Behandelend ambtenaar: A.F.A. van Gorp Beleidsveldbeheerder: A. Meuleman Portefeuillehouder: C. Coppens Zaaknr. : 14.B0046/14.ZK01674 Kenmerk : 14IT003805 Barcode : 14IT003805 Aanvraag uitvoeringskrediet maatregelen Stedelijke Water Opgaven (SWO) fase 3 Doel van de notitie: Besluitvorming door het algemeen bestuur (AB) over het verkrijgen van een uitvoeringskrediet voor het verrichten van onderzoek en uitvoeren van maatregelen in het IP project 800249 ‘Stedelijke Water Opgave’ fase 3. Samenvatting: In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat gemeenten en waterschappen gezamenlijk de kans op wateroverlast in het stedelijk gebied moeten verminderen. Gezamenlijk worden de maatregelen naar wateroverlast geïnventariseerd door het uitvoeren van onder ander nader onderzoek. Deze maatregelen worden per gemeente gefaseerd in het gezamenlijke Uitvoeringsprogramma Water (UPW) opgenomen. Hierin wordt in beeld gebracht hoe de wateroverlast in stedelijk gebied opgelost kan worden en welke kosten dat met zich meebrengt. Dit heeft geleid tot een aantal concrete projecten die in de komende periode (2014- 2015) moeten worden uitgevoerd door zowel het waterschap als de gemeente. Voor maatregelen uit fase 3 wordt een UVK aangevraagd van € 2,5 miljoen voor de projecten van het waterschap. Advies: Het algemeen bestuur stemt in met: 1. het verrichten van onderzoek en het uitvoeren van maatregelen in het kader van de stedelijke wateropgave fase 3; 2. het ter beschikking stellen van een uitvoeringskrediet ter grootte van € 2,5 miljoen. Bespreking in: Directieteam Vergaderdatum: 4 maart 2014 Overlegvergadering Dagelijks Bestuur 25 maart 2014 Georganiseerd Overleg -- Besluitvormend AB 23 april 2014 Bijlage(n) bij het besluit Projectenlijst fase 3 Investeringsbesluit Achtergronddocument(en) 14IT004985 14IT005254 Aanleiding In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat gemeenten en waterschappen gezamenlijk de kans op wateroverlast in het stedelijk gebied moeten verminderen. Het maatregelenpakket dat hiervoor getroffen moet worden, wordt de stedelijke wateropgave (SWO) genoemd. In het NBW wordt hierbij een onderscheid gehanteerd tussen wateroverlast als gevolg van: oppervlaktewater dat buiten de oevers van het regionale watersysteem treedt (taak waterschap); wateroverlast door overbelasting van de riolering (taak gemeente); wederzijdse beïnvloeding van riolering en oppervlaktewater (interactie; gemeenschappelijke taak). Deze stedelijke wateroverlastthema’s zijn uitgewerkt in de gezamenlijk door gemeenten en waterschap opgestelde notities Stedelijke Wateropgave (per gemeente). Deze notities zijn in de periode 2008-2010 vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap en bevatten een taakverdeling tussen waterschap en gemeente. Op dit moment wordt in het kader van doelmatig waterbeheer in de waterketen nauw samengewerkt met gemeenten binnen 4 werkeenheden. Afstemming van dit proces met de met de fasen 3 en 4 van het project Stedelijke wateropgave (SWO) vindt plaats via reguliere overleggen met gemeenten. Afhankelijk van de probleemstelling en meekoppelkansen wordt bepaald of de gemeente dan wel waterschap trekker is van het project. In sommige gevallen betekent dit een financiële bijdrage van het waterschap aan de gemeentes die de gezamenlijke werken gaan uitvoeren. Deze bijdrage is gebaseerd op de omvang van de waterschapstaak. In de andere gevallen worden de werken door het waterschap uitgevoerd, waarbij voor de gemeentelijke taak een bijdrage van de gemeente wordt verkregen. De totale scope van de SWO voor ons waterschap bestond uit diversen projecten die in 4 fasen worden uitgevoerd. In fase1 zaten 12 en in fase 2 zaten 19 projecten waarvan nagenoeg alle projecten zijn afgerond. Fase 