23 mei 2014 News Update Hoge Raad De belangrijkste uitspraken van deze week CIVIEL Maatstaven aansprakelijkheid Staat wegens aan vernietigd besluit ten grondslag liggend handelen adviesorgaan Burgemeester heeft bij het nemen van een besluit tot intrekking van een vergunning het bureau BIBOB (Ministerie van Veiligheid en Justitie) ingeschakeld. Dat besluit wordt vernietigd wegens ontoereikendheid van de advisering. De Hoge Raad beslist dat voor het aannemen van onrechtmatigheid van de Staat bij inschakeling van een adviesorgaan geen andere maatstaven gelden dan die van artikel 6:162 BW. Van een onrechtmatige daad is sprake indien het adviesorgaan bij de uitoefening van zijn taak niet de zorgvuldigheid in acht neemt die in het maatschappelijk verkeer jegens de betrokkene betaamt. Niet is vereist dat het adviesorgaan moedwillig onjuiste informatie heeft verstrekt of anderszins laakbaar zou hebben gehandeld met betrekking tot het gegeven advies. Voor de beoordeling van het causaal verband tussen de onrechtmatige daad van het adviesorgaan en de geleden schade, is niet beslissend of de schade mede een gevolg is van het handelen van het bestuursorgaan dat het besluit op het uitgebrachte advies heeft genomen. Dat het bestuursorgaan reeds in de bestuursrechtelijke procedure tegen het op basis van het advies genomen besluit is veroordeeld tot betaling van proceskosten, staat niet in de weg aan hoofdelijke aansprakelijkheid van de Staat voor diezelfde proceskosten. Direct naar de uitspraak CIVIEL Moment ontstaan (nieuwe) vorderingen in verband met verrekening in faillissement Productschap wil na faillissement opgelegde heffingen verrekenen met onverschuldigd geoordeelde voorschotheffingen uit de periode voor faillissement, stellende dat vorderingen uit de heffingsverordening zijn ontstaan voor de faillietverklaring. In dit geva l trad de verordening in werking na de faillietverklaring, maar met terugwerkende kracht tot een moment daarvoor. Het productschap kon heffingen opleggen over de periode voor faillietverklaring, maar pas vanaf het moment van inwerkingtreding van de verordening was het productschap tot die heffing gelegitimeerd. In dit geval waren de schulden over een periode gelegen voor de faillietverklaring, pas daarna ontstaan. Het productschap had derhalve geen bevoegdheid tot verrekening in de zin van artikel 53 Fw. 105/6578581.1 Direct naar de uitspraak Deze nieuwsbrief is een uitgave van Houthoff Buruma en is bedoeld als service aan cliënten en kantoorgenoten. De informatie in deze uitgave is van algemene aard en mag niet worden opgevat als juridisch advies. Desgewenst verstrekken wij over de behandelde onderwerpen graag aanvullende informatie of een juridisch advies. Houthoff Buruma heeft het auteursrecht op deze uitgave alsmede op alle daarin geplaatste artikelen. Na onze voorafgaande toestemming, en met bronvermelding en vermelding auteursrecht Houthoff Buruma, kunnen bepaalde artikelen echter opnieuw worden gepubliceerd. 23 mei 2014 News Update Hoge Raad CIVIEL Aansprakelijkheid (enig) indirect bestuurder van failliete onderneming De enige bestuurder van een moedermaatschappij die enig bestuurder is van een failliete dochtermaatschappij, heeft medewerking verleend aan verschillende substantiële betalingen direct voorafgaand aan het faillissement. Door de betalingen zijn schuldeisers benadeeld. De Hoge Raad overweegt dat de maatstaven voor aansprakelijkheid van bestuurders op grond van artikel 6:162 BW (arrest HR 8 december 2006, NJ 2006/659) ook gelden voor een enig indirect bestuurder. Ook bij een enig indirect bestuurder dient daarom te worden beoordeeld of zijn handelen in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een ernstig persoonlijk verwijt was blijkens de overwegingen van het hof in dit geval sprake. Voor zover het hof het beroep van de bestuurder van de moedermaatschappij van de failliet op verrekening verwerpt door te overwegen dat de moedermaatschappij geen partij is in het geding, getuigt dat oordeel volgens de Hoge Raad van een onjuiste rechtsopvatting. Voor een geslaagd beroep op 6:7 lid 2 BW is niet vereist dat de medeschuldenaar partij is in het geding. Direct naar de uitspraak STRAF Toepassing art. 80a RO bij ondergeschikt gebrek in bewijsmotivering Verdachte wordt in hoger beroep onder meer veroordeeld voor verduistering. Het hof overweegt dat een gedeelte van een door verdachte afgelegde verklaring onaannemelijk is, maar neemt dat gedeelte wel op onder de bewijsmiddelen. De Hoge Raad stelt voorop dat verklaringen die de rechter in zijn nadere overweging onaannemelijk dan wel ongeloofwaardig acht niet behoren te worden opgenomen onder de bewijsmiddelen. Aangezien de bewezenverklaring van het hof echter – ook als het gebrek wordt weggedacht – zonder meer toereikend is gemotiveerd, dient toepassing te worden gegeven aan art. 80a RO en blijft vernietiging van de bestreden uitspraak achterwege wegens onvoldoende rechtens te beschermen belang van de verdachte. Direct naar de uitspraak FISCAAL Vrijval herinvesteringsreserve bij change of control Op grond van art. 12a Vpb (voorheen 15e Vpb) moet een fiscale herinvesteringreserve in beginsel vrijvallen bij een change of control. In een aantal arresten beslist de Hoge Raad dat sprake is van fraus legis indien de aanwending van de herinvesteringsreserve (door het doen van een herinvestering) materieel plaatsvindt door de nieuwe aandeelhouder en de herinvestering door een samenstel van rechtshandelingen zo is ingericht dat het herinvesteringstijdstip juist vóór de c hange of control plaatsvindt, met als doorslaggevend oogmerk art. 12a (c.q. 15e) Vpb te ontgaan. 105/6578581.1 Direct naar de uitspraak 1 Direct naar de uitspraak 2 Direct naar de uitspraak 3 2/3 23 mei 2014 News Update Hoge Raad Direct naar de uitspraak 4 Contact Bart van der Wiel advocaat-partner T +31206056111 M +31620250758 E [email protected] Amsterdam Alexander van der Voort Maarschalk advocaat-partner T +31206056112 M +31651405058 E [email protected] Amsterdam Aldo Verbruggen advocaat-partner T +31206056163 M +31622992629 E [email protected] Amsterdam 105/6578581.1 Het cassatieteam van Houthoff Buruma is tevens bereikbaar via [email protected] of 020-605 6335. Volg ons op Twitter: @HouthoffBuruma. 3/3
© Copyright 2024 ExpyDoc