De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-1 De getallenverzamelingen Inhoud 1.1 Verzamelingen Zelf doorlezen 1.2.1 Natuurlijke getallen 1. Verzamelingen 2. Natuurlijke getallen en principe van volledige inductie • De natuurlijke getallen, N • Bewijs door volledige inductie • worden gebruikt om aantallen te tellen • Notatie: N = {0, 1, 2, 3, 4, 5, . . .} N0 = N \ {0} • N is oneindig groot 3. Gehele getallen en rationale getallen ¨ getallen, R 4. De verzameling van reele • Het volledig en totaal geordend veld (R, +, ×, ≤) • Het binomium van Newton 5. Absolute waarde en intervallen 6. Complexe getallen • Ordening op N: voor twee getallen x, y ∈ N geldt x<y x>y x=y (’x is kleiner dan y ’) of ` (’x is groter dan y ’) of ` (’x is gelijk aan y ’) • Elke niet-lege deelverzameling van N heeft een kleinste element. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-3 1.2.2 Bewijs door volledige inductie STELLING 1.2 Een uitspraak P (n) die afhangt van een natuurlijk getal n, geldt voor alle natuurlijke getallen indien voldaan is aan: (∗) (∗∗) P (k) juist is voor zeker k ∈ N, dan is P (k + 1) eveneens juist Indien (∗) P (0) (∗∗) ∀k ∈ N : P (k) ⇒ P (k + 1) • Stel dat er een natuurlijke getal n is waarvoor P (n) niet geldt. • Dan is de verzameling A = {n ∈ N | P (n) is vals } niet leeg. De uitspraak P (0) is juist • Schematisch: Bewijs uit het ongerijmde: =⇒ ∀k ∈ N : P (k) • (∗) is de basisstap en (∗∗) is de inductiestap • In de inductiestap wordt aangenomend dat de uitspraak P (k) waar is. Deze aanname heet de inductiehypothese • De verzameling A heeft een kleinste element, zeg n0 ∈ A • Omdat P (0) juist is (basisstap!), is n0 6= 0 • Dan is n0 − 1 een natuurlijk getal en n0 − 1 6∈ A, zodat P (n0 − 1) juist is • Uit de inductiestap volgt dan dat P (n0) juist is. ⇒ Tegenspraak, want n0 is een element van A De getallenverzamelingen Conclusie: De getallenverzamelingen 1-5 We komen tot een tegenspraak als we aannemen dat het principe van volledige inductie niet waar is. Bijgevolg Een uitspraak P (n) over natuurlijke getallen geldt voor is het principe wel waar. elke n Variaties op volledige inductie ≥ N als: • P (N ) is juist (beginstap) • Als P (k) juist is voor zekere k ≥ N , dan is ook P (k + 1) juist (inductiestap) Een uitspraak P (n) over natuurlijke getallen geldt voor elke n ∈ N als: • P (0) is juist (beginstap) • Als P (n) juist is voor elk natuurlijk getal n ≤ k , dan is P (k + 1) ook juist (inductiestap) De getallenverzamelingen Voorbeeld Voor elke n ∈ N0 geldt n(n + 1) 1 + 2 + ··· + n = 2 Bewijs: We zullen dit bewijzen met volledige inductie. Zoals elk bewijs met volledige inductie bestaat dit bewijs uit drie delen • de basisstap • de inductiestap • de conclusie De getallenverzamelingen 1-7 Te bewijzen: 1 + 2 + ··· + n = de basisstap • Voor n = 1 is de uitspraak 1·2 1= 2 en dit is inderdaad juist n(n + 1) 2 De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-9 de inductiestap de conclusie • Neem aan dat voor zekere k ≥ 1 de uitspraak juist is, dat wil zeggen dat k(k + 1) 1 + 2 + ··· + k = 2 • Tel hierbij aan beide kanten k + 1 op en werk uit k(k + 1) 1 + 2 + · · · + k + (k + 1) = + (k + 1) 2 k = (k + 1) +1 2 k+2 = (k + 1) 2 (k + 1)(k + 2) = 2 • Bijgevolg is de uitspraak juist voor k + 1 • De beginstap en de inductiestap zijn allebei bewezen. • Vanwege het principe van volledige inductie geldt de uitspraak dus voor elke n ≥ 1. • Bewezen is dat 1 + 2 + ··· + n = geldt voor elke n ∈ N0 . De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-11 Somnotatie Productnotatie • Als a1, a2, . . . , an getallen zijn, dan is n X ak = a 1 + a 2 + · · · + a n • Als