Schoolgids 2014 - Bouwman School

Schoolgids 01-08-2014
.
DR. H. BOUWMANSCHOOL
Ommelandsingel 1
8262 TZ Kampen
Tel:
038-3319045
Pannekoekendijk 2
8262 RZ Kampen
Tel:
038-3333833
Directie:
De Heer R. Nanninga
Oostermaat 42
8281 RD Kamperzeedijk
06-30538470
Adjunct Directeur:
Mevrouw W. Staring – Plender
Schooltijden:
Groep 1 t/m 4:
08.30 – 12.00 uur.
13.15 – 15.15 uur.
Groep 1 t/m 4 zijn op de woensdag- en
vrijdagmiddag vrij.
Groep 5 t/m 8:
08.30 – 12.00 uur (woe. 08.30 – 12.15 u.)
13.15 – 15.15 uur.
Groep 5 t/m 8 zijn woensdagmiddag vrij.
Gymzaal
Reflexhal
Reyersdijk 21.
Bestuur:
De Dr. H. Bouwmanschool is één van de
veertien basisscholen van ‘IRIS’- vereniging
voor christelijk onderwijs te Kampen.
Secretariaat bestuur:
Postbus 1014
8260 BA Kampen
Telefoon: 038-3333898
1
Schoolgids 2014 – 2015
E-mailadres: [email protected]
[email protected]
Home-page: www.bouwmanschool.nl
Twitter:
@bouwmanschool
Facebook:
www.facebook.com/
bouwmanschool
Schoolgids 01-08-2014
Inhoudsopgave schoolgids 2014-2015:
Pag.
Colofon
2
EEN WOORD VOORAF.
4
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.
DE SCHOOL.
IRIS - Vereniging voor Christelijk Onderwijs.
Het college van bestuur en de Schoolvereniging.
De Basisscholen van Iris.
Naamsverklaring van de school.
Directie.
Situering van de school.
Schoolgrootte.
5
6
6
6
6
6
7
2.1
2.2
2.3
2.4
2.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT.
De missie en visie van onze school.
De Dr. H. Bouwmanschool en het schoolplan.
Kwaliteit op de Dr. H. Bouwmanschool.
Schoolmodel.
7
8
8
9
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.
AFSPRAKEN IN EN RONDOM DE SCHOOL.
Het klimaat van de school/omgaan met elkaar.
Pestprotocol.
Vier gouden regels.
De omgang van leerlingen met elkaar
In en rondom de school
Pleinwacht
9
10
11
11
12
13
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS.
Schoolorganisatie en groepering.
Groepsgrootte/inzet van de formatie.
De schooltijden.
Algemene methode-informatie groep 1 t/m 8.
Voorzieningen in het gebouw.
13
13
14
14
20
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN.
De aanmelding.
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school.
Zorgverbreding.
Voortgezet onderwijs.
Voorlichtingsavond schoolkeuze groep 8.
Uitstroom naar het voortgezet onderwijs.
Onderwijskundig rapport
School en resultaten
21
21
23
26
27
27
28
28
2
Schoolgids 01-08-2014
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.
PERSONEEL.
De samenstelling van het team.
Specialisaties van leerkrachten.
Personele mobiliteit.
Wijze van vervanging.
Bevordering arbeidsparticipatie voor ouderen (BAPO) en roostervrije dagen
De begeleiding en inzet van stagiaires.
Scholing.
29
29
30
30
31
31
31
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
7.8
7.9
7.10
7.11
7.12
7.
DE OUDERS.
Het belang van de betrokkenheid van ouders.
Informatievoorziening aan de ouders.
Medezeggenschapsraad.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.
Activiteitencommissie.
Verkeersbrigadiers.
Verkeersouders.
Informatieverstrekking gescheiden ouders.
Gedragscode/klachtenregeling.
Schoolverzekering.
Voor- en Naschoolse opvang.
Tussenschoolse opvang.
32
33
34
35
35
35
35
36
36
38
38
38
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
8.
DE RELATIES TUSSEN SCHOOL EN OMGEVING.
‘Iris’ directeurenoverleg.
Cultuureducatie.
Opleidingsinstituten
Overleg met het voortgezet onderwijs
Jeugdgezondheidszorg.
39
39
40
40
40
9.1
9.2
9.
VERLOFAANVRAAG/VAKANTIEROOSTER.
Verlofregeling .
Schoolvakanties.
41
41
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
10.7
10.8
10.9
10.10
10.11
10.
EEN AANTAL PRAKTISCHE ZAKEN.
Aanmelding.
Ziekmelden.
Schoolfotograaf.
Sinterklaasfeest.
Schoolreizen.
Verjaardagen.
Geldzaken.
Afscheid groep 8.
Sport en avondvierdaagse.
Fruit eten, drinken.
Speelgoed mee naar school.
42
42
42
42
42
42
43
43
43
43
43
11.
NAMEN EN ADRESSEN.
43
3
Schoolgids 01-08-2014
Een woord vooraf
Voor u ligt de Schoolgids 2014-2015 van de Dr. H. Bouwmanschool, een school voor
Protestants Christelijk basisonderwijs. Deze gids is bedoeld voor ouders, die voor hun
kind op zoek zijn naar een basisschool en voor ouders die al kinderen op onze school
hebben.
In deze schoolgids willen we u iets vertellen over de sfeer, de organisatie van het
onderwijs, de begeleiding van de kinderen en de activiteiten die ontplooid worden om
van de school een plaats te maken, waar ouders en kinderen zich thuis zullen voelen.
Deze schoolgids is opgesteld door het team van de Dr. H. Bouwmanschool. Hoewel we
getracht hebben zo volledig mogelijk te zijn, is het heel goed mogelijk dat er fouten,
onvolkomenheden of tekorten zijn. Ontdekt u dit, wilt u dit dan aan ons doorgeven, zodat
we hier bij de volgende uitgave rekening mee kunnen houden. We hopen dat u onze
schoolgids met genoegen zult lezen en mocht u meer informatie wensen, dan bent u van
harte welkom voor een nadere toelichting. Wij wensen iedereen een heel fijn cursusjaar
toe.
Met vriendelijke groeten,
het team van de Dr. H. Bouwmanschool
4
Schoolgids 01-08-2014
1. DE SCHOOL
1.1 IRIS – vereniging voor christelijk onderwijs:
De Dr. H. Bouwmanschool ressorteert onder de schoolvereniging ‘IRIS’ – Vereniging voor
Christelijk Onderwijs.
Schoolvereniging IRIS is ontstaan op 1 augustus 1998 uit een bestuurlijke fusie van drie
protestants-christelijke schoolverenigingen. Twee verenigingen uit Kampen gingen toen
samen met de vereniging van Kampereiland. In januari 2001 kwamen daar verenigingen
bij uit IJsselmuiden, Wilsum en Kamperveen en in januari 2004 volgde ’s-Heerenbroek.
Zeven schoolverenigingen werken nu samen om aan het protestants-christelijk onderwijs
gestalte te geven onder de naam
‘IRIS’, vereniging voor Christelijk Onderwijs te Kampen.
“IRIS” is het klassieke woord voor “regenboog”. De regenboog geeft de veelkleurigheid
van het Christelijk onderwijs weer. De boog bindt ons samen. Bovendien is het een teken
van het verbond dat God met Zijn schepping sloot.
Nieuw logo
Sinds april 2012 heeft IRIS een nieuwe huisstijl met nieuw logo. Behalve de
veelkleurigheid van de regenboog, speelt het oog een belangrijke rol. Ons motto is "IRIS
heeft oog voor pupillen". Het kind staat centraal in ons denken, ons onderwijs en onze
doelen. Daar focussen we op.
Grondslag: “De vereniging heeft de Bijbel als Gods woord tot grondslag, mede
uitgesproken in het belijden der kerk. Daarin is Jezus Christus de weg tot heil. Hij geeft
ons het grote gebod: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Dit alles is
voor ons inspiratie en richtlijn voor opvoeding en onderwijs.”
Onze vereniging heeft een pluriform karakter, wat zijn weerslag vindt in de samenstelling
van de Raad van Toezicht (RvT) en het personeel aan de scholen. Leden van de RvT,
leerkrachten en leerlingen zijn afkomstig uit diverse protestants-christelijke kerken en
geloofsgemeenschappen.
Op de scholen beschouwen wij het als een uitdaging om te werken aan de christelijke
identiteit. Ten aanzien van vragen over Bijbel, geloof en kerk, ontmoeten bestuur,
personeel en ouders elkaar in een open gesprek. De persoonlijke opvattingen spelen
hierbij een rol.
Vanuit onze christelijke identiteit willen wij het totale onderwijs binnen onze scholen
gestalte geven. De identiteit beschouwen we als kleur, atmosfeer, “zuurdesem” voor de
onderwijsleersituaties.
In onze christelijke scholen willen we zichtbaar, tastbaar en aanwijsbaar maken, dat we
bezield zijn door de blijde boodschap. Dit betekent dat we de waarden en normen, die
ons vanuit de Bijbel worden aangereikt, vertalen in het leven van hier en nu.
De basisscholen van onze vereniging stellen zich op als gastvrije scholen, waar ook
kinderen uit niet-kerkelijk gebonden gezinnen zich welkom weten, mits de ouders het
uitgangspunt van de vereniging respecteren. Aanmeldingsgesprekken vinden in dit
verband plaats om wederzijds de nodige duidelijkheid te verschaffen.
Meer informatie over onze vereniging, zoals de samenstelling van de RvT kunt u vinden
op onze website: www.iriskampen.nl.
Daar vindt u ook de benodigde informatie over het lidmaatschap van schoolvereniging
IRIS. Een inschrijfformulier is van onze website te downloaden of verkrijgbaar bij de
directie van de school.
5
Schoolgids 01-08-2014
1.2 Het college van bestuur (CvB) en de Schoolvereniging
Het CvB van IRIS wordt gevormd door:
 Friso Kingma, voorzitter
 Gerard Wolters, lid
Samen met Ariënne van Dijk vertegenwoordigen zij het bestuur en de vereniging op het
bestuurskantoor van IRIS, Bouwkamp 2 (eerste verdieping) te Kampen.
Met vragen of opmerkingen gericht aan het college van bestuur kunt u terecht op het
bestuurskantoor van IRIS, waar het CvB en het secretariaat u graag te woord staan. U
kunt ons bereiken via:
IRIS, vereniging voor Christelijk Onderwijs
Postbus 1014
8260 BA Kampen
Telefoon: 038 – 3333 898.
E-mail: [email protected]
1.3 De basisscholen van IRIS
Onder het bestuur van de vereniging IRIS vallen 14 basisscholen. De namen en adressen
van die scholen kunt u vinden op de website van de vereniging: www.iriskampen.nl
1.4 Naam verklaring van de school
Professor Dr. H. Bouwman was voorzitter van de Vereniging voor Protestants Christelijk
Onderwijs te Kampen van 1906 – 1933.
1.5 Directie
Dhr. R. Nanninga is directeur van de school.
De directeur is op donderdag en vrijdag ambulant.
Wendy Staring - Plender is adjunct directeur op maandag, dinsdag en vrijdag.
1.6 Situering van de school
De kinderen die onze school bezoeken komen uit de wijken: Brunnepe, Hagenbroek,
Hanzewijk en Oranjewijk. In de toekomst zijn er ontwikkelingen vanuit de wijk, die de
school organisatorisch en onderwijsinhoudelijk zullen beïnvloeden. In verband met de
herstructurering van de Hanzewijk zullen er veel nieuwe woningen worden gerealiseerd,
wat naar verwachting een positieve aantrekkingskracht zal hebben op gezinnen met
jonge kinderen. Een interessante ontwikkeling die uiteraard genoeg uitdagingen biedt
voor de school. Op dit moment is de school gehuisvest in twee gebouwen. Het
hoofdgebouw aan de Ommelandsingel en de dislocatie aan de Pannekoekendijk. (
Adressen staan op de voorpagina ) Groep 1, 2, 3, 4 en 8 zijn ondergebracht aan de
locatie Ommelandsingel. De groepen 5, 6, en 7 zijn ondergebracht aan de locatie
Pannekoekendijk
1.7 Schoolgrootte
De school telt ongeveer 200 leerlingen. Deze zijn verdeeld over 9 groepen. Aan de school
zijn 18 teamleden, waaronder 2 interne begeleiders, 1 onderwijsassistent en 2
directieleden verbonden. Tevens verzorgt 1 leerkracht de rugzakbegeleiding binnen de
school. De groepsleerkrachten en de directie worden verder ondersteund door Ellen
Winters die diverse huishoudelijke en administratieve zaken verricht.
6
Schoolgids 01-08-2014
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1 De missie en visie van onze school
De missie van onze school luidt:
‘Van geborgenheid naar zelfstandigheid,
een school waar je kunt bouwen aan de toekomst.’
De uitwerking van onze missie, brengen wij tot uitvoering in onze visie. Deze visie willen
wij opdelen in een visie op identiteit en op onderwijs.
Visie op identiteit:
Vanuit onze christelijke identiteit willen we bereiken, dat elk kind in de steeds
veranderende wereld leert leven vanuit de verbondenheid met Christus, de Bijbelse
normen leert begrijpen, te respecteren en ernaar te leven.
Onze school wordt bezocht door kinderen met verschillende culturele en/of religieuze
achtergronden. Dit levert een veelkleurige schoolpopulatie op. Binnen deze
“veelkleurigheid” willen wij als team van de Bouwmanschool iedereen de ruimte geven.
In het aanmeldingsgesprek wordt wel aan ouders gevraagd om de Christelijke identiteit
te respecteren en zich hieraan te conformeren.
Visie op onderwijs:
In beginsel willen wij de kinderen, die aan ons worden toevertrouwd, voorbereiden op de
samenleving van morgen. Het leren, ook wel ‘ondernemend leren genoemd’, wordt
beschouwd als een veelal plezierige activiteit met als doel het kind te begeleiden op weg
naar een volwassen levensstijl, waarbij het gevoel, het denken en het doen op een
harmonische manier is ontwikkeld.
Uitgangspunt daarbij is dat ieder kind uniek is en met zijn specifieke gaven en talenten
de school binnen komt. Individuele verschillen zijn dus normaal. De school streeft er dan
ook nadrukkelijk naar om zoveel mogelijk ‘onderwijs op maat’ te kunnen bieden aan alle
kinderen op onze school.
Het werken en het samenwerken van ouders, leerlingen en leerkrachten van onze school
staat in het teken van respect voor elkaar en rekening houden met elkaar.
Hoe we handen en voeten geven aan onze visie:
Om het “ondernemend leren” concreet tot uitvoering te laten komen wordt in de
kleutergroepen gewerkt met de methode Piramide, (verderop in deze gids leest u meer
over de inhoud en werkwijze van deze methode). Verder worden de begrippen van
‘Meervoudige Intelligentie’ toegepast binnen de leerstof. Dit wordt als een soort
raamwerk over de verschillende onderwijsprogramma’s gelegd.
In alle groepen wordt een aantal keer per jaar gewerkt met het zgn. “crea-circuit” Hierin
geven we kinderen de ruimte om zelf via een workshop deel te nemen aan activiteiten.
In het School Ontwikkelingsplan wordt per jaar beschreven welke doelen m.b.t. de
missie/visie nader worden uitgewerkt.
2.2 De Dr. H. Bouwmanschool en het schoolplan
De Wet op het Primair onderwijs maakt het mogelijk, dat iedere basisschool het
onderwijs op een eigen wijze invult, uitgaande van de doelstellingen, die in artikel 8
staan beschreven:
1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang van de
ontwikkeling van de leerlingen.
2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke
ontwikkeling, op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de
noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
7
Schoolgids 01-08-2014
3. Het onderwijs gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele
samenleving.
4. Ten aanzien van de leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op
individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling.
Al deze uitgangspunten en intenties zijn in ons schoolplan terug te vinden. Het
schoolplan zien wij als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid wordt geformuleerd en
vastgesteld voor een periode van 4 jaar. Een schoolplan is echter geen plan, dat in de
kast staat, maar een middel om te komen tot goed onderwijs in de praktijk. Binnen de
teamvergaderingen is het schoolplan of een gedeelte ervan regelmatig onderwerp van
gesprek. Dat betekent dat ons schoolplan steeds aan verandering onderhevig is. Het is
een onmisbaar document in de school en moet duidelijkheid bieden aan iedereen, die bij
onze school betrokken is. In het cursusjaar 2010-2011 is het schoolplan voor de periode
2011 tot 2015 ontwikkeld en vastgesteld. Vanuit het schoolplan wordt er jaarlijks een
ontwikkelingsplan voor een lopend schooljaar geschreven. Hierin staan de
aandachtspunten waaraan de school wil werken. Dit document wordt aan het einde van
het jaar geëvalueerd. Vervolgens vindt er een eventuele bijstelling van het schoolplan
plaats en/of zullen er nieuwe items worden opgenomen in een vervolgplan.
2.3 Kwaliteit op de Dr. H. Bouwmanschool:
In Kampen staan veel scholen. Al die scholen verschillen in meerdere of mindere mate
van elkaar. Scholen verschillen in werkwijze, sfeer, kortom in kwaliteit. Het streven van
een school dient er altijd op gericht te zijn deze kwaliteit verder te verbeteren. Op de Dr.
H. Bouwmanschool proberen we dit als volgt te realiseren:
▫ Alle methoden voldoen aan de voor het onderwijs verplichte kerndoelen. Bij de keuze
van nieuw lesmateriaal wordt gelet op o.a.:
de kwaliteit van de lesstof.
de vormgeving van de methode.
de aansluiting bij de belevingswereld van de kinderen.
de methode moet passen bij de identiteit van de school.
de methode moet de kinderen in staat stellen goed te kunnen leren.
er zijn kinderen, die extra moeilijk werk aankunnen en uiteraard ook kinderen
die veel extra oefenstof nodig hebben. Bij de aanschaf van een nieuwe
methode wordt er dus goed gekeken of er voor beide groepen uitdagende
lesstof aanwezig is.
