Stroomschema

Voerendaal al heel lang grote naam in wielerwereld
De Hel van Voerendaal voor Beloften (19-22 jarigen) mag dan al heel wat jaartjes een
bekende klank hebben, het wil allerminst zeggen dat de gemeente vóór het ontstaan van
deze wedstrijd geen wielerbekendheid had. Sterker nog. Joep Franssen uit Ubachsberg was
in de periode tussen de twee wereldoorlogen een regelrechte topper. Hij werd tweemaal
kampioen van Nederland. Ook vestigde hij het 24-uurrecord met auto-gangmaking. Op de
Napoleonsbaan tussen Heel en Blerick vice versa legde hij (mei ’28) iets meer dan 777
kilometer af.
Kortom, voordat het huidige Rondecomité’64 werd opgericht was er koersdrukte, zowel in
Klimmen, Ransdaal en Ubachsberg, alsook (en vooral) in Voerendaal zelf. Nu eens zorgden
amateurs voor het hoofdnummer, weer een andere keer snelden profs door de straten. En
altijd werd het publiek ook een interessant voorprogramma gepresenteerd met
nieuwelingen en aspiranten. Dat was dus in de periode toen de huidige Rabodikkebandenraces voor de schooljeugd nog uitgevonden moesten worden. Reeds in april
1936 meldde het Limburgs Dagblad dat er een vergunning was verleend voor de Ronde van
Voerendaal, later in dat jaar. Na de beginnelingen en nieuwelingen die ieder 25 kilometer
zouden rijden, moesten de onafhankelijken en amateurs aan dertig ronden (75 km)
beginnen. De winnaar kreeg 50 gulden, ongeveer 23 euro in huidige munt. Een flink bedrag
destijds. Nummer twee kreeg 40 piek, nummer drie 30 gulden, enzovoort.
Tijdens de oorlog werd er óók gekoerst. Zo stond er op 24 augustus 1941 een
profwedstrijd op het programma. Start bij het Gemeentehuis, vervolgens via o.a. de
Hoolstraat, het viaduct bij het spoor en de Molenweg terug naar het beginpunt. Na 100 km
(ruim dertig ronden) flitste Kees Pellenaars als eerste over de streep. Pellenaars, een WestBrabander, zou naderhand als ploegleider in de Tour de France grote bekendheid verwerven.
Giel Hendriks, profrenner uit het Belgische Lommel, hield in de zomer van ’53 onze
vaderlandse helden in Voerendaal van de overwinning af. Een paar weken later stond in de
krant dat het organisatiecomité met algemene stemmen had besloten om tot opheffing over
te gaan. De oorzaak, aldus de krant, “moet gezocht worden in een geschil dat in de boezem
van het bestuur is ontstaan.” Achteraf viel het blijkbaar mee, want er werd net als voorheen
ook in volgende jaren door het peloton om de hoofdprijs gestreden. Onder meer de
Amsterdammer Appie Donker en de Limburgers Theo Paas, Piet Haan, Lou Vroomen en Nol
Ehlen zegevierden. Plaatselijk favoriet Jean Bastin, die later nog een poosje beroepsrenner is
geweest, reed voor eigen publiek ook een paar keer het ererondje als winnaar van een
jongerenwedstrijd. Inschrijven voor de diverse wedstrijden kon toentertijd, zoals het officiële
bondsorgaan vermeldde, gebeuren bij jurylid Fluitsma, Eynattenstraat 15, Voerendaal. We
hebben het dan over de jaren vijftig en zestig.
In 1967 speelde Voerendaal ook een belangrijke rol bij het Wereldkampioenschap dat toen
met start en finish in Heerlen werd gehouden. Sjra Frencken, burgemeester van Voerendaal,
was vice-voorzitter van het (Heerlens) organisatiecomité. Kunrade en de Bergseweg waren
opgenomen in het parcours waarop niemand minder dan Eddy Merckx de regenboogtrui
veroverde. Hij versloeg ’onze’ Jan Janssen en een paar andere koplopers in de sprint. Eén
dag eerder had de Britse Beryl Burton de vrouwenkoers gewonnen. Haar landgenoot
Graham Webb was nummer één bij de amateurs.
