Buitenlandse sociale zekerheid in de loonheffing

i n t e r n a t i o n a a l
Buitenlandse sociale
zekerheid in de loonheffing
De kwalificatie van buitenlandse sociale verzekeringen is van belang als men het fiscale loon wil vaststellen van een
werknemer die onder het socialezekerheidsstelsel van een ander land valt, maar in Nederland over dat loon belastingplichtig is. Onlangs is een geactualiseerd besluit gepubliceerd over de wijze waarop buitenlandse socialezekerheidsbijdragen in aanmerking dienen te worden genomen bij het bepalen van het Nederlandse fiscale loon.
ie veel met expats werkzaam is, heeft hier veel
mee te maken: het sociaal verzekerd zijn in
het buitenland. Gedurende een uitzendperiode
blijft de expat vaak, op grond van een toepasselijk bilateraal sociaalzekerheidsverdrag dan wel de EU Verordening (883/2004), sociaal verzekerd in het (voormalige) woonland. Een expat die naar Nederland wordt
uitgezonden en in het woonland sociaal verzekerd blijft,
beschikt vaak over een ‘certificate of coverage’ of een
A1-verklaring. In dat geval moet de werkgever in het
woonland socialezekerheidspremies afdragen en in het
werkland belasting inhouden en afdragen. De betaling
van buitenlandse socialezekerheidspremies kan fiscale
consequenties hebben in Nederland.
W
Nederlands fiscaal loon
De kwalificatie van buitenlandse sociale verzekeringen is
nodig voor het bepalen van het loon van werknemers die
onder het sociaalzekerheidsstelsel van een ander land
vallen, maar over dat loon in Nederland belastingplichtig zijn. Om het Nederlandse fiscale loon te bepalen
moet men dit loon naar fiscale maatstaven omrekenen.
Op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 behoren
niet tot het loon aanspraken die naar aard en strekking
overeenkomen met aanspraken volgens de Nederlandse
Ziektewet, de Wet arbeid en zorg, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet. Ook de
bedragen die worden ingehouden als bijdrage voor deze
aanspraken behoren niet tot het loon. Indien een buitenlands socialezekerheidsstelsel van toepassing is,
moet men beoordelen of de hierin opgenomen aanspraken naar aard en strekking overeenkomen met Nederlandse aanspraken. Als dat het geval is, volgt bij het bepalen van het fiscale loon een Nederlandse behandeling
van de verschuldigde buitenlandse premies.
In de praktijk is het erg lastig om te bepalen of de de
buitenlandse aanspraken naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken volgens de Nederlandse sociale verzekeringen. De Belastingdienst heeft voor bepaalde Belgische, Duitse en Luxemburgse sociale
verzekeringen in een besluit aangegeven hoe zij kwalificeren. Dit besluit is onlangs (24 maart 2014) met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2013 geactu-
12
www.loonzaken.nl
aliseerd. Daarnaast is op 7 april een mededeling
gepubliceerd waarin van een reeks landen een kwalificatie van het socialezekerheidsstelsel wordt gegeven.
Besluit 24 maart 2014
De actualisering van het besluit was nodig in verband
met de Wet uniformering loonbegrip (WUL) en het
nieuwe artikel 11d Wet LB 1964. Sinds de inwerkingtreding van de WUL vanaf 1 januari 2013 behoort de
door de inhoudingsplichtige verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringwet niet tot het
loon van de werknemer (art. 11d Wet LB 1964). Dit
heeft ook gevolgen voor werknemers die onder het socialezekerheidsstelsel van een ander land vallen.
Het besluit bevat de uitgangspunten die aan de kwalificatie van deze en de in de mededeling (zie hierna) opgenomen stelsels ten grondslag liggen.
Volksverzekeringen
Als hoofdregel geldt dat de door de werkgever betaalde
premie voor buitenlandse sociale verzekeringen die
naar aard en strekking overeenkomen met de Nederlandse volksverzekeringen tot het Nederlandse fiscale
loon behoort. De door de werknemer zelf betaalde premie is niet aftrekbaar in de inkomstenbelasting.
Werknemersverzekeringen
Aanspraken en inhoudingen inzake buitenlandse werknemersverzekeringen die naar aard en strekking overeenkomen met de Nederlandse werknemersverzekeringen behoren niet tot het loon. Werkgeverspremies zijn
dus vrijgesteld en werknemerspremies zijn aftrekbaar
(voor loonbelastingdoeleinden). Door de werknemer
zelf betaalde premie (i.e. zonder dat inhouding door de
werkgever heeft plaatsgevonden) is overigens niet aftrekbaar in de inkomstenbelasting.
Zorgverzekeringswet
Bij buitenlandse wettelijke ziektekostenverzekeringen
kan men onderscheid maken tussen een deel dat overeenkomt met de Zvw (basisverzekering) en een deel dat
overeenkomt met de AWBZ. Het deel van de verzekering dat overeenkomt met de AWBZ wordt als een
volksverzekering behandeld (zie hiervoor).
Au t e u r: Jo u k j e d e Jo n g
Op grond van artikel 11d van de Wet LB behoort de ter
zake van het loon door de inhoudingsplichtige verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet tot het
loon van de werknemer. Ook behoort niet tot het loon
van de werknemer de niet in Nederland verschuldigde
bijdragen die naar aard en strekking overeenkomen
met ter zake van het loon verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in de Zvw.