Al deze aspecten wegen mee in de uiteindelijke keuze van een methode. De nieuw
gekozen methodes voldoen, naast de eerder genoemde kerndoelen, aan de
kwaliteitseisen van het huidige moderne onderwijs. Wij zoeken informatie bij derden,
laten ons voorlichten en maken vaak een vergelijking van verschillende methodes.
Dikwijls proberen we in de groepen wat lesmateriaal uit en tenslotte maken we een
teamkeuze.
▫ Ook de mensen, die aan een school werken zijn erg belangrijk. Aan hen heeft u uw kind
toevertrouwd. Zij zorgen, dat de lesmaterialen en de lesboeken goed worden gebruikt.
Op onze school overleggen de teamleden veel met elkaar om het onderwijs zo goed
mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Ook proberen wij elkaar met raad en daad bij te
staan. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. In deze
veranderende maatschappij vraagt het onderwijs om aanpassingen van de leerkrachten.
Daarom werken wij jaarlijks met het hele team aan onderwerpen, die het lesgeven en
dus de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren.
8
Schoolgids 01-08-2014
Jaarlijks wordt er veel geld voor nascholing van teamleden uitgegeven. Zo worden
nieuwe ontwikkelingen op de voet gevolgd. De onderwerpen zijn in het nascholingsplan
vastgelegd.
De kwaliteit van een school hangt dus af van de mensen die er werken en op welke wijze
zij dat doen. Elke dag is anders. Samen met de kinderen beleef je steeds weer nieuwe
dingen. Dat maakt het vak zo boeiend. Vandaar dat wij met veel plezier ons werk doen in
een goede en prettige onderlinge verstandhouding.
▫ Een andere manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te
verbeteren is het werken met een leerlingvolgsysteem (Cito LVS). Door middel van niet
methodegebonden toetsen worden de vorderingen van uw kind in het oog gehouden. De
uitslagen van deze toetsen worden minimaal 2 keer per jaar opgenomen in het
leerlingvolgsysteem. Dit systeem geeft ook een totaalbeeld van de school en geeft het
team voldoende informatie om, indien nodig, de manier van lesgeven bij te stellen.
Verderop in deze schoolgids (hst 4.2) wordt het Cito LVS verder toegelicht De resultaten
van de Cito-toetsen worden op het rapport weergegeven en tijdens de rapportenavonden
met de ouders besproken.
2.4 Schoolmodel
Op onze school wordt in de kleutergroepen gewerkt met Piramide voor kleuters. Vanaf
groep 3 wordt gewerkt volgens het model van de ‘convergente differentiatie’. Dit houdt in
dat alle kinderen binnen de groep gehouden worden. Kinderen met een ander
programma ( bijv. een 2e leerweg) zitten bij hun leeftijdsgenoten en gaan niet naar een
andere groep toe. De juf of meester organiseert de lessen zo (instructietafel) dat alle
kinderen de benodigde aandacht en uitleg krijgen. Kinderen wordt geleerd om in de tijd
dat de leerkracht zijn aandacht richt op de extra hulp aan leerlingen binnen zijn/haar
groep, zelfstandig verder te werken. Voor hulp kan dan een beroep worden gedaan op
een medeleerling. In groep 5 wordt gestart met een zgn. dagtaak. In de groepen 6 t/m 8
wordt toegewerkt naar een weektaak. De leerkracht begeleidt dit intensief. Op deze wijze
leren de kinderen te plannen en verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen werk.
Tevens is de leerkracht zo in staat goed in te spelen op verschillende niveaus binnen de
groep. Via dit model krijgen kinderen ook een grote mate van keuzevrijheid voor de
activiteiten die ze na het verplichte werk kunnen uitvoeren.
Uitgaande van het leerstofjaarklassensysteem wordt gewerkt met methoden en/of
onderwijsleermiddelen die rekening houden met de verschillen tussen onze leerlingen en
die ook zelfstandig en samenwerkend leren mogelijk maken. Elementen als zelfstandig
werken, het werken met dag- en weektaken, effectieve instructie, effectieve leertijd en
het werken met handelingsplannen zijn hierbij dus onmisbaar. Met behulp van het
leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend
gevolgd om zoveel mogelijk ‘onderwijs op maat’ (adaptief onderwijs) te kunnen geven.
Op onze school neemt de zorgverbreding een hele belangrijke plaats in. We besteden
niet alleen zorg aan leerlingen met leer- en gedragsproblemen, maar ook aan leerlingen
die opvallen door hun hoge begaafdheid. Hierbij richten wij ons vooral op de
vormingsgebieden rekenen, spelling, lezen en sociaal-emotionele ontwikkeling. Zie
hiervoor ook hoofdstuk 4.3. De Informatie en Communicatie Technologie (I.C.T.)
proberen we te integreren in zoveel mogelijk vakgebieden.
3. AFSPRAKEN IN EN RONDOM DE SCHOOL
Momenteel zijn we bezig met het invoeren van SWPBS.
SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en
gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden
die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past
bij deze waarden en leert het de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna
9
Schoolgids 01-08-2014
systematisch positief bekrachtigd. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat
gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs.
Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van school of van SWPBS.
3.1 Het klimaat van de school/omgaan met elkaar
Op een goed functionerende school is een prettige sfeer onmisbaar. De school moet
een instelling zijn, waarin kinderen zich thuis voelen. Dat betekent, dat de leerkrachten,
de leerlingen en ouders met respect met elkaar omgaan en dat iedereen in zijn/haar
waarde moet worden gelaten. Vanuit de veiligheid en geborgenheid biedt de school de
leerlingen de ruimte om zich te ontplooien. Hierbij omringt de school de leerlingen met
zorg. Veel aandacht wordt besteed aan sociale vorming om het unieke van ieder kind tot
zijn/haar recht te laten komen en om zo het kind te vormen in de omgang met de ander,
waarbij de tolerantie voor elkaar van essentieel belang is.
Die veilige sfeer, die zo belangrijk is voor ieder kind om zich optimaal te ontplooien,
ontstaat niet zomaar. Wij trachten dat op school te bieden door:
Belangstelling te tonen voor het kind in zijn of haar totaliteit: op school, thuis enz.
Het kind sociaal gedrag aan te leren door in groepjes samen te werken.
Samen leuke dingen te ondernemen.
Te leren problemen samen te bespreken en op te lossen.
Samen te spreken over de regels in de klas. Voor de hele school gelden vier
regels, de zgn. “vier gouden regels”. Deze regels hangen op een aantal
zichtbare/opvallende plaatsen in de school en worden aan het begin van ieder
schooljaar opnieuw met de kinderen herhaald.
Een positieve benadering geeft vaak de beste resultaten. Helaas helpt dit niet altijd.
Kinderen doen soms iets dat in strijd is met de gemaakte regels en afspraken. Kinderen,
die zich niet aan de regels houden, worden eerst helder en duidelijk gewaarschuwd. We
zoeken zo mogelijk uit wie iets fout heeft gedaan en waar de fout is begonnen. We
streven er naar dat kinderen elkaar helpen om zich aan de regels te houden. Komen de
kinderen er niet zelf uit, dan wordt de juf of meester erbij gehaald en volgt een gesprek.
Als waarschuwen niet helpt, kiezen we uit de volgende mogelijkheden:
-
Het kind mag een poosje niet meedoen.
Het kind krijgt straf: -werk,-regels of -taken.
Het kind moet voor straf nablijven of terugkomen (buiten de schooluren). Mocht
het nablijven langer dan een kwartier duren, dan meldt de leerkracht of leerling
dit telefonisch aan de ouders.
In ernstige gevallen wordt overleg gepleegd met de ouders over het gedrag. Indien
noodzakelijk kan het kind enige tijd in een andere groep geplaatst worden. Ook kunnen
in dit opzicht zwaardere maatregelen genomen worden. Hiervoor ligt het reglement
‘schorsing en verwijdering’ op school ter inzage. Als een kind tamelijk opvallend of
afwijkend gedrag vertoont, vullen de leerkrachten een gedragsvragenlijst in. Naar
aanleiding van de vragenlijsten inventariseren wij zo de interactie tussen het kind en de
medeleerling(en). We bespreken dit met het kind en de ouders. Mochten we samen de
problemen niet kunnen oplossen, dan is externe hulp noodzakelijk. Slechts in het uiterste
geval kan worden besloten de leerling te plaatsen op een andere school.
3.2 Pestprotocol
Het leerproces van omgaan met elkaar, loopt meestal vanzelf goed. Helaas kan het
voorkomen dat een kind in een enkel geval door andere kinderen wordt gepest. Dan kan
een kind zodanig in de knoop komen met zijn/haar schoolomgeving, dat ongeschreven
regels van de leerkracht niet meer voldoende veiligheid bieden en daarmee de gewenste
ontwikkeling onderbreken. In dit geval worden de veiligheid en de pedagogische
structuur zodanig aangetast dat dit voor onze school als een ongewenste en niet te
accepteren situatie kan worden benoemd. Op onze school is een protocol ontwikkeld en
10
Schoolgids 01-08-2014
vastgesteld waarin we beschrijven hoe we het pestgedrag van kinderen in voorkomende
gevallen benaderen. Dit protocol biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact,
ernst en ook specifieke aanpak van het ongewenste gedrag. Het protocol is besproken
binnen het team, de medezeggenschapsraad en op een ouderavond. Om dit protocol
concreet handen en voeten te geven naar kinderen toe, zijn er vier gouden regels
ontwikkeld die door en voor de hele school gelden.
3.3 Vier gouden regels
Op de Dr. H. Bouwmanschool ligt het accent op de positieve benadering van kinderen om
zo het gewenste veilige schoolklimaat te bereiken. Dit levert veelal een goede sfeer op.
We hopen dat dit zo zal blijven. U als ouder kunt hieraan bijdragen door uw kinderen ook
thuis erop aan te spreken zich aan de “vier gouden regels” te houden. Voor de hele
school hebben we, om het positieve klimaat extra kracht bij te zetten, de volgende regels
gemaakt:
Samenwerken is top daarom
lossen we problemen samen op!
Rennen doe je op het schoolplein.
Binnen moet je rustig zijn!
Alle dingen hebben een doel,
kapotmaken is niet cool!
Pesten is nooit goed, zorg dus dat
je aardig doet!
3.4 De omgang van leerlingen met elkaar
Aan het begin van het schooljaar worden bovenstaande regels besproken. Eventueel
worden, groep specifiek, andere regels/afspraken toegevoegd. De sfeer op de school
wordt natuurlijk niet alleen bepaald door de omgangsregels. Het ruimte geven om over
11
Schoolgids 01-08-2014
emoties en/of problemen te praten, maakt dat kinderen zich veilig voelen. De school
heeft er bewust voor gekozen hier gericht aandacht aan te besteden. In alle groepen
wordt daarom gewerkt met de methode ‘Leefstijl’, een methode voor sociaal-emotionele
ontwikkeling.
Ook is het mogelijk dat kinderen in een kleine groep een Sociale Vaardigheidstraining
kunnen volgen. Om deze training te kunnen geven, hebben een aantal leerkrachten
hiervoor een opleiding gevolgd.
3.5 In en rondom de school
Om het in en rondom de beide locaties van de school netjes en ordelijk te laten verlopen,
is het belangrijk om een aantal afspraken met elkaar te maken. Deze afspraken worden
door de leerkrachten met de kinderen besproken. Natuurlijk is het van belang dat u dat
ook doet met uw kind(eren). De volgende afspraken zijn hiervoor van toepassing:
Op beide locaties:
-
-
-
-
-
Zonder toestemming van de leerkracht verlaten we het plein niet.
De leerlingen houden zich bij het naar school gaan niet op in de buurt
van de school, maar gaan rechtstreeks naar het plein. Hier is toezicht van de
pleinwacht.
Alleen de kinderen die ver van school wonen, mogen op de fiets komen. Aan het
begin van het schooljaar worden de ‘fietsgrenzen’ aangegeven in de nieuwsbrief.
Kinderen die buiten deze fietsgrenzen wonen ontvangen een zgn. fietsnummer.
Deze correspondeert met een nummertje in het fietsenhok.
Op beide locaties lopen we, op het schoolplein, met de fiets aan de hand.
Je zet je fiets op slot in de fietsenstalling. De school is niet aansprakelijk voor
beschadigingen aan of het zoekraken van fietsen.
Het is niet de bedoeling dat kinderen een mobiele telefoon meenemen naar
school, tenzij door ouders toestemming is gevraagd aan de groepsleerkracht.
Deze telefoon wordt dan om 08.30 uur aan de leerkracht gegeven en gaat om
15.15 uur weer mee naar huis
Er mag op het plein niet gespeeld worden met voorwerpen, die een gevaar voor
de kinderen kunnen opleveren. Zo mag je niet onbeperkt skeeleren, skateboarden
etc. Ook is het uiteraard niet toegestaan om messen, stokken, pijltjesbuizen,
vuurwerk en andere gevaarlijke zaken mee naar school te nemen.
Kinderen van de kleutergroepen spelen op dat deel van het plein dat gereserveerd
is voor hen. Leerlingen van groep 3 t/m groep 8 spelen op het grote plein.
Afval, papiertjes e.d. doe je in de prullenbakken.
Samen proberen we de gangen en de lokalen netjes en schoon te houden. De
kinderen uit de groepen 3 t/m 8 die klassendienst verrichten, vegen aan het eind
van de schooldag het klaslokaal even aan en ruimen papiertjes op.
De leerlingen van groep 3, 4 en 8 gaan via hun eigen ingang naar binnen of naar
buiten. De leerlingen van groep 1 en 2 betreden de school, samen met hun
ouders, via de kleuteringang. De leerlingen van groep 5 t/m 7 (Pannekoekendijk)
gebruiken de ingang aan de kant van het plein.
De leermiddelenberging is alleen toegankelijk voor juffen en de meester.
Van de leerlingen wordt verwacht dat ze in gepaste kleding op school komen:
kleding die niet aanstootgevend of discriminerend is.
Ommelandsingel:
-
Vanaf tien voor half negen ’s morgens en vijf over één ’s middags mogen de
kinderen de school binnenkomen. Uiteraard bestaan hier uitzonderingen op. Als je
klassendienst hebt, mag je een kwartier voor schooltijd naar binnen. Het kan
gebeuren dat een leerling een kostbaar artikel o.i.d. bij zich heeft en het naar de
12
Schoolgids 01-08-2014
klas wil brengen. Dit kan gevraagd worden aan de pleinwacht die dan zeker
toestemming zal geven.
Pannekoekendijk:
- vanaf tien voor half negen ’s morgens en vijf over één ’s middags lopen de
pleinwachten buiten op het plein, op dit moment mogen de klassendiensten naar
binnen gaan. Als de bel gaat gaan de kinderen in hun eigen rij staan en wachten
ze op de leerkracht die ze ophaalt om naar binnen te gaan.
3.6 Pleinwacht
Elke dag is er 1 personeelslid 10 minuten voor schooltijd en zijn er 2 personeelsleden in
de pauze als pleinwacht aanwezig op het plein. In de pauze mogen de kinderen niet van
het plein af gaan. Buiten deze tijden is er geen toezicht! Er kan dan door ons ook geen
verantwoordelijkheid gedragen worden. Wilt u daarom uw kind(eren) ’s morgens en ’s
middags niet te vroeg naar school sturen? De kleuters mogen ’s morgens en ’s middags
door vader of moeder in de klas gebracht worden. Wel is het, in het belang van uw kind
zelf en in verband met de drukte van alle ouders, fijn als u vlot afscheid neemt van uw
kind en vervolgens de school weer verlaat door de kleuteruitgang.
4. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
4.1 Schoolorganisatie en groepering
Zoals we al eerder vermeldden in deze gids, zijn de kinderen verdeeld over 9 groepen. In
schooljaar 2014 – 2015 starten we met drie heterogene groepen (groepen 1/2), groep 3,
groep 4, groep 5, groep 6 groep 7 en groep 8. Voor deze zgn. heterogene kleutergroepen
is nadrukkelijk bewust gekozen. Jongere kinderen leren van oudere kinderen. Bovendien
wordt doorstroming in verband met een te grote groei van de groep jongste kleuters
halverwege het cursusjaar voorkomen. In eerste instantie zullen de nieuwe kleuters
gelijkmatig worden verdeeld over de andere kleutergroepen. De formatie voor de
klassenverkleining en de zgn. impulsregeling postcodegebieden is zodanig ingezet, dat de
groepen in zowel de onderbouw als de bovenbouw redelijk qua omvang kunnen blijven of
van extra ondersteuning kunnen worden voorzien. Dit is ook het streven voor de
komende jaren. Tevens wordt de formatie voor de klassenverkleining ingezet om de
kwaliteitszorg binnen onze school zo optimaal mogelijk in te richten. Er is veel formatie
beschikbaar om de Intern Begeleiders hun werkzaamheden goed te laten uitvoeren.
4.2 Groepsgrootte/ inzet van de formatie
De formatie voor het schooljaar 2014 - 2015 wordt toegekend op basis van het aantal
leerlingen per 1 oktober 2013. Deze is als volgt ingezet:
Zoals al in het voorafgaande is opgemerkt willen we de groepen zo klein mogelijk
houden. Vanuit de overheid wordt gestimuleerd om de onderbouwgroepen niet te groot
te maken. Hiervoor krijgen scholen extra formatie. Door de groepsverkleining krijgen de
kinderen meer aandacht en dat komt de prestaties ten goede. Tevens streven wij als
Bouwmanschool ook naar een evenwichtige verdeling over de andere groepen.