a1, a2, . . . , an getallen zijn, dan is n Y ak = a 1 · a 2 · · · · · a n k=1 k=1 het product van de getallen a1 , a2, tot en met an • k is de sommatie-index • k is gewoon een symbool, kan vervangen worden door een ander symbool dat nog niet in gebruik is n n X X a1 + a 2 + · · · + a n = aj = • maar niet a1 + a 2 + · · · + a n = aν ν=1 j=1 n X n=1 an n(n + 1) 2 De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-13 n-faculteit: n! n-faculteit (Engels: n-factorial) is gedefinieerd als het product van de natuurlijke getallen van 1 tot en met n n Y n! = k = 1 · 2 · ··· · n k=1 0! = 1 • Z is een uitbreiding van N Z = {. . . , −3, −2, −1, 0, 1, 2, 3, . . .} • Binnen Z kunnen we optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. (afspraak) • De faculteit van n wordt snel heel groot 1! = 1 2! = 2 3! = 6 4! = 24 1.3.1 De gehele getallen, Z 5! = 120 6! = 720 7! = 5040 8! = 40320 Het resultaat is steeds weer een geheel getal. 9! = 362880 10! = 3628800 • n! is gelijk aan het aantal manieren om n verschillende objecten op een rij te zetten. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-15 1.3.2 De rationale getallen, Q • Q is een uitbreiding n m van Z: o Q= | m ∈ Z, n ∈ Z, n 6= 0 n Dit zijn alle breuken of rationale getallen. p • De twee breuken m n en q zijn aan elkaar gelijk als als mq = np • Optellen van breuken m p mq + np + = n q nq • Vermenigvuldigen van breuken m p mp × = n q nq • Delen van breuken (niet door nul) m p m q mq : = × = n q n p np Q is een totaal geordend veld • In Q kunnen we goed rekenen, het is een veld • Een vergelijking zoals ax + b = c met a, b, c ∈ Q, a 6= 0, heeft in Q een oplossing • De ordening op N wordt uitgebreid tot Z en Q • Net als in N is de ordening totaal, dat wil zeggen, voor elk tweetal rationale getallen x en y geldt x<y o`f x>y o`f x=y ⇒ (Q, +, ×, ≤) is een totaal geordend veld De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-17 Q is niet volledig • Er zitten ’gaten’ in Q. • Er is geen rationaal getal a met a2 = 2. • Daardoor is Q niet geschikt om analyse op te doen (limieten, afgeleiden, . . . ). • We bekomen R, de reele ¨ getallen, door de gaten in Q op te vullen. PAUZE • R is wel geschikt om analyse op te doen. When you have eliminated the impossible, what ever remains, however improbable must be the truth. [Sir Arthur Conan Doyle (1859-1930)] De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-18 1.4 De reele ¨ getallen, R • R wordt op axiomatische wijze ingevoerd • drie definierende ¨ voorwaarden: 1. Er is een optelling + en een vermenigvuldiging × zodat (R, +, ×) een veld is. 2. Er is een ordening ≤ op R zodat een totaal geordend veld is. 3. R is volledig (R, +, ×, ≤) • (Q, +, ×, ≤) is ook een totaal geordend veld, maar het is niet volledig. • De volledigheid is het grote verschil tussen R en Q. Eerste definierende eigenschap van ¨ de reele ¨ getallen: (R, +, ×) is een veld ⇒ Er is een optelling + en een vermenigvuldiging × op R. ⇒ De gebruikelijke rekenregels zijn geldig in (R, +, ×), zie paragraaf 1.4.1 • associativiteit van + en × • commutativiteit van + en × • neutraal element: 0 voor optellen, 1 voor vermenigvuldigen • tegengesteld element • invers element 1/x bestaat als x ∈ R0 • distributieve eigenschappen De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-20 Tweede definierende eigenschap van ¨ de reele ¨ getallen: (R, +, ×, ≤) is een totaal geordend veld Bovengrens en ondergrens Zij W een deelverzameling van R. • b ∈ R is een bovengrens van W indien ∀x ∈ W : x ≤ b. • Er is een orderelatie ≤ op R. Als er een bovengrens bestaat dan is W naar boven • x is positief als x > 0 (soms ook: strikt positief). • x is negatief als x < 0 (soms ook: strikt negatief). • Relatie met algebra¨ısche bewerkingen: ⇒ Als x ≤ y en a ∈ R, dan x + a ≤ y + a. ⇒ Als x ≤ y en a > 0, dan ax ≤ ay . ⇒ Als x ≤ y en a < 0, dan ax ≥ ay . begrensd. • a ∈ R is een ondergrens van W indien ∀x ∈ W : a ≤ x. Als er een ondergrens bestaat dan is W naar onder begrensd. • Verder gelden gebruikelijke eigenschappen (zie Eigen- • Als W zowel naar onder begrensd als naar boven begrensd is, dan noemen we W kortweg begrensd. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-22 schap 1.4) Supremum en infimum • s ∈ R is de kleinste bovengrens of supremum van W indien: 1. s is een bovengrens van W, ≤ b. • t ∈ R is de grootste ondergrens of infimum van W indien: 1. t is een ondergrens van W, 2. voor elke ondergrens a van W geldt dat t • Notatie s = sup W en t = inf W. Maximum en minimum Zij W een deelverzameling van R. 2. voor elke bovengrens b van W geldt dat s ≥ a. • Het maximum van W is het grootste element van W, notatie max W. • Het minimum van W is het kleinste element van W, notatie min W. • Het maximum en het minimum van W (als ze bestaan) behoren altijd tot W. • Het supremum en het infimum van W behoren niet steeds tot W. • Als max W bestaat, dan is sup W = max W. • Als min W bestaat, dan is inf W = min W. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-24 Supremum en infimum s = sup W als en slechts als ( ∀x ∈ W : x ≤ s, ∀ε > 0 : ∃x ∈ W : s − ε < x. • s is een bovengrens, maar s − ε is geen bovengrens Volledigheid De ordening is volledig indien • elke niet-lege naar boven begrensde deelverzameling heeft een supremum, • elke niet-lege naar onder begrensde deelverzameling heeft en infimum. t = inf W als en slechts als ( ∀x ∈ W : x ≥ t, Derde definierende eigenschap van ¨ de reele ¨ getallen: ∀ε > 0 : ∃x ∈ W : t + ε > x. • t is een ondergrens, maar t + ε is geen ondergrens (R, +, ×, ≤) is volledig • Q is niet volledig • De volledigheid is het grote verschil tussen R en Q. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-26 Twee stellingen STELLING 1.6 • Eigenschap van Archimedes STELLING 1.7 • Dichtheid van Q in R ⇒ Zelf doornemen Binomiaalcoeffici ent ¨ ¨ Voor n ∈ N en k ∈ {0, 1, . . . , n} is n n! = . k!(n − k)! k n is gelijk aan het aantal manieren om uit n objecten k er k te kiezen. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-28 1.4.2 Het binomium van Newton Voor elke n ∈ N0 en voor elke x, y ∈ R geldt n X n j n−j n (x + y) = x y j 1.5 Absolute waarde en intervallen De absolute waarde of modulus getal j=0 Bewijs: |x| van een reeel ¨ x wordt gedefinieerd door x indien x ≥ 0, indien x = 0, |x| = 0 −x indien x < 0. • Uiteraard is |x| ≥ 0 en |x| = 0 als en slechts als x = 0. met volledige inductie... • |x| ≤ r als en slechts als −r ≤ x ≤ r • |x| < r als en slechts als −r < x < r • |x| = | − x|, • |xy| = |x||y|, |x| • xy = |y| . De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-30 Driehoeksongelijkheid 1.5.2 Open en gesloten intervallen • Niet juist is |x + y| = |x| + |y| • Wel geldt: Voor x, y gesloten interval [a, b] = {x | a ≤ x ≤ b} a ∈R half-open interval [a, b[ = {x | a ≤ x < b} |x + y| ≤ |x| + |y| Voor x, y, z Afstand a ∈R |x − y| ≤ |x − z| + |z − y| ¨ getallen De afstand tussen twee reele wordt voorgesteld door x en y d(x, y) en gedefinieerd door d(x, y) = |x − y|. b b half-open interval ]a, b] = {x | a < x ≤ b} a b open interval ]a, b[ = {x | a < x < b} a De lengte van b−a b ]a, b[, [a, b[, ]a, b] en [a, b] is De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-32 Oneindig en min-oneindig • we voegen aan R twee symbolen +∞ en −∞ toe Algebra¨ısche bewerkingen • Sommige (niet alle) bewerkingen definieren ¨ we ook voor ±∞ • x + (±∞) = (±∞) + x = ±∞, • x(±∞) = (±∞)x = ±∞, als x > 0 • x(±∞) = (±∞)x = ∓∞, als x < 0 • (+∞) + (+∞) = +∞, • (−∞) + (−∞) = −∞, • (+∞)(+∞) = (−∞)(−∞) = +∞, • (+∞)(−∞) = (−∞)(+∞) = −∞. dit zijn ge´ en ´ reele ¨ getallen • Uitgebreide reele ¨ getallen: R = R ∪ {−∞, +∞} • Afspraak: met ∞ (zonder ±-teken) bedoelen we +∞ • Voor elke x ∈ R geldt x < +∞ en x > −∞. De getallenverzamelingen • de bewerkingen (+∞) + (−∞), (−∞) + (+∞), 0×(±∞) en (±∞)×0 worden niet gedefinieerd De getallenverzamelingen 1-34 Oneindige intervallen 1.5.3 Omgevingen • ]a, +∞[ = {x ∈ R | x > a} oneindig open interval Neem δ • [a, +∞[ = {x ∈ R | x ≥ a} oneindig gesloten interval de δ -omgeving van a. • ] − ∞, b[ = {x ∈ R | x < b} oneindig open interval • ] − ∞, b] = {x ∈ R | x ≤ b} oneindig gesloten interval • ] − ∞, +∞[ = R > 0 en a ∈ R. Dan is B(a, δ) = {x ∈ R | |x − a| < δ} • B(a, δ) is het open interval ]a − δ, a + δ[ met middelpunt a en straal δ ; ⇒ het bevat alle punten waarvan de afstand tot a kleiner is dan δ . De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-36 Inwendig punt en randpunt Zij V ⊂ R. • x is een inwendig punt van V indien er een δ omgeving van x bestaat die volledig bevat is in V, • x is een randpunt van V indien elke δ -omgeving van x zowel punten van V bevat als punten buiten buiten V bevat. Open en gesloten • V is een gesloten verzameling als elk randpunt van V tot V behoort. 1.6 Complexe getallen • R heeft beperkingen. Een vergelijking als x2 + 1 = 0 heeft geen oplossingen in R. • De complexe getallen vormen een uitbreiding van R waarin deze vergelijking wel een oplossing heeft, namelijk het getal i (ook −i is een oplossing). Definitie • Een complex getal heeft de vorm z = a + ib • V is een open verzameling als elk randpunt van V niet tot V behoort. • Een open interval is een open verzameling. met a, b ∈ R. ¨ deel van z • a = <z is het reele • b = =z is het imaginaire deel van z • Een gesloten interval is een gesloten verzameling. • C is de verzameling van alle complexe getallen. De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-38 Bewerkingen • Optelling en vermenigvuldiging (a + ib) + (c + id) = (a + c) + i(b + d) (a + ib) · (c + id) = (ac − bd) + i(ad + bc) • (C, +, ·) is een veld (maar niet geordend!) • Deling gaat handig met de complex toegevoegde z = a + ib = a − ib. • Merk op zz = a2 + b2 is reeel. ¨ Als w = c + id en z = a + ib, dan w wz wz = = 2 z zz a + b2 ac + bd + i(ad − bc) = a2 + b 2 ac + bd ad − bc = 2 + i . a + b2 a2 + b 2 Modulus en argument: poolcoordinaten ¨ • Als verzameling komt C overeen met het vlak R2. • We spreken van het ‘complexe vlak’ √ √ • De modulus is |z| = zz = a2 + b2. • Het argument is de hoek met de positieve reele ¨ as. imaginaire as 6 • b z = a + bi r = |z| θ = arg z - a re¨ele as De getallenverzamelingen De getallenverzamelingen 1-40 Rekenen met poolcoordinaten ¨ • Als z = a + ib poolcoordinaten ¨ r = |z| en θ = arg z heeft, dan is a = <z = r cosθ, p r = a2 + b 2 , b = =z = r sinθ tan θ = b/a • Delen z1 = |z1| z |z2| 2 z1 = arg z1 − arg z2 arg z2 • Omdat i2 = (−i)2 = −1 heeft de veelterm z2 + 1 twee nulpunten in C, namelijk z • Elke tweedegraadsveelterm az 2 + bz + c • Vermenigvuldigen |z1z2| = |z1| |z2| arg(z1z2) = arg z1 + arg z2 Hoofdstelling van de algebra met a heeft twee oplossingen in C (modulo 2π). = ±i. 6= 0 mogelijk samenvallend • Voor elke nde graads veelterm p(z) = anz n+an−1z n−1+· · ·+a1z+a0, zijn er z1, z2 , . . . , zn (modulo 2π). ∈ C met p(z) = an(z − z1)(z − z2) · · · (z − zn). ⇒ z1, z2, . . . , zn zijn de nulpunten van p an 6= 0
© Copyright 2024 ExpyDoc