Meditatie: Arjan Bouman, pastoraal werker, wijkgemeente Pauluskerk Uit: Prot. Kerknieuws 16 mei 2014 Puur geluk “Terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. Ze brachten Hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden.” (Luc 24:51-53) De Heer is waarlijk opgestaan! Zal wel. Wat heb ik daaraan? Ik wil gelukkig worden. Net zoals iedereen. Dat is toch het allerbelangrijkste, gelukkig zijn? Veel maakt gelukkig. Als je maar gezond bent, dat is het belangrijkste. Naast gezondheid er liefst ook mooi uit zien, een goede baan, voldoende financiële middelen, vrienden, leuke vrijetijdsbesteding, een fijn gezin, geld voor iets extra's etc. Veel van dit alles is tijdelijk genot en vaak onbevredigend. Even denk je het te hebben, maar dan ontdek je dat ook dat niet gelukkig maakt. Maar is het daarmee verkeerd om gelukkig te willen zijn? Wil God dan niet dat ik gelukkig ben? Gods verlangen Toen God Zijn scheppingswerk voltooid had, zag Hij dat het zeer goed was (Gen 1:31), maar door toedoen van de mens werd de harmonie tussen God en mens verbroken (Gen 3). God neemt vervolgens zelf initiatief tot herstel van de schepping (o.a. Joh 3:16-17), en aan het eind der tijden zal dit herstel volledig zijn (1 Kor 13:12, Openb 21-22), hoewel nu al het Koninkrijk over ons gekomen is (Matth 12:28). God wil herstel, God wil het goede voor de mens. Hoewel God het kwade toestaat omdat de mens zondigde en God gezegd had dat dat consequenties zou hebben (Gen 2:17), wil God herstel brengen omdat Hij het geluk van de mens voor ogen heeft (o.a. Jer 29:10-14). In het Bijbelboek Prediker (Pred 11:8,9) en ook in het Nieuwe Testament worden we opgeroepen om ons te verblijden (2 Kor 13:11 HSV), ons te verheugen vanwege onze redding (Luc 10:20, 1 Petr 1:5-6, Openb 12:12), de waarheid (1 Kor 13:6), hoop (Rom 12:12) en blij moeten zijn met hen die blij zijn (Rom 12:15). Het is een Bijbelse opdracht om met de gerichtheid op God, je te verblijden en je hart vrolijk te laten zijn. Geloof maakt gelukkig? Maakt het geloof in God en het doen van Zijn wil per definitie gelukkig? Het naleven van Zijn wetten helpt ons om in dit gebroken bestaan goed, zoveel mogelijk tot Zijn wil, te leven en dus is dat het beste voor ons. Dit geeft zeker geen garantie voor een leven zonder pijn of tegenslag. Denk maar aan de vervolgde christenen. De relatie met God kan wel een diepe vreugde geven en geeft de hoop dat God uiteindelijk alles zal herstellen. “Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel (...)” (Matth 5:11-12). Je bent gelukkig als je treurt en gelukkig als jouw leven vanwege Jezus zuur gemaakt wordt. God zet het uiteindelijk recht. 'Uw loon is groot in de hemelen' en dat is niet hier, dat is daarginds. Dus ik mag gelukkig zijn? Jazeker, maar wanneer je meer gericht bent op jouw eigen geluk dan op God, dan brengt het geluk je van God af en dan wordt het een afgod. En daar word je niet gelukkig van. Het 'geluk', de 'zaligheid' zit dieper dan tijdelijk genot: een christen leeft met hoop op herstel, met de wetenschap dat God ontzettend veel van ons houdt en dat Hij recht zal doen. Dat we die hoop mogen hebben, hebben we te danken aan de opstanding van Jezus Christus: “Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn.” (1 Kor 15:19-20). Hemelvaart De hemelvaart van Jezus (Luc 24:50-53, Hand 1:9-11) gaat over Gods opvaren in heerlijkheid (Ef 4:8-10). Zo is Hij gezeten aan de rechterhand van God (Marc 16:19), vanwaar Hij straks alles recht zal zetten (Openb 19). Aan Hem is alle macht gegeven (Matth 28:18) en dat geeft vreugde en hoop (Luc 24:51-53). Hoop op herstel. Gelukzoeker Zo kunnen wij hoop hebben, bemoedigd worden, ook als we merken dat de dood zijn intrede doet, ook als we vanwege ons geloof belachelijk gemaakt worden. God op de eerste plaats in ons leven; een andere invulling is zinloos, een betere is niet te bedenken. Ook als alles je voor de wind gaat. 'U alleen kunt mijn hart vervullen, mijn aanbidding is voor U' (ELB 8). 'Uw liefde is meer dan het leven' (Ps 63:4a). Misschien werkt het zo: wanneer ik mijn eigen geluk zoek, stort ik mijzelf in het ongeluk. Zoek ik het geluk van de Ander en ander, dan maakt dat mij gelukkig. Zoek jouw eigen geluk! Zal wel. Wat heb ik daaraan? Ik zoek eerst het Koninkrijk van God, want de Heer is waarlijk opgestaan en opgevaren ten hemel. Arjan Bouman Pastoraal werker wijkgemeente Pauluskerk