Het is echter niet altijd mogelijk om alle wensen direct te realiseren. Gelukkig hebben we
ook dit jaar een manier gevonden om te grote groepen te voorkomen en hebben we
gekozen voor:
 Starten met drie kleutergroepen met gemiddeld 17 kinderen. Daarnaast zullen deze
groepen op de ochtenden gebruik maken van een tutor, die extra zorg aan de kinderen
geeft. De tutor beschikt over een eigen ruimte.
 Verder zal er met één groep 3 met 22 leerlingen, één groep 4 met 25 leerlingen,
groep 5 met 26 leerlingen, groep 6 met 18 leerlingen, één groep 7 met 27 leerlingen en
één groepen 8 met 22 leerlingen worden gestart.
13
Schoolgids 01-08-2014
 Vanwege de hoeveelheid kinderen in groep 7 krijgt deze groep extra ondersteuning.
 Verder is door een maximale inzet van de interne begeleiders een duidelijk accent op
de zorgverbreding gelegd.
4.3 De schooltijden:
Groep 1 t/m 4:
’s morgens 08.30 – 12.00 u. ’s Middags 13.15 – 15.15 u.
De kinderen zijn woensdag- en vrijdagmiddag vrij.
Groep 5 t/m 8:
’s morgens 08.30 – 12.00 u. ’s Middags 13.15 – 15.15 u.
Woensdag 08.30 – 12.15 u. De kinderen van deze groepen zijn op
woensdagmiddag vrij
Pauze:
De pauze is van 10.15 - 10.30 uur.
4.4 Algemene methode-informatie van groep 1 t/m 8:
Op het volgende overzicht wordt weergegeven hoeveel tijd er per week aan de
verschillende vakken wordt besteed. Het gaat hier om gemiddelden die kunnen variëren
per leerjaar en per periode.
vakken
1 blokje = ½ uur
Bijbels onderwijs
Lezen
Schrijven
Nederlandse taal
Rekenen en wiskunde
Engelse taal
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Natuuronderwijs
Verkeer
Beeldende vorming
Muzikale vorming
Bewegingsonderwijs
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het aantal uren onderwijs in
bedragen. Onze school voldoet
Het aantal uren onderwijs in
bedragen. Onze school voldoet
de groepen 1 t/m 4 moet minimaal 880 uur per jaar
hier ruim aan.
de groepen 5 t/m 8 moet minimaal 1000 uur per jaar
hier tevens aan.
Groep 1 en 2
De aanpak in de groepen 1 en 2 verschilt op diverse terreinen vergeleken met de andere
groepen. In de kleutergroepen wordt gebruik gemaakt van ‘Piramide’, een voor- en
vroegschools educatief programma, ontwikkeld door het CITO. Het is een methode voor
de totale ontwikkeling van alle 3 tot 6- jarige kinderen. Met een combinatie van spelen,
werken en leren worden de kinderen gestimuleerd in hun ontwikkeling. De belangrijkste
elementen in het programma zijn: vrij spel, projecten aan de hand van thema’s,
observeren, tutoring (individuele hulp) en betrokkenheid van de ouders (o.a. themaboek
voor thuis). Het programma richt zich op 8 gebieden
die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind, uiteenlopend van denken taalontwikkeling tot creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling.
14
Schoolgids 01-08-2014
‘Piramide’ start op de peuterspeelzalen (de peuterspeelzalen de Parel en Libelle
participeren ook in Piramide) en loopt door in de groepen 1/2 van de basisschool. Op
deze wijze wordt voor de kinderen een stevige basis gelegd om in groep 3, als ze met het
echte reken- en taalwerk aan de slag gaan, een goede kans op succes te hebben. De
kinderen maken aan het begin van een Piramidejaar kennis met de opzet van het
project. Dit gebeurt in het programma ‘Welkom’, dat twee weken duurt.
Tutoring
Tutoring is een belangrijk onderdeel in ‘Piramide’. Tutoring is hulp geven aan kinderen
die extra steun nodig hebben. Die hulp kan op twee manieren gegeven worden. Voordat
de groep met een project of activiteit aan de slag gaat, neemt de tutor de kinderen die
dat extra steuntje nodig hebben apart. Ze raken dan alvast vertrouwd met bepaalde
begrippen. Komt het onderwerp in de groep aan de orde, dan herkennen ze die
begrippen. Dat geeft kinderen een veilig gevoel. Ze worden vrijer en zelfverzekerder en
zijn beter in staat mee te doen met het project. Er ontstaat op deze wijze een positieve
spiraal en de tutor kan zo achterstand voorkomen.
Een andere manier van tutoring is remediërend: aan het eind van een project herhaalt de
tutor samen met het kind bepaalde begrippen uit het project. Het kind kan dan nog wat
extra oefenen.
Om de mogelijkheden van ‘Piramide’ optimaal te benutten, volgen de leerkrachten en de
tutor met regelmaat een scholing. Deze wordt verzorgd door speciaal hiervoor opgeleide
trainers. Om een doorgaande lijn te realiseren wordt er intensief samengewerkt met de
betrokken peuterspeelzalen. De overgang wordt zo voor de kinderen minder groot. Naast
‘Piramide’ kan er ook nog gebruik gemaakt worden van diverse programma’s, zoals
‘Boeken Bas’.
Deze programma’s kunnen thematisch ingezet worden naast ‘Piramide’. Ook het rekenwiskundeonderwijs in deze groepen krijgt binnen ‘Piramide’ de nodige aandacht.
Bovendien wordt in de groepen 1 en 2 gewerkt met de Wereld in Getallen. Het
bewegingsonderwijs krijgt ook een belangrijke plaats binnen de groepen 1 en 2. Het
staat dagelijks op het programma. Bij mooi weer wordt er buiten op het plein gespeeld.
Er is veel spelmateriaal aanwezig, waar de kinderen gebruik van kunnen maken. Bij
slecht weer kunnen we gebruik maken van ons ruime, goed geoutilleerde speellokaal.
Groep 3 t/m 8
Het Ministerie van Onderwijs vereist (net als in groep 1 en 2) een bepaald aanbod van
leer- en vormingsgebieden. Deze zijn omschreven in de ‘Wet op het Primair Onderwijs’.
Via het activiteitenplan komen deze leer- en vormingsgebieden systematisch aan de orde
met behulp van een bepaalde verdeelsleutel. Zonder in details te treden, willen we graag
weergeven wat aan de orde komt.
▫ Godsdienstige vorming
De Godsdienstige vorming neemt een centrale plaats in bij ons onderwijs.
Het is inherent aan het christelijke karakter waar we voor gekozen hebben.
Uiteraard mag het niet zo zijn, dat Christelijke vorming ophoudt bij een half uurtje
Bijbelvertelling per dag. In ons hele optreden moeten we vanuit onze geloofsovertuiging
opereren. Als methode gebruiken we ‘Trefwoord’. Deze methode geeft de leerkracht een
handreiking. De Bijbel komt waar mogelijk voor een bepaalde periode chronologisch aan
de orde, daarbij ondersteund door passende geestelijke liederen. Deze chronologie wordt
nog wel eens doorbroken als één van de christelijke feestdagen zich aandient.
15
Schoolgids 01-08-2014
Er wordt veel aandacht besteed aan de christelijke feesten. Het Paasfeest en Kerstfeest
staan enkele weken bij ons op school centraal. De belangrijke christelijke feesten willen
we in onze lessen samen met de kinderen voorbereiden, ‘beleven’ en vieren. Het ene jaar
vindt een gezamenlijke paasviering en het andere jaar een gezamenlijke kerstviering in
de kerk plaats. Eén keer per 2 jaar wordt er een kerstsing-in op het schoolplein
georganiseerd. Naast de traditionele christelijke feesten wordt er jaarlijks deelgenomen
aan de “Gezin, School, Kerk week”.
▫ Rekenen en wiskunde
De groepen 1 t/m 8 werken met de rekenmethode ‘De Wereld in Getallen’. Dit is een
realistische rekenmethode. Dat wil zeggen dat de methode aansluit , met eigentijdse
thema’s, bij de belevingswereld van de kinderen. Diverse wiskundige begrippen komen
aan de orde. Begripsvorming en het kunnen toepassen van rekenen in praktijksituaties
staat voorop. Tegelijkertijd gaan de kinderen beseffen, waarom goed kunnen rekenen
belangrijk is. Voor de betere rekenaars is er het pluswerkboek. Voor kinderen die
rekenen moeilijk vinden is er het bijwerkboek. Bovendien krijgen deze kinderen
‘verlengde instructie’.
▫ Nederlandse taal
Taalbeleid is bepalend voor kwalitatief goed onderwijs in het algemeen en heeft een
duidelijke relatie met de andere vakken op school. Taal is nl. een nadrukkelijke
voorwaarde bij het rekenen, lezen en de zaakvakken. Het taalbeleid is op onze school
dan ook gericht op de samenhang in het totale programma-aanbod binnen de school. De
school heeft dit beleid verwoord in een taalbeleidsplan, dat op school ter inzage ligt.
Onze school werkt in de groepen 4 t/m 8 met de methode ‘Taalverhaal.nu. Kinderen
leren verschillend en taalverhaal.nu speelt daarop in. Voor snelle leerlingen zijn er de
plusbladen met aparte opdrachten. De handleiding biedt ook extra tips en aanwijzingen
voor zorgleerlingen. De methode besteedt veel aandacht aan herhaling en onderhoud.
Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is veel
aandacht voor het verwoorden van ideeën en het luisteren naar anderen. Behalve
schriftelijk taalwerk, leren we de kinderen ook verhalen schrijven en mogen ze een
boekbespreking houden. Er wordt dus voldoende ruimte gegeven voor taalexpressie.
Regelmatig verwijst de methode naar kinderboeken, die we kunnen lenen bij de
bibliotheek.
▫ Lezen
Iedere leerling heeft verschillende talenten. Dat geldt voor alle jaargroepen en alle
vakken, maar zeker voor het technisch lezen.
In groep 3 krijgt het lezen een officiëlere status. De geschreven taal is voor de kinderen
in de groepen 1/2 al min of meer bekend geraakt. Nu wordt het meer gestructureerd
aangeboden. Deze structuur verkrijgen we door de leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’ (Kim
versie). Bij dit leesprogramma zijn legio mogelijkheden tot differentiatie. Ook maken we
gebruik van het computerprogramma behorend bij de methode.
In groep 4 t/m 8 wordt gewerkt met de nieuwe versie van Estafette. Dit is een methode
voor voortgezet technisch lezen die verschillen als uitgangspunt neemt. Maar het
uiteindelijke doel is voor alle leerlingen gelijk: met Estafette haalt elke leerling in zijn
eigen tempo de eindstreep!
Kenmerkend voor Estafette is de combinatie van werkboekjes en bijbehorende
leesboekjes. De leerlingen passen de vaardigheden die ze oefenen, in de werkboekjes
toe, tijdens het lezen van de Estafette-leesboeken. De Estafette-leesboeken zijn stuk
voor stuk geschreven door bekende kinderboekenauteurs. Terwijl in elk boek bepaalde
leesmoeilijkheden expliciet naar voren komen, gebeurt het oefenen altijd binnen de
context van een grappig of spannend verhaal dat garant staat voor leesplezier!
16
Schoolgids 01-08-2014
▫ Begrijpend lezen
In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de methode ‘Nieuwsbegrip’ en ‘Nieuwsbegrip
XL’ van uitgeverij CED uit Rotterdam. Dit is een complete methode die het leesbegrip van
leerlingen stimuleert op een leuke en aansprekende manier. De actualiteit wordt daarbij
als kapstok gebruikt. Binnen de lessen besteedt de methode structureel aandacht aan
lees- en woordenschatstrategieën en is er aandacht voor studerend lezen. De lessen
moeten wekelijks door de leerkracht van de site worden gedownload en sluiten zo nauw
aan bij de actualiteit.
▫ Aanvullende leesactiviteiten
Aangezien we het lezen zeer belangrijk vinden, kunnen de kinderen ook gebruik maken
van de klassenbibliotheek. Aan het begin van iedere middag wordt er tijd gereserveerd
voor het stillezen. In groep 5 wordt verder gebruik gemaakt van ‘Fringo’, een project dat
kinderen motiveert om te gaan lezen. Ook stimuleren we een bezoek aan de Openbare
Bibliotheek. De school participeert ook in het project ‘Wij worden een leesschool’. Samen
met enkele andere scholen in Kampen en de openbare bibliotheek is er een leesplan
ontwikkeld, waarin gerichte activiteiten op leesgebied worden omschreven. Onze
leescoördinator Trudy de Jong is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit plan en ziet
er tevens op toe, dat er voldoende en goede boeken voor de kinderen op school
aanwezig zijn.
▫ Schrijven
Het schrijfonderwijs beperkt zich niet tot de groepen 3 t/m 8. Ook in de onderbouw
(groep 1 en 2) worden voorbereidende schrijfoefeningen gedaan d.m.v. schrijfpatronen.
Het is beslist niet de bedoeling, dat deze kinderen al leren schrijven, zoals we dat in
groep 3 gewend zijn. Het is zuiver voorbereidend bedoeld om zo het motorische aspect te
verstevigen. In groep 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode ‘Pennenstreken’.
▫ Engels
In de groepen 6,7 en 8 wordt Engels gegeven. Het onderwijs in de Engelse taal is er op
gericht de kinderen in staat te stellen het Engels te gebruiken als communicatiemiddel,
zowel mondeling als schriftelijk in eenvoudige dagelijkse situaties. We werken met de
methode “Groove.me”.
▫ Wereldverkenning
Bovenstaande titel is min of meer een verzamelnaam van de vakken aardrijkskunde,
geschiedenis, natuuronderwijs en verkeer. Vaak komen onderwerpen uit de actualiteit
aan de orde in de klassengesprekken. Ook speelt de schooltelevisie een belangrijke rol bij
wereldverkenning. Zo wordt regelmatig gekeken naar het ‘School TV-weekjournaal’
(groep 7/8). Ook andere belangwekkende onderwerpen van de NOT worden regelmatig
bekeken en besproken. Verder maken we van de volgende methodes gebruik:
▫ Aardrijkskunde
We gebruiken de methode ‘De Blauwe Planeet’ (uitgeverij Thieme Meulenhoff). In groep
3 en 4 is er aandacht voor het ontwikkelen van het besef van de inrichting van de ruimte.
Hierbij wordt de elementaire kennis van zijaanzicht en bovenaanzicht, een schematische
weergave van de ruimte bijgebracht en wordt er stilgestaan bij de beginselen van een
plattegrond en bij de beeldvorming dichtbij en veraf. De invulling voor groep 3 blijft nog
dichtbij de eigen leef- en belevingswereld. In groep 4 komen dezelfde thema’s aan de
orde, maar vanuit een wat breder perspectief. Ook de voorbereidende kaartvaardigheid
wordt wat meer ontwikkeld. In groep 5 staat de directe omgeving van de kinderen
centraal, evenals het omgaan met de kaart. In groep 6 wordt hoofdzakelijk naar
Nederland gekeken en in groep 7 staat Europa centraal. In groep 8 ligt het accent op de
behandeling van de rest van de wereld en de 3 e wereldproblematiek.
17
Schoolgids 01-08-2014
▫ Geschiedenis
Voor dit vak werken we met de methode ‘Speurtocht’ . In het kort kunnen we u hierover
het volgende vertellen. Speurtocht sluit aan bij de aanbevelingen van de commissie De
Rooy. De aanbevelingen hebben tot doel dat alle leerlingen een gemeenschappelijke
basis van historische overzichtskennis ontwikkelen. Het geschiedenisonderwijs moet
daarvoor anders worden ingericht. Speurtocht volgt deze nieuwe inrichting. Daarnaast
besteedt de methode veel aandacht aan taal en taalgebruik en heeft het een consistente
lijn voor het leren van begrippen, speciale aandacht voor schooltaalwoorden,
aanwijzingen voor het lezen, luisteren, schrijven en samenwerkend leren. De indeling
van de geschiedenis in tien tijdvakken is geënt op de Europese geschiedenis. Speurtocht
legt hierbinnen wel een accent op de voor de basisschool nog wat overzichtelijke
geschiedenis van Nederland. Uniek zijn de cd-rom en de methodesite www.speurtocht.nl,
die de verhalen en begrippen tot leven brengen. Beide vormen van ICT zijn zeer goed
toepasbaar op de digiborden.
▫ Natuniek
Natuniek is een methode voor natuur en techniek, voor de groepen 3 t/m 8. Natuniek
besteedt evenveel aandacht aan techniek als aan natuur. Kinderen zijn van nature
geïnteresseerd in de planten en dieren om hen heen, maar ook in techniek. Natuniek laat
kinderen daarom doen. We doen dat in thema’s en in projecten. In de thema’s krijgen de
leerlingen de theorie aangeboden, maar deze wordt gekoppeld aan het zelf opdoen van
ervaringen. Bij de projecten gaan de leerlingen echt ‘doen’. Ze gaan onderzoeken,
ontwerpen, maken en presenteren.
▫ Verkeer
We gebruiken in de groepen 5 t/m 6 de lesbrief: ‘Op Voeten en Fietsen’. In groep 7
worden de boekjes ‘Oefeningen voor het verkeersexamen’ gebruikt. Het
verkeersonderwijs wordt afgesloten met de schriftelijke verkeersproef.
▫ Expressieactiviteiten
Voor het vak tekenen maken we gebruik van de methode ‘Tekenvaardig’. Hierin komen
alle tekentechnieken aan bod. Handvaardigheid wordt gegeven aan de hand van een
themalijst per leerjaar. Voor het vakgebied muziek maken we gebruik van de methode
‘Muziek moet je doen’. Op school besteden we ruimschoots aandacht aan deze
belangrijke onderdelen.