Precies een halve eeuw geleden kwam een nieuw rondecomité op de proppen. En net als bij
de voorgangers werden de zaken energiek aangepakt. Kort na de oprichting stond al de
eerste ronde op het programma, 4 oktober ’64, tevens de sluitingskoers van het Limburgse
seizoen. Wijlen Rik Houkes was in de race voor amateurs over 96 kilometer de strijdlustige
van allemaal. In de sprint tussen zes vluchters moest hij echter met de zesde plek tevreden
zijn. Leo Motké, een aalvlugge Roermondenaar, werd eerste, gevolgd door Jan Harings en Ad
Soer. ,,Na deze succesvolle organisatie is het logisch dat er ook volgend jaar weer een
wedstrijd wordt gehouden,” meldde het comité onder voorzitterschap van Senden meteen.
Het strijdtoneel kwam buiten de bebouwde kom te liggen. Met start en finish op de
Midweg werd een geaccidenteerd parcours van ruim zes kilometer uitgezet. Vijftien of
zestien ronden voor de amateurs op dit traject stonden garant voor een slijtageslag. Niet
verwonderlijk dat er winnaars als Nederlands kampioen Ben Janbroers uit Amsterdam of
sterke Limburgers zoals Ger Harings, Wim Kelleners, Mathieu Dohmen en Bennie Ceulen
gehuldigd konden worden. Zij hebben later allemaal de stap naar de profklasse gemaakt.
Trouwens, op en rond de Bergseweg zetten toenmalige voorzitter Pierre Schoenmakers en
zijn medewerkers de profs in de jaren zeventig, begin tachtig, vaak aan het werk. Ronald de
Witte en Ludo Peeters zorgden er voor Belgische winst. Onze landgenoten Joop Zoetemelk,
Ad Wijnands en onder meer Johan van der Velde deden dat na de lastige 120 kilometer (op
een parcours van 4 kilometer) óók. Bovendien, er waren altijd veel andere kopstukken van
de partij: Raas, Pollentier, Knetemann, Winnen, De Vlaeminck, Godefroot, de Zweed
Nilsson, noem maar op. Allicht dat er duizenden wielerfans naar toe kwamen.
Toch trad op een gegeven moment een soort verzadiging op, maar die duurde niet
lang. Het vuur ging weer branden. In plaats van profwedstrijden kregen de koersen voor
amateurs en jongere categorieën alle aandacht. Soms was er ook een vrouwenwedstrijd. De
ene keer draaiden de wielen in het centrum, een andere keer aan de rand van de bebouwde
kom. Bijna tien jaar geleden werd tenslotte – mede op verzoek van de Koninklijke
Nederlandse Wielren Unie – gekozen voor de huidige Hel van Voerendaal, een wedstrijd
over 150 kilometer (tien ronden) op een parcours met de Bergseweg en Fromberg als
scherprechters. Start en finish nu eens op het Kerkplein, dan weer in Op de Beek bij Herberg
De Pintelier. Eén keer moest de wedstrijd (die onder meer door Robert Gesink, Tom-Jelte
Slagter en Mike Teunissen is gewonnen) onderbroken worden omdat een juryauto in brand
was gevlogen! Tijdens de jaren waarin de ’Hel’ steeds meer faam kreeg organiseerde
’Voerendaal’ ook nog één keer het NK voor junioren. En alsof dit nog niet genoeg was haalde
men in 2013 de karavaan van Olympia’s Tour door Nederland binnen voor de finish van de
etappe die – in erbarmelijk slechte weersomstandigheden - door het Zuid-Limburgse
heuvelland voerde.
Nee, voorzitter Piet Vincken, secretaris Roger Coenen, penningmeester Marc Schrijen
en de overige bestuursleden van het Rondecomité’64 zijn nog lang niet aan het einde van
hun wielerlatijn. De Hel van Voerendaal die in dit seizoen vanwege grootschalige
wegwerkzaamheden niet gehouden kon worden staat in 2015 gegarandeerd weer op het
programma.
Wiel Verheesen
Oud-sportjournalist en lid van het Rondecomité’64