Socialezekerheidspensioen
In veel landen bouwt men pensioen op via de sociale
zekerheid. Soms betreft het een eerstepijlervoorziening
(een staatspensioen zoals de AOW) en soms een tweedepijlervoorziening (pensioenregeling zoals bedrijfspensioen). Ook een combinatie komt voor. Als de premie
duidelijk individualiseerbaar is en kan worden bepaald
welk premiedeel betrekking heeft op de eerste- respectievelijk tweedepijlervoorziening, geldt het volgende:
t het premiedeel terzake van een eerstepijlervoorziening behoort tot het loon. De werkgeverspremies zijn
belast en de werknemersbijdrage is niet aftrekbaar.
t voor wat betreft het premiedeel terzake van (bedrijfs)pensioen geldt dat in principe de omkeerregeling niet van toepassing is op buitenlandse pensioenregelingen. Echter, als aan de voorwaarden van het
aanwijzingsbesluit van 31 januari 2008 is voldaan, is
toch fiscale faciliëring mogelijk waardoor de werkgeversbijdragen (gedeeltelijk) vrijgesteld en de werknemerspremies (gedeeltelijk) aftrekbaar kunnen zijn.
Indien de premie niet individualiseerbaar is. is goedgekeurd dat de aanspraken niet tot het loon behoren en
de desbetreffende inhoudingen op het loon in mindering
komen als (i) het overheersende karakter van de buitenlandse regeling dat van een pensioenregeling is
(tweede pijler) en (ii) de regeling qua resultaat niet
overtreft hetgeen onder het Nederlandse systeem is toegestaan. Van een overheersend karakter als pensioenregeling is volgens de staatssecretaris overigens sprake
als van het buitenlandse socialezekerheidspensioen het
maximale salaris- of diensttijdgerelateerde deel van de
uitkering meer bedraagt dan twee maal het bedrag van
de minimumpensioenuitkering op basis van die regeling.
Belgische, Duitse en Luxemburgse sociale verzekeringen
Verder bevat het besluit van 24 maart 2014 specifieke
standpunten met betrekking tot de kwalificatie van bepaalde Belgische, Duitse en Luxemburgse sociale verzekeringen. Nieuw in het besluit is de kwalificatie van de
Duitse Krankenversicherung, de Duitse Pflegeversicherung en de Duitse Unfallversicherung.
De Krankenversicherung is gekwalificeerd als vergelijkbaar met de Zvw. Dit betekent dat de door de werkgever verschuldigde premie, op grond van art. 11d Wet
LB 1964, niet tot het loon behoort en de premie niet
vergelijkbaar is met de Nederlandse premie volksverzekeringen voor de toepassing van de compensatieregeling
(onder het nieuwe verdrag met Duitsland dat vermoedelijk per 1 januari 2015 in werking treedt). Voor de
Pflegeversicherung gaat de staatssecretaris er vanuit
Fiscale behandeling
Indien buitenlandse sociale zekerheid naar aard en strekking overeenkomt met de Nederlandse sociale zekerheid is de fiscale behandeling als volgt:
Vergelijkbaar met:
Werkgeversdeel
Werknemersdeel
Volksverzekeringen
Belast
Niet aftrekbaar
Werknemersverzekeringen
Vrijgesteld
Aftrekbaar
tvgl. met AWBZ
Belast
Niet aftrekbaar
tvgl. met Zvw
Vrijgesteld
N.v.t.
Zvw
dat de door de werkgever betaalde premie tot het loon
behoort en de werknemersbijdrage niet aftrekbaar is.
De Unfallversicherung wordt deels aangemerkt als een
werknemersverzekering en deels als een wettelijke ziektekostenverzekering. De werkgeverspremie is vrijgesteld
en de werknemerspremie is niet aftrekbaar.
Mededeling 7 april 2014
Op 7 april 2014 is een mededeling gepubliceerd met
een overzicht van overige onderzochte stelsels. Voor 37
landen is aangegeven of de werknemerspremie al dan
niet (gedeeltelijk) aftrekbaar is en of de werkgeverspremie (gedeeltelijk) vrijgesteld of belast is. Ook is per
land aangegeven over welk jaar en wanneer de beoordeling heeft plaatsgevonden. De uitgangspunten die aan
de kwalificatie ten grondslag liggen zijn opgenomen in
het eerder genoemde besluit.
Ten opzichte van de eerdere publicatie van de mededeling (26 oktober 2011) is dit overzicht aangevuld een
kwalificatie van de stelsels van Roemenië, Bulgarije,
Letland en India. Daarnaast is een correctie aangebracht op de werknemerspremie ziektekosten van Finland en een correctie op de werkgeverspremie Medicare van de Verenigde Staten van Amerika. Voor
laatstgenoemde geldt dat de werkgeverspremie Medicare is vrijgesteld. Deze vrijstelling werkt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. De werkgever kan alsnog over 2013 correctieberichten indienen en de
werknemer een herziene jaaropgaaf 2013 verstrekken.
Ook kan de werknemer de premievrijstelling corrigeren
in de (aanvullende) aangifte inkomstenbelasting 2013.
Tot slot
Het is van belang om bij dergelijke geactualiseerde besluiten te oordelen of er wijzigingen zijn opgetreden die
van invloed zijn op werkgever en werknemer en waar
mogelijk meteen actie op moet worden genomen. ■
J.A. de Jong MSc, RSM Niehe Lancée Kooij Belastingadviseurs NV, www.rsmniehelanceekooij.nl
Wet: art. 11, lid 1 f en
j, 11d Wet LB 1964
Bron: MvF 24-032014, nr. DGB
2014/144M (Stcrt
2014, 9763); MvF
7-04-2014, DGB
2014/2297; MvF 3101-2008, nr.
CPP2007/98M (Stcrt
2008, 27)
De bronnen bij dit artikel zijn te raadplegen
via www.loonzaken.nl
Loonzaken 2014 - Nummer 5
13