Eén van de belangrijkste doelen is hier, dat het kind plezier beleeft aan deze activiteiten
en zich hierin kan uiten. Dat betekent niet, dat we geen eisen stellen. In groep 1 en 2 is
de creatieve vorming deels geïntegreerd in het totale programma. Tevens zullen,
conform de gestelde missie/visie, alle groepen deelnemen aan het zgn. crea-circuit.
Hierin willen we als team alle aspecten van handvaardigheid/tekenen/muziek/drama,
door kinderen laten ervaren.
▫ Bewegingsonderwijs
De groepen 1 en 2 hebben dagelijks bewegingsonderwijs. Er wordt in de klas gespeeld,
op het schoolplein en in het speellokaal. De groepen 4 t/m 8 krijgen twee keer per week
gymnastiek in de sporthal van Reflex. Groep 3 krijgt één keer per week gymnastiek.
Wilt u, als uw kind niet mee kan doen met de gymles, een briefje meegeven? Veel
gymlessen worden verzorgd door een vakleerkracht gym. Het is sterk aan te bevelen,
dat de kinderen gymkleding dragen tijdens de gymlessen. Het is verplicht om
gymschoenen te dragen. Dit om voetwratten en schimmels te voorkomen. De methode
die gehanteerd wordt heet: ‘Bewegen Samen Regelen’. Bij mooi weer wordt er ook buiten
sport gegeven. Dit vindt dan voornamelijk plaats op het Cruijfcourt.
18
Schoolgids 01-08-2014
Sociaal-emotionele ontwikkeling “Leefstijl”
Voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn
vaardigheden als zelfvertrouwen, doordacht beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens
uiten en van je fouten leren onmisbaar. Om hier structureel aandacht aan te geven heeft
de school gekozen voor de methode ‘Leefstijl’. Deze methode sluit aan bij de kerndoelen
voor gezond en redzaam gedrag. ‘Leefstijl’ oefent naast sociaal-emotionele vaardigheden
ook gezondheidsvaardigheden. Het team heeft hiervoor een scholing gevolgd en is
bevoegd om met deze methode te werken. Op het Voortgezet Onderwijs wordt ook met
deze methode gewerkt, zodat er nadrukkelijk sprake is van een doorgaande lijn met
betrekking tot dit belangrijke aspect.
Huiswerk
Vanaf groep 4 krijgt uw kind zo af en toe huiswerk mee. In het begin gaat het om het
oefenen van woordjes. Dit gaat via de computer, via de site www.bloon.nl
Deze
woorden kunnen ook thuis geoefend worden. Kinderen die extra hulp nodig hebben,
geven we soms ook huiswerk mee. U zult begrijpen dat het effect van de hulp het grootst
is als het huiswerk goed wordt gedaan. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen vaker huiswerk
mee, bijvoorbeeld voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Het
gaat er ons dan om dat kinderen basiskennis opdoen en tegelijk wennen aan het maken
of leren van huiswerk. Het is fijn als u uw kind bij het huiswerk maken begeleidt.
Computers:
In elk lokaal staan computers. Hier wordt regelmatig gebruik van gemaakt. Bij, bijna,
elke methode is ook een computerprogramma aanwezig.
Alle ontwikkelingen op het gebied van I.C.T. heeft de school beschreven in het I.C.T.beleidsplan. Het informaticaonderwijs is in die zin belangrijk om op een geheel andere
manier met de leerstof om te gaan. Het computeronderwijs wordt gecoördineerd door
Hanneke Lamberts.
Op school worden onze leerlingen gewezen op het gebruik van het zgn. internetprotocol.
Dit protocol is hieronder integraal opgenomen:
Internet op school (protocol)
De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. Wij hebben ervoor
gekozen de kinderen vanaf groep 6 die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor
gebruik van zoekprogramma’s zoals Kennisnet. Kennisnet heeft een eigen
Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites
die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar
benaderd worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken.
Waarom internet?
Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te
zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te
kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar
internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden
hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes
kan in de toekomst door kinderen ook via internet benaderd worden.
Afspraken.
Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal
afspraken gemaakt:
Gedragsafspraken met de kinderen:
19
Schoolgids 01-08-2014
 Geef nooit persoonlijke informatie door op internet, zoals namen, adressen en
telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht.
 Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt
of waarvan je weet dat dit niet hoort. Houd je je aan de afspraken, dan is het niet jouw
schuld dat je zulke informatie tegenkomt.
 Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leraar.
 Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming
van je leraar.
 Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan
waarvan je weet dat dit niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt.
 Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet.
 Spreek van tevoren met je leraar af wat je op internet wilt gaan doen.
Afspraken met de leerkrachten:
 Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden.
 Sites die wij kinderen willen laten gebruiken, worden eerst door de leerkracht bekeken.
 Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen.
 Er wordt aan de kinderen uitgelegd, waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen
bekijken.
 De leerkracht draagt zorg voor een omgeving, waarin kinderen open kunnen vertellen
wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun
schuld.
 Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen.
 Informatie, die terug te voeren is op leerlingen, mag niet op het openbare deel van het
net terecht komen.
 Namen in combinatie met foto’s van de kinderen worden niet op het net gepubliceerd.
In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders.
 Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische
verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken.
4.5 Voorzieningen in het gebouw
Het aantal groepslokalen aan de locatie Ommelandsingel is acht. Drie lokalen zijn
bestemd voor de kleutergroep, drie lokalen voor de groepen 3, 4 en 8. De groepen 5, 6
en 7 krijgen les aan de locatie Pannekoekendijk. Met ingang van augustus 2013 is de
peuterspeelzaal ‘de Parel’ binnen onze school gekomen. Verder is er op school een ruim
en goed geoutilleerd speellokaal voor de kleuters aanwezig. Dit lokaal wordt ook gebruikt
door andere groepen bij bijzondere gelegenheden zoals theater, dans etc. Voor de extra
hulp aan kleuters hebben we een aparte ruimte kunnen creëren. Ook hebben de interne
begeleiders een eigen ruimte. In de personeelsruimte staat een orthotheek, waar
materialen te vinden zijn, die gebruikt worden bij het onderwijs aan kinderen, die extra
hulp nodig hebben. Op de ruime speelpleinen krijgen de midden- en bovenbouw tijdens
het speelkwartier en voor schooltijd volop gelegenheid zich te vermaken. Voor de
onderbouw staan diverse speel- en klimmaterialen op het plein. Ons plein voldoet aan
alle wettelijke veiligheidsvoorschriften. De speeltoestellen worden daarom ook jaarlijks
gecontroleerd.
5. DE ZORG VOOR LEERLINGEN
20
Schoolgids 01-08-2014
5.1 De aanmelding
Vaak wordt de vraag gesteld: “Wanneer moeten we ons kind opgeven?”
Eigenlijk wordt het u in de gemeente Kampen gemakkelijk gemaakt, want een half jaar
voor uw kind vier wordt, ontvangt u van de gemeente een onderwijsgids, waarin alle
scholen in de gemeente Kampen staan. Op deze wijze kunt u een keuze maken welke
school u wilt bezoeken om verdere informatie in te winnen. Het beste kunt u een
afspraak maken met de directie. Deze zal u rondleiden en kennis laten maken met de
school.
Als u uw keuze hebt gemaakt, mag uw kind een aantal dagdelen op school komen om
kennis te maken met de andere leerlingen. We kunnen het kind pas officieel toelaten als
het 4 jaar is.
Kinderen die in de maand december jarig zijn, komen na de kerstvakantie op school.
Wordt uw kind in de laatste vier weken van het schooljaar 4 jaar, dan kan het het beste
na de zomervakantie op school komen. Voor de nieuwe leerlingen die na de
zomervakantie op school komen wordt aan het einde van het schooljaar een
kennismakingsmoment gepland. Hiervoor ontvangen de leerlingen een aparte
uitnodiging. Tevens ontvangen nieuwe ouders in de kleutergroepen een aparte
informatiegids over de gang van zaken in de onderbouw.
Als een 4-jarige naar school gaat, komt deze in groep 1 en volgt vanaf dat moment alle
reguliere activiteiten in deze groep, binnen de vastgestelde lestijd. Deze leerlingen vallen
vanaf dat moment ook onder de reguliere verlofregeling.
5.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school
Dossiervorming
Vanaf de eerste schooldag van een kind wordt er een dossier aangelegd. Hierin staan de
gegevens van de leerling, de gegevens van het gezin, gegevens voortkomend uit
gesprekken met ouders (zoals belangrijke afspraken), gegevens uit speciale
onderzoeken,
opvallende
uitslagen
van
de
Cito-toetsen,
observaties
en
handelingsplannen. Dit dossier is, op verzoek, inzichtelijk voor ouders/verzorgers. Voor
zover mogelijk wordt er een digitaal dossier bijgehouden. Daarnaast zal de school voor
de papieren documenten een papieren dossier bijhouden.
Warme overdracht
Op de Bouwmanschool vindt er tussen ouders, school, schoolgezondheidszorg en het
consultatiebureau een
zgn. ‘warme overdracht’ plaats. In deze overdracht zorgen
betrokken ouders en professionals er samen voor dat de kindgegevens op de juiste
manier naar de basisschool gaan. Zo mogelijk kan de school hier op volgend al concrete
acties o.i.d. nemen. Betrokken ouders krijgen voor deze overdracht een uitnodiging.
Leerlingvolgsysteem
Om de kwaliteit van ons onderwijs te verhogen en verder te bewaken worden de
kinderen regelmatig getoetst. Toetsen geven ons inzicht in de prestaties van de kinderen.
Bovendien geven de toetsen ons een totaalbeeld van de school.Voor het toetsen van de
leerlingen maken we gebruik van methodegebonden toetsen en van toetsen van het Cito
– LOVS. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het Cito te Arnhem.
In de groepen 1/2 worden de volgende Cito-toetsen afgenomen:
Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters
Ook wordt er in deze groepen gebruik gemaakt van:
Viseon en de Leesvoorwaardentoets
21
Schoolgids 01-08-2014
In groep 3 t/m 8:
In deze groepen wordt er, voor de verschillende vakken, gebruik gemaakt van
methodegebonden toetsen. Ook worden de volgende Cito-toetsen afgenomen:
groep
3
D.M.T.
x
Spelling
x
Rekenen/wiskunde
x
Leestempo/leestechniek x
Begrijpend lezen
x
Woordenschat
x
groep 4
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
In deze groepen wordt verder nog gebruik gemaakt van:
Sociogram
AVI – toetsen
School Vragenlijst (in groep 7 en 8)
VISEON (vragen lijst voor Soc. Emotionele ontwikkeling)
Aan de hand van de resultaten van deze toetsen kunnen we zien welke kinderen uitvallen
en kan extra hulp geboden worden. Op deze wijze willen we leer- en
ontwikkelingsachterstanden voorkomen/ zo klein mogelijk houden.
Door het jaar heen houden we de leerlingen van groep 3 goed in de gaten als het gaat
om de leesontwikkeling. Zo nemen we de herfst, - winter, -lente en eindsignalering af.
Deze toets hoort bij onze methode “Veilig Leren Lezen”. Met dit toetsinstrument volgen
we gedurende de periode dat het kind in groep 3 zit, de ontwikkeling van het leesniveau.
Deze signaleringen worden digitaal verwerkt en daar komen concrete adviezen voor
zowel de groep als voor de individuele leerling uit. Op deze manier kunnen we tijdig actie
ondernemen als dat nodig is.
In groep 7 wordt de entreetoets van Cito afgenomen.
In groep 8 wordt het schooleindonderzoek van Centraal Nederland afgenomen voor de
schoolkeuzebepaling.
Handelingsgericht werken
Twee jaar geleden zijn wij als team van de Bouwmanschool begonnen met een andere
aanpak wat betreft het signaleren van zorg. In het verleden werd er actie ondernomen
als een kind uitviel. Nu proberen we van te voren al te kijken of een kind ergens
problemen mee zou kunnen krijgen, zodat we eerder kunnen ingrijpen of (dat zou nog
mooier zijn) problemen kunnen voorkomen. Ook kinderen die meer zelfstandigheid
aankunnen of leerstof op een hoger niveau, proberen we van te voren in te schatten.
Hiervoor hebben we veel informatie nodig. Deze informatie proberen we op verschillende
manieren te krijgen.
* Om te komen tot een zo goed mogelijk resultaat, is de informatie van
ouders/verzorgers erg belangrijk voor ons. Daarom worden ouders uitgenodigd om in één
van de eerste weken met de leerkracht(en) van hun kind een gesprek te voeren over hun
kind. In dit gesprek zijn zij de verteller en de leerkracht is de luisteraar en vragensteller.
Van te voren krijgen de ouders/verzorgers een vragenlijst om in te vullen, die moet
worden meegenomen naar het gesprek. De vragenlijst wordt dan gebruikt als
praatpapier.
* Een aantal keren per jaar zal de leerkracht met alle leerlingen individueel een gesprek
gaan voeren over het werk op school en over het welbevinden. In eerste instantie zullen
22
Schoolgids 01-08-2014
deze gesprekken hoofdzakelijk over het rekenen gaan. Dit zal de komende jaren worden
uitgebreid naar andere vakgebieden.
* De leerkracht houdt in de klas toetsresultaten bij, analyseert toetsen en observeert het
werkgedrag van de leerlingen. Dit wordt bij gehouden in een groepsoverzicht.
N.a.v. deze gesprekken, observaties en toetsresultaten wordt door de leerkracht(en) een
groepsplan opgesteld voor het betreffende vakgebied. Hierin worden alle leerlingen
verwerkt. Tijdens het uitvoeren van dit plan worden allerlei gegevens geregistreerd. Na
het evalueren van dit plan, wordt er een nieuw plan opgesteld. We streven er naar om
per vakgebied vier plannen per jaar te schrijven. Regelmatig worden, tijdens
groepsbesprekingen tussen leerkracht en intern begeleider, de plannen en de voortgang
van de leerlingen besproken.
Voor leerlingen, die een speciale zorg verdienen, wordt een individueel handelingsplan
opgesteld. In dit plan komen de doelen en werkwijze voor de komende periode te staan.
Soms nemen we, voor het maken van het handelingsplan, nog een extra toets af. Hier
kan uit komen, dat er op een bepaald gebied misschien nog wat extra leerstof of een
specifiek aanpak aangeboden moet worden, om het probleem te verminderen of, zo
mogelijk, op te lossen.
Het plan kan binnen of buiten de groep worden uitgevoerd door de leerkracht en/of de
RT’er.
Groepsbespreking
Vier keer per jaar wordt er een groepsbespreking gehouden met de leerkrachten van de
verschillende groepen. Tijdens deze groepsbespreking worden de groepsplannen en de
individuele handelingsplannen van de betreffende groep besproken. In het bijzonder is er
tijdens dit gesprek aandacht voor de zorgleerlingen. Dit zijn leerlingen die, voor één of
meerdere vakgebieden of op sociaal emotioneel gebied, een individueel handelingsplan
hebben. Ook voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben, kan een individueel
handelingsplan worden opgesteld.
Toetsbespreking
Twee keer per jaar vindt er een toetsbespreking met de intern begeleider en de directie
plaats. Tijdens deze bespreking wordt er gekeken of er problemen zijn in de groep, zowel
op sociaal-emotioneel, als op leergebied. De toetsresultaten van de leerlingen worden per
groep geanalyseerd door de directie, de intern begeleider en de betrokken
leerkracht(en). De analyse van deze toetsresultaten wordt ook verwerkt in het
groepsplan/handelingsplan.
Groepsoverdracht
Aan het einde van het schooljaar worden de leerlingen ‘overgedragen’ aan de volgende
leerkracht. Dit gebeurt aan de hand van groeps-overdrachtsformulieren, waarop alle
bijzonderheden
van
de
leerlingen,
zoals
leeren/of
gedragsproblemen,
gezinssamenstelling, bijzonderheden m.b.t. de gezondheid van de leerling, extra hulp en
belangrijke afspraken, vermeld staan. Daarnaast wordt een algemeen beeld van de
groep gegeven en wordt er beschreven wat er in het afgelopen jaar aan leerstof is
behandeld.
5.3 Zorgverbreding
‘Zorgverbreding’ wil eigenlijk zeggen: de zorg die we besteden aan kinderen met leer- en
gedragsproblemen en aan kinderen die opvallen door hun meerbegaafdheid. Hierbij
richten we ons vooral op de vormingsgebieden woordenschatontwikkeling. rekenen,
spelling, aanvankelijk lezen en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
In de zorgverbreding spelen een aantal mensen een rol:
□ De groepsleerkracht
Deze signaleert problemen bij leerlingen n.a.v. toetsen en observaties. De leerkracht
meldt de gesignaleerde zorgleerlingen aan voor de groepsbespreking. Ook maakt de
23
Schoolgids 01-08-2014
leerkracht, eventueel ondersteund door de IB-er/RT-leerkracht, het handelingsplan voor
de zorgleerling en het groepsplan. De leerkracht draagt de verantwoording voor de
uitvoering van de plannen.
□ De Intern Begeleider
De taak van de Intern Begeleider is het bewaken van de zorglijn. De I.B.-er is
verantwoordelijk voor het leerlingvolgsysteem, de keuze van de toetsen, het opstellen
van het toetsrooster en de groepsbespreking. Ook kan de IB-er de groepsleerkracht
ondersteunen bij het opstellen en het uitvoeren van groeps- en handelingsplannen. De
IB-er kan ook extra onderzoek doen of observaties in de klas uitvoeren.
□ De RT-leerkracht
De leerkracht, die Remedial Teaching – taken uitvoert, begeleidt kinderen met problemen
individueel of in groepjes. Evenals de IB-er kan ook deze leerkracht extra onderzoek
doen bij een leerling.
