Paraaf secretaris NOOR D E N V E L D G E M E E N T E Paraaf direct leidinggev snde/ î A D V I E S AAN B U R G E M E E S T E R z ÍS Datum EN W E T H O U D E R S c 12n ovember 2013 Afdeling M&O Opsteller E. Nieboer Telefoon 232 Registratie BW13.0975 VOORSTE M vaststelling tarieven en verordening leges 2014 I EERDERE BESLUITVORMING actief ja passief nee B&W besluit van 3 en 10 september 2014 I INFOPMSRSISMKKFNFN legesverordening 2014 met aangebrachte wijzigingen, berekeningsmodel legesverordening 2014, matrix projectbesluit, preadvies ' ja nee ja nee OR ' İ nee jpMIDDELENINZET Investering Jaarlast vaststelling tarieven en verordening leges 2014 Dekking ' B E H A N D E L I N G IN I Vergadering B&W d.d. 19 november 2013 Raadscommissie d.d. 4 december 2013 Raad d.d. 18 december 2013 BESL U IT B&W Conform Besluit d.d. Bespreken Burgemeester J. Dam O.L. Keizer G. Alssema O. Huisman WSI3ĒĚÊBĚÊ ~ARCHÍEF ™ * Paraaf verzending Verzonden d.d. Aangekomen d.d. De huidige verordening en bijbehorende tarieventabel zijn kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij is het volgende in ogenschouw genomen: bekijken of legesposten waarop niet of nagenoeg niet wordt geschreven, geschrapt kunnen worden bekijken of legesposten zoveel mogelijk kunnen worden samengevoegd bekijken of de grondslag voor sommige legestarieven niet eenvoudiger kan Wat is er gewijzigd ten opzichte van 2013? 1. Allereerst zijn de wijzigingsvoorstellen die de VNG in de model-legesverordening (versie 25 juli 2013) heeft opgenomen verwerkt. Deze wijzigingen hebben deels betrekking op: de wijziging van wetten (b.v. de Wet basisregistratie personen) die doorwerken in belastingverordeningen als de legesverordening; daarnaast zijn de effecten van de wijziging van andere modelverordeningen verwerkt in de legesverordening (b.v. de nieuwe modelmarktverordening); tot slot zijn diverse tekstuele wijzigingen opgenomen (b.v. artikel 4 vrijstellingen). Inhoudelijk gezien zijn deze wijzigingen van ondergeschikt belang. 2. Verder zijn de tarieven in de verordening aangepast. Dit betreft: aanpassing van de door het rijk bepaalde bijdragen (b.v. burgerlijke stand, reisdocumenten en rijbewijzen); in een aantal gevallen de grondslag voor de berekening van de leges (b.v. bij planologisch strijdig gebruik en bij bestemmingsplan, wijzigingsplan en uitwerkingsplan, zie hierna) een simpeler systematiek (b.v. bouwactiviteiten en aanlegactiviteiten, zie hierna); het opnemen van maximaal verschuldigde leges voor een aantal posten (art. 2.2.1, 2.3.1.1, 2.3.1.2 en 2.3.3.3); de jaarlijkse indexering, de voorgestelde verhoging van 3Vo. 3. Ook is de inhoud van de verordening waar nodig geactualiseerd (b.v. artikel 2.1.1.2 bouwkosten). 4. Waar mogelijk zijn verder vergelijkbare legesposten samengevoegd (zie art. 1.2.1, 1.7, 1.18.1, 1.19.1, 2.2, 2.3.3, 2.3.6, 2.3.16, 2.8 en 3.3). Opgemerkt wordt dat bij de aanpassing is gekeken naar de (tarieven van de) buurgemeenten; met name na Leek en Tynaarlo. Hierna een nadere uitleg op een aantal wijzigingen die zijn opgenomen in de nieuwe legesverordening: In artikel 2.2.1 van de tarieventabel wordt een maximum van C 1.000,00 opgenomen voor de beoordeling van conceptaanvragen of schetsplannen. Op deze manier wordt voorkomen dat voor grote(re) conceptaanvragen of schetsplannen hoge legesbedragen verschuldigd zijn. De mogelijkheid om deze schetsplanleges vervolgens te verrekenen met de leges voor de formele aanvraag was al opgenomen in de legesverordening. In artikel 2.3.1.1 wordt voor bouwactiviteiten een vast legespercentage (2J5 ĥ) 0 geïntr o duceerd. Daarmee komen de vier treden van de huidige vero rdening te vervallen. Verder wo rdt in navo lging van het advies van de VNG vo o rzien in een maximumbedrag dat aan bo uwleges is verschuldigd (C 55.000). Een minimumbedrag was al o pgeno men in de legesverordening. 0 In artikel 2.3.2.1 wo rdt vo o r aanlegactiviteiten eveneens een vast legespercentage (2,75 zó) geïntro duceerd. Daarmee ko men de vier treden van de huidige vero rdening te vervallen. Een maximum- en minimumbedrag was al o pgeno men in de legesvero rdening. De grootste wijziging van de legesverordening zit in de artikelen 2.3.3.3 en volgende en het daarop afgestemde hoofdstuk 8 van titel 2. Eerst een korte toelichting. Als een aanvraag niet past in het geldende bestemmingsplan kan op drie manieren van dat bestemmingsplan worden afgeweken: 1. met een afwijkingsregeling die in het bestemmingsplan zelf is opgenomen (daarvoor is in 2013 C 218,50 aan leges verschuldigd), 2. met de kruimelgevallenregeling die in het Besluit omgevingsrecht is opgenomen (daarvoor is in 2013 C 437,05 aan leges verschuldigd) en 3. met het zogenaamde projectbesluit (daarvoor is in 2013 afhankelijk van de bouwkosten 7,5 Zo tot 6Zo aan 0 0 leges verschuldigd). De verschuldigde leges voor het projectbesluit kan afhankelijk van de hoogte van de bouwkosten (heel) erg fors oplopen. De vakgroep R O S heeft hiervoor al intern de aandacht gevraagd. Onze