Informatie onderwijs groep 3

Informatie onderwijs groep 3 Dit jaar bestaat De Driedekker uit groep 3. We zijn ’s ochtends gevestigd in de middenbouwunit samen met de groepen 4/5 en 6/7/8. Op drie dagen in de week wordt er het laatste uur van de middag gewerkt in de hoeken samen met een kleutergroep. In onze visie is beschreven dat van de leerlingen wordt verwacht dat zij op hun eigen niveau naast het verwerven van kennis ook verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen. Het leren samenwerken en het werken aan de sociale ontwikkeling krijgt door deze keuze volop de ruimte. Organisatorisch wordt er een sociale eenheid gevormd door de basisgroep van nu 20 leerlingen. Zij hebben een eigen schoolkamer als thuisbasis. Binnen deze thuisbasis moet een kind zich veilig voelen en wij besteden veel aandacht aan de onderlinge verhoudingen. De basisgroep staat onder leiding van een ‘eigen’ leerkracht. Leer-­‐ en werkinstructies worden door de eigen leerkracht gegeven en kan er individueel of in kleine groepjes worden gewerkt. Dit jaar kan de visie van het werken in schoolkamers en units daadwerkelijk gestalte krijgen door het nieuwe gebouw. De uitdaging is om voor de leerlingen een juiste werksfeer in de unit en een veilige leeromgeving binnen de schoolkamer te creëren. 2) Organisatie: Instructie wordt afgewisseld met zelfstandig werken volgens een vast rooster. De methodes die wij gebruiken zijn geschikt voor deze manier van werken. De instructies zijn compact, daarna gaat een groep aan de slag en geeft de leerkracht aan een groepje nog extra instructie. De leerkracht loopt rondes door de unit om te zien hoe de verwerking verloopt en geeft feedback. Regelmatig haalt hij kinderen aan de instructietafel voor extra uitleg of om na te bespreken. Zo wisselt e.e.a zich gedurende de dag af. De kinderen geven elkaar en de leerkracht d.m.v. de dobbelsteen aan wat ze nodig hebben. De regel is, dat als je vastloopt en niemand kan je helpen, zet je het vraagteken op en ga je verder met wat je wel kunt. De leerkracht komt dan later helpen. Oudere en jongere leerlingen werken samen en leren rekening met elkaar te houden. Samenwerken met je eigen leeftijdsgroep is bij een aantal opdrachten nodig en gewenst. De kinderen zoeken met elkaar een plek waar ze dat kunnen doen Dat kan binnen dit gebouw in de schoolkamer of de unit. Het werk wordt in de nakijkbak gelegd en elke dag nagekeken. Nadat de kinderen gewend zijn met de manier van werken in groep 3 worden de weektaken geïntroduceerd. Op basis van de resultaten wordt de weektaak aangepast. Kinderen kunnen altijd verder met het werk, ze hebben verplichte activiteiten en keuzeactiviteiten. De eerste gaan uiteraard voor. Niet alleen voor de kinderen is er werk aan de winkel. De leerkracht bereidt zich iedere dag gedegen voor op de instructies die gegeven moeten worden en plant zorgvuldig het onderwijs voor alle groepen. Hij maakt de weektaken. De materialen moeten klaar staan en er wordt elke dag gereflecteerd ( in de kring) met de kinderen over het werken in de unit. De eerste weken wordt er veel aandacht besteed aan het leggen van een solide basis met regels/ afspraken en het creëren van een goede sfeer. 3) Zorg De leerlingen worden gevolgd in hun ontwikkeling. Wij doen dit door maken van observaties, het afnemen van methode gebonden toetsen en CITO toetsen. Deze worden digitaal opgeslagen in het leerlingvolgsysteem. Aan het begin van het jaar maken we voor de jaargroep een groepsplan op het gebied van rekenen, lezen en spelling. We brengen alle kinderen in kaart en passen de instructie daarop aan. De leerkracht gebruikt bij de planning van de taken dit plan als uitgangspunt. De gegevens van het vorige schooljaar worden hiervoor gebruikt. Dit zijn de toetsgegevens bij de methodes, de CITO toetsen en de observaties van de leerkracht. We stellen volgens een vast route een plan op voor 3 maanden: Stap 1 EVALUEREN/VERZAMELEN (beginsituatie bepalen) Stap 2 SIGNALEREN Stap 3 ONDERWIJSBEHOEFTE BENOEMEN Stap 4 CLUSTEREN GELIJKE ONDERWIJSBEHOEFTEN Stap 5 OPSTELLEN GROEPSPLAN Stap 6 UITVOEREN GROEPSPLAN In het plan staan de doelen die bereikt moeten worden, de aanpak hierbij, de controle erop en er is een evaluatiemoment gepland waarop vervolgstappen worden besproken. Na een periode van 3 maanden, verwerkt de leerkracht de gegevens in een nieuw groepsoverzicht. Dit is weer stap 1, zodat de cyclus opnieuw kan worden doorlopen. Uiteraard volgen wij de kinderen op de voet en worden waar nodig tussentijds aanpassingen gedaan. Alleen wanneer de leerling onvoldoende profiteert van de aanpak binnen het groepsplan wordt een individueel plan opgesteld. Het besluit om een dergelijk plan op te stellen wordt in principe in een leerlingbespreking met de unitleider genomen. Natuurlijk wordt u als ouder hiervan altijd op de hoogte gesteld. Op 3 momenten in het jaar bespreken we de vorderingen met de ouders. Indien nodig wordt er uiteraard tussentijds contact opgenomen. 