□ Logopedie
Alle kinderen worden omstreeks hun vijfde jaar gescreend door de logopedist. Het doel
van deze screening is om problemen vroegtijdig te signaleren, zodat de gevolgen
voorkomen of beperkt kunnen worden. Bij elk kind wordt gekeken en geluisterd naar
taal, spraak, stem en mondgewoonten.
Inge van Dijk-Westenbrink is namens de GGD aangewezen om de logopedische zorg op
de IRIS scholen te behartigen.
Als er twijfel is over de mondelinge taalvaardigheid van een kind, kan een logopedisch
onderzoek worden aangevraagd. Thea van Schaik is aanspreekpunt als hoofd
Jeugdgezondheidszorg bij de GGD. U kunt haar in voorkomende gevallen bereiken via de
GGD, tel. 038 – 4281428 of via de directie van de school.
□ De directie
Er is zeer regelmatig nauw overleg tussen de directie en de IB-ers. De directie draagt de
eindverantwoording voor de zorg op school.
□ Een onafhankelijk extern onderzoek voor uw kind
Als school werken wij met een aantal instanties samen die ons ondersteunen met
pedagogische en didactische adviezen. Zo consulteren wij bijvoorbeeld de GGD,
Schoolbegeleidingsdiensten en andere relaties.
Vanzelfsprekend staat het u als ouders vrij om ook pedagogische/didactische informatie
middels onderzoek bij externe instanties te verkrijgen. De school wil in voorkomende
gevallen graag de noodzakelijkheid van een dergelijk onderzoek met de ouders in kaart
brengen. In dat gesprek komen ook de verwachtingen met betrekking tot
tijdsinvestering, afstemming en inspanningen aan de orde. Indien de school niet
vroegtijdig bij een dergelijk extern onderzoek wordt betrokken, kan besloten worden
hieraan geen medewerking te verlenen.
Extern Onderzoek
Mochten de problemen, ondanks alle bestede zorg, niet oplosbaar zijn, dan zal er in
overleg met de ouders, contact gezocht worden met een externe begeleidingsinstantie
voor een uitgebreider onderzoek.
Het resultaat van zo’n onderzoek wordt besproken met de ouders. Ook nu wordt er weer
een plan opgesteld, dat door de school wordt uitgevoerd. Mocht dit ook niet baten, dan
kan eventueel besloten worden, weer in overleg met de ouders, om het kind aan te
melden voor het speciaal onderwijs.
De externe begeleidingsdienst kan dus worden ingeschakeld bij individueel onderzoek en
begeleiding van kinderen, die leerproblemen hebben. Eén van de psychologen of
orthopedagogen van de betreffende dienst overlegt met de leerkracht en de I.B.-er. Men
bekijkt wat de oorzaken zijn van de problematiek en men adviseert over de aanpak van
24
Schoolgids 01-08-2014
de moeilijkheden. Er kan vervolgens worden besloten tot het opstellen van een nieuw
handelingsplan of dat er moet worden overgegaan tot een verwijzing naar de speciale
school voor basisonderwijs. Als een kind beter op zijn of haar plaats lijkt op een speciale
school voor basisonderwijs zal de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.)
hierover een beslissing moeten nemen. De P.C.L. is verbonden aan het
samenwerkingsverband ‘Weer Samen Naar School’. Als ouders wordt u steeds op de
hoogte gehouden en woont u de besprekingen bij!
□ De Ambulante Begeleider
Voor enkele kinderen op onze school is er extra ondersteuning noodzakelijk
vanuit het speciaal onderwijs. De contactpersoon c.q. de ambulante begeleider van de school voor speciaal onderwijs overlegt regelmatig met de
betrokkenen op school en geeft zo nodig adviezen voor de begeleiding van
het betreffende kind. Ouders worden hier nauw bij betrokken.
De leerling gebonden financiering (LGF) of “het RUGZAKJE”
Passend onderwijs
U heeft vast wel eens gehoord van termen zoals WSNS, intern begeleider, rugzakleerling
en dergelijke meer. Ze hebben allemaal te maken met de gezamenlijke inspanning van
basisscholen en speciale basisscholen om de juiste ondersteuning te bieden aan
kinderen.
De afgelopen jaren is er dankzij die samenwerking veel bereikt en zijn er voor heel veel
kinderen nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Extra aandacht en ondersteuning in de groep
als het nodig is, maar ook juiste actie bij leerachterstanden in de vorm van extra
hulpmiddelen of extra begeleiding.
Tot 1 augustus 2014 werd deze extra ondersteuning betaald vanuit de leerlinggebonden
financiering, beter bekend als het rugzakje.
In dit systeem was het ‘alles of niets’. Voor leerlingen met een rugzakje kregen scholen
een vast bedrag, zonder dat hierbij gekeken werd naar wat er daadwerkelijk nodig is.
Voor leerlingen zonder rugzakje, voor wie toch ondersteuning nodig was, kregen scholen
een basisbedrag voor lichte ondersteuning.
Vanaf 1 augustus 2014 is dit systeem veranderd. Er wordt voor ieder kind dat
ondersteuning nodig heeft een arrangement op maat gemaakt. Daarbij wordt uitgegaan
van wat het kind nodig heeft. De financiering voor de ondersteuning is binnen passend
onderwijs flexibeler en breder inzetbaar.
Om de regelgeving verder te vereenvoudigen en om meer onderwijspartners te
betrekken, is besloten om per 1 augustus 2014 de voormalige WSNS verbanden op te
heffen en te vervangen door grotere samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs.
Basisscholen en speciale basisscholen blijven samenwerken, maar voortaan worden óók
de scholen voor speciaal onderwijs aan de samenwerking toegevoegd. Wat er vooral
verandert, is dat ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen flexibeler zal worden
georganiseerd én beter zal worden afgestemd op de jeugdzorg. School en ouders kijken
samen naar wat het kind nodig heeft en de juiste expertise wordt snel en effectief
ingezet.
Dat maakt het voor scholen nog beter mogelijk om ondersteuning te bieden voor alle
kinderen die dit nodig hebben.
Zorgplicht
Een andere verandering is dat scholen een zorgplicht krijgen. Dat betekent dat
schoolbesturen voor elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden: op de school
waar u uw kind aanmeldt, eventueel met extra ondersteuning, of op een andere school in
het regulier of speciaal onderwijs binnen het Samenwerkingsverband Kampen.
25
Schoolgids 01-08-2014
Zorgplicht wil dus niet zeggen dat scholen verplicht alle leerlingen met een specifieke
onderwijsbehoefte moeten opvangen. Als het schoolbestuur zelf niet kan voldoen aan de
ondersteuningsbehoefte van een kind, dan zorgt het schoolbestuur voor een passende
plek bij een van de samenwerkingspartners. Het speciaal (basis) onderwijs blijft bestaan.
Oudergesprekken IB
Vier keer per jaar vinden er gesprekken plaats met de ouders/verzorgers van risico-/
zorgkinderen. Hiervoor ontvangen de betrokkenen, minstens één week voorafgaand aan
het gesprek, schriftelijk een uitnodiging. Bij dit gesprek zijn de Intern begeleiders en de
groepsleerkracht aanwezig. Incidenteel is de directie ook aanwezig bij een dergelijk
gesprek. In navolging hierop volgt een week later het zorgteam overleg.
Zorgteam
Vier keer per jaar vindt er op school een zorgteam-overleg plaats. In dit overleg worden
de risico-/ zorgkinderen (gezinnen) van de school uitgebreid besproken en worden er zo
nodig concrete afspraken gemaakt en/of acties ondernomen. Bij dit overleg zijn de
volgende personen aanwezig: Intern begeleiders van de school, schoolgezondheidszorg,
consultatiebureau, orthopedagoog van Centraal Nederland en School Maatschappelijk
werk. In enkele gevallen schuift de directie van de school ook aan bij dit overleg.
Tweede leerweg
Als het kind op een vakgebied structureel uitvalt, kan besloten worden, na overleg met
de ouders, tot plaatsing in een tweede leerweg. In eerste instantie proberen we de
kinderen te laten werken uit het zgn. ‘maatschrift’ voor taal en ‘bijwerkboek’ voor
rekenen. Als dit niet haalbaar is, wordt een vaste procedure gevolgd. Plaatsing in een 2 e
leerweg betekent in de praktijk, dat het kind aangepaste leerstof krijgt aangeboden.
Leerlingen met dyslexie volgen vaak een andere leerlijn voor spelling. Om tot deze
beslissingen te komen, wordt er altijd met ouders/verzorgers overlegd.
Doubleren
Er bestaat ook de mogelijkheid, dat er besloten wordt (uiteraard weer na overleg met de
ouders/verzorgers) het kind het schooljaar over te laten doen. Ook hierbij volgt de school
de afgesproken procedure. Als we overgaan tot deze stap, gebeurt dit hoofdzakelijk in de
groepen 1, 2, 3 en 4. Doublure heeft alleen zin, als het kind onvoldoende aansluiting
heeft bij het niveau van de volgende groep of als het sociaal-emotioneel nog niet toe is
aan de volgende groep en wij ervan overtuigd zijn dat dit over een jaar wel het geval is.
Indien het kind de klas overdoet, wil dat niet zeggen, dat het alles moet overdoen. We
willen verder gaan op het niveau, waar het kind is gebleven. Als er wordt besloten om
het kind het schooljaar over te laten doen, dan worden de ouders/verzorgers hierover op
tijd geïnformeerd. Hoewel wij over het doubleren nadrukkelijk willen communiceren met
de ouders/verzorgers, behoudt de school, in de uiteindelijke beslissing, het laatste
woord.
Doorstroming van kleuters
Omdat de jongste kleuters niet allemaal op de eerste schooldag van het schooljaar naar
school gaan, is er voor deze groep leerlingen een speciale overgangsregeling.
Het uitgangspunt hierbij is de ontwikkeling van het kind, gecombineerd met zijn of haar
onderwijsbehoeften. Als een 4-jarige naar school gaat, komt deze in groep 1, en volgt
vanaf dat moment alle reguliere activiteiten in deze groep, binnen de vastgestelde lestijd.
Deze leerlingen vallen vanaf dat moment ook onder de reguliere verlofregeling.
Opvang allochtone en/of anderstalige leerlingen
Onze school wordt ook bezocht door een aantal allochtone en/of anderstalige leerlingen.
Deze leerlingen vragen extra zorg en krijgen binnen ons systeem van leerlingenzorg
extra aandacht, met name gericht op de taalverwerving. Voor deze kinderen wordt tijd
gecreëerd binnen het rooster van de RT-leerkracht of de Piramide-tutor. Ook tijdens het
26
Schoolgids 01-08-2014
zelfstandig werken
groepsleerkracht.
in
de
klas
krijgen
deze
kinderen
extra
aandacht
van
de
Pientere kinderen
Bij de kinderen die voor methode- en niet methodegebonden toetsen hoge resultaten
halen (A+-score), willen wij als school zorgen dat zij zich op dit niveau blijven
ontwikkelen. Er is voor deze groep kinderen een beleidsdocument ontwikkeld en is er in
navolging van dit document, speciale leerstof aangeschaft. Dit wordt naast de basisstof
aan de leerlingen aangeboden. Deze speciale leerstof wordt ingezet voor de kinderen die
in groep 3 t/m 8 zitten.
WSNS
Deze afkorting staat voor ‘Weer Samen Naar School’. Dit samenwerkingsproject tussen
het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs is door de overheid in het leven
geroepen om de instroom naar het speciaal onderwijs te beperken en het kind zoveel
mogelijk hulp te bieden binnen de eigen school. De dr. H. Bouwmanschool staat met het
oog op het welzijn van de kinderen volledig achter deze doelstelling. Het basisonderwijs
kan gebruik maken van de aanwezige kennis op het speciaal basisonderwijs. Voor ons
betekent dit, dat er goede contacten zijn met het expertise centrum PRISMA te Kampen.
Inspectie van het Onderwijs:
Rijksinspectiekantoor Zwolle
Hanzelaan 310, Postbus 10048, 8000 GA Zwolle
Bureau Jeugdzorg Zwolle, tel. 85 14 800
Centrum voor Jeugd en gezin, Kampen, tel. 33 700 30
5.4 Voortgezet onderwijs
De leerlingen van groep 8 worden uiteraard het meest met het voortgezet onderwijs
geconfronteerd. Zij staan met de ouders/verzorgers voor de keuze welke vorm van
voortgezet onderwijs het beste bij hen past. Om hierin duidelijkheid te krijgen,
organiseert de leerkracht van groep 8 een speciale informatieavond om de ouders
wegwijs te maken in de (on)mogelijkheden en de procedure die gevolgd moet worden,
als de keuze gemaakt is. Kiezen voor een vervolgschool betekent richting geven aan de
toekomst van uw kind. Daarom wordt deze voorlichtingsavond van harte bij u
aanbevolen.
Groep 8 en het schooleindonderzoek:
Onze school maakt gebruik van het schooleindonderzoek van Centraal Nederland. Van
deze toets wordt het onderdeel schoolvorderingen aangeleverd door de CITO groep.
Behalve de schoolvorderingen (CITO), worden ook de intelligentie, motivatie en faalangst
gemeten. Met behulp van deze aanvullende informatie kunnen ouders en leerkrachten
samen een verantwoorde keuze voor het vervolgonderwijs maken. De toets is ook
geschikt voor de toelating tot het LWOO en Praktijkonderwijs. De schooleindtoets vindt
landelijk plaats in april.
De uitslag van de toets en het advies van de school (leerkracht groep 8) zijn bepalend
voor toelating. Dit advies wordt o.a. gebaseerd op de gegevens uit het
leerlingvolgsysteem en de beoordeling van de leerkracht. De uiteindelijke beslissing voor
toelating ligt bij de ontvangende school c.q. bij het voortgezet onderwijs. De leerkracht
neemt contact met u op om samen met u de schoolkeuze te bespreken. In maart of april
moet de definitieve keuze gemaakt zijn
Bij het ontbreken van dergelijke toetsgegevens kunnen er problemen ontstaan bij de
toelating tot het voortgezet onderwijs.
We gaan ervan uit dat alle kinderen aan de toets deelnemen. Ouders die dat niet
wensen, kunnen dit aan het begin van het schooljaar kenbaar maken. De kosten voor
27
Schoolgids 01-08-2014
deelname worden gedeeltelijk betaald uit de ouderbijdrage en gedeeltelijk door de
school.
In enkele specifieke gevallen maken we gebruik van het ‘drempelonderzoek’. Dit is een
toets, die al in een eerder stadium, wordt afgenomen bij zorgleerlingen. Het voortgezet
onderwijs gebruikt de resultaten van deze toets voor plaatsing van leerlingen binnen het
LWOO of PRO.
De aanmelding verloopt via de school.
In de loop van het schooljaar worden de leerlingen van groep 8 tevens in de gelegenheid
gesteld een kijkje te nemen bij het Voortgezet Onderwijs (de zgn. ‘Open dagen’).
In de voorbereiding naar het voortgezet onderwijs wordt in de groep al duidelijk
aandacht besteed aan het leren studeren en het maken van huiswerk.
Regelmatig houdt het voortgezet onderwijs ons op de hoogte van de resultaten van de
oud-leerlingen van onze school. Zo krijgen wij overzichten van de rapporten en vinden er
overlegmomenten plaats over onze oud-leerlingen.
Kampen heeft verschillende scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs binnen
haar grenzen. Vanuit de dr. H. Bouwmanschool hebben wij de meeste contacten met het
Ichthus College en het Almere College, maar ook met de S.G. Pieter Zandt en scholen
voor Voortgezet onderwijs in Zwolle.
5.5 Voorlichtingsavond schoolkeuze groep 8
Voor de ouders en de leerlingen in groep 8 houdt het voortgezet onderwijs
voorlichtingsbijeenkomsten. U krijgt tijdig bericht wanneer en waar deze plaatsvinden. U
wordt voorgelicht door woordvoerders van de scholen. Ook is er gelegenheid om vragen
te stellen. Kiezen voor een vervolgschool betekent richting geven aan de toekomst van
uw kind. Voor zo'n belangrijke zaak kunnen wij deze voorlichtingsavond zeker bij u
aanbevelen.
5.6 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs
De overheid heeft op basis van de Wet op het Primair Onderwijs als taak de kwaliteit van
scholen te bepalen. Daarvoor gebruikt de inspectie o.a. het Jaarlijks Onderzoek en het
Periodiek Onderzoek. De overheid controleert dus op diverse manieren of de scholen
onder gunstige schoolcondities en met goed onderwijs, optimale opbrengsten realiseren.
Hiertegen bestaat uiteraard geen enkel bezwaar. Integendeel, het is een eis die de school
zich zelf ook moet stellen. Het gevaar kan echter zijn dat de kwaliteit van een school
beoordeeld wordt aan de hand van het aantal leerlingen dat een bepaalde vorm van
voortgezet onderwijs gaat volgen. Wil men weten of er kwaliteit geboden is, dan zal in
eerste instantie bekeken moeten worden hoe de instroom in een school is. Pas na ruim 8
jaar kan dan bekeken worden, of het kind op een school terecht is gekomen, die past bij
zijn/haar mogelijkheden, waarbij tevens de vraag gesteld dient te worden, of het kind
gelukkig is op die vorm van voortgezet onderwijs. Gelukkig realiseert de inspectie zich
dat ook en houdt men daar rekening mee. Onze school heeft in mei 2010 een Periodiek
Kwaliteitsonderzoek gekregen. Dit inspectierapport is te bekijken op internet:
www.onderwijsinspectie.nl
5.7 Onderwijskundig rapport
Over iedere leerling die de school tussentijds verlaat, wordt voor de ontvangende school
een onderwijskundig rapport opgesteld. De school heeft hiervoor een formulier
ontwikkeld.
