Aan: Coalitie Leiderdorp 2014-2108 Mw. C. Hamer, D66 Dhr. I

Aan:
Coalitie Leiderdorp 2014-2108
Mw. C. Hamer, D66
Dhr. I. Cooijmans, VVD
Dhr J. Gardeniers, CDA
verstuurd per email
Van:
Maarten Sanders
Zijldijk 1b
2352 AA Leiderdorp
[email protected]
06-19879250
Leiderdorp, 05-05-2014
Betreft: Consultatie coalitieakkoord
Geachte coalitievormers,
Helaas kan ik op 6 mei niet aanwezig zijn als het coalitieakkoord wordt voorgelegd voor consultatie. Het akkoord
draagt de titel "Van meepraten naar meedóen" en het geschetste beeld kan ik alleen maar toejuichen,
participeren verbindt, maakt verantwoordelijk en schept kansen om meer te bereiken met gelijke of minder
middelen.
Toch wil ik, vanuit mijn ervaringen als klankbordgroeplid aanpak wateroverlast Zijlkwartier waarvan de uitkomst in
zekere zin ook kan worden gezien als 'meepraten en meedoen', u enige adviezen geven. Hoewel de adviezen
voort komen uit mijn ervaringen 1 in de klankbordgroep kunt u ze waarschijnlijk eenvoudig projecteren op
toekomstige "Van meepraten naar meedóen" trajecten.
1. Maak beleid waar beleid nodig is.
Het Zijlkwartier is zeker niet de enige wijk in Leiderdorp waar wateroverlast ervaren wordt. Het is dan ook jammer
dat het begrip wateroverlast in Leiderdorp niet is gedefinieerd naar kwalititieve en kwantificeerbare criteria. Op
grond van deze criteria had dan beleid gemaakt kunnen worden wat had kunnen gelden voor alle Leiderdorpers
en op grond waarvan maatregelen hadden kunnen worden ontwikkeld.
Dit had in elk geval de omgemakkelijke - maar zeer gerechtvaardigde - discussie over precedentwerking
gescheeld maar had ook een werkelijke rechtvaardiging voor de te nemen maatregelen kunnen bieden. Zelf ben
ik van mening, en zo ook in ieder geval een deel van uw betrokken ambtelijke staf, dat er in het Zijlkwartier
helemaal geen sprake is van een significantere wateroverlast op straat dan elders in Leiderdorp. Wel is er in een
beperkt aantal tuinen sprake van wateroverlast. Bij gebrek aan toetsbare criteria is deze opvatting overigens net
zoveel waard als de opvatting dat er wateroverlast is en blijft het subjectief; slechts of men wateroverlast ervaart.
2. Respecteer de democratie.
Hoe oprecht de motiveringen van zelfbenoemde wijkcommitees ook zijn en hoeveel publiciteit ze ook weten te
genereren, zij zijn geen democratische vertegenwoording en vertegenwoordigen dan ook niet noodzakelijkerwijs
een meerderheid. Bescheidener geventileerde of zelfs zwijgende meningen hebben net zo veel recht om
gehoord te worden.
Ik kan u in dit licht alleen maar suggereren mijn inbreng in de klankbordgroep te bekijken om te zien dat in elk
geval 50% van de klankbordgroep bepaald andere inzichten had dan wat er nu als raadsvoorstel is aangenomen.
Wat zouden al die andere wijkbewoners die nu worden geacht te participeren vinden?
3. Toets vooraf het draagvlak van de benodigde betrokkenen.
Om van meedoen een succes te maken het is onmisbaar dat alle benodigde betrokkenen meedoen en blijven
meedoen. Dit zou vooraf zo goed mogelijk getoetst moeten worden.
In de gepresenteerde oplossing van Zijlkwartier is participatie, en dit gaat om forse financiële bijdragen, van
nagenoeg alle bewoners van belang om het pakket aan maatregelen effectief te maken. Bij beperkte participatie
reduceert de effectiviteit tot nihil en dan zijn de zeer forse investeringen van zowel de wel participerende
1en inbreng
wijkbewoners als gemeente zinloos. Gezien het niet verwaarloosbaar aantal reacties dat ik heb ontvangen van
wijkbewoners die aan aangeven dat ze niet willen participeren omdat ze het te duur en/of niet nodig vinden is dit
een zorgelijk scenario, het draagvlak wordt nu immers pas getoetst bij uitvoering2.
Ik heb getracht het kort te houden. Om in meer detail op de problematiek van wateroverlast in het Zijlkwartier in
te gaan maak ik graag - nadat het nieuwe college is geïnstalleerd – op een geschikt moment een afspraak met
de betrokken wethouder.
Ik wens u veel succes toe in de komende periode.
Met vriendelijke groet,
Maarten Sanders
2 Nota bene, wanneer er vooraf getoetst was wat de participatiebereidheid was en er beleid was geformuleerd
zoals onder 1 voorgesteld zou het heel denkbaar geweest zijn dat juist op die plaatsen waar de wateroverlast het
grootst is een ruimhartiger steun vanuit de publieke middelen te rechtvaardigen was geweest. Omdat er dan ook
veel specifieker maatregelen - gesteund door de toetsbare criteria - zouden kunnen worden ontwikkeld is het
voor mij ook heel realistisch te verwachten dat de totale kosten beduidende lager zouden hebben kunnen
uitvallen.