4)Vakken: We beperken ons in de informatie vanavond voornamelijk tot lezen , rekenen en taal. U kunt echter zien in het rooster dat ook de andere vakgebieden in de week aan de orde komen. Na afloop kunt u de diverse methodes die we gebruiken inzien. Lezen vinden wij van “levensbelang”. Wij besteden daar veel aandacht aan. In de taalmethode is er aandacht voor lezen maar we doen meer….: Technisch lezen= Veilig leren lezen. De leerlingen leren vloeiend en vlot te lezen d.m.v. allerlei materialen die in de methode zitten. Estafette= Het kind leest boeken op het eigen AVI niveau, alleen bedoeld voor de zwakke lezer. Duolezen =1 goede en 1 minder goede lezer worden gekoppeld Tutor lezen =mindere goede lezers lezen met iemand die 2 avi niveau’s verder is Begrijpend lezen= geïntegreerd in de methode Veilig Leren Lezen Lezen naar belangstelling( kies zelf een boek of een strip) Voorlezen aan kleuters De meester/juf leest voor We doen mee aan de Kinderboekenweek en de Voorleesdagen Taal: Onze methode Veilig Leren Lezen De leerstof in Veilig Leren Lezen kent een aantal domeinen: 1. Mondelinge taalontwikkeling 2. Lezen 3. Begrijpend luisteren en stellen 4. Spelling De methode is opgebouwd uit 12 kernen van om en de nabij 3 weken. De lessen beginnen met een gezamenlijke introductie. De snelle lezers (zonkinderen) gaan na de introductie zelfstandig aan het werk in hun zonboekje. De andere leerlingen (maankinderen) krijgen de instructie over het werk. Als de leerlingen vervolgens aan het werk zijn, geeft de leerkracht de zwakke lezers nog een verlengde instructie en helpt ze bij het verwerken van de stof. Voor leerlingen die klaar zijn in hun werkboekje zijn er allerlei materialen om spelenderwijs te leren lezen. Zo zijn er kliklakboekjes, ringboekjes, woordendozen, leesboekjes en leesspelletjes. Leerlingen werken individueel, samen met anderen, maar ook interactief klassikaal aan dezelfde lesstof. Dit houdt het werken met de methode overzichtelijk voor de leerkracht. Differentiatie is mogelijk op drie manieren: didactisch, op niveau, en qua tempo. 1. Mondelinge taalontwikkeling De ontwikkeling van spreekvaardigheid. Leerlingen leren hun gedachtes en gevoelens steeds beter onder woorden te brengen. Kinderen leren rekening te houden met wat iemand al weet over een onderwerp. Ze leren de juiste informatie te geven en niet meer dan nodig is, ze leren om informatie te geven wat waar is en wat er op het moment van spreken toe doet. Ze leren een gespreksonderwerp vast te houden en ten slotte duidelijker te formuleren. De luistervaardigheid wordt ook verbeterd. Kinderen leren hun aandacht langer op het gespreksonderwerp te richten. Het onderscheiden van van belangrijke en minder belangrijke informatie. Door de contextrijke omgeving neemt de woordenschat van leerlingen enorm toe. 2. Leren lezen Fases: -­‐ Alfabetisch principe: fonemisch bewustzijn, aanleren van de letters (bij een letter hoort een klank) -­‐ Elementaire leeshandeling (klanken vervoegen tot een woord= auditieve synthese) -­‐ Automatisering van de woordherkenning (veilig en vlot) 3. Begrijpend luisteren en stellen Begrijpend lezen is afhankelijk van de vaardigheden van het technisch vlot lezen en begrijpend luisteren. Stellen is afhankelijk van het vlot kunnen spellen en het produceren van mondelinge verhalen. Begrijpend luisteren en verhalen vertellen krijgt in de methode ook veel aandacht om het begrijpend lezen en het stellen te stimuleren. 