5.8 School en resultaten
De resultaten van ons onderwijs:
Als we spreken over de kwaliteit van het basisonderwijs wordt vaak gekeken naar het
resultaat aan het eind van groep 8. Het aantal kinderen dat naar een bepaald schooltype
gaat zou iets zeggen over de kwaliteit van onze school. Hoe hoger de vorm van
28
Schoolgids 01-08-2014
voortgezet onderwijs, des te beter de school is. Als alleen deze uitstroomgegevens
doorslaggevend zijn, betekent dat een enorme verarming van ons onderwijs. We bieden
veel leerlingenzorg, maar dat is geen garantie voor het eindniveau van de leerling. Wij
willen kinderen zo goed mogelijk begeleiden. Hierbij gaan we uit van het feit dat ieder
kind uniek is en zijn/haar eigen aard en mogelijkheden heeft.
De resultaten van het schooleindonderzoek worden ook gebruikt om de resultaten van
het onderwijs van onze school te bepalen. De individuele resultaten worden omgerekend
naar een schoolscore. Als een school een schoolscore heeft van –0,5 en hoger, dan is het
onderwijs van deze school van een voldoende hoog niveau. Bij een schoolscore lager dan
–0,5 spreekt de onderwijsinspectie van een onvoldoende resultaat. Scoort een school
drie keer op rij een onvoldoende, dan spreekt de inspectie van een zeer zwakke
basisschool en komt deze school onder verscherpt toezicht. In onderstaande tabel ziet u
de schoolscore van onze school in de laatste drie jaar.
Schooljaar:
2011 – 2012
2012 – 2013
2013 - 2014
Score
-0.30
-0.17
-0.57
Beoordeling:
Voldoende
Voldoende
Onvoldoende
Als school hebben we ten aanzien van deze score en kijkend naar de groep 8 voor het
schooljaar 2013 – 2014, in samenspraak met de IB-er en de leerkrachten, een plan van
aanpak gemaakt om accenten in de leerstof aan te brengen, met als doel de
schoolvorderingen positief te beïnvloeden.
In de onderstaande tabel ziet u naar welke schoolsoort de kinderen van onze school zijn
uitgestroomd.
Jaar
AANTAL
P.R.O
B.B.L
Bbl/
Kbl
/%
K.B.L
T.L
Tl/havo
Havo
Havo/v
wo
VWO
Totaal
2011/2012
AANTAL
5
8
8
1
2
1
25
2011/2012
%
20%
32%
32%
4%
8%
4%
100%
2012/2013
AANTAL
2
6
6
6
9
5
34
2012/2013
%
6%
17%
17%
17%
26%
14%
100%
2013/2014
AANTAL
1
4
3
3
3
3
1
4
22
2013/2014
%
5%
18%
14%
14%
14%
14%
5%
18%
100%
Met enkele aanvullende gegevens proberen we u inzicht te geven in de resultaten van de
specifieke zorg voor de leerlingen in het afgelopen schooljaar 2013/2014.
-
Er werden geen leerlingen verwezen naar het Speciaal Basis Onderwijs;
Er waren 2 (van de 63) kleuters die een verlengd kleuterjaar in groep 2 kregen;
Er waren 5 (van de 63) kleuters die in het afgelopen jaar gedoubleerd zijn.
Niet alleen de resultaten van het schooleindonderzoek worden gebruikt om de resultaten
van de school te bepalen. Ook het oordeel van de inspectie, leerlingtevredenheid en
personeelskenmerken spelen een belangrijke rol bij het beoordelen van een school. Op
www.scholenopdekaart.nl geven basisscholen inzicht in hun resultaten. De informatie
komt van DUO, de Inspectie van het Onderwijs en van de basisscholen zelf. De site is in
ontwikkeling en wordt de komende maanden verder uitgebreid, bijvoorbeeld met
informatie over ouder- en leerlingtevredenheid, onderwijstijd en schoolklimaat &
veiligheid. Medio 2015 is de site compleet.
29
Schoolgids 01-08-2014
6. PERSONEEL
6.1 De samenstelling van het team
We starten het cursusjaar 2014 – 2015 met de volgende groepsindeling:
groep 1/2 a
Kitty Steffen (maandag t/m donderdag)
Antje Oude Kotte (vrijdagmorgen)
groep 1/2 b
Jacquelien Brouwer (maandag en dinsdag)
Jenine van der Linde ( woensdag, donderdag en vrijdagmorgen)
groep 1/2 c
Hanneke Lamberts (maandag t/m vrijdagmorgen)
Donderdag middag wordt groep 1/2 c opgedeeld en gaan deze
kinderen bij groep 1/2a en 1/2b in de klas. Ze zullen dan activiteiten
doen die goed passen bij deze verdeling.
groep 3
Antje Oude Kotte (maandag)
Hanneke van Baalen (dinsdag t/m vrijdagmorgen)
Astrid Scheer (dinsdag t/m vrijdagmorgen)
Astrid Scheer start na de zomervakantie in groep 3, dit is tijdelijk.
Hanneke zal het medio dit schooljaar weer overnemen.
groep 4
Baukje van der Ploeg (maandag t/m woensdag )
Trudy de Jong (donderdag t/m vrijdagmorgen)
groep 5
Tineke van ’t Hul (maandag t/m vrijdagmorgen)
Hanneke Lamberts (donderdagmiddag)
groep 6
Astrid Abrahamse (maandag, dinsdag en vrijdag)
Wendy Staring - Plender (dinsdag en woensdag)
groep 7
Lucie Tromp (maandag t/m woensdag)
Tijdelijk invalleerkracht (donderdag en vrijdag)
groep 8
Corien Kok (maandag t/m vrijdag morgen)
Trudy de Jong ( vrijdagmiddag)
Intern Begeleiders:
Baukje v.d. Ploeg: groep 1 t/m 4 (donderdag)
Lucie Tromp: groep 5 t/m 8 (donderdag en vrijdag)
Rugzak begeleider:
Janny Vorsselman.
Onderwijsassistenten:
Hannah Huurdeman.
Administratieve ondersteuning: Ellen Winters (maandag ochtend)
Schoolleiding:
Richard Nanninga, directeur
Wendy Staring - Plender, adjunct directeur
30
Schoolgids 01-08-2014
6.2 Specialisaties van leerkrachten
De Dr. H. Bouwmanschool heeft een aantal gespecialiseerde leerkrachten:
Intern Begeleiders:
Lucie Tromp
Baukje van der Ploeg
Onderbouwcoördinator:
Bovenbouwcoördinator:
Hanneke van Baalen
Wendy Staring - Plender
Gespecialiseerd in Sociale Vaardigheidstraining:
Baukje van der Ploeg
Trudy de Jong
Wendy Staring - Plender
Coördinator voor het computeronderwijs:
Hanneke Lamberts
Gediplomeerd Bedrijfs -Hulpverlener:
Jenine van der Linde
Kitty Steffen
Tineke van ’t Hul
Wendy Plender
Corien Kok
Trudy de Jong
Interne Cultuurcoördinator :
Astrid Abrahamse
Tineke van’t Hul
Gym-specialisatie:
Corien van Halm
Trudy de Jong
Wendy Plender
Tineke van’t Hul
6.3 Personele mobiliteit
Vrijheid is voor mensen zeer waardevol. Ieder bepaalt graag zelf wat goed voor hem/haar
is.
Schoolvereniging IRIS bestaat uit 14 scholen en ruim 200 personeelsleden. We zoeken
naar kansen om de beste werkplek voor ons personeel te vinden. De juiste plek is
trouwens voor iedereen verschillend en ook afhankelijk van het moment. Als vereniging
bieden we het personeel jaarlijks een kans om van school te veranderen. Dit heet
‘personele mobiliteit’. Een leerkracht gaat dan op een andere school werken. We zien
deze mobiliteit als een kans om je te verrijken in kennis en vaardigheden. Jaarlijks wordt
op verenigingsniveau geïnventariseerd welke personeelsleden willen veranderen van
school. Vervolgens wordt geprobeerd deze veranderingen tot stand te brengen. Pas na de
afwegingen voor mobiliteit (in mei) kunnen scholen hun eigen groepsverdeling voor het
nieuwe cursusjaar invullen.
6.4 Wijze van vervanging
Bij afwezigheid van een leerkracht is de directeur verantwoordelijk voor de vervanging.
Hij/zij zal ernaar streven om de vervanging door het eigen personeel te laten plaats
vinden, om zodoende de continuïteit van het onderwijs zoveel mogelijk te waarborgen.
Als er geen eigen personeel beschikbaar is, wordt een beroep gedaan op de invalpool.
Omdat meer scholen een beroep doen op de invalpool zal er zo nu en dan
geïmproviseerd moeten. Bij ziekte neemt de directeur de volgende maatregelen:
1.
2.
wanneer er een duo-collega is, wordt deze gevraagd;
lukt dat niet, dan worden invalkrachten gebeld;
31
Schoolgids 01-08-2014
3.
4.
5.
a.
b.
als ook dat niet leidt tot een oplossing, dan worden collega’s gevraagd een extra
dag te werken;
als er stagiaires op school zijn, wordt aan hen gevraagd om een groep (onder
verantwoordelijkheid van hun mentor) waar te nemen;
als het niet lukt op deze wijze vervanging te regelen, dan treedt de
NOODPROCEDURE in werking. Dit houdt in:
kinderen intern opvangen
naar huis sturen (komt gelukkig hoogst zelden voor)
Ad a: “intern opvangen”:
•
Het intern opvangen van leerlingen gebeurt bijv. door de IB-er en RT-er.
•
Als de aantallen het redelijkerwijs mogelijk maken worden, in laatste instantie,
worden leerlingen over andere groepen verdeeld of worden groepen
samengevoegd;
•
Intern opvangen zal alleen de eerste dag gebeuren. Diezelfde dag gaat er een
brief mee naar huis waarin gemeld wordt of- en op welke wijze er de volgende
dag(en) les kan worden gegeven aan de betreffende leerlingen;
•
Als er vervanging in de bovenbouw nodig is, kan het gebeuren dat er intern met
leerkrachten geschoven wordt. Dit omdat het dikwijls moeilijk is een ervaren
vervanger voor de bovenbouw te vinden. We vallen dan terug op de ervaring van
de eigen leerkrachten uit de onderbouw
Dit gebeurt voor maximaal 1 week volgens een door de school opgesteld schema.
Ad b: “naar huis sturen”:
•
Als intern opvangen niet lukt, proberen we de ouders tijdig in te lichten;
•
Eén groep heeft maximaal 2 dagen lesvrij, daarna is een andere groep aan de
beurt (bijv. de naast hogere/ lagere groep);
•
Zodra deze noodprocedure in werking treedt, worden college van bestuur en
Inspectie ingelicht;
•
Als leerlingen van groep 3 t/m 8 lesvrij zijn, krijgen zij een huiswerkpakket mee
naar huis. Dit kan alleen gebeuren als het ruim van tevoren (minimaal 1 dagdeel)
bekend is.
6.5 Bevordering arbeidsparticipatie voor ouderen (BAPO) en roostervrije dagen
Binnen het onderwijs kennen we de BAPO-regeling. Dit is een seniorenregeling. Binnen
deze regeling is het voor leerkrachten ouder dan 52 jaar mogelijk om extra vrije
dagdelen op te nemen. De klas krijgt dan les van collega’s uit het schoolteam, zodat de
continuïteit van het onderwijs gewaarborgd blijft. Eenzelfde oplossing wordt gekozen als
leerkrachten roostervrije dagen hebben.
6.6 De begeleiding en inzet van stagiaires
Wie leerkracht of onderwijsassistent wil worden moet in de praktijk ervaringen op
kunnen doen. Aanstaande collegae kunnen bij ons stage lopen. Elke basisschool is
verplicht mee te werken aan de opleiding van PABO-studenten en opleidingen voor
onderwijsassistenten.
Jaarlijks bieden we op onze school een aantal stageplaatsen aan. Ook geven we de
ruimte aan Calo-studenten (gymnastiek). De stageperiodes zijn verschillend van duur. Ze
zijn leerzaam zowel voor de student als voor de basisschool. De studenten komen soms
met nieuwe ideeën en de ervaring van de leerkrachten helpt hen daarbij. Zo kunnen wij
van elkaar leren. De stagebegeleiding vindt plaats door de groepsleerkrachten, die
hiervoor een speciale coaching cursus hebben gevolgd. Sommige stagiaires hebben als
opdracht een tijd geheel zelfstandig in een groep te werken, bijv. de Lio-ers (Leraar in
Opleiding) en WPO-ers (Werkplek Opleiding).
6.7 Scholing
Het traditionele beeld van de juf en de meester bestaat niet meer. Er is veel veranderd in
het onderwijs, maar nog altijd geldt dat ons vak voor de ontwikkeling, vorming en
32
Schoolgids 01-08-2014
opvoeding van kinderen van groot belang is. In een veranderende maatschappij vraagt
het onderwijs ook om aanpassingen van de leerkrachten. Om de ontwikkelingen goed te
kunnen volgen, nemen de leerkrachten van de dr. H. Bouwmanschool regelmatig deel
aan cursussen; individueel en /of in groepsverband. De bedoeling hiervan is de kwaliteit
van de individuele leerkracht, het team en het onderwijs te verbeteren. De cursussen
worden betaald uit het eigen schoolbudget voor nascholing.
In het cursusjaar 2013 - 2014 hebben wij als team scholing gevolgd m.b.t. de volgende
nascholingsonderwerpen:
Teamgerichte scholing:
 Opbrengstgericht werken
 Implementatie KIJK leerlingvolgsysteem voor kleuters
 Cursus PBS
 Teamscholing communicatie
Individuele scholing:
 Coaching cursus: Trudy de Jong, Astrid Scheer
 Master Sen: Corien Kok
 Taal opleiding: Hanneke van Baalen.
Voor het schooljaar 2014 – 2015 staan de volgende scholingsonderwerpen centraal:
Teamscholing:
 Communicatie – feedback
 KIJK leerlingvolgsysteem voor kleuters; leerkrachten 1 en 2,
onderbouwcoördinator en IB’er onderbouw
 PBS
 Nieuwsbegrip opfriscursus
 Parnassys
 Opbrengst gericht werken
 Taalverhaal.nu implementatie
Individueel:
• Herhaling BHV: De BHV-ers ( Kitty Steffen, Jenine van der Linde, Wendy
Staring - Plender, Tineke van ’t Hul, Trudy de Jong en Corien Kok)
• Overgang van 2 naar 3 : Jacquelien Brouwer en Jenine v.d. Linde
• Kind gesprekken: Jacquelien Brouwer, Astrid Abrahamse, Lucie Tromp, Trudy de
Jong en Wendy Staring - Plender
• Handelingsgericht werken met dyscalculie: Tineke van’t Hul, Hannah
Huurdeman, Lucie Tromp en Wendy Staring - Plender
• OGW & dyslexie aan kleuters: Hanneke Lamberts, Baukje van der Ploeg, Antje
Oude-Kotte en Kitty Steffen
• Omgaan met hoogbegaafdheid: Hannah Huurdeman
• Master SEN gedrag: Corien Kok
7. DE OUDERS
7.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders
Wil een school optimaal functioneren, is een goede wederzijdse samenwerking tussen
ouders en school van wezenlijk belang. Dit betekent dat de school voor ouders en
belangstellenden laagdrempelig moet zijn. Vanuit deze laagdrempeligheid kan een
33
Schoolgids 01-08-2014
positief klimaat ontstaan, waarin opvoeding en onderwijs op elkaar afgestemd worden. In
zo’n sfeer van openheid kunnen ouders en leerkrachten tot een goed gesprek komen,
waarin we eventuele problemen op juiste wijze benaderen en oplossen. We gaan er dan
ook vanuit dat die betrokkenheid er is en willen er alles aan doen deze te stimuleren en
te onderhouden. Deze betrokkenheid vertaalt zich onder andere in:
 Het ontplooien van activiteiten binnen de school die zonder extra hulp niet
gerealiseerd zouden kunnen worden. Te denken valt aan hulp bij:
handvaardigheid lessen, gebruik van computers, enz.
 Hulp bij buitenschoolse activiteiten, zoals: training en coaching bij
sportevenementen, hulp bij de organisatie van het pleinfeest, enz.
Ook dit jaar hoopt de school niet vergeefs een beroep te doen op de hulp van de ouders.
Die hulp is voor ons onmisbaar!!! Vanaf september tot juli zullen deze activiteiten
georganiseerd worden.
7.2 Informatievoorziening aan de ouders
Schoolgids
Tot 1998 ontving elk gezin na de zomervakantie een informatieboekje van de school. De
wetgever heeft echter bepaald dat de informatie naar ouders moet voldoen aan een
aantal wettelijke eisen. Zo is er dus een nieuwe versie gekomen van het
informatieboekje: de schoolgids. Deze schoolgids wordt ook bij inschrijving van een
nieuwe leerling op school aan de ouders meegegeven. De website is ingrijpend veranderd
en wordt meer gebruikt om allerlei informatie met u als ouders te delen.
Kleutergids
Met ingang van het schooljaar 2011 – 2012 ontvangen de (nieuwe) ouders van de
kinderen uit de kleutergroepen een aparte informatiegids over de gang van zaken in de
onderbouw. Omdat er in deze groepen vaak specifiekere informatie wordt gegeven en we
de aparte briefjes zoveel mogelijk willen voorkomen, zal deze gids worden uitgedeeld bij
aanvang van het schooljaar of bij aanvang van de schoolloopbaan.
Bouwmanbabbel:
Buiten deze schoolgids om, informeren we de ouders ook regelmatig via de zogeheten
Bouwmanbabbel, een nieuwsbrief met weetjes, verwijzingen naar de website ect. Er was
tot vorig jaar een papieren uitvoering van de schoolkrant. We gaan ervan uit dat we door
middel van onze sterk gemoderniseerde website veel meer actueel nieuws kunnen
aanbieden. Tevens is dit een mogelijkheid om ons kosten te reduceren.
