Concept Raadsvoorstel - Gemeente Sliedrecht

Raadsvoorstel
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Zaaknummer: 1205571
Sliedrecht, 29 april 2014
Onderwerp:
Verordening leerlingenvervoer gemeente Sliedrecht 2014
Beslispunten
1. Kennis te nemen van de wijzigingen in de nieuwe verordening in het leerlingenvervoer ten
opzichte van de huidige verordening;
2. De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Sliedrecht 2014’ vast te stellen;
3. De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Sliedrecht 2010’ in te trekken.
Samenvatting
De wijzigingen in de verordening volgen de wetswijzigingen als gevolg van de invoering van het
passend onderwijs en betreffen – samengevat – de volgende:
1. De gewijzigde indeling sluit beter aan bij het passend onderwijs;
2. De verordening houdt rekening met de van de ouders redelijkerwijs te vergen inzet;
3. In de verordening worden leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs gelijkgesteld aan
leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs.
Inleiding
De artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op het voortgezet onderwijs
(WVO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) verplichten gemeenten om een regeling vast te stellen
voor het leerlingenvervoer. Op 1 augustus 2014 gaat de Wet passend onderwijs in. Het inwerking
treden van het passend onderwijs heeft directe invloed op het leerlingenvervoer. De Vereniging
Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft om deze reden begin dit jaar een gewijzigde modelverordening
voor het leerlingenvervoer uitgebracht. De verordening die aan u ter besluitvorming wordt voorgelegd,
is opgesteld op basis van deze modelverordening. De wijzigingen betreffen op hoofdlijnen de
volgende:
1. De verordening dient rekening te houden "met de van de ouders redelijkerwijs te vergen inzet".
Van de ouders wordt verwacht dat zij hun kind naar school begeleiden, tenzij de structurele
handicap dit niet toelaat of wanneer dit leidt tot ernstige benadeling van het gezin.
2. Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) worden gelijkgesteld aan leerlingen in het
regulier voortgezet onderwijs. VSO-leerlingen maken hierdoor slechts aanspraak op een
vervoersvoorziening "wanneer zij wegens hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer
zijn aangewezen, dan wel vanwege hun handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer
gebruik kunnen maken".
Beoogd effect
1. Een zorgvuldige uitvoering van het leerlingenvervoer, dat in aansluiting op de invoering van de
wet passend onderwijs, op twee punten tot een wijziging van de regeling zal leiden:
a. Alleen wanneer de leerling vanwege een structurele lichamelijke, verstandelijke of
zintuiglijke handicap hier niet toe in staat is, of wanneer de begeleiding door de ouders leidt
tot ernstige benadeling van het gezin, wordt een vervoersvoorziening in de vorm van
aangepast vervoer verstrekt.
-2b. Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs die zelfstandig met het openbaar vervoer
reizen komen voortaan niet meer in aanmerking voor een vergoeding van de openbaar
vervoerskosten.
Argumenten
2.1. De invoering van de wet passend onderwijs vraagt om een aanpassing van de verordening
leerlingenvervoer
2.2. Door de nieuwe uitgangspunten in de verordening wordt de eigen verantwoordelijkheid van
ouders vergroot.
Het schoolbezoek van de leerling en het vervoer van de leerling naar school en terug zijn nadrukkelijk
verantwoordelijkheden van de ouders. De wettelijke regeling voor het leerlingenvervoer beperkt deze
verantwoordelijkheid van de ouders niet. Anderzijds is zelfstandigheid van de leerling, dan wel het
streven naar zelfstandigheid, uitgangspunt voor het leerlingenvervoer. Indien mogelijk en redelijk
wordt van de ouders verwacht dat zij zich inzetten voor het vervoer van hun kind naar school.
Uitgangspunt is dat zij hun kind begeleiden naar school door gebruik te maken van het openbaar
vervoer of de fiets. Dientengevolge wordt het ‘aangepast vervoer’ per taxibus alleen toegekend
wanneer daar ook een concrete noodzaak toe is.
2.3. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen leerlingen die zelfstandig naar een school voor
(speciaal) voortgezet onderwijs reizen
Wanneer een leerling de stap naar het voortgezet onderwijs maakt, worden ouders veelal
geconfronteerd met de kosten van een fiets of het openbaar vervoer voor de dagelijkse gang van het
kind naar school. Met de gewijzigde verordening krijgen zo ook de ouders van een leerling die
zelfstandig naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs reist, te maken met de kosten hiervan.
Kanttekeningen
2.1. Een beperkt aantal ouders van VSO-leerlingen, die zelfstandig met het openbaar vervoer reizen,
worden geconfronteerd met het vervallen van een vergoeding..
In het schooljaar 2013-2014 hebben de ouders van zes leerlingen een vergoeding ontvangen voor het
zelfstandig per openbaar vervoer reizen naar een voortgezet speciaal onderwijs. Deze vergoeding
bedroeg tussen de € 570,- en € 1.672,-. In de nieuwe verordening komt, in lijn met de wetswijziging,
deze vergoeding te vervallen.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
 Financiële kaders
Het leerlingenvervoer is een open einderegeling en per schooljaar zijn er verschuivingen in de
aanvragen en toekenningen voor vervoersvoorzieningen. Derhalve kunnen in financiële zin slechts
ramingen worden aangegeven. Met het vervallen van de vergoeding voor VSO-leerlingen die
zelfstandig per openbaar vervoer reizen, kan op termijn een besparing worden verwacht. In het
schooljaar 2013-2014 is voor zes leerlingen in deze categorie in totaal
€ 6.240,- aan vergoedingen is uitgekeerd. Aangezien deze vergoedingen in termijnen worden
uitgekeerd, vinden deze ook in het boekjaar 2014 plaats. Derhalve is pas in het boekjaar 2015
sprake van een volledige financiële uitwerking van deze wijziging.

Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders
- Wijzigingswet enkele onderwijswetten van 11 oktober 2012 (Wet passend onderwijs)
- Wet op het primair onderwijs (WPO)
- Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)
- Wet op de expertisecentra (WEC)

Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit
In aansluiting op de invoering van de wet passend onderwijs, vragen wij u om de nieuwe
verordening toe te passen op de nieuwe aanvragen voor het schooljaar 2014-2015.
-3-
Voor een zorgvuldig (communicatie)proces naar de ouders toe, die als gevolg van de wijzigingen van
de verordening – niet meer in aanmerking komen voor een vergoeding is het wenselijk dat de
verordening in de opiniërende vergadering van 27 mei 2014 wordt besproken en besluitvormende
vergadering van 16 juni 2014 wordt vastgesteld.
Indien de verordening na 16 juni 2014 wordt vastgesteld, kunnen de aanvragen voor het schooljaar
2014-2015 niet volgens (de uitgangspunten van) de nieuwe verordening behandeld worden.
Communicatie
Na het vaststellen van de verordening zullen de ouders, voor wie de nieuwe verordening wijzigingen
met zich meebrengt, geïnformeerd worden.
Vervolg
Ten behoeve van een praktische uitvoering van de verordening leerlingenvervoer en in het bijzonder
ten aanzien van de hierboven genoemde categorieën leerlingen die met wijzigingen te maken krijgen,
zal het college de korte termijn beleidsregels uitwerken.
Eerdere besluiten/behandeling raad
n.v.t.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
Bijlage(n):
conceptraadsbesluit met de volgende bijlage:
1. Verordening leerlingenvervoer gemeente Sliedrecht 2014