onder andere terug in
het begin van het boek Psalmen.
2. Het woordje ‘gelukkig’ wijst hier op een vreugde die we mogen ervaren als we een zekere
levensstijl aannemen. In die zin vormen de Zaligsprekingen één geheel: het zijn de
verschillende facetten van eenzelfde manier van leven. Wat die vreugde inhoudt wordt
wellicht best aangegeven in vers 3: ‘want hun behoort het koninkrijk der hemelen’.
3. Vijf van de Zaligsprekingen zijn typisch voor Matteüs en vinden we niet terug in de parallelle
passage bij Lucas: gelukkig de zachtmoedigen, gelukkig de barmhartigen, gelukkig die
zuiver van hart zijn, gelukkig die vrede brengen, gelukkig die vervolgd worden vanwege de
gerechtigheid. Ze wijzen niet zomaar op een levensstijl, maar meer specifiek op een
gewetensbeslissing die gepaard gaat met die levensstijl:
- “zachtmoedig zijn” betekent kiezen voor geweldloosheid
- “barmhartig zijn” betekent de ellende van mijn naaste ter harte nemen
- “zuiver van hart zijn” kan wijzen op een diepe manier van eenvoud, een samenvallen van
zichzelf met zijn geweten; zuiver van geweten dus, of in eenklank zijn met zichzelf, de
anderen en God
- “gelukkig die vrede brengen” impliceert een context van geweld; de Zaligsprekingen zijn
dus heel realistisch en veronderstellen een concrete manier van in de realiteit staan:
conflicten niet aanwakkeren, maar proberen te verzachten
- ook “gelukkig die vervolgd worden vanwege de gerechtigheid” veronderstelt een context
van geweld; het gaat erom rechtvaardigheid te zoeken en de vervolging te verkiezen
boven onrechtvaardig handelen.
4. Drie andere Zaligsprekingen vinden we zowel bij Lucas (6,20-23) als bij Matteüs, maar beide
evangelisten leggen wel eigen accenten:
- gelukkig jullie die arm zijn (Lc) versus gelukkig die nederig of arm van geest/hart zijn (Mt)
- gelukkig wie nu huilt (Lc) versus gelukkig die verdriet hebben (Mt)
- gelukkig jullie die honger hebben (Lc) versus gelukkig die hongeren en dorsten naar de
gerechtigheid (Mt)
Lucas benadrukt veel sterker de objectieve situaties van armoede, wanhoop en honger. Het
Goede Nieuws is dan dat mensen in die situaties gelukkig zijn als ze ondanks alles hun hoop
en hun geloof in de kracht van Gods liefde niet verliezen; het Rijk Gods komt!
Matteüs benadrukt opnieuw veel sterker de gewetensbeslissing die ons toelaat nu al te
proeven van de vruchten van geest: vreugde, eenvoud en barmhartigheid. De enige
uitzondering is misschien “gelukkig die verdriet hebben”: ook hier lijkt het te gaan om een
objectieve situatie. Tegelijk kan dit treuren wel het gevolg zijn van een bepaalde houding of
keuze: treuren om het onrecht dat andere mensen overkomt bij voorbeeld, of treuren omdat
je zelf spijt hebt van met een gemaakte keuze.
De twee theologische gevoeligheden van Matteüs en Lucas zijn even belangrijk; bij beide
evangelisten zijn de Zaligsprekingen wegwijzers naar de vreugde van het Rijk Gods.