Oudercontactmomenten / rapporten / huisbezoek
Uiteraard informeren we u ook over de ontwikkeling van uw kind op school. Deze
informatievoorziening loopt via:
Oudercontactmomenten (10-minuten gesprekken).
Als ouder/verzorger bent u in de gelegenheid om 5x per jaar de leerkracht(en) van uw
kind te spreken.
 2x wordt u uitgenodigd om het rapport te bespreken.
 1x wordt u uitgenodigd om over uw kind te vertellen
 2x kunt u zich aanmelden voor een tussentijds gesprek, ook kan de leerkracht u
hier voor uitnodigen.
Wanneer u tussentijds graag met één van de leerkrachten wilt spreken, dan staat de
school altijd voor u open om een afspraak te maken.
Ouderbetrokkenheid:
Aan het begin van het schooljaar nodigen we u uit om iets over uw kind te komen
vertellen. We hechten hier veel waarde aan. U kent uw kind uiteraard het best. We zullen
uw informatie gebruiken om beter naar uw kind te kunnen kijken en hem of haar te
begrijpen. Zo zullen we samen optrekken en met elkaar moeten beoordelen wat het best
is voor uw kind.
34
Schoolgids 01-08-2014
Rapporten
Op de dr. H. Bouwmanschool wordt twee maal per jaar een rapport verstrekt aan de
kinderen. Het rapport wordt uitgegeven aan de kinderen van alle groepen. Wilt u zorgen
dat u na een week of vier het rapport, voorzien van handtekening, weer meegeeft aan
uw kind(eren)? Bij verlies of (ernstige) beschadiging, zijn wij genoodzaakt kosten in
rekening te brengen voor het aanmaken van een nieuw leerlingenrapport.
Huisbezoek
In de loop van het cursusjaar bezoeken we alle nieuwe leerlingen uit groep 1. We vinden
het belangrijk dat de school bekend is met de gezinssituatie, zodat wij daar op school
rekening mee kunnen houden. Het is goed om te weten of er in een gezin wel of geen
zorgen zijn. In het schooljaar 2008 – 2009 is er binnen het team een nader besluit
genomen over het doel, de functie en de voortzetting van het huisbezoek. Conclusie
hierbij was dat er in principe bij aanvang van de basisschooltijd een huisbezoek wordt
afgelegd en dat vervolgens de contacten met ouders verlopen via de spreekavonden.
Natuurlijk blijft het altijd mogelijk om een afspraak te maken met de groepsleerkracht
voor een huisbezoek.
Inloopmiddag
Aan het begin van het cursusjaar krijgt u de mogelijkheid om in de groep van uw kind te
komen kijken. Tijdens deze inloopmiddagen zullen de groepen zich aan u presenteren.
Ouderavond
Het streven is om eenmaal per jaar een ouderavond te organiseren (meestal in
maart/april). De inhoud van deze avond wordt bepaald in de loop van het jaar. Deze
inhoud kan heel divers zijn. Zo kan er een spreker uitgenodigd worden, die een
onderwerp behandelt dat nauw aansluit bij de school- en thuispraktijk. Ook is het
mogelijk dat de school u iets wil vertellen over de ontwikkeling van het onderwijs.
7.3 Medezeggenschapsraad
Elke school heeft een medezeggenschapsraad. Deze raad kan met de schooldirectie alle
schoolzaken bespreken en heeft in een aantal onderwerpen advies- en/of
instemmingsrecht. Het MR-reglement vindt u op onze website: www.bouwmanschool.nl
De MR-leden van onze school zijn:
Ouderleden:
Personeelsleden:
Anne Vorsteveld
voorzitter
Petra Verheggen
secretaris
Annouska Karman
lid GMR
Astrid Abrahamse
lid
Trudy de Jong
lid
Jacquelien Brouwer
lid
Desiree Hogenhorst
adviserend lid
Jolina van Deventer
adviserend lid
35
Schoolgids 01-08-2014
De directeur is adviseur.
7.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Onze schoolvereniging heeft tevens een GMR. Deze raad bestaat uit 14 personen en
brengt advies uit aan het CvB over beleidszaken die niet speciaal betrekking hebben op
één school, maar op alle scholen. Deze bovenschoolse zaken worden geregeld in het
GMR-reglement, dat u kunt vinden op onze website; www.iriskampen.nl.
Het postadres voor de GMR is: IRIS GMR, Postbus 1014, 8260 BA Kampen.
De afgevaardigde van onze school, als lid van de GMR is: Annouska Karman
7.5 Activiteitencommissie
Deze commissie neemt een belangrijke plaats in binnen het schoolleven. De commissie
geeft steun aan vele, vaak buitenschoolse activiteiten. Een aantal van deze activiteiten
willen we hier noemen:
- Korfbal, voetbal, avondvierdaagse (vanaf groep 3), schaken, dammen, judo, etc.
- Sinterklaas
- Kerstviering / Paas- of Pinksterviering
- Schoolreis (groep 1 t/m 7) etc.
De vrijwillige ouderbijdrage
Naast de reguliere onderwijsactiviteiten organiseren we bijzondere activiteiten, zoals het
Sinterklaasfeest. Het spreekt voor zich dat ook deze activiteiten geld kosten. Bij de
inschrijving van uw kind hebt u zich bereid verklaard hiervoor een vrijwillige bijdrage te
willen schenken. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een “contract‟ waarop u
aangeeft dat u voor de voor dat schooljaar geldende vrijwillige bijdrage betaalt. Met uw
bijdrage maakt u voor de kinderen extra activiteiten en traktaties op feestelijke dagen
mogelijk.
Het schoolbestuur heeft de vrijwillige ouderbijdrage als volgt vastgesteld:
1. voor het eerste kind een bedrag van
€ 18
2. voor het tweede kind een bedrag van € 17
3. voor het derde kind een bedrag van
€ 15
4. voor het vierde kind een bedrag van
€ 13
Voor meer kinderen hoeft geen ouderbijdrage te worden betaald.
Kinderen die na 1 januari en voor 1 mei voor het eerst naar school gaan, betalen de helft
van de bijdrage.
Voor kinderen die na 1 mei de school voor het eerst bezoeken hoeft voor het lopende
schooljaar geen ouderbijdrage te worden betaald.
Voor de bekostiging van het schoolreisje of het schoolkamp wordt later in het
jaar een bijdrage gevraagd. Zodra het reisdoel en de kosten bekend zijn,
ontvangt u van ons bericht. Hebt u problemen met het betalen van de ouderbijdrage,
neemt u dan even contact op met de directie van de school. Als we binnen twee weken
na het verschijnen van de schoolgids niets van u horen, dan gaan we ervan uit, dat u
instemt met de betaling van de ouderbijdrage en zien we uw bijdrage, na een verzoek
van de school, graag tegemoet.
7.6 Verkeersbrigadiers
De hoek Dorpsstraat en Reijersdam wordt o.a. door leerlingen van de school bemand als
verkeersbrigadiers. Dit gebeurt om 08.15 uur en 13.00 uur. Ze hebben daarvoor een
korte opleiding gehad.
7.7 Verkeersouders
Op de basisscholen in Nederland zijn in totaal zo’n 2000 verkeersouders actief.
36
Schoolgids 01-08-2014
Hun taak is het verbeteren van de verkeersveiligheid rondom de school. Dat is nodig
omdat de verkeersonveiligheid door de toenemende verkeersdrukte groeit. De
verkeersouder van onze school is: Corina Bastiaan. St. Nicolaasdijk 3, 8262 CD Kampen.
Tel. 038-3330118
Wat doen verkeersouders
Verkeersouders zijn de contactpersonen tussen ouders, school en derden zoals, de
gemeente, politie en wijkverenigingen en Veilig Verkeer Nederland. Ze praten mee
binnen de school over de mogelijke verbetering van de verkeersveiligheid.
Verkeersouders betrekken zoveel mogelijk de andere ouders bij hun werk en maken zich
sterk voor een verkeersveilige situatie rondom de school. De verkeersouders kunnen dit
nooit alleen. Zij doen dit in samenwerking met de directie, het team en de
medezeggenschapsraad.
7.8 Informatieverstrekking gescheiden ouders
Na een echtscheiding (of beëindiging van een samenlevingscontract) blijft er sprake van
gezamenlijk gezag over de kinderen van de voormalige partners. Dit is vanzelfsprekend
bij een co-ouderschap, maar geldt ook wanneer het kind bij een van de
ouders/verzorgers gaat wonen en de andere ouder een omgangsregeling heeft met een
kind.
Het is in eerste instantie de plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de
hoogte te houden van belangrijke zaken die het kind betreffen, dus ook alle verslagen te
verstrekken over de schoolontwikkeling van het kind. Mocht dit door omstandigheden
niet gebeuren, dan kan de niet verzorgende ouder altijd alsnog de school verzoeken om
informatie over de schoolontwikkeling van zijn / haar kind te geven. In sommige situaties
kan de rechter anders besluiten. Indien wij op de hoogte zijn gebracht van dat besluit,
zullen wij ons daaraan houden.
Beide ouders hebben evenveel recht op informatie. De school hoeft echter geen
informatie te verstrekken, wanneer dit, naar de mening van de school, strijdig is met het
belang van het kind. Als een gezamenlijk gesprek over het kind met beide ouders niet
mogelijk is, dan kunnen de ouders verzoeken om twee aparte gesprekken te organiseren.
Bij vragen over deze regeling kunt u terecht bij de directeur.
7.9 Gedragscode/Klachtenregeling
De klachtenregeling
Als u klachten hebt over het onderwijs of over de gang van zaken op school, kunt u een
afspraak maken met de betrokken groepsleerkracht. Mocht dit niet tot de gewenste
oplossing leiden, dan wendt u zich tot de directeur of diens plaatsvervanger. Komt u er
samen niet uit, dan is er nog de mogelijkheid van een melding aan het college van
bestuur of aan de externe vertrouwenspersoon. Dit is Henk Grit, bereikbaar via
[email protected] of 038-4255542 / 06-24321661.
Contactpersonen
Het schoolbestuur heeft op elke school contactpersonen aangewezen die bereid zijn naar
uw klacht te luisteren en u door te verwijzen. Zij behandelen uw klacht niet, maar wijzen
u de weg naar een gepaste oplossing.
Op onze school zijn de volgende contactpersonen aangewezen:
- Franka van Essen (ouder van de school)
- Baukje van der Ploeg (leerkracht en intern begeleider).
Bij de contactpersonen berust de plicht tot geheimhouding.
Als vereniging maken we gebruik van een landelijk erkende klachtenregeling. Gegevens
over deze regeling en de naam van de externe vertrouwenspersoon, kunt u vinden op
onze website: www.iriskampen.nl onder het kopje OUDERS. Wij wijzen u ook op het
37
Schoolgids 01-08-2014
volgende: “Ouders , leerlingen, schoolbesturen en medewerkers in het bijzonder
onderwijs kunnen voortaan op één website terecht voor alle informatie over geschillen in
het confessioneel en algemeen bijzonder onderwijs: www.gcbo.nl, de website van de
Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs. Deze instantie bundelt voor het katholiek,
protestants-christelijk, algemeen bijzonder en gereformeerd onderwijs ongeveer twintig
landelijke geschillen- , beroeps-, klachten- en bezwarencommissies die op grond van de
cao’s verplicht zijn voor onderwijsinstellingen.”
Contactgegevens:
Klachten-, beroeps-, bezwaren- en geschillencommissies
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
T 070- 3861697
F 070- 3020836
E [email protected]
Seksuele intimidatie
Hieronder wordt verstaan: seksueel geladen gedrag binnen de school, tot uiting komend in
woorden of handelingen, dat door de leerlingen of hun ouders als ongewenst en onplezierig
wordt ervaren. Als er sprake is van seksuele intimidatie, kunt u contact opnemen met de
externe vertrouwenspersoon, die in zijn dagelijks werk onderwijsadviseur is. U kunt met
hem overleggen hoe een eventuele klacht behandeld moet worden. Verdere informatie
omtrent de aanpak hiervan treft u op de website www.iriskampen.nl. Daar is ook de
gedragscode opgenomen.
Meldcode huiselijk geweld en Verwijsindex
Meldcode huiselijk geweld
Vanaf januari 2013 is elke school verplicht gebruik te maken van een meldcode huiselijk
geweld en/of kindermishandeling. Binnen IRIS is een stappenplan gemaakt dat aangeeft
hoe te handelen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. In het kort
ziet dit plan er als volgt uit:
1.
in kaart brengen van signalen
2.
overleggen met deskundigen
3.
gesprek met de ouders
4.
inschatting maken van risico’s
5.
beslissing nemen over melden of hulp organiseren
Dit stappenplan helpt scholen om op een goede manier om te gaan met deze
problematiek. De minister wil met het verplicht stellen van de meldcode bereiken dat
eerder hulp geboden wordt aan kinderen die slachtoffer zijn (of dreigen te worden) van
huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
Verwijsindex, wat is dat?
Een kind met een probleem moet snel en goed worden geholpen. Om die hulp te kunnen
bieden, is het nodig dat leerkrachten en (jeugd)hulpverleners elkaar informeren en met
elkaar samenwerken. Daarvoor maken zij vanaf komend schooljaar in Kampen gebruik
van de Verwijsindex: een beveiligd computerprogramma. In de Verwijsindex staan namen
van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar.
Hoe werkt de Verwijsindex?
Als een leerkracht of hulpverlener zich zorgen maakt over uw kind, bespreekt hij/zij dit
eerst met u als ouder / verzorger. Maar het kan natuurlijk dat de zorgen blijven bestaan.
In dat geval zet de leerkracht of hulpverlener de naam van uw kind in de Verwijsindex.
Is dit de 1e melding van uw kind in de Verwijsindex, dan gebeurt er niets. Als uw kind ook
al door een of meer anderen is gemeld, dan is er sprake van een match en krijgen alle
melders bericht. Samen spreken zij vervolgens af hoe zij uw kind kunnen helpen. Dit
38
Schoolgids 01-08-2014
gebeurt in overleg met u als ouder/verzorger.
Om welke redenen komt een kind in de Verwijsindex te staan?
Dat kan om allerlei redenen zijn. Bij jonge kinderen bijvoorbeeld als er vermoedens zijn
van achterstand in ontwikkeling, verwaarlozing of als een kind sterk afwijkend gedrag
vertoont. Bij oudere kinderen kan het bijvoorbeeld gaan om spijbelen, drugsgebruik,
agressie of in aanraking komen met politie.
Wanneer wordt een naam verwijderd uit de verwijsindex?
De naam van uw kind wordt verwijderd als er binnen een jaar na de 1e melding geen 2e
melding is geweest. Bij twee of meer meldingen blijft de naam van uw kind maximaal 2
jaar na de laatste melding in de verwijsindex staan.
Op de verwijsindex is de Wet Bescherming Privacy van toepassing.
Gedragscode:
Voor alle betrokkenen bij onze scholen heeft het CvB een gedragscode geformuleerd. Respect,
veiligheid en geborgenheid zijn de uitgangspunten. De gedragscode ligt ter inzage op school.
Een samenvatting van het document kunt u downloaden van de website www.iriskampen.nl >
ouders > gedragscode.
7.10 Schoolverzekering:
Door het CvB zijn verschillende verzekeringen afgesloten:
- een schoolongevallenverzekering;
- een aansprakelijkheidsverzekering;
- een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering;
Informatie over de dekking van deze verzekeringen en de schademelding vindt u op onze
website: www.iriskampen.nl onder het kopje OUDERS.
7.11 Voor- en Naschoolse opvang
Als extra service op de Bouwmanschool bieden wij zelf de mogelijkheid van voorschoolse
opvang in overleg met Hannah Huurdeman aan. Voor deze opvang vragen wij een
vergoeding van € 1,50 per keer. Wilt u van te voren duidelijk aangeven op welke dagen u
gebruik wilt maken van deze vorm van opvang?
Voor de naschoolse opvang willen wij u verwijzen naar de BSO locatie van Stichting
Prokino. Deze is op steenworp afstand van onze school gehuisvest. Tevens hebben wij
een convenant afgesloten met BSO ’t Ukkie. Uiteraard blijft u natuurlijk vrij in uw keuze
om uw kind bij een andere instantie aan te melden voor de BSO.
7.12 Tussenschoolse opvang (Overblijven):
Op de dr. H. Bouwmanschool kunnen de kinderen op maandag, dinsdag, donderdag en
vrijdag gebruik maken van de tussenschoolse opvang. De tussenschoolse opvang wordt
geregeld door de: SKZ ( stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland ) SKZ is onderdeel
van de organisatie KDC zwartewaterland. Als u gebruik wilt maken van de tussenschoolse
opvang kunt u hiervoor een aanmeldingsformulier invullen, deze kunt u ophalen bij de
directie of downloaden van de site.
In onderstaand overzicht kunt u de prijs berekenen:
- een contract afsluiten met de SKZ kost per kind per overblijfdag €1,80 = €72,00 per jaar
- af en toe overblijven kost €2,00 per keer ( contact betalen, zonder strippenkaart )
- regelmatiger overblijven maar niet op vaste dagen, werkt via een strippenkaart. Deze kunt u kopen.
Voor 10 strippen ( 10 keer overblijven ) betaalt u dan €19,00.
Meer informatie kunt u vinden op onze site of op de site van de KDC: KDC-zwartewaterland.nl
39
Schoolgids 01-08-2014
8. DE RELATIES TUSSEN SCHOOL EN OMGEVING
8.1 ‘IRIS’ directeurenoverleg
Eens per maand komen de directeuren van onze schoolvereniging bij elkaar voor overleg
over bestuurlijke en schoolse zaken. Met de directeuren van scholen en twee boven
schoolse directeuren worden de belangen van de scholen en van de vereniging zorgvuldig
op elkaar afgestemd.