buurgemeenten Leek en Tynaarlo hanteren beide een vast bedrag voor het projectbesluit (6 2.848,00 respectievelijk 6 3.119,25 in 2013). Punt is dat een vast bedrag geen recht doet aan de scope aan plannen die met het projectbesluit kunnen worden gerealiseerd. Met het projectbesluit kunnen namelijk niet alleen relatief kleine (bouw)plannen worden gerealiseerd als de uitbreiding/verbouwing van een bestaande woning (die is lang niet altijd vergunningvrij of valt onder het Besluit omgevingsrecht), maar ook zeer grote (bouw)plannen als de realisering van een complete woonwijk. Duidelijk zal zijn dat voor het eerste geval (verbouw woning) een ander legestarief redelijk is dan voor het laatste geval (realisering complete woonwijk). Daarnaast biedt een bepaling die de hoogte van de leges afhankelijk maakt van de hoogte van de bouwkosten geen goede oplossing als er niet gebouwd wordt en er dus geen bouwkosten zijn. Waaraan moet de hoogte van de leges dan worden gerelateerd? Om het nog complexer te maken. Bij de hoogte van de verschuldigde leges zou rekening moeten worden gehouden met de werkzaamheden die de aanvrager zelf al heeft verricht of laat verrichten. Er zou in de hoogte van de verschuldigde leges onderscheid gemaakt moeten worden tussen de aanvrager die zelf alle 'producten' aanlevert en van de gemeente alleen het draaien van de procedure vraagt en de aanvrager die zelf niets aanlevert en het opstellen van de 'producten' aan de gemeente overlaat. Naast het projectbesluit geldt het voorgaande ook voor de aanvraag om een nieuw bestemmingsplan op te stellen, dan wel om een bestemmingsplan uit te werken of (binnenplans) te wijzigen. In de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2014 is daarom geprobeerd om met een maatwerkoplossing te komen die recht doet aan al hetgeen hiervoor is aangegeven. Met het oog daarop wordt in de nieuwe legesverordening voorgesteld om onderscheid te maken tussen kleine, middelgrote en grote initiatieven. Voor zover een aanvraag niet onder een van de drie initiatieven valt is een restcategorie opgenomen. In de betreffende bepalingen is opgenomen wanneer sprake is van een klein, middelgroot of groot initiatief. Over de omschrijving van de verschillende categorieën heeft overleg plaatsgevonden met de vakgroep R O S . Een matrix waarin overzichtelijk de categorieën worden weergegeven is als bijlage opgenomen. Voor kleine initiatieven wordt een vast legestarief van 6 2.500,- geïntroduceerd. Voor middelgrote en grote initiatieven wordt een systematiek van eenheden geïntroduceerd, waarbij per eenheid C 5.000,- aan leges moet worden betaald. Voor beide klassen is een maximum opgenomen. Voor de restcategorie is een begrotingsconstructie opgenomen. Als de ruimtelijke onderbouwing door of vanwege de gemeente moet worden opgesteld kan extra leges in rekening worden gebracht. In voorkomend geval kan de gemeente de eigen organisatie of een extern (stedenbouwkundig) bureau vragen om een offerte uit te brengen voor het opstellen van de vereiste ruimtelijke onderbouwing. Deze kosten worden als begroting voorgelegd aan de aanvrager. Indien de begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Een vergelijkbare begrotingsconstructie zijn nu ook reeds voor andere legesposten opgenomen in de Legesverordening. Voor alle duidelijkheid; deze verhoging is alleen van toepassing als de aanvrager zelf geen ruimtelijke onderbouwing aanlevert. Dezelfde systematiek geldt als de aanvrager geen bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan aanlevert en deze door of vanwege de gemeente moeten worden opgesteld. Tot slot wordt opgemerkt dat in de legesverordening 2014 voor een projectbesluit, een bestemmingsplan, een wijzigingsplan en een uitwerkingsplan evenveel leges verschuldigd is. In de huidige legesverordening dient voor een projectbesluit 0,25 Zo meer leges te worden betaald dan voor een bestemmingsplan is verschuldigd. 0 Onderdeel 2.3.4 (projectbesluit zonder bouwactiviteit) en hoofdstuk 9 van titel 2 (bestemmingsplan zonde aanleggen, bouwen of slopen) kunnen in de nieuwe legesverordening komen te vervallen omdat deze materie al in de nieuwe regeling van onderdeel 2.3.3 respectievelijk hoofdstuk 8 van titel 2 zijn meegenomen (dus een samenvoeging van legesposten). Van de toepassing van de nieuwe systematiek wordt verwacht dat deze tot meer maatwerk en tot rechtvaardiger uitkomsten leidt. in een aantal bijlagen zijn de financiële consequenties (voor zover mogelijk) inzichtelijk gemaakt. Voor de tarieven geldt dat ze worden verhoogd met ZVo met uitzondering van die op basis van andere regelgeving worden bepaald of anderszins afwijkend zijn aangepast. De tarieven zijn in de meeste gevallen afgerond op een veelvoud van 25 eurocent. Bijgesloten zijn de legesverordening 2013 en 2014 waarin de wijzigingen gemarkeerd zijn opgenomen alsook de genoemde bijlagen. Ik stel u voor akkoord te gaan met de verordening leges en de bijbehorende tarieventabel 2014.
© Copyright 2024 ExpyDoc