3 bestaat uit 16 projecten. De onderzoeksprojecten richten zich op nadere detaillering van de resterende wateroverlast in stedelijk gebied en noodzakelijke maatregelen. In fase 4 worden de resterende maatregelen uitgevoerd die uit de onderzoeken van fase 2 en 3 volgen. Voor fase 3 wordt nu een uitvoeringskrediet aangevraagd voor de waterschapsactiviteiten. Het betreft een aantal concrete projecten binnen de gemeenten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Gilze-Rijen, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Steenbergen, Tilburg en Waalwijk. Als bijlage is de projectenlijst toegevoegd waarin per gemeente de activiteiten zijn benoemend inclusief de opzet voor verdeling van de kosten en het opleveringsjaar. Beoogd effect Door gefaseerd invulling te geven aan het oplossen van de wateroverlast knelpunten in het stedelijke gebied, wordt de kans op wateroverlastproblemen aanzienlijk verminderd. Argumenten 1.1 de afspraak uit het NBW was om de projecten gezamenlijk op te pakken en uit te voeren De wateroverlast thema’s zijn gezamenlijk geïnventariseerd en onderzocht. Ook de mogelijk maatregelen om de overlast op te lossen worden samen met de gemeenten uitgewerkt. 1.2 Onderzoek is nodig om maatregelen naar wateroverlast vast te stellen Voor een aantal overlastlocaties is het nodig een oplossingsmaatregel te bepalen middels onderzoeken. Deze locaties zijn opgenomen in een inventarisatielijst. De maatregelen die uit de onderzoeken volgen, zullen worden uitgevoerd in fase 4 (2015-2016). De financiële consequenties zijn ingepast in de investeringsvolumes van kadernota 2015-2025. 1.3 Waterschap financiert alleen eigen verantwoordelijkheid. Het waterschap draagt alleen financieel bij aan projecten die gericht zijn op het aanpakken van wateroverlast als gevolg van oppervlaktewater dat buiten de oevers treedt. 1.4 Fase 2 is nagenoeg gereed Fase 1 en 2 zijn zijn nagenoeg gereed. Hierdoor komt er capaciteit vrij om fase 3 uit te voeren. Een nauwe aansluiting op de 2e fase is wenselijk. Er zijn afspraken gemaakt met gemeenten en verwachtingen gewekt om tot de 3e fase te komen. 2.1 Voor het uitvoeren van de projecten is een uitvoeringskrediet noodzakelijk De kosten van de onderzoeken, uitvoeringskosten en interne projectkosten voor fase 3 zijn geraamd op € 2,5 miljoen. Kanttekeningen en risico’s 1.1 Het stedelijke wateropgave programma loopt niet op schema Door onderbezetting, capaciteitsgebrek en vele personele wisselingen is de afgelopen jaren vertraging opgelopen variërend van 1 tot 2 jaar. Sinds 1,5 jaar is het project opgeschaald en zit er een volwaardig IPM-team op waardoor de wateroverlastthema’s effectiever worden opgepakt en de samenwerking met de afdeling Beleid en Planadvies intensiever is geworden. Daarnaast is de voorbereiding en realisatie van de projecten ook tijdgebonden. Met de uitvoering van fase 3 wordt nu een belangrijke stap gezet. Voor de meest urgente wateroverlast knelpunten zijn reeds maatregelen gedefinieerd. De verwachting is dat met fase 4 (2015-2017) het programma wordt afgerond. 2.1 De uitkomsten uit de onderzoeken kunnen onder of boven verwachting zijn wat betreft de omvang en bijbehorende kosten Ondanks dat men probeert een zo reëel mogelijk beeld te schetsen van de mogelijke stedelijke wateropgave op voorhand, kunnen de uitgevoerde onderzoeken dit beeld verstoren. De opgave kan groter maar ook kleiner zijn. Hierdoor zijn de geraamde kosten een indicatie van de werkelijke kosten. In de evaluatie wordt hier uiteraard een hoofdstuk aan gewijd. Indien er grote verschillen aan de orde zijn en er dus sprake is van een scopewijziging, wordt het bestuur hierover tijdig geïnformeerd. Financiële dekking Investeringsproject, zonder extra financiële consequenties. Ten