8.2 Cultuureducatie
De school komt in aanmerking voor de subsidie ‘versterking cultuureducatie’.
Voorwaarden om van deze subsidie gebruik te mogen maken is het werken via een
cultuurbeleidsplan en aanwezigheid van gecertificeerde cultuurcoördinatoren binnen de
school. Het doel van de toepassing van dit beleidsplan is: het gestructureerd aanbieden
van culturele activiteiten of lessen binnen de schoolloopbaan van de leerlingen op de dr.
H. Bouwmanschool. Om deze activiteiten op voorgenomen wijze te laten plaatsvinden
wordt er gewerkt met een jaarplanning waarin voor alle groepen staat beschreven met
welke disciplines zij in een bepaald jaar in aanraking zullen komen. Enkele activiteiten die
hiertoe behoren zijn o.a.:
-Contact met de plaatselijke bibliotheek. Via schoolabonnementen worden er veel boeken
geleend. Ook bij onderwijsprojecten wordt de bibliotheek ingeschakeld. In groepsverband
worden bezoeken gebracht en voorlichtingen georganiseerd. Onze school kan tevens
worden bestempeld als een Leesschool, dit is een project dat structureel activiteiten
aanbiedt m.b.t. lezen.
-We bezoeken met enkele groepen jaarlijks een theatervoorstelling in de
Stadsgehoorzaal en organiseren één keer in de drie jaar een cultuurdag. Tijdens deze
dag bereiden bijv. dramadocenten met alle kinderen van de school een voorstelling voor,
die ’s middags voor de ouders en verdere belangstellenden wordt opgevoerd.
-Gedurende het cursusjaar gaan
in ieder geval de kleutergroepen naar de
kinderboerderij ‘Cantecleer’. Op een nader te bepalen tijdstip brengen de kinderen er een
morgen of een middag door. Via school is er ook een mogelijkheid lid te worden van
"Sproet”, de kinderclub van de kinderboerderij. Zij worden dan meer betrokken bij
activiteiten op de kinderboerderij.
8.3 Opleidingsinstituten
Uiteraard heeft onze school ook contacten met de PABO’s en andere opleidingsinstituten.
Wij verlenen op voor onze school verantwoorde wijze medewerking tot het plaatsen van
stagiaires. (zie ook hoofdstuk 5).
8.4 Overleg met het Voortgezet Onderwijs
Jaarlijks is er, tweemaal, een bijeenkomst met het voortgezet onderwijs. Hier proberen
wij het leerproces in de basisschool en in het voortgezet onderwijs op elkaar af te
stemmen, om zo te trachten een doorgaande lijn te bereiken voor de kinderen na groep
8. Tevens bezoeken de leerkracht van groep 8 en de directie de contactmomenten met
de mentoren van de leerlingen die in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs zitten.
8.5 Jeugdgezondheidszorg
Uw kind bezoekt één van de scholen in het werkgebied van de afdeling
Jeugdgezondheidszorg
van
de
GGD
Regio
IJssel-Vecht
te
Zwolle.
De
Jeugdgezondheidszorg stelt zich ten doel een gezonde groei en ontwikkeling van
kinderen te bevorderen. Concreet heeft zij als taak het opsporen, bestrijden en
voorkomen van oorzaken die een gezonde groei en ontwikkeling verstoren. Tot het vierde
levensjaar wordt Jeugdgezondheidszorg uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de
OKZ van de Thuiszorginstellingen. Wanneer het kind 4 jaar wordt neemt de GGD deze
40
Schoolgids 01-08-2014
taak over. Ook de gegevens van het consultatiebureau gaan dan over naar de GGD,
wanneer u als ouder/verzorger hiervoor toestemming hebt gegeven.
De zorg is in handen van een Jeugdgezondheidsteam. Deze bestaat uit een jeugdarts,
een doktersassistente, een verpleegkundige, een logopedist en een tandheelkundig
preventief medewerker.
Uw kind wordt in groep 2 uitgebreid op groei en ontwikkeling onderzocht door de
jeugdarts en de doktersassistente. Er vindt een gesprek plaats met u en uw kind over
hoe het met uw kind gaat thuis, op school en in de vrije tijd. Vanzelfsprekend kan ook
ingegaan worden op vragen of klachten. Het onderzoek bestaat uit controle van het
gehoor en het gezichtsvermogen, meting van de lengte en het gewicht, lichamelijk
onderzoek en het onderzoek naar de motoriek.
In groep 7 ontvangt u een vragenlijst met vragen over de gezondheid van uw kind. U
krijgt de gelegenheid eventuele vragen of klachten t.b.v. het onderzoek door de
doktersassistente dat erop volgt aan te geven. Hierbij ligt het accent op onderzoek van
het gezichtsvermogen, kleuren zien en meting van lengte en gewicht. Ook wordt in het
vragenformulier ingegaan op mogelijke problemen of klachten die te maken hebben met
de ontwikkeling van uw kind en vragen op opvoedkundig gebied. Behalve deze
onderzoeken vindt er in groep 2 een onderzoek naar de spraak-taal ontwikkeling van uw
kind door de logopedist plaats.
Op verzoek van u als ouder/verzorger of vanuit overleg met de intern begeleider van de
school is het mogelijk dat uw kind tussentijds voor onderzoek aan de beurt komt.
Daarnaast geeft de tandheelkundig preventief medewerker in groep 2 klassikale
voorlichting over een gezond gebit.
Inge van Dijk-Westenbrink is namens de GGD aangewezen om de logopedische zorg op
de IRIS scholen te behartigen. Alle kinderen worden omstreeks hun vijfde jaar gescreend
door de logopedist. Op deze wijze hoopt men preventief te kunnen werken. Als er twijfel
is over de mondelinge taalvaardigheid van een kind, dan kan een logopedisch onderzoek
worden aangevraagd. Hebt u vragen naar aanleiding van deze informatie, dan kunt u
contact opnemen met GGD Regio IJssel-Vecht, manager Thea van Schaik.
9 . VERLOFAANVRAAG / VAKANTIEROOSTER
9.1 Verlofregeling:
Gedurende het schooljaar bereiken ons geregeld verzoeken om vrije dagen
(buitengewoon verlof). Uit de gesprekken wordt soms duidelijk, dat ouders er vaak
vanuit gaan, dat de school het wel toestaat. Hierdoor gebeurt het meerdere malen, dat
de school soms voor lastige beslissingen wordt geplaatst. De school moet namelijk de
echte noodzaak inzien voor er toestemming gegeven kan worden. De school geeft
kinderen vrij voor de dagen waarop ze vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op
school kunnen zijn bijv.: Suikerfeest of Slachtfeest. Dat geldt ook voor dagen met
belangrijke familieverplichtingen, zoals huwelijk of begrafenis.
De verlofregeling is als volgt:
Vakantie: U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor
wintersportvakanties of bezoek van buitenlandse kinderen aan hun eigen land. In heel
bijzondere gevallen kan de directeur een leerling vrij geven om met zijn ouders op
vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van tien dagen.
Dit geldt alleen voor ouders, die door hun beroep gedwongen worden hun vakantie op te
nemen buiten de schoolvakanties. U moet dan een verklaring van uw werkgever
overhandigen, waaruit blijkt, dat u niet op een ander moment met vakantie kunt.
Verlof aanvragen: Wanneer u extra vakantiedagen voor uw kinderen wenst aan te
vragen, dan dient u deze aanvraag met redenen omkleed 4 weken van te voren
schriftelijk in te dienen bij de directie van de school. Deze aanvraag wordt door de
directeur beoordeeld en zo nodig wordt nader overleg gepleegd met de
leerplichtambtenaar van de gemeente Kampen. U krijgt zo spoedig mogelijk bericht of de
41
Schoolgids 01-08-2014
aanvraag wordt goedgekeurd. Wordt uw aanvraag afgewezen, dan mag worden
aangenomen dat u zich houdt aan de regels van de leerplichtwet, waarbij controle op
naleving van de wet niet wordt uitgesloten.
Kinderen van vier jaar zijn nog niet leerplichtig, echter moet er voor deze kinderen ook
een verlofformulier worden ingevuld. Indien een kind zich aanmeldt op school, ook al is
het nog vier jaar, worden ouders geacht zich te houden aan de gestelde kader van de
leerplichtwet
Controle: De school en de gemeente letten erop dat u zich houdt aan de regels van de
leerplicht. Daarvoor is bij de gemeente een leerplichtambtenaar aangesteld. Soms mag
de directeur geen toestemming geven voor afwezigheid van uw kind. De directeur zal u
in voorkomende gevallen doorverwijzen naar deze leerplichtambtenaar. Wij vragen uw
begrip voor bovenstaande regeling.
9.2 Schoolvakanties 2014-2015
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Paasvakantie
Koningsdag
Meivakantie
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Zomervakantie
13 t/m 17 oktober 2014
22 december t/m 2 januari 2015
23 februari t/m 27 februari 2015
Goede Vrijdag 3 april 2015
Tweede Paasdag 6 april 2015
27 april 2015
4 mei t/m 15 mei 2015
14 mei 2015
24 en 25 mei 2015
6 juli t/m 14 augustus 2015
Vrije dagen:
De studiedagen en andere losse vrije dagen worden in de jaarkalender van het schooljaar
bekend gemaakt.
10. EEN AANTAL PRAKTISCHE ZAKEN
10.1 Aanmelding
Ruim voor
aanmelding
directie. De
schriftelijke
wennen. De
uw kind 4 jaar wordt, kunt u uw kind aanmelden. Deze
gebeurt op school en de inschrijving wordt verricht door de
kleuters krijgen, enkele weken voordat ze 4 jaar worden, een
uitnodiging van de school om een paar dagdelen te komen
leerkracht van groep 1/2 informeert u hier verder over.
10.2 Ziekmelden
Als school letten we er dagelijks op dat uw kind niet zonder duidelijke reden van school
wegblijft. Daarom is het van groot belang dat u de school waarschuwt als er wat
bijzonders aan de hand is. Als uw kind ziek is, kan het niet naar school. Dit dient u
dezelfde dag op school te melden, voor schooltijd, doch uiterlijk voor 09.00 uur. Graag
horen we van u ook de reden van afmelding. Mocht het absoluut niet lukken om direct te
bellen, dan moet u uw kind in het uiterste geval binnen één dag ziek hebben gemeld.
Overigens zijn wij in het algemeen zeer tevreden over de betrokkenheid van de ouders
bij de school op dit punt.
10.3 Schoolfotograaf
Ieder jaar komt de schoolfotograaf. In de oneven kalenderjaren worden er alleen
groepsfoto’s gemaakt. In de even kalenderjaren worden er naast groepsfoto’s ook
familiefoto’s ( broertjes en zusjes ) en individuele foto’s gemaakt. U bent uiteraard niet
42
Schoolgids 01-08-2014
verplicht om foto’s te kopen! Voor het komende schooljaar staan de groepsfoto’s weer
gepland. Dit zal inde periode april – mei plaatsvinden.
10.4 Sinterklaasfeest
Dit feest mag natuurlijk niet ontbreken. Aan de hand van een themaverhaal en de,
inmiddels traditionele, verhaallijn op de televisie wordt dit feest met de kinderen gevierd.
Op 5 december komen Sint en zijn Pieten op bezoek. De kinderen van de groepen 1 t/m
4 krijgen dan hun cadeautje van Sinterklaas. In de bovenbouwgroepen worden lootjes
getrokken.
10.5 Schoolreizen
De groepen 1 t/m 7 maken een dagtrip naar een attractie, mogelijk gecombineerd met
een educatief onderdeel. Groep 8 gaat drie dagen op schoolkamp.
Aan deze reizen zijn uiteraard kosten verbonden, over de wijze van betalen wordt u via
een brief geïnformeerd.
10.6 Verjaardagen
Als een leerling jarig is, mag hij/zij de groep waarin hij/zij zit trakteren. Ook krijgt het
jarige kind de gelegenheid met een vriendje of vriendinnetje de klassen rond te gaan om
de felicitaties van de leerkrachten in ontvangst te nemen. Ze trakteren de klasgenootjes
en leerkrachten. “Gezond” trakteren is wenselijk (en wel zo lekker), maar is niet
verplicht. Leerkrachten worden graag getrakteerd op dezelfde traktatie als de kinderen.
De verjaardag van de juf of meester wordt in de groepen 3 t/m 8 apart gevierd. In de
kleutergroepen wordt aan het einde van het schooljaar een ‘juffendag’ georganiseerd.
10.7 Geldzaken
Voor sommige zaken op school wordt van u een bijdrage gevraagd:
- Voor het overblijven wordt ook een kleine vergoeding gevraagd (zie hst. 6.10 en 6.11);
- De ouderbijdrage wordt geïnd via een aparte brief;
- Betalingen voor de schoolreizen en het schoolkamp kunnen contant of per giro voldaan
worden;
- Schoolfoto's worden betaald d.m.v. enveloppen van de fotograaf;
- Soms is er een spontane actie of excursie, waarvoor we een bijdrage vragen;
10.8 Afscheid groep 8
Groep 8 houdt aan het eind van het cursusjaar in de laatste schoolweek een
afscheidsavond. Het programma op deze avond wordt verzorgd door de leerkracht en de
leerlingen van groep 8. Een belangrijk onderdeel van deze avond is het opvoeren van een
musical. Ouders en familieleden van de leerlingen worden hierbij uitgenodigd, evenals de
leerkrachten van onze school. U ontvangt hiervoor te zijner tijd een uitnodiging.
10.9 Sport en Avondvierdaagse
Onze school doet mee aan diverse sporttoernooien, bijvoorbeeld de toernooien voor
voetbal, korfbal, judo, tafeltennis, schaken en hardlopen (bevrijdingsloop). Ook doen we
mee aan de Avondvierdaagse (vanaf groep 3), maar wie op een sportvereniging zit, loopt
bij voorkeur met deze vereniging mee. In de nieuwsbrieven wordt aangegeven wanneer
deze activiteiten plaatsvinden.
10.10 Fruit eten/drinken
Uw kind mag ’s morgens eten en drinken mee naar school nemen. I.v.m. het milieu
graag het drinken meegeven in een beker. Wilt u op de bekers de naam van uw kind
vermelden? Liever geen snoep of koek meegeven, wel fruit, melk e.d. Graag het fruit
afspoelen!
43
Schoolgids 01-08-2014
10.11 Speelgoed mee naar school
Heel veel kinderen willen graag hun speelgoed aan de juf laten zien. Daarom hebben we
afgesproken in de groepen 1/2 om dit elke laatste donderdagmiddag van de maand te
doen. Uiteraard als de kinderen jarig zijn, mogen ze hun nieuwe speelgoed ook op school
laten zien. In de overige groepen (bijv. groep 3) maakt de groepsleerkracht zelf
afspraken over het meebrengen van speelgoed e.d.
11. NAMEN EN ADRESSEN
School:
dr.H.Bouwmanschool, Protestants Christelijke Basisschool,
Ommelandsingel 1, 8262 TZ Kampen
Tel: 038-3319045
Pannekoekendijk 2, 8262 RZ Kampen
Tel: 038 – 3333833
Email directie:
Richard Nanninga:
Wendy Plender:
website
[email protected]
[email protected]
www.bouwmanschool.nl
Schoolvereniging:
‘Iris’, Vereniging voor Christelijk Onderwijs
Postbus 1014, 8260 BA Kampen.
Tel. 038 – 33 33 898
Bestuursleden:
zie onder hoofdstuk 1.0
Personeel:
zie onder hoofdstuk 5
Medezeggenschapsraad:
zie onder hoofdstuk 7
Activiteitencommissie:
José van Dieren
Inge Rill
Mieneke Djodjomoenawie
Alice Steunenberg
Henriëtte Jager
Luciënne Penninkhof
Gerda Post
Ineke Boes
Inspecteur Primair Onderwijs:
[email protected]
Rijksinspectiekantoor Zwolle
Hanzelaan 310
Postbus 10048
8000 GA Zwolle
Vragen over onderwijs:
tel. 0800-8051 (gratis)
Klachtmeldingen over seksuele
Intimidatie, seksueel misbruik,
ernstig psychisch of fysiek geweld:
meldpunt vertrouwensinspecteurs
tel. 0900-1113111 (lokaal tarief)
Landelijke klachtencommissie tel.
44
Schoolgids 01-08-2014
030 – 280 95 90
Vertrouwenspersoon school:
Ouder: Frank van Essen
([email protected])
Personeelslid: Baukje van der Ploeg
([email protected])
Jeugdgezondheidszorg:
Zeven Alleetjes 1
8011 CV Zwolle
tel. 038-4281500
Bureau jeugdzorg Zwolle
tel. 8514800
Centrum Jeugd en Gezin
Wederiklaan56
8265 DD Kampen
tel. 038 – 3370030
Schoolarts:
Schoolverpleegkundige:
Schoolmaatschappelijk werk:
Logopedist:
Tandheelkundig medewerker:
mevr.
mevr.
mevr.
mevr.
mevr.
45
J. Kouijzer
H. Havinga
Iris Klok
Inge van Dijk-Westenbrink
J. de Witte
Schoolgids 01-08-2014
Dromen krijgen
Een nieuw jaar, een nieuwe dag,
vol beloften, vol met dromen,
vol verwachtingen, vol plannen,
die je uit wilt laten komen.
Een nieuw jaar word je gegeven
als een druppel in de tijd.
Schitterend in ’t eerste zonlicht,
een lichtstraal van de eeuwigheid.
Mooie dromen mogen worden
tot een echte werkelijkheid.
En verwachtingsvolle plannen
tot een baken in de tijd.
Wie zijn dromen mag vervullen,
daarvoor kracht en wijsheid krijgt,
weet dat elke dag een gift is.
Jaar na jaar, in eeuwigheid.
Uit: ‘Gewoon …bijzonder’.
Chris Lindhout
46