4. Spelling Fases: -­‐ Spontane spelling (eigen spelling van het kind) -­‐ Elementaire spelhandeling (juiste letter bij een klank schrijven) -­‐ Technisch leren schrijven (juiste spelling van een woord en/of goed geschreven van de letters) Alle gebieden komen dagelijks aan bod, uitgaande van vijf taallessen per week. Ieder blok heeft een eigen thema. Elk jaar keren dezelfde thema's op hetzelfde moment terug: Ik en mijn klas, mijn lijf, schatgravers, op het podium, proefjes, verzamelen en op vakantie. Rekenen Rekenen in groep 3: -­‐getalrelaties en getalbegrip (tellen, splitsen, getalbetekenis, verdubbelen, halveren, telrij tot 100) -­‐optellen en aftrekken (rekenen tot 20, vingers, rekenrek, geld) -­‐vermenigvuldigen (eind groep 3, welke groepjes? Hoeveel groepjes zie je?) -­‐overige leerlijnen (klokkijken: hele en halve uren, meten en meetkunde: opmeten potlood, geldrekenen: 1, 2, 5, 10 en 20 euro) Materialen: handen, eierdozen, fiches, geld, dobbelstenen en modellen als de splitsflat) Elke lesweek bestaat uit vijf rekenlessen: twee interactieve, leerkrachtgebonden rekenlessen en drie zelfstandig werkenlessen (grotendeels leerkrachtvrij). Deze lestypen wisselen elkaar systematisch af. Elke dag is er dus een rekenles. Na 5 weken volgt er een toetsweek waarin tijd is voor herhaling en verder oefenen. Elke rekenles start de hele jaargroep met hoofdrekenen. Alle leerlingen volgen groepsinstructie op streefniveau. Daarna verwerken de leerlingen zelfstandig de lesstof op hun eigen niveau. Er zijn zowel plus als herhalingsopdrachten. Er is binnen de rekenmethode veel aandacht voor stapsgewijs oefenen en automatiseren. De methode bevat daarnaast veel mogelijkheden voor tempo-­‐ en niveaudifferentiatie. Voor extra werk : Rekenmeester, Plusschriften en Alles Telt computer. W.O.: De leerlingen krijgen 1 keer per week biologie en 1 keer per week techniek. Voor de onderwerpen kunt u straks even in de boeken kijken. Techniek heeft onze bijzondere aandacht. Daarnaast gaan we dit jaar een aantal keren op bezoek bij het technolab en doen we weer mee met het techniektoernooi. Dit jaar zijn we een IPC-­‐school. We werken regelmatig thematisch aan 1 onderwerp. In oktober starten we met het thema “Feest”. Verscheidene vakken komen in dit project aan bod. Kanjertraining: De leerkracht is bevoegd om Kanjertraining te mogen geven. Het is prettig om met je eigen groep de sociale-­‐ emotionele ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Leerlingen leren om met elkaar om te gaan en hun emoties op een correcte wijze te uiten. Verkeer: Wij doen dit jaar weer mee met het programma School op Seef. De lessen bestaan uit theorie en praktijkdelen. SCHOOL op SEEF staat voor een goede aanpak van verkeersveiligheid en verkeerseducatie aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Aandachtspunten: •actuele theoretische en praktische verkeerseducatie •een veilige schoolomgeving en school-­‐thuisroutes •communicatie met ouders •een planmatige organisatie Uitgangspunt: "kinderen recht hebben op een veilige, zo zelfstandig mogelijke deelname aan het verkeer". Gym: Dit jaar krijgen de leerlingen twee keer per week gym. Van belang is dat de leerlingen tijdens de gymles veel bewegen. Dat doen we door een korte instructie en werken in meerdere vakken, zodat leerlingen vaker aan de beurt komen. Dit jaar willen we ICT en gym combineren. We hebben een abonnement op www.visueellerenbewegen.nl genomen zodat leerlingen bewegingen kunnen analyseren en nog meer op hun eigen niveau kunnen bewegen. Dit jaar doen we op sportief gebied weer mee met de Koningsdag en hebben we spoedig de Korfbalmiddag van Fiks. 5) Verjaardagen De verjaardagen worden binnen de groep gevierd. De klas bestaat uit 19 leerlingen. Gezonde traktaties zijn niet verplicht maar hebben wel onze voorkeur. 6) Computergebruik De klas beschikt vooralsnog over 5 computers. De komende tijd willen we op school dit gaan uitbreiden met digiborden, laptops, vaste computers, tablets en eventueel Ipods. ICT is geen doel maar wel een belangrijk middel binnen onze school. 7) PABO/Stagiaires Dit jaar zijn we een samenwerkingsverband met de PABO aangegaan. Elke onderbouwgroep (1 t/m 3) heeft 2 stagiaires die er elke maandag, dinsdag en woensdag zijn. Op dinsdagochtend krijgen ze zelf college. We willen de stap tussen theorie en praktijk verkleinen, vandaar dat een deel van de PABO binnen onze school gevestigd is. Het doel is om de studenten op te leiden tot leerkracht. Voor de school is het handig om meer handen in de klas te hebben, zodat er nog meer aandacht is voor het kind.