behoeve van de stedelijke wateropgave is een investeringsbedrag van € 7 miljoen opgenomen in het IP 6334. In 2008 is voor fase 1 van dit project een uitvoeringskrediet van € 1,5 miljoen verstrekt. Voor fase 2 van de stedelijke wateropgave is in 2012 door het algemeen bestuur een uitvoeringskrediet van € 2 miljoen gevoteerd. Voor fase 3 van de stedelijke wateropgave (2014- 2016) wordt nu een UVK van € 2,5 miljoen gevraagd. Dit krediet zal puur worden gebruikt voor de financiering van de waterschapstaken bestaande uit onderzoekskosten, uitvoeringskosten (of financiële bijdragen indien de gemeente penvoerder is) en interne kosten (zie projectenlijst in bijlage). Voor de toekomstige fase 4 van dit project resteert een bedrag van € 1 miljoen. Aangezien voor de meest urgente wateroverlast knelpunten reeds maatregelen zijn gedefinieerd welke in voorbereiding of uitvoering zijn, ligt het in de verwachting fase 4 binnen het resterend krediet kan worden uitgevoerd. De gemeentelijke bijdrage voor fase 4 kan pas definitief worden geraamd nadat bekend is welke knelpunten nog resteren, welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen en welke maatregelen nog uitgevoerd dienen te worden. In het investeringsplafond voor de meerjarenraming is een investeringsbedrag opgenomen voor uitvoering van fase 3 en 4 gedurende de periode 2014-2017 van in totaal 3,5 miljoen (2,5 miljoen fase 3, 1 miljoen fase 4). Oplevering Verwachting bij Kredietaanvraag Verwacht tijdstip oplevering 3e fase 01-01-2016 Investering Raming bij kredietaanvraag Investering Totaal benodigd krediet ontwikkelingsinvestering (t/m 4e fase) € 7.000.000,- -/- Reeds gevoteerd * € 3.500.000,- Waarvan bijdrage derden e Huidige kredietaanvraag 3 fase € 2.500.000,* In 2008 is een bedrag van € 1,5 miljoen voor fase 1 gevoteerd en in 2012 is een bedrag van € 2,0 miljoen gevoteerd voor fase 2 Kapitaallast Watersysteembeheer eerste (volle) jaar (over huidige kredietaanvraag) Raming bij kredietaanvraag € 259.042,- -2- Uitvoering De adviseurs water- en emissiebeheer hebben in nauwe samenwerking met de diverse gemeente de wateroverlastknelpunten geïnventariseerd en onderzocht. Het (aanvullend) onderzoek bestaat onder andere uit een nadere knelpuntenanalyse en het uitwerken van maatregelen die tevens worden getoetst aan de praktijkervaringen. Hieruit is een aantal concrete maatregelen gekomen die in fase 2 van het project ‘Uitvoering Maatregelen SWO’ zijn uitgevoerd of in fase 3 worden uitgevoerd. De projecten die in fase 3 worden uitgevoerd vallen binnen de gemeente Bergen op Zoom, Gilze-Rijen, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Steenbergen, Tilburg en Waalwijk. In de bijlage zijn deze projecten weergegeven. Aangezien voor de meest urgente wateroverlast knelpunten reeds maatregelen zijn gedefinieerd, ligt het in de verwachting dat fase 4 binnen de opgestelde termijn kan worden afgerond. Communicatie In het kader van de uitvoering van de projecten wordt met de streek gecommuniceerd via allerlei kanalen zoals nieuwsbrieven, plaatselijke bladen en dagbladen. Voor het een deel van de projecten fungeren diverse gemeenten als trekker en initiator. In veel gevallen zal een informatiebijeenkomst worden gehouden. Deze bijeenkomsten worden in samenwerking met de diverse gemeenten georganiseerd. Relatie met beleidsvelden Winnend Samenwerken in Brabant Er is geen bijdrage aan Winnend samenwerken in Brabant. - Bijdrage aan doelen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Er is een bijdrage aan de doelen voor duurzame ontwikkeling door onder andere het verminderen van interactie van oppervlaktewater met het rioolsysteem. Dit heeft het voordeel dat de betreffende rioolwaterzuiveringen minder worden belast. -3-
© Copyright